VOORWOORD

De tien levens van Elizabeth II

Het mooiste staatsieportret van Elizabeth II is van de hand van Sergei Pavlenko, een Russische schilder die zich in Londen heeft gevestigd. De perzikkleurige teint, de blauwe ogen met de directe blik, het scherpe en rechte profiel, de witte handschoen die nonchalant op de mantel van nachtblauw fluweel rust en het stervormige insigne van rood email van de Orde van de Kousenband: in het daglicht van de dakramen straalt zij een natuurlijke autoriteit uit. Op de Grand Staircase van Buckingham Palace, met zijn ondiepe treden bekleed met rood fluweel, lijkt ze mij onbeweeglijk en met een mysterieuze blik in de ogen, van het hoofd tot de voeten op te nemen. De zuinige glimlach doet spontaan denken aan de Mona Lisa. Ik, de republikein, moet het toegeven: deze vrouw fascineert mij.

Ik ontmoette haar de eerste keer in 1991. Het was in Harare, waar ik verslag uitbracht over de Commonwealth-top. Toen de vorstin verscheen onder de markies op het gazon van de British High Commission in de hoofdstad van Zimbabwe, keken alle genodigden in dezelfde richting. Haar gezelschapsdame had mij erop gewezen dat Hare Majesteit aangesproken wordt met ‘Ma'am’ (Mevrouw). Dat was bijzonder waardevolle informatie.

  • Hoe maakt u het, mijnheer?
  • Goed, Ma'am.
  • Sinds wanneer bent u op post in Engeland?
  • 1985, Ma'am.
  • En verblijft u er graag?
  • Ontzettend, Ma'am.
  • Zijn de Fransen geïnteresseerd in het Gemenebest?
  • Ja, Ma'am. Er bestaat een soortgelijke organisatie: de Francofonie.
  • Soortgelijk, maar anders.

Stilte. Ik dacht na over wat ik verder zou zeggen. De koningin was verdwenen. Het bruuske einde van een ontmoeting met een legende.

Terug naar de indrukken. De koningin is kleiner dan ik dacht. Haar handdruk is slap, haar stem nasaal. Het einde van haar zinnen klinkt bijna onhoorbaar. Zij lijkt nogal verveeld door het volk dat haar omringt.

Ontgoocheld? Integendeel. Ik heb haar later nog vijfmaal ontmoet tijdens de uitoefening van haar officiële functies, en telkens weer hield haar charme mij in de ban. Viel ik voor de vrouw of voor de functie? Ik heb nooit het onderscheid kunnen maken.

Vijf ontmoetingen in de tweeëntwintig jaar die ik als correspondent in Londen doorbracht. Het lijkt weinig, maar toch is het veel.

Toch is het weinig om deze persoonlijkheid te vatten, die de gehele hedendaagse geschiedenis van het Verenigd Koninkrijk en de wereld belichaamt. De koningin heeft de langste staat van dienst onder de gekroonde hoofden van Europa. Zij sprak met alle politieke leiders van de planeet, van Churchill tot De Gaulle over Kennedy en Nehru. Zij is zowel staatshoofd, Commander-in-Chief van het leger als hoofd van de anglicaanse kerk.

Men heeft steeds de indruk de meest gefotografeerde en geschilderde vorstin ter wereld in een wassenbeeldenmuseum gezien te hebben. Haar beeltenis komt overal voor. Ze staat afgebeeld op postzegels en bankbiljetten. Haar initialen ‘ER’ (Elizabeth Regina) versieren de vloeiboeken van de ministeries, de rode brievenbussen, de wandbekleding van het operagebouw in Covent Garden en het rood-gouden kostuum van de hellebaardiers met de platte hoed in tudorstijl. De paspoorten, belastingaangifteformulieren en rijbewijzen worden in haar naam uitgegeven. Gevangenen blijven in hechtenis naar ‘goeddunken’ van Hare Majesteit.

Tijdens haar bewind kende het land succes en tegenslagen, wat bewijst dat een natie tussen oude en nieuwe, nog opnieuw uit te vinden waarden kan herrijzen.

In tegenstelling tot een president die verkozen wordt in een systeem van algemeen kiesrecht of de koninklijke families op het vasteland, leeft de Britse koningin onder een gouden stolp, ver weg van het echteleven van de gewone sterveling. Zij mijdt de pers. Zelfs aan de enkele vriendinnen die ze heeft, geeft Elizabeth II zich nauwelijks bloot. Als ze geen koningin was geweest, stel je dan eens voor wat een kroniekschrijfster deze levende computer zou kunnen zijn geweest!

Niemand heeft ooit iets kunnen aflezen van haar gezicht. Haar geheimen vertrouwt zij elke avond toe aan haar dagboek, dat zij vermoedelijk in het graf zal meenemen. Zij blijft even onverstoorbaar in de meest dramatische omstandigheden en behoudt altijd haar zelfbeheersing tijdens beproevingen.

Zelfs de meest doorgewinterde republikeinen leveren wel kritiek op het systeem, maar slechts zelden op de persoon die boven elk verwijt staat. In deze sfeer van unanimiteit blijft de toeschouwer verdeeld tussen onbegrip en bewondering. Onbegrip voor de pracht en praal van een verleden dat duidelijk niet compatibel is met de moderne wereld. Bewondering voor het nagenoeg foutloze parcours van Hare Genadige Majesteit, bezield door haar plichtsbesef.

Het succes van de film van Stephen Frears, The Queen, is voornamelijk te danken aan het feit dat Helen Mirren, als Elizabeth II, perfect de twee tegenstrijdige rollen van haar model weergeeft: de koningin en de vrouw. De actrice heeft op bewonderenswaardige wijze het onnavolgbare patina van de Britse kroon op het witte doek gebracht. Tien jaar geleden was Mirren een overtuigd republikein. Ondertussen werd zij in de adelstand verheven. Nu steekt zij haar bewondering voor de koningin niet onder stoelen of banken, zoals blijkt uit het eerbetoon aan haar model bij de overhandiging van de Oscar voor beste actrice: ‘Al een halve eeuw behoudt Elizabeth Windsor haar waardigheid, blijft zij trouw aan haar plichtsbesef… en haar kapsel. Ik eer haar moed en standvastigheid en ik dank haar, want zonder haar zou ik hier niet staan. Zoveel is zeker. Dames en heren, ik geef u de koningin.’

Wat mij eveneens heeft aangezet tot het schrijven van dit werk is de herdenking van het overlijden van prinses Diana in Parijs op 31 augustus 1997. In 2007, tien jaar na haar dood, zou de Princess of Hearts zesenveertig jaar geworden zijn. Het Britse collectieve geheugen lijkt deze zwarte bladzijde discreet geweerd te hebben uit het elizabethaanse tijdperk, waarbij de vorstin gevrijwaard wordt van de belangrijkste verwijten die haar toen werden gedaan. De publicatie op 14 december 2006 van het rapport Stevens, dat de theorie aan de kaak stelt van een complot gesmeed door de Windsors om zich van prinses Diana te ontdoen, een theorie die wordt verdedigd door Mohamed Al Fayed, heeft de namen van de vorstin en de haren gezuiverd. Het voorziene vertrek van Tony Blair uit 10 Downing Street wijzigde het politieke landschap waarin de gastvrouw van Buckingham Palace vertoefde bovendien grondig. Ter gelegenheid van de viering van haar zestigste huwelijksverjaardag in 2007, viel het Verenigd Koninkrijk opnieuw ten prooi aan ‘Elizabethmania’.

Het doel van dit boek is proberen te begrijpen waarom een tengere, verlegen, bescheiden en weinig geschoolde jonge brunette, na een bewind van een halve eeuw, een persoonlijk aanzien geniet dat niemand ooit had voorzien. Door haar ingetogen waardigheid, haar volledige toewijding aan de functie en het begrip van haar rol, is deze kleine vrouw, aristocrate door geboorte maar burgervrouw door haar smaak, erin geslaagd steviger dan ooit tevoren een van 's werelds meest anachronistische instituten neer te zetten: de Britse koninklijke macht.

Alles wijst erop dat de monarchie na Elizabeth II zal blijven bestaan. Maar dit zal ongetwijfeld in een andere vorm zijn dan deze die zij eraan gegeven heeft. Vandaar de keuze voor de titel: De laatste koningin. Niet in de zin van de laatste in lijn, maar wel in de zin van de lovende beschrijving van president Mitterrand: ‘een echte koningin’.

Over de koningin schrijven is geen koud kunstje. Het eerste struikelblok is de eerbied. Die wordt geïllustreerd door de waarschuwing die een koninklijk raadgever gaf aan de auteur van de officiële biografie van George V: ‘U werd niet uitgenodigd te schrijven over een man. U werd uitgenodigd te schrijven over een mythe.’ Biografen zijn net koorddansers. Ze proberen een fragiel evenwicht te behouden tussen de samenwerking met het paleis, zonder welke niets mogelijk is, en de bescherming van de persvrijheid. Het effect van de koninklijke macht op de leek is onbeschrijfbaar. Het is moeilijk om met beide benen op de grond te blijven staan wanneer een deurwachter van Buckingham Palace de dienstdoende agent toefluistert: ‘Het is niet nodig een identiteitsbewijs aan de heer Roche te vragen. We kennen hem.’ Wanneer de rode loper wordt uitgerold, kan dit ervoor zorgen dat de bewoonster van het paleis beschreven wordt zoals zij wenst dat wij haar zien.

Een tweede punt is dat van de bronnen. Wanneer het koninklijke kwesties betreft, zegt men vaak dat wie weet, zwijgt en wie praat, van niets op de hoogte is. De koningin heeft nog nooit een interview gegeven. Dat koninklijke stilzwijgen bevordert het verspreiden van geruchten, roddelpraatjes en informatie uit de tweede hand die onmogelijk geverifieerd kunnen worden.

Kortom, een rechttoe rechtaan biografie ‘op Engelse wijze’ kan, met haar sliert data, feiten en namen, de buitenlandse lezer afschrikken. Daarom heb ik gekozen voor een opbouw rond tien gestructureerde hoofdstukken over een legende die zich, net als de sterren, niet laat vatten. Om de tekst eenvoudiger te maken, werden alle adellijke titels weggelaten. De houders zullen het me zeker vergeven.

Heeft zij haar toestemming gegeven om mij bij deze onderneming te helpen? Ongetwijfeld. Dit is natuurlijk geen officiële biografie van Elizabeth II. Nog nooit werd er een geschreven. Er zal er ook nooit een worden geschreven.

Londen, april 2007