Hoofdstuk 6
Het was een karrespoor. De sportwagen hobbelde nog een paar meter verder voordat Dax hem tot stilstand bracht. Hij parkeerde onder de betrekkelijke bescherming van een eik en zette de motor af. De daaropvolgende stilte was oorverdovend. De muziek van de radio was afgebroken, de ruitewissers zwiepten niet langer, de motor was niet meer te horen. Alleen de regen nog.
Dax raakte even haar schouder aan. 'Heb je het warm genoeg? Wil je je jas hebben?' Ze hadden hun jassen uitgedaan en opgevouwen op de achterbank gelegd bij hun vertrek van Mount Vernon.
'Nee, de verwarming heeft al de tijd gehad het hier behaaglijk te maken.'
'Als je het koud krijgt, moet je het zeggen. Ik kan je jas pakken of de motor een paar minuten stationair laten draaien.' Zijn vingers gleden langs haar arm omlaag en pakten haar hand, die hij vervolgens wreef. 'Je handen zijn ijskoud.'
'Dat weet ik, dat zijn ze altijd.'
'Steek ze in je zakken.'
'Dat helpt niet.'
'Steek ze dan in mijn zakken.' Hij plaagde haar maar.
'En hoe moet jij de jouwe dan warm houden?' Het was een uitdaging waaraan ze geen weerstand kon bieden.
Zijn ogen twinkelden. 'Ik bedenk wel iets,' antwoordde hij zacht. Zijn vingers pasten zich aan aan de hare en drukten ze om de beurt. Hij bekeek het contrast van zijn behaarde hand met de zachte, tere lijnen van de hare, hief haar hand naar zijn mond en streek even met zijn lippen langs haar vingertoppen.
'Als ik dan toch per ongeluk de vrouw van een vermiste in het vliegtuig moest leren kennen, waarom moest ze er dan uitzien als jij? Moest jij het uitgerekend zijn?' Zijn mond gleed naar haar handpalm en kuste die al pratend.
'Je moet niet zeggen -'
'Ssst, als ik dan niet anders mag, Keely, laat me dan tenminste praten.' Ze voelde zijn warme tong in haar handpalm, zodat de adem in haar keel bleef steken. 'Maar ja, als je er niet zo had uitgezien zoals jij doet, betwijfel ik of ik als een omhooggevallen Sir Gallahad het middenpad zou zijn overgesprint om je te hulp te komen, denk je ook niet?'
Ze kon niet antwoorden. Zijn tong gleed tussen haar vingers, langzaam en traag. Het was een te sexy gebaar om toe te staan, maar te zalig om er een eind aan te maken. Hij bedekte zijn mond met haar hand en sloeg zijn ogen naar haar op.
In de besloten ruimte knetterde een onbevredigde hartstocht. Hun adem legde een nat waas over de koude portierramen. Elk geluid werd versterkt door de stilte. Dax leunde naar voren, zijn kleren ruisten als bladeren in de herfstwind. Alles leek groter. Hij kon de donkere wimpers aan haar onderste ooglid bijna tellen. De hoek van haar mond beefde iets bij iedere ademhaling. Het was een prachtige mond en hij had die vanaf het eerste moment als de zijne opgeëist.
Nog nooit had Keely zich zo hulpeloos gevoeld; ze wist dat ze nog nooit iets had ervaren dat hiermee te vergelijken viel. Ze dreef gewichtloos rond, en toch was daar de zware druk van verlangen in haar lichaam. Ze voelde zich doortrokken van een ongekende kracht. Tegelijkertijd leken haar spieren wel van water. In haar lichaam tintelde het leven, en toch had dit verlangen iets dat deed denken aan de dood.
Ze wist niet dat ze een hand had uitgestoken, tot ze zag dat deze vochtig, donker haar van zijn voorhoofd streek. Ze zag hoe haar duim langs het litteken onder zijn oog gleed.
Alleen haar naam, uitgesproken als in een gebed, hing tussen hen voordat zijn lippen luchtig de hare streelden. Als ze haar ogen had gesloten, had ze het misschien niet eens gevoeld, zo licht was de aanraking van zijn mond op de hare. Ze had echter wel gekeken en ze zag nu dat hij zich terugtrok. Teleurstelling overspoelde haar. Ze wilde de warmte en dwang van zijn mond voelen. Hij had gezegd dat ongeduld een van zijn ondeugden was, en ze wachtte nu wanhopig op een blijk van dat ongeduld.
Dax wilde haar niet overhaasten of misbruik maken van haar stemming. Hij nam haar handen en legde die onder zijn sweater, drukte ze daar tegen zijn behaarde huid. 'Warm ze maar aan mij.' Hij trok de sweater eroverheen en nam haar gezicht tussen zijn handen. Omzichtig bewoog ze haar vingers tegen zijn huid, die gloeiend warm was. Hij bekeek haar gezicht. Ze hield haar ogen gesloten en bewoog haar handen steeds driester in groter wordende cirkels. De zachte, meegevende lippen gingen vaneen voor een zucht. Plotseling drukte hij zijn mond op de hare en ademde hij haar zucht in.
Zijn tong gleed langs haar lippen en volgde haar tanden. Een zacht duwtje en ze nam de barrière weg. De punt van zijn tong vond de hare, onderzocht die traag erotisch. Hij verkende met wellust iedere uithoek van haar mondholte en vond de plekjes die zorgden dat ze zich dicht tegen hem aan drukte.
Zijn tong trok zich terug, maar de hare volgde. Aarzelend opende ze zijn lippen, die voor haar vaneen gingen. Hij verbaasde zich over haar onervarenheid en jeugdige onhandigheid, de verlegen manier waarop ze hem kuste. Hij aanvaarde het timide gefladder van haar tong, tot deze weloverwogen streelde. Op het moment dat ze langs zijn verhemelte likte, kreunde hij en trok hij haar dicht tegen zich aan.
Ze gingen even uiteen om adem te halen. Hij fluisterde tegen haar oor: 'Wees niet bang voor me, Keely, dat is niet nodig.' Hij had haar verlegenheid aangezien voor vreesachtige behoedzaamheid.
'Dat weet ik. Dat is het ook niet. Alleen... ik ben bang dat ik niet... Ik was zo jong en het is zo lang geleden.'
'Ik heb je er des te liever om. Je moest eens weten hoe. En je leert het wel. We leren het samen.'
Hij haakte een vinger in de rolkraag van haar trui en trok die omlaag om toegang te krijgen tot de huid eronder. Knabbelende lippen dwaalden langs haar hals naar haar oor. Hij plaagde haar oorlelletje met zijn tong en beet even in de gouden oorbel. Ze lachten zachtjes. Haar lach werd een snik van extase toen hij de binnenkant van haar oor aftastte met zijn tong. Een huivering voer door haar heen.
'Heb je het koud?' vroeg hij.
Ze schudde haar hoofd, heel voorzichtig, zodat zijn mond niet zou afdwalen. 'Nee.'
'Zeg het maar als het zo is.'
'Dat doe ik.'
Koud? Ze zou het nooit koud hebben als hij bij haar was. Zijn mond wist niet van ophouden. Ze had nooit gedacht dat een man zo open kon staan voor wat een vrouw wilde en nodig had. Dax leek al haar wensen aan te voelen. Hij was niet begerig of onhandig. Iedere beweging was er bestudeerd op gericht haar genot te verschaffen.
Het sneller wordende kloppen in haar keel maakte haar bang niet veel langer adem te kunnen halen. Haar handen gleden rusteloos onder zijn sweater tot achter zijn rug, om houvast te hebben voordat ze van de wereld kon vallen.
Hij kuste haar opnieuw, dieper, met een honger die werd getemperd door zorgzaamheid. Zijn handen gleden van haar wangen naar haar nek en omcirkelden die. Zijn duim volgde haar sleutelbeen, daarna gleden zijn handen lager om haar lichaam te omvatten. Ze streken even langs haar borsten.
De hemel sta me bij, dacht Dax. Als ik niet ophoud, zal ik haar nooit meer kunnen laten gaan.
Hij voelde haar vrijwel onmerkbare reactie. Haar zachte, snelle ademhaling streek vlinderlicht langs zijn mond. Hij voelde de spieren van haar benen tegen de zijne samentrekken. Zijn handen wachtten af. Ze fluisterde iets onsamenhangends en kwam omhoog tot vlak onder zijn handen.
Aangemoedigd door haar reactie gingen zijn goede bedoelingen in rook op. Zijn handen vonden houvast. Zijn zucht van genot was een echo van de hare. Langzaam maar zeker ontspande Keely en gaf zich over. Ze leunde achterover in de, stoel en vouwde haar handen achter zijn rug om hem dichterbij te halen.
Hij streelde haar zacht, leerde haar kennen door middel van de gevoelige bewegingen van zijn handen. Hij sloot zijn ogen en stelde zich voor wat hij streelde, de structuur, de kleur. Het was een kwelling niets te zien, maar een hemel het zich te verbeelden. Hij had onmiddellijk de beha gevoeld, maar wist dat het ding niet veel voorstelde. Zijn duimen streken langs haar tepels, die brutaal om aandacht vroegen.
'Zo mooi,' fluisterde hij. Met zijn gezicht tegen de zachte ronding gedrukt, ademde hij diep de zoete geur in die door haar trui heen drong. Met neus en mond zocht hij verder, terwijl zijn vingers doorgingen met de tedere kwelling. 'Je voelt zo lekker aan,' fluisterde hij, vlak voor zijn lippen zich door de trui heen rond één afstekende tepel sloten.
'Oh Dax!' Ze duwde met haar handen tegen zijn schouders. Hij kwam met een ruk omhoog en stootte daarbij zijn hoofd aan het dak.
'Heb ik je pijn gedaan?' vroeg hij gealarmeerd.
'Nee, nee.' Dat was het helemaal niet. Mark had haar geliefkoosd, maar nooit zo innig als Dax nu. Nooit had ze die steek tot diep in haar buik gevoeld, die een niet in te dammen vloedgolf van verlangen wekte. Het was een opwindende en beangstigende ervaring.
Hij las de vrees van haar gezicht af en nam het zichzelf kwalijk dat hij de oorzaak was. Schuldig schudde hij het hoofd. 'Het spijt me, Keely. Ik wilde je alleen liefkozen en kussen.'
Triest keek ze naar buiten uit het portierraam, terwijl hij de motor startte en schakelde. De achterwielen slipten even voordat ze greep kregen op de drassige grond. Eindelijk kon Dax de auto de weg op manoeuvreren.
De regen was afgenomen; het mistte nu alleen nog. De ruitewissers zwiepten heen en weer en veroorzaakten het enige geluid in de auto. Dax had de radio, die bij het starten weer was aangegaan, afgezet. Hij vervloekte het langzame spitsverkeer bij het naderen van de stad.
De remmen piepten bij het tot stilstand komen voor het hotel. Hij keek haar lang aan en zag tot zijn schrik tranen in haar ogen glinsteren. Haar mond was vertrokken van emotie.
'Keely...'
'Het was een prachtige dag. Neem me niet kwalijk, Dax, dat ik... ik werd niet bang voor jouw liefkozingen, maar voor het feit dat ik niet wilde dat je ooit nog zou ophouden.'
Eer hij antwoord kon geven, was ze uitgestapt en rende ze het hotel binnen.
Ze lag ineengedoken onder de dekens, slechts gekleed in haar ondergoed. Ze wist niet hoeveel tijd er was verstreken sinds ze de koude, eenzame kamer had betreden, haar kleren had uitgetrokken, die nu nog lagen waar ze ze had laten vallen, en de valse bescherming van het bed had gezocht. Ervan overtuigd dat ze rust nodig had, had ze geprobeerd een dutje te doen, maar het lukte niet.
Haar geest wilde haar niet laten ontsnappen uit de maalstroom van besluiteloosheid en schuldgevoel; schuldgevoel dat ze Mark ontrouw was. Niet met daden, maar wel degelijk in gedachten; schuldgevoel dat ze verraad pleegde aan de zaak waarvoor ze zo hard vocht; schuldgevoel dat ze Dax onbeschaamd had aangemoedigd. Hij zou nu wel op haar kunnen spugen, en dat kon ze hem niet kwalijk nemen.
Haar hart bonsde in haar borst bij het horen van het zachte klopje op de deur. Ze had het 'niet storen' bord aan de knop gehangen en de telefoon uitgeschakeld. Degene aan de andere kant van de deur nam daar kennelijk geen genoegen mee.
Ze gooide de dekens van zich af en liep naar de deur. Door het kijkglaasje ontwaarde ze een man in uniform.
'Ja?'
'Mrs. Williams?'
'Ja,' herhaalde ze, ditmaal als bevestiging.
'Bent u wel in orde? Ik ben Bartelli, assistent manager van dit hotel. Een zekere Mrs. Allway heeft zonder succes geprobeerd u te bereiken. Ze was ongerust en vroeg mij even te gaan kijken. Is alles met u in orde?'
'Ja, Mr. Bar... Bartelli. Ik wilde alleen ongestoord even uitrusten en heb de telefoon uitgeschakeld. Zegt u tegen Mrs. Allway dat er met mij niets aan de hand is en dat ik haar morgenochtend wel weer zie.' Ze had ook zelf kunnen bellen, maar ze wilde op dit moment niemand spreken.
'Uitstekend. Kunnen we verder niets meer voor u doen?'
'Nee, dank u.'
'Goedenavond. Neem me niet kwalijk dat ik u heb gestoord.'
'Goedenavond.' Ze keek door het bolle glaasje toe hoe hij wegliep.
Nu ze toch op was, kon ze net zo goed een douche nemen voordat ze weer naar bed ging. Het hielp haar te ontspannen, bijna al te goed. Doezelig en warm kwam ze onder de douche vandaan en bekeek ze haar spiegelbeeld. Haar huid was roze van het hete water, haar borsten tintelden door de opwekkende waterstralen. Zichzelf bestuderend in de spiegel, hief ze een hand en raakte ze luchtig de roze tepel aan, die zich onmiddellijk Dax' lippen herinnerde. Een ondraaglijke hitte verspreidde zich over haar huid.
Beschaamd en gegeneerd door haar eigen fysieke behoeften stapte ze weer in bed en trok ze de dekens dicht om zich heen. Nooit had een bed zo leeg geleken. Toegevend aan een onvolwassen verleiding, trok ze het extra kussen dicht tegen zich aan, streek er met haar handen over, wensend dat het warme huid was met springerig haar, wensend dat het haar verliefde woordjes zou toefluisteren. Het bracht echter geen lichamelijke of geestelijke verlichting.
De pijn in haar hart overwon haar zelfbeheersing; ze gaf toe aan de tranen.
De volgende morgen voelde ze zich iets beter, of in ieder geval vastberadener. Ze had met vuur gespeeld en het was haar eigen schuld dat ze zich had gebrand. Keer op keer had ze Nicole verteld dat het niet de tijd en de moeite waard was zich met een man in te laten omdat het alleen op een ramp kon uitlopen. Tegenover Dax Devereaux had ze zich niet aan die mening gehouden, en het was jammer dat ze niet tegen haar vriendin in New Orleans kon zeggen dat ze altijd al gelijk had gehad. Nicole noch iemand anders zou ooit iets over Dax te weten komen. Wat viel erover te vertellen? Het was al afgelopen geweest voor het goed en wel was begonnen.
Haar kaneelkleurige jurk paste niet goed bij haar krijgshaftige houding, maar ze wist zichzelf van het tegendeel te overtuigen. Ze kamde haar haren in een chignon en zag af van sieraden. Ze wilde er niet vrouwelijk of kwetsbaar uitzien.
Eerder op de ochtend had ze Betty Allway gebeld en afgesproken, net als op de eerste dag, samen naar Capitol Hill te rijden. Na aankomst stapte Keely met een rechte rug en geheven kin de vergaderzaal binnen, zonder links of rechts te kijken.
Ze nam plaats op haar stoel en begroef haar neus in de aantekeningen die voor haar ogen vervaagden.
Pas toen afgevaardigde Parker de zitting opende, sloeg ze haar ogen op. Met opzet keek ze niet in Dax' richting, al wist ze heel goed dat hij aanwezig was. Ze zag hem uit een ooghoekje. Hij droeg een grijs pak met een lichtblauw overhemd. Ze weigerde echter haar ogen te laten afdwalen van het gezicht van Mr. Parker.
'Vanmorgen is het leger nog éénmaal aan het woord. Kolonel Hamilton zal een beëdigde verklaring voorlezen waaruit blijkt welke stappen het leger heeft ondernomen om de vermisten te lokaliseren. Kolonel Hamilton, het woord is aan u.'
Twee uur lang maakte de kolonel misbruik van zijn plaats achter de katheder om met zijn nasale, monotone stem ieder woord voor te lezen van de beëdigde verklaring. Als Keely niet zo gespannen was geweest, was ze waarschijnlijk in slaap gevallen. Een paar maal werd kolonel Hamiltons dreun overstemd door het gesnurk van afgevaardigde Walsh.
Keely bekeek haar nagelriemen, de houtnerf van de tafel, een spinneweb aan de lamp. Ze keek niet naar Dax. Betty zat naast haar te draaien en boog zich één keer voorover om te zeggen: 'Blij toe dat hij zo saai is. Als hij het interessant bracht en er iemand luisterde, zou hij onze zaak schade kunnen berokkenen.' Keely glimlachte slechts. Wat zou haar vriendin denken als ze wist wat voor verraadster zij was?
Tegen twaalf uur rondde kolonel Hamilton zijn verhaal af. Afgevaardigde Parker gaf een hamerslag ten beste om ieders aandacht te trekken en keek Keely aan. 'Mrs. Williams, hebt u nog iets te zeggen voor we de zitting verdagen?'
Keely had een dergelijke hoffelijkheid niet verwacht. Nerveus bevochtigde ze haar lippen met het puntje van haar tong. Ze ging iets rechter zitten en was zelf verbaasd over haar effen stem. 'Al het noodzakelijke is inmiddels gezegd. Alleen dit nog: ik spreek voor ons allemaal als ik zeg dat ik niet kan aannemen dat u als vertegenwoordigers van het Amerikaanse volk wilt overwegen een wet in te dienen waardoor een staatsburger doodverklaard wordt, terwijl daarvoor geen enkel bewijs bestaat. Inderdaad, het kan belastinggelden besparen, maar wat is het leven van een man waard? Kan iets dergelijks op waarde worden getaxeerd. Persoonlijk ben ik van mening dat een aantal van deze mannen misschien nog boven water komt, in leven blijkt te zijn. Maar als dat niet zo is, heeft hun familie er dan geen recht op te worden geëerd en een vergoeding te krijgen voor hun verlies? Als het congres deze mannen doodverklaart en hun soldij inhoudt, schrijft Amerika één van haar kinderen af op de wreedst mogelijke manier.'
Afgevaardigde Parker glimlachte heimelijk goedkeurend, terwijl haar aanhangers applaudisseerden. Hij keek de tafel langs, alsof hij de aanwezigen uitdaagde het tegen haar op te nemen. Niemand vroeg het woord, dus hanteerde hij nogmaals de hamer. 'We pauzeren tot half drie, waarna de conclusie wordt meegedeeld. Ik verzoek de leden van de subcommissie zich hier om kwart voor twee te verzamelen voor overleg.' Nogmaals een hamerslag en ze konden gaan.
Keely werd omzwermd door fotografen en journalisten. Ze beantwoordde sommige vragen, omzeilde andere en zocht zich methodisch een weg naar de deur. Eenmaal buiten het vertrek brak ze met een verontschuldiging door de menigte heen en sloot ze zich op in het toilet. Betty volgde haar.
'Je was fantastisch, Keely, dank je.' De oudere vrouw omarmde haar stevig, maar schrok bij het loslaten van Keely's vertrokken gezicht. 'Ben je wel in orde? Je ziet eruit als een geestverschijning.'
'Nee, het gaat echt wel.' Niemand die haar diepe zucht hoorde, zou het geloven. 'Het was daar zo vol, en dan al die journalisten en flitslichten. Ik wil niet in het middelpunt van de aandacht staan.'
'Dan moet je ook maar niet zo tragisch, heroïsch mooi zijn.’ Omdat Keely's mond zelfs geen spoor van een glimlach vertoonde, voegde Betty er snel aan toe: 'Zal ik vast vooruitgaan en hen afwimpelen? Ik wacht op je bij de trap. Neem er de tijd maar voor.' Bij de deur bleef ze nog even staan en keek ze om. 'Keely, volgens mij hebben we gewonnen.'
Pas nu kon er bij Keely een glimlach af. 'Volgens mij ook.'
'Tot zo.'
Keely liet zich op een versleten stoel met vlekken vallen en bedekte haar bleke gezicht met bevende handen. Het was bijna achter de rug. Iedereen zong haar lof en dat verdiende ze niet. 'Ik niet, ik niet,' mompelde ze met een diepe zucht. Ze dwong zich naar de wasbak te lopen, haar handen te wassen, haar haren te kammen en haar lippen opnieuw te stiften, waardoor ze nog bleker leek.
Met haar jas en tas in de hand opende ze de deur en liep ze de lege gang in. Ze keek een andere kant op en toen ze zich omdraaide, bleef ze met een ruk staan. Dax doemde voor haar op.
'Rustig maar. Dit is een van die toevallige ontmoetingen,' zei hij half binnensmonds, met een glimlach als camouflage.
Ze keek langs hem heen en zag Betty's silhouet aan het eind van de lange gang. 'Wat doe je hier?'
'Ik werk hier,' antwoordde hij als grapje. Ze probeerde langs hem heen te schuiven, maar hij nam haar bij de arm en zei: 'Het spijt me. Ik wilde niet de geestige vent uithangen, maar, verdorie, ik móet met je praten.' Hij liet haar arm los en toen ze niet wegliep, vervolgde hij haastig: 'Ik heb de hele avond geprobeerd je te bellen, maar je had je toestel uitgeschakeld. Ik heb de balie geheld - anoniem, mag ik er wel aan toevoegen — en de hoteldirectie gevraagd bij je te gaan kijken. Ik kreeg te horen dat Mr. Bartelli al was geweest. Er mankeerde je niets, maar je wilde met rust worden gelaten.'
'Dat klopt. Nog steeds trouwens.'
'Pech gehad.'
'Dax...'
'Sssst, daar heb je Van Dorf. Heb jij geboekt voor de vlucht van tien voor negen naar New Orleans?'
'Ja.'
'Dan praten we wel verder.' Hij verhief zijn stem weer tot normale sterkte. 'Tussen ons gezegd en gezwegen, ik denk inderdaad dat de commissie een negatief advies zal uitbrengen over het wetsontwerp, Mrs. William. Hé, hallo, Al. Waarom ben jij niet gaan lunchen, zoals al die andere aardige jongens van de pers?'
'Omdat ik niet aardig ben.' Hij liet die sluwe glimlach van hem zien. 'Mrs. William, u was even openhartig als altijd. Meent u dat nu ook allemaal?'
Omdat zijn botte vraag haar overviel, antwoordde ze verhit: 'Natuurlijk.'
'Goed, goed, ik vroeg het maar. Tussen twee haakjes, ik heb gisteren de hele dag geprobeerd u voor commentaar te bereiken. U was er niet. De portier van het Hilton zei dat u 's morgens was vertrokken in een zilverkleurige sportwagen.'
Ze weerstond de neiging bezorgd naar Dax te kijken. In plaats daarvan antwoordde ze kalm: 'Dat klopt, ik ben wat bezienswaardigheden gaan bekijken met een kennis.'
'Het was geen ideale dag voor bezienswaardigheden, vindt u ook niet?'
'Nee, inderdaad niet.'
'En toch ging u. U wilt me zeker niet vertellen wie die kennis was?'
'Nee, Mr. Van Dorf, inderdaad niet. Dat gaat u namelijk niets aan.'
Van Dorf wreef zijn kin. Ze doorstond zijn scherpe blik zonder met haar ogen te knipperen en hoopte maar dat hij niet kon zien dat haar hart tegen haar ribben hamerde. Hij draaide zijn vossegezicht om naar Dax. 'U was evenmin bereikbaar, Mr. Devereaux. Grappig, nietwaar? Of u bent in elkaars gezelschap, zoals nu, of nergens te bekennen.'
'Werkelijk jammer dat ik gisteren niet beschikbaar was voor een interview, Al. Je weet dat ik een kans op gratis publiciteit nooit laat schieten.' Dax glimlachte zo natuurlijk, dat Keely er bijna in geloofde. Viel er wel te vertrouwen op het woord van Dax?
'Als de heren me nu willen verontschuldigen? Mrs. Allway staat op me te wachten.' Zonder nog een woord liep ze langs hen heen; door pure wilskracht weerhield ze zich ervan de gang door te rennen.
Die middag kondigde afgevaardigde Parker de bezorgde leden van proof aan dat het wetsvoorstel, dat de vermisten doodverklaarde, zou worden ingetrokken. Hij bedankte alle betrokkenen voor hun tijd en sloot voor de laatste keer de zitting.
Er werd uitbundig gefeliciteerd. Leden van proof omarmden Keely en Betty in tranen. Meelevende journalisten kwamen hen gelukwensen aanbieden. De commissieleden die aan hun kant hadden gestaan, kwamen Keely persoonlijk feliciteren met de overwinning.
Ze voelde de magnetische kracht van Dax' ogen aan de andere kant van de kamer en keek op. AI Van Dorfs opmerkingen waren een waarschuwing geweest; Dax wilde hun reputatie niet in gevaar brengen door weer met haar te gaan staan praten. Uit zijn ogen straalde blijdschap over haar triomf. Ze zeiden echter nog meer. Er stond trots in te lezen, trots op haar, op de vrouw die zij was. Haar knieën knikten bij het zien van de zwijgende lof.
Hij knikte even voor hij zich afwendde, als wilde hij zeggen: tot straks. Daar zou niets van komen. Na een haastige lunch, waarvan ze niets had geproefd en die ze och zelfs niet herinnerde, was ze naar het hotel gegaan.
Daar had ze haar koffers gepakt, die ze met de auto van het hotel vast naar het vliegveld had laten brengen.
Vervolgens had ze haar reservering gewijzigd. Zij en Dax hadden niets gedaan waarvoor ze zich moesten schamen. Nog niet. Ze moesten het geluk niet tarten. Deze keer was ze er onbeschadigd afgekomen. Dat sterkte meer dan ooit haar besluit zich met geen enkele man in te laten tot ze precies wist wat er met Mark was gebeurd. Ik ben nog steeds getrouwd, had ze keer op keer in zichzelf herhaald. Ook nu deed ze dat weer, kijkend naar Dax' rug, vechten tegen de neiging op hem toe te rennen en hem te smeken haar vast te houden en te steunen.
Betty was teleurgesteld dat ze al wegging. 'Ik dacht dat we het vanavond met z'n allen zouden gaan vieren. De anderen vertrekken morgen pas.'
'Het spijt me, Betty, maar ik moet echt terug. Het radiostation was al niet zo blij dat ik zoveel vrije dagen opnam.' Dat was niet waar. Haar werkgevers waren trots op haar standpunt in verband met de vermisten en verweten haar nooit dat ze vrije dagen nodig had om de zaak van proof te bepleiten. Weer een leugen. Sinds ze Dax had leren kennen... 'ik heb al gebeld en gezegd dat ik morgen terug zou zijn. Drink een glas champagne op mijn gezondheid.'
'Dat doen we,' zei Betty lachend. 'Meerdere zelfs. Pas goed op jezelf, Keely. Je weet niet hoeveel je voor ons betekent. Niemand had het beter onder woorden kunnen brengen dan jij. Dank je wel.'
Keely hield voor het congresgebouw een taxi aan, die haar regelrecht naar het vliegveld bracht. Zonder er met haar gedachten bij te zijn, vervulde ze alle formaliteiten die nodig waren voor een binnenlandse vlucht. Haar gedachten waren bij wat Dax zou doen en hoe hij zich zou voelen als zij niet in het vliegtuig bleek te zitten. Zou hij ongerust zijn? Boos? Allebei? Zou hij informeren welke vlucht Keely Williams had genomen? Of zou hij vragen naar Keely Preston? Hij zou helemaal niets vragen. Hij kon het zich niet veroorloven.
Waarover had hij met haar willen praten? Hij had niet meer zo boos geleken als de vorige avond bij het uitstappen. Wat zou hij vanavond te zeggen hebben gehad? Het deed er niet toe. Niets kon de omstandigheden veranderen.
Ze maakte haar veiligheidsriemen vast; het vliegtuig taxiede weg en steeg op. Ze sloeg het diner af, kantelde haar stoel en deed net of ze sliep om de voortdurende aandacht van de stewardessen te ontlopen.
Het was een routinevlucht, geen onweer, evenmin iemand die haar hand vasthield.