V
Diana en Camilla
Waar was jij op de dag dat prinses Diana overleed? Net zoals bij de moord op Kennedy of de tragedie van 11 september, kan iedereen antwoord geven op die vraag. Het laatste weekend van augustus 1997 was ik in Brighton. Precies om 3 uur 's ochtends werd ik op de hoogte gebracht van het verkeersongeval in de Almatunnel. Op de televisie toonde men telkens weer het beeld van de Mercedes S-280 die tegen een pijler te pletter was gereden. Om 4.44 uur las de presentator van de BBC het volgende bericht: ‘Prinses Diana is bezweken aan haar verwondingen ten gevolge van haar ongeval in Parijs.’ Op het scherm verschijnt de Britse vlag, halfstok, terwijl God Save the Queen weerklinkt. Het ongeval doet mij denken aan de Alfa Romeo van Jack Palance en Brigitte Bardot in Le Mépris. Een blonde vrouw en een superrijke minnaar. Lijken zij niet een beetje op Diana en Dodi Al Fayed? In Victoria Station staat het volk rustig in de rij aan te schuiven om de speciale uitgaven van de zondagskranten te kopen. Niemand zegt een woord. De stilte is overdonderend. Het koninkrijk huilt om de prinses.
‘Het is te vroeg om erover te praten.’ Zelfs vandaag nog weigert een hoveling, die zich die 31ste augustus 1997 op Balmoral bij de koningin bevond, te praten over de tragische uren die op het Schotse koninklijke kasteel beleefd werden. Hij wil niets zeggen over de sfeer in het oude granieten kasteel, waar de koningin haar vakantie zoals altijd in familieverband doorbracht. Zij was er samen met haar echtgenoot, haar moeder, haar zoon Charles en haar twee kleinzonen, William en Harry. Niets over de interne verscheurdheid van de Windsors, de wrijvingen tussen de raadgevers, de houding van de nieuwe eerste minister Tony Blair, de opstandigheid van het volk in Londen, de intimiderende aanwezigheid van de media.
Het kasteel met de massieve meubels, het donkere behang en de middeleeuwse harnassen, gelegen in een wild landschap, doet denken aan een victoriaans decor voor een verhaal van Sherlock Holmes. Het is in elk geval uiterst geschikt voor een familietragedie achter gesloten deuren.
Op 30 augustus 1997 ging Elizabeth vroeg slapen in het vooruitzicht van de kerkdienst op zondag. De kroonprins moest de volgende dag met zijn kinderen naar Londen terugkeren. Zij moesten hun moeder zien voor de aanvang van het nieuwe schooljaar, een week later. De traditie wil dat een lid van Elizabeths privésecretariaat van dienst is in Craigowan Lodge, het bijgebouw van het kasteel. Die eer viel die dag te beurt aan Robin Janvrin, de nummer twee van het koninklijk huis.
Midden in de nacht belt de ambassadeur in Parijs, Michael Jay, de koninklijke raadgever op. Hij belt via een speciale lijn vanuit het Hôpital de la Salpêtrière om hem op de hoogte te brengen van het ongeval dat onder de Place de l'Alma is gebeurd. Janvrin beveelt een bediende de koningin en prins Charles te wekken. De hele koninklijke familie verzamelt zich voor het televisietoestel, wachtend op nieuws. De Franse autoriteiten kondigen het overlijden aan van de bestuurder, Henri Paul, en even later dat van Dodi Al Fayed. Als bij wonder lijkt Diana aan de dood ontsnapt te zijn. De Franse regering, noch de Britse ambassadeur wist dat de prinses van Wales in Frankrijk was. Om vijf over drie Engelse tijd overlijdt ze.
De minister van Binnenlandse Zaken, Jean-Pierre Chevènement, meldt het trieste nieuws aan Jay, die op zijn beurt Balmoral en de eerste minister Tony Blair verwittigt.
Op het gezicht van Elizabeth II valt geen enkele emotie af te lezen. Prins Philip en de koningin-moeder lijken nauwelijks van streek. Prinses Margaret, die eveneens op de hoogte gebracht werd, weigert uit vakantie terug te keren voor ‘dat zielige meisje dat met mijn neef getrouwd is en deze hele drukte heeft veroorzaakt’. Drukte: de vorstin lijkt eerder gestoord door het ongeval in de Almatunnel dan verdrietig. Eigenlijk is op dat moment de enige zorg van de koningin de opvang van haar twee kleinkinderen, prins William, vijftien jaar oud, en Harry, twaalf jaar oud. Prins Charles brengt hen, wanneer zij wakker worden, op de hoogte van het overlijden van hun moeder.
Voor Elizabeth is de zaak eenvoudig: Diana, gescheiden, was geen lid meer van de koninklijke familie. Haar titel van koninklijke prinses werd haar in 1996 na haar echtscheiding ontnomen. Zij maakte geen deel meer uit van de Windsors. Haar overlijden is een privéaangelegenheid van de familie Spencer. De vorstin vraagt om contact op te nemen met graaf Charles Spencer, die in Zuid-Afrika woont, om de begrafenis van Diana voor te bereiden. De Spencerclan verkiest een dienst in intieme kring.
Met toestemming van zijn moeder begeeft prins Charles zich met een militair vliegtuig naar Parijs om het stoffelijk overschot van zijn ex-echtgenote te laten repatriëren. Het lichaam van Diana wordt opgebaard in de koninklijke kapel van St. James's Palace. De vorstin heeft er het volste vertrouwen in dat haar medewerkers en haar eerste minister de crisis het hoofd zullen bieden. Haar kleinkinderen hebben haar nodig. Haar besluit staat vast. Zij blijft op Balmoral en zal pas naar Londen terugkeren voor de privébegrafenis van haar vroegere schoondochter.
Maar in Londen komen duizenden mensen, Britten en buitenlanders van alle nationaliteiten, uit alle lagen van de maatschappij, naar Kensington Palace, de residentie van Diana, om er bloemstukken neer te leggen, kaarsen aan te steken of foto's van de overledene aan de omheining te hangen. Een zee van mensen stroomt samen voor Buckingham Palace, het symbool van de monarchie. Zoals altijd wanneer het staatshoofd er niet is, werd de vlag van de mast gehaald. Het land verkeert in shock. De presentatoren van de BBC dragen rouwkleding, een wit hemd met een zwarte das. Op de beurs heeft men een minuut stilte gehouden. Het politieke leven wordt opgeschort.
De laatste weken waren moeilijk voor de koningin. De populaire pers publiceerde foto's van Diana, mooier dan ooit, naast Dodi Al Fayed, de oudste zoon van de magnaat Mohamed Al Fayed, de eigenaar van Harrods. Het staatshoofd heeft een goed geheugen. In het begin van de romance tussen Diana en Dodi Al Fayed, in juli 1997, keurde de koningin het niet goed dat haar twee kleinzonen, William en Harry, een tiental dagen vakantie zouden doorbrengen met hun moeder aan boord van de Jonikal, het opzichtige en luxueuze jacht van de Egyptenaren. De vorstin verdacht Diana ervan eerder een zwak te hebben voor vader Al Fayed, een beetje zoals Jackie Kennedy, die werd verleid door de oudere en superrijke Onassis. Zij walgde ervan. ‘Wees op uw hoede voor de Griek die geschenken brengt’, luidt een bekend Engels spreekwoord dat inspiratie vond bij de dichter Vergilius. De foto van Dodi en Diana die elkaar kussen op het jacht, genomen door een Italiaanse paparazzo voor de kust van Sardinië, komt niet in het dagelijkse persoverzicht dat de communicatiedienst van het paleis naar Balmoral stuurt. Men wil de koningin deze vernedering besparen. Natuurlijk staat het haar vroegere schoondochter, die vijfendertig jaar oud is, vrij te houden van wie ze wil. Maar tussen dat en te koop lopen… Zij, de blonde aristocrate, de moeder van de toekomstige koning van het Verenigd Koninkrijk, met een Moor, een Egyptische playboy met een bedenkelijke reputatie… Er zijn grenzen die niet mogen worden overschreden. Deze verhouding verontrust zelfs de Britse en Amerikaanse geheime diensten, die de tortelduifjes op de voet volgen. Fayed heeft zich namelijk verrijkt met wapenhandel in het Nabije Oosten.
Er dient te worden vermeld dat Mohamed Al Fayed al een tijdje persona non grata is aan het hof. De mysterieuze herkomst van zijn fortuin en de leugens over zijn familie en zijn vroegere activiteiten maken van hem een persoon met wie men beter niet omgaat. De minister van Binnenlandse Zaken heeft hem trouwens de Britse nationaliteit geweigerd. De vraag hield zelfs het parlement bezig, waar conservatieve afgevaardigden, omgekocht door Al Fayed, naar de reden van deze ‘onrechtvaardigheid’ gevraagd hebben. Als de koningin, haar moeder en haar echtgenoot beschermvrouw en -heer van Harrods blijven, dan is dat puur uit gewoonte. Harrods is al vele lustra hofleverancier. De Engelse high society daarentegen boycot de winkel in Knightsbridge wegens te kitscherig, te Nabije Oosten, te bazaar. Kortom, NQOCD, ‘Not quite our class, dear’ (‘Niet helemaal van onze klasse, liefste’). Meer nog dan een nuance in een taal, is het een ondoorgrondelijke neerbuigendheid van de aristocratie en de koninklijke macht ten aanzien van Arabische nieuwe rijken. Ten slotte heeft Fayed senior, de paria van de gentry, de slechte inval gehad om in 1986 het elegante herenhuis van de hertog en de hertogin van Windsor in Neuilly te kopen, een provocatie in de ogen van de Windsors. Bepaalde zaken vergeeft men niet.
Wat betreft Diana, in die zomer van 1997 beschouwde de koningin haar als een loose cannon, een ongeleid projectiel, een publiek gevaar. Het meest van al had zij een bloedhekel aan haar irrationele gedrag.
Toch is Elizabeth II voorstander van het huwelijk op 29 juli 1981, tussen haar oudste zoon, een vrijgezel met de allures van een oude jongen, en de jongste dochter van de achtste graaf Spencer, verwant aan Charles II en de Marlboroughs. In haar ogen is Diana de ideale schoondochter. De grootmoeder van Diana, Lady Fermoy, is de beste vriendin en gezelschapsdame van de koningin-moeder. Haar zus Jane is gehuwd met Robert Fellowes, de privésecretaris van Hare Majesteit. Van goede geboorte is ‘Johnny’ Spencer van bij het begin van haar bewind de stalmeester van Elizabeth II geweest. De adellijke tak van de familie Spencer gaat terug tot Willem de Veroveraar. De koningin, die zelf geboren is uit het huwelijk van een koninklijke prins en een aristocrate, wenst voor haar zoon een soortgelijke verbintenis. De jonge vrouw, negentien jaar oud, perfect geschoold (diploma kinderverzorgster), die zich discreet kleedt en geen professionele ambitie heeft, lijkt een beetje stijf. En vooral, men heeft geen weet van avontuurtjes die dit voorbeeldige meisje zou hebben gehad in haar jeugd. Kuis, zuiver, onbevlekt, anglicaans, perfect in staat dus om de opvolging van de koninklijke familie te verzekeren. In tegenstelling tot de burgers Snowdon of Mark Phillips zou ze geen problemen mogen hebben om zich aan het strenge protocol aan te passen. In theorie is dit huwelijk de perfecte verbintenis.
Dat is het echter niet. Slachtoffer van een verstikkende monarchie, een onverschillige echtgenoot (hij houdt van een ander) en een perverse entourage, verandert Diana en vervloekt ze het koningshuis. Volgens de koningin is het betreurenswaardig maar normaal dat de prins van Wales een minnares heeft die de eerste plaats in zijn hart inneemt, terwijl de jonge maagd die hij huwt alleen bestemd is om hem troonopvolgers met onbetwistbare wettelijkheid te baren. Diana moet trouw blijven aan het principe ‘wees mooi en zwijg’. Zij moet de andere kant op kijken en denken aan het Verenigd Koninkrijk.
Tussen Diana en Charles heeft Elizabeth altijd de kant van haar zoon gekozen. In 1986, wanneer haar schoondochter haar smeekt om tussenbeide te komen en haar zoon te zeggen dat hij moet ophouden Camilla te ontmoeten, weigert Elizabeth II. Uit preutsheid en omdat het liefdesleven van haar zoon haar zaak niet is. Nooit heeft Elizabeth, die haar emoties volledig beheerst, enig begrip getoond voor de lichamelijke problemen – anorexie en boulimie – symptomen die aantonen dat haar schoondochter zich niet goed in haar vel voelt en het gevolg zijn van het trauma dat zij op heel jonge leeftijd opliep toen ze van bij haar ouders werd weggehaald.
Wanneer ze uit elkaar gaan, in 1992, geeft de koningin toch opdracht aan haar personeel om Diana voorzichtig aan te pakken: ‘Vergeet nooit dat zij de moeder van de toekomstige koning is.’ De ondersteuning van de persdienst van Buckingham Palace en van het diplomatieke personeel voor de prinses van Wales wordt niet gewijzigd. Haar naam staat nog altijd op de dagwijzer van het hof, die dagelijks in The Times en The Telegraph gepubliceerd wordt.
Het status-quo wordt echter versplinterd wanneer Diana het overspel van Charles publiek maakt. Wanneer zij op 20 november 1995 op de BBC zijn schaamteloze gedrag en haar teleurstelling in de familie onthult, gooit de prinses van Wales een knuppel in het koninklijke hoenderhok. Gekleed in een marineblauw mantelpakje en een wit T-shirt zit zij met gekruiste benen op een bank. Haar gezicht is vermagerd. Op meedogenloze wijze en met een zekere onverschilligheid in haar stem zegt zij wat haar op het hart ligt. De ontrouw van haar echtgenoot en Camilla. En voor een keer rekent ze juist: ‘Wij waren met drie in dit huwelijk. Dat is een beetje te veel volk.’ De bittere woorden over de ‘geest’ van Charles spreken boekdelen over de staat van het huwelijk: ‘Omdat ik zijn persoonlijkheid ken. Ik denk dat het koningschap voor hem heel wat druk zou meebrengen en ik weet niet of hij zich zou kunnen aanpassen.’
De koningin verplicht het koppel zo snel mogelijk te scheiden. De laatste ontmoeting tussen Diana en Elizabeth II verloopt ijzig. Tijdens die dertig minuten eist de vorstin dat Diana afstand doet van haar koninklijke titel. In ruil ontvangt ‘Di’ 17 miljoen pond, een jaarlijkse storting van 400.000 pond om haar administratieve kosten te dekken, het gebruik van haar appartementen in Kensington Palace – tot haar zonen meerderjarig zijn – en haar meubels. De juwelen die zij als geschenk gekregen heeft, krijgt ze in persoonlijke eigendom, met het verbod ze te verkopen. Diana heeft geluk. Vierhonderd jaar geleden zou ze, wegens majesteitsschennis, na haar vertrek wel eens met haar hoofd op het blok van een tudorschavot kunnen zijn beland, een beetje zoals de vijfde echtgenote van Henry VIII. Na de echtscheiding, uitgesproken op 28 augustus 1996, staat de prinses van Wales er alleen voor, met catastrofale gevolgen…
Het huwelijk van Charles en Diana verliep chaotisch. Na elf jaar gingen ze uit elkaar en er volgde een bittere periode van drie jaar. De uiteindelijke echtscheiding zelf had veel weg van een afrekening.
De campagne tegen landmijnen in mei 1997, van de zelfverklaarde ‘koningin der harten’, haar kritiek op de conservatieve regering die in Le Monde wordt gepubliceerd en haar overduidelijke sympathie voor Tony Blair, de nieuwe eerste minister van de Labourpartij, worden in het paleis opgevat als een onaanvaardbare inmenging in het politieke spel van Westminster.
Sinds de echtscheiding wil de koningin niets meer horen over deze basket case, de zottin, zoals zij zelf zegt. Hoewel de Windsors zich engageren in honderden liefdadigheidsorganisaties, is medelijden voor persoonlijke problemen niet echt hun ding. Diana gaat definitief een stap te ver door met het beste en soms het slechtste uit de showbusiness gezien te worden. De koningin kan geen begrip opbrengen voor de troost die de prinses van Wales voor de camera's biedt aan Elton John en zijn gezel tijdens de begrafenis van de couturier Versace, vermoord door een mannelijke prostitué in Miami.
De ochtend na het drama in de Almatunnel komen de herinneringen aan haar rancune weer naar boven. Tijdens de zondagse mis in de kleine kapel van Balmoral spreekt de pastoor, op bevel van de koningin, de naam Diana niet uit. ‘Het is beter voor de jongens’, is de mening van de vorstin. Intussen hangen op de eerste schooldag, maandag 1 september, in het hele Verenigd Koninkrijk alle vlaggen van de openbare gebouwen halfstok. Behalve die van de koninklijke kastelen. ‘Alleen voor het overlijden van een vorst wordt de koninklijke vlag halfstok gehangen.’ Deze gedachte zal de zwaarste crisis van het bewind van Elizabeth II veroorzaken. Achter de gesloten deuren van hun kasteel in de Highlands, een decor dat aanzet tot alcoholgebruik, hebben de Windsors de collectieve hysterie die Londen in haar greep houdt, niet goed ingeschat. Het volk begrijpt de afstandelijkheid van de koningin niet. Terwijl mensen van alle leeftijden en uit alle klassen van de bevolking tien uur in de rij staan om de rouwregisters in St. James's Palace te ondertekenen, acht de koningin het niet nodig haar land, een natie in shock, toe te spreken. ‘Alle leden van de koninklijke familie, in het bijzonder de prins van Wales en de prinsen William en Harry, zijn diep geraakt door de ontzettend warme steun van het volk dat hun grote verdriet deelt’: het heel afgemeten bericht van het paleis is niet evenredig aan de emotie van het volk. ‘Waar is onze koningin? Waar is haar vlag?’ vraagt The Sun, verwijzend naar het stilzwijgen van Elizabeth II. Er kan geen sprake zijn van een vlag die halfstok wordt gehangen omdat zij het symbool is van de continuïteit van de staat, antwoordt het hof. Gevangen in het keurslijf van archaische regeltjes, geïsoleerd in het hartje van Schotland, kunnen de Windsors onmogelijk de immense verslagenheid vatten die het land overheerst: de Dianamania.
Een naaste legt uit dat de koningin op Balmoral deze crisis het hoofd biedt als een zeevaarder in een zware storm: ‘We sluiten de luiken, halen het zeil binnen en gaan benedendeks wachten tot het gevaar is geweken.’ Elizabeth is afgesneden van de werkelijkheid door de geografische afstand en is op haar hoede voor de nieuwe eerste minister van de Labourpartij, Tony Blair, die in mei 1997 verkozen werd en die geobsedeerd is door zijn imago in de media. Door het schaamtegevoel, door haar rang en door de diepe wrok die Diana en Al Fayed bij haar nalieten, klampt de koningin zich vast aan haar zekerheden. Het staatshoofd kijkt verbouwereerd toe hoe nieuwsdiensten uit de hele wereld haar kasteel belegeren. De conservatieve ex-minister Lord Carrington verontschuldigt dit gedrag: ‘De koningin is de vertegenwoordigster bij uitstek van een generatie die werd opgevoed met terughoudendheid en die leerde de emoties in het openbaar te negeren. Nu gaan zelfs wildvreemden elkaar omhelzen.’ Zelfs tijdens de bezoeken aan de plaatsen waar nationale rampen plaatsvonden, waar kinderen het slachtoffer werden, huilt Elizabeth II niet in het openbaar. Wanneer ze de ingestorte terril van Aberfan bezoekt in 1966 of na de slachting van Dunblane in 1996 toont ze geen emotie. Dat zou ongepast zijn.
Naast de steun van haar echtgenoot en haar moeder kan de koningin ook rekenen op die van haar privésecretaris Robert Fellowes. Deze ouderwetse hoveling, streng, kil, zonder verbeeldingskracht, volledig in beslag genomen door het protocol, weet niet hoe hij moet reageren op deze uitzonderlijke situatie. Wat moet er bijvoorbeeld gebeuren met het lichaam van Diana voor de begrafenis? Mohamed Al Fayed wil dat het stoffelijk overschot in het funerarium van Fulham opgebaard wordt. Fellowes deelt zijn mening. De koningin eist dat de kist in de koninklijke kapel wordt opgesteld, zodat het publiek Diana een laatste groet kan brengen. Haar enige toegeving.
In Londen eisen de pers, de publieke opinie en de natie twee dingen: de vlag boven Buckingham Palace halfstok hangen en de onmiddellijke terugkeer van de vorstin naar de hoofdstad. Maar op Balmoral sluit Elizabeth II zich op in een autistische routine, alsof er niets aan de hand is: ontbijt op bed, afspraak met de privésecretaris, diner om 12.30 uur, wandeling met de honden, thee, avondmaal om 20.15 uur.
In 10 Downing Street raakt Tony Blair gealarmeerd. Terwijl de gebeurtenissen het dynastieke apparaat te boven gaan, is de eerste minister er vanaf de aankondiging van het drama in geslaagd de juiste woorden te vinden door de overledene ‘prinses van het volk’ te noemen. De bewoner van 10 Downing Street heeft het gevoel van het volk goed gepeild. Om de vorstin ervan te overtuigen toegevingen te doen, beschikt hij over een gewichtige tussenpersoon: prins Charles. Het verdriet van de troonopvolger, de affectie die hij zijn kinderen geeft en zijn verplaatsing naar Parijs om de kist terug te halen, worden unaniem geloofd door de kroniekschrijvers. De publieke opinie, die Charles verantwoordelijk hield voor het mislukken van zijn huwelijk, draait nu in zijn voordeel.
Zes dagen in de geschiedenis van een duizendjarig koninkrijk. Zes dagen die alles veranderen en die een belangrijke gebeurtenis markeren in de geschiedenis van de Windsors. Door de koningin te verplichten Balmoral te verlaten en op 5 september het land toe te spreken, hebben de sansculotten, die voor Buckingham Palace waren samengestroomd, een minirevolutie gevoerd. Het is niet de bestorming van de Bastille of de inval in het paleis van de Tuilerieën. De terugkeer van de Windsors doet eerder denken aan deze van Lodewijk XVI en Marie-Antoinette na de mislukte vlucht uit Varennes. In Parijs werden de vorsten van Frankrijk op 25 juni 1791 onthaald met een dreigende stilte. Op de muren stond te lezen: ‘Wie de koning toejuicht, zal worden gestraft met stokslagen. Wie hem beledigt zal worden opgeknoopt.’
Zonder echter zover te gaan is de verplichte terugkeer van de koningin naar Buckingham Palace op de avond van 4 september op zijn minst vernederend. Samen met haar echtgenoot wandelt ze langs de bloemen die het volk op de stenen voor haar paleis heeft neergelegd. Een vrouw die tegen het metalen hek staat, reikt haar een boeket rozen aan. De koningin glimlacht: ‘Dat is lief. Zijn ze voor mij?’ ‘Neen’, antwoordt de betrokkene. ‘Ze zijn voor Lady Di.’ Er wordt weinig geapplaudisseerd. ‘U hebt haar vermoord’, staat op een bord te lezen. Zij wordt rechtstreeks verantwoordelijk geacht voor de dood van Diana. Nog nooit in de hedendaagse geschiedenis was de kloof tussen het Britse koningshuis en het volk zo groot. De monarchie wankelt. Toch zal de vorstin deze situatie in vierentwintig uur tijd in haar voordeel draaien.
Er dringt zich een kleine geschiedenisles op. Na de executie van Charles I in 1649 en de dictatuur van Oliver Cromwell, werd het eerherstel van de Stuarts in 1661 gebaseerd op een goede verstandhouding tussen het parlement en de troon. Deze tandem heeft alle maatschappelijke omwentelingen doorstaan – de opstand tegen de corn laws (de graanwetten), de geboorte van de syndicaten en van de Labourpartij, de impopulariteit van de Hanovers – dankzij het formidabele aanpassingsvermogen van het koninklijk instituut.
In 1917, geconfronteerd met het anti-Duitse gevoel dat onder het volk heerste, nam George V voor zijn dynastie de naam Windsor aan. De Duitse namen werden geschrapt. In 1918 weigerde de koning tsaar Nicolaas II, zijn favoriete neef, te hulp te schieten, waardoor hij hem, zijn echtgenote en hun vier kinderen, die door de bolsjewieken gevangen waren genomen, tot een zekere dood veroordeelde. Het oplossen van deze reeks crisissen toont de sterke band tussen het volk en de monarchie aan. Zal dit ook het geval zijn in 1997, na de dood van Diana?
* * *
De eerste stap in de ommezwaai van de publieke opinie is het feit dat de koningin aanvaard heeft de Britse vlag op Buckingham Palace halfstok te hangen.
De tweede toegeving is de toespraak op televisie gericht aan de natie. Deze werd gehouden in de Chinese salon van Buckingham, op de vooravond van 5 september, ter nagedachtenis aan haar vroegere schoondochter. De koningin wantrouwt televisie. Zij heeft de techniek niet onder de knie, in tegenstelling tot prins Charles, en heeft te weinig zelfvertrouwen voor de camera's. Elizabeth spreekt de natie toe met op de achtergrond de massa die verzameld is voor Buckingham Palace. Zo bouwt ze een band op met haar volk. Ze gaat gekleed in het zwart, een kleur die tot dan voorbehouden was voor koninklijke rouw.
Tijdens deze korte toespraak, die gevolgd wordt door zesentwintig miljoen onderdanen, schetst de koningin een lovend portret van Diana. Zij benadrukt: ‘Wat ik u vandaag zeg als koningin en als grootmoeder, komt recht uit mijn hart […] Zij was een uitzonderlijk en getalenteerd persoon. Zowel op goede als slechte momenten is zij altijd blijven lachen en glimlachen, waren haar warmte en vriendelijkheid een inspiratiebron voor anderen.’ Een tikkeltje gespannen, vaak met een onbewogen gezicht maar met opgeheven kin verklaart de vorstin haar stilzwijgen sinds 31 augustus: ‘Als wij zo lang op Balmoral gebleven zijn, dan is dat omdat wij het koste wat het kost de kinderen wilden troosten.’ De woorden klinken juist. De tekst werd geschreven door haar raadgevers en werd alleen ter informatie naar Downing Street gestuurd. De opmerking ‘als grootmoeder’ is een initiatief van de koningin. ‘Was de toon voldoende van berouw vervuld?’ vraagt Elizabeth aan het team van de BBC wanneer ze de studio verlaat. De test is geslaagd, maar het is duidelijk dat de vorstin dit met tegenzin heeft gedaan.
De derde stap van de ommekeer: de begrafenis. Het Britse koningshuis is een meester in het organiseren van staatsbegrafenissen. Wie herinnert zich niet hoe het stoffelijk overschot van Sir Winston Churchill in 1965 via de Thames tot aan Waterloo Station werd gebracht? Of de hoed van de First Lord of the Admiralty op de kist van Mountbatten, nadat hij in 1979 was vermoord door het Iers Republikeins Leger? De zin voor het theatrale, het gevoel voor militaire organisatie en religieuze hymnes, de gehechtheid aan het strengste protocol. Het zit allemaal vervat in het genetische patrimonium van de monarchie. Het hof moet in allerijl de begrafenis van Diana voorbereiden. Er wordt inspiratie gehaald uit de plannen die al lang geleden door het paleis gemaakt werden voor de begrafenis van de koningin-moeder. Deze laatste is woedend dat men ‘haar’ begrafenis steelt.
De wereldgebeurtenis wordt rechtstreeks op televisie uitgezonden. De ceremonie op 6 september is evenredig aan de cultus van de ‘heilige Diana’ die zoveel volgelingen kent. Drie miljoen mensen volgen de begrafenisstoet, tegenover een miljoen die in 1981 het prinselijke huwelijk volgden.
‘Een unieke plechtigheid voor een uniek persoon.’ De organisatie van de begrafenis weerspiegelt de persoonlijkheid van de overledene. Een grootse en nationale ceremonie, zoals Tony Blair en het publiek wensen, combineren met een privébegrafenis zoals de vorstin eist, is een hachelijke onderneming. De oplossing: de ‘familiale rouw’ in plaats van de ‘algemene rouw’, voorbehouden aan de koninklijke familie en hun rechtstreekse afstammelingen, is een van de compromissen op Engelse wijze waar het hof aan gewend is. Voor het eerst tijdens haar bewind staat de koningin op straat en buigt zij lichtjes het hoofd wanneer de kist – gevolgd door William, Harry, Charles, Philip en Charles Spencer – voorbijkomt. Dit is nog nooit eerder gebeurd. Een tweeduizendtal mensen uit de hele wereld, maar ook vertegenwoordigers van de vele liefdadigheidsinstellingen waarvan Diana voorzitster was, werden uitgenodigd voor de plechtigheid onder de gewelven van Westminster Abbey, het theater van de grote gebeurtenissen in de geschiedenis van de monarchie. Naast elkaar zitten Elton John en George Michael, Tom Hanks, Steven Spielberg en Hasnat Khan, een chirurg van Pakistaanse afkomst. Met deze laatste hoopte Diana even haar leven een nieuwe wending te geven. Mohamed Al Fayed, de ontroostbare vader, een wrak aan de arm van zijn tweede vrouw Heini, krijgt een overdonderend applaus aan de ingang van de abdij. De gekroonde hoofden hebben zich onthouden, vermoedelijk om de Windsors niet nog meer in verlegenheid te brengen. De Verenigde Staten worden vertegenwoordigd door Hillary Clinton, echtgenote van de president, Frankrijk door Bernadette Chirac.
‘Ik kan u verzekeren dat de dood van Diana een zware schok was voor de koningin. Uiteindelijk zijn de mensen consequent. Eens de hysterie voorbij was, hebben ze zich rekenschap gegeven van hun gehechtheid aan de constitutionele monarchie’, verklaarde koning Constantijn van Griekenland later, verwijzend naar de fantastische wederopstanding van de monarchie. Het blijft echter een feit dat de politieke balans van de manier waarop de vorstin is omgegaan met de dood van haar ex-schoondochter, negatief blijft voor Elizabeth II. Nooit eerder was het monarchistische instituut, zoals de vorstin het belichaamt, zo afgesneden van de realiteit van een land in volle verandering; nooit heeft de behoefte aan een frisse wind in het koningshuis, zo niet een personeelswissel, zich zo acuut laten voelen.
Zo klonken, grosso modo, de woorden van Charles Spencer, het petekind van de koningin: ‘Ik zweer dat wij, jouw bloedverwanten, zullen ijveren om hen [William en Harry] op te voeden op jouw fantasierijke en liefdevolle wijze, zodat zij niet alleen maar plichtsbesef en traditie kennen.’ Met deze gedenkwaardige kaakslag werd de jongere broer van de prinses van Wales van de ene op de andere dag gekroond, voor 2,5 miljard televisiekijkers, tot de meest geduchte tegenstander van de Windsors. Zijn aanval tegen het monarchistische instituut dat, samen met de pers, verantwoordelijk gehouden werd voor het ongeluk van Diana, was een voltreffer. Deze uitdaging is des te opmerkelijker aangezien de familie Spencer al eeuwen onafgebroken in dienst is van de monarchie. Het gezicht van de koningin, het doelwit van deze giftige grafrede, bleef onbewogen. Maar in haar binnenste was zij diep geschokt. De anglicaanse kerkdienst is een plechtigheid ter nagedachtenis van de overledene, niet een gelegenheid om rekeningen te vereffenen.
Na de begrafenis zijn Spencer, door zijn toespraak, en Al Fayed, door het overlijden van zijn zoon, enorm populair. Toch zullen hun fouten ervoor zorgen dat het volk opnieuw de kant van de Windsors kiest.
Eerst is Spencer aan de beurt. In vooraanzicht geeft Spencer met zijn doordringende blik, zijn bolle gezicht en zijn vroegtijdige zwaarlijvigheid de indruk een wellustig en kleurrijk figuur te zijn. In profiel lijkt de graaf met zijn grote neus, dubbele kin en uitpuilende ogen op een bulldog met geprononceerde kaken. Een godsgeschenk voor de karikaturisten die eindeloos hun venijn spuwen naar de man die in een jaar tijd het enorme kapitaal aan sympathie, verzameld tijdens de beruchte grafrede, verbrast heeft.
De kasteelheer van Althorp heeft voor de prinses van Wales een graftombe laten aanleggen op een boogscheut van het familiegraf in Great Brington. Diana rust op een klein eiland, afgesloten voor het publiek, midden op het domein. Maar was dat echt een dienst die hij haar verleende? Op die plaats, verstopt achter een gordijn van honderdjarige bomen, hebben haar voorouders hun lievelingshonden begraven. Diana had trouwens een hekel aan deze lugubere residentie in palladiaanse stijl. Ze bracht slechts enkele jaren van haar jeugd door in het huis, op goed honderd kilometer van Londen.
In zijn privéleven is Charles Spencer niet echt een moraalridder. Het zielige spektakel van zijn echtscheiding, slechts twee maanden na de begrafenis, haalde te vaak de media in Zuid-Afrika en heeft hem het imago van een onverbeterlijke rokkenjager opgeleverd. Het imago van een schoft, een wrede echtgenoot, een minnaar die zijn minnaressen snel beu is. De onthulling van een twaalftal buitenechtelijke avontuurtjes van de moraliserende overspelige is in verkeerde aarde gevallen.
De ergste beschuldiging, sterk uitvergroot door de Windsor-machine, is echter deze van de commerciële uitbuiting van de herinnering aan zijn zus. In 1998 heeft de graaf op zijn domein Althorp voor het publiek een mausoleum/museum geopend waar hij het leven van de jonge vrouw schetst, van haar jeugd als meisje van adel tot haar tragische dood. In de vitrinekasten kan het publiek een lichtblauw maatpak van Chanel, stijl afternoon tea at the Ritz, bewonderen naast een kogelvrij vest dat zij droeg tijdens haar laatste missie in Angola om de gruwelijkheid van landmijnen aan te klagen. Op een video is ‘Di’ als kind dansend voor haar papa te zien. Ook een kerstkaart die Charles haar in 1980 stuurde, waarop de kroonprins ‘lots of love’ (veel liefs) gekrabbeld had, maakt deel uit van de verzameling. Een Dorische, mosterdkleurige tempel werd naast het meer gebouwd. Op het fronton staan de woorden gegraveerd die de prinses op de vooravond van haar dood aan Le Monde heeft meegegeven: ‘Niets maakt me gelukkiger dan de kwetsbaren in deze maatschappij te helpen.’
Maar slechts tien procent van de opbrengst van dit ‘Dianaland’ wordt doorgestort aan de Dianastichting, die wordt voorgezeten door haar oudere zus Sarah McCorquodale. Deze vereniging, die werd opgericht ten voordele van zieke kinderen, gehandicapten en slachtoffers van landmijnen, wordt eveneens aan de schandpaal genageld omdat ze aan een fabrikant van margarine de handtekening van de overledene verkocht heeft. Familiesfeertje.
‘Ongepast en grof’: de koningin is nooit vergeten hoe Charles Spencer haar op de begrafenis van Diana vernederde. Na de vernedering van hun vader en grootmoeder hebben William en Harry alle banden met de familie van hun moeder verbroken. Charles is nooit naar het graf van zijn ex-echtgenote gegaan. Het handjes schudden van de Windsors en de Spencers op 7 juli 2004 bij de inhuldiging van de fontein in Hyde Park die werd opgedragen aan de prinses, is zonder gevolg gebleven. Wanneer zijn naam per ongeluk of door onhandigheid ter sprake komt, werpt een hoveling van Buckingham Palace onmiddellijk vol afschuw de armen in de lucht: ‘Die man is echt geen gentleman.’ Toch heeft de koningin van de herdenking van de tiende verjaardag van Diana's overlijden gebruikgemaakt om de hand te rei-ken aan de Spencers. Zij heeft de benoeming aanvaard voor de erepost van High Sheriff van Lincolnshire van Sarah McCorquodale, Diana's oudste zus en voorzitster van het Diana Princess of Wales Memorial Fund.
De andere snoodaard in de Dianasaga is Mohamed Al Fayed. Gisteren werd hij nog toegejuicht, vandaag wordt hij uitgejouwd. Zijn verzonnen beschuldigingen aan het adres van de koninklijke familie choqueren. Deze paranoïcus, die de complottheorie verdedigt dat de geheime diensten van Hare Majesteit op bevel van prins Philip de moeder van de toekomstige koning ervan moesten weerhouden met een moslim in het huwelijk te treden, heeft zichzelf belachelijk gemaakt. Hij heeft Harrods, vandaag de derde grootste toeristische attractie van de hoofdstad na de Tower of London en Buckingham Palace, gebruikt om zijn dorst naar wraak te lessen. Op de eerste ondergrondse verdieping van dit bedevaartsoord kijken bezoekers die de complottheorie aanhangen met vochtige ogen naar de portretten van Dodi en Diana, geplaatst op schildersezels en alleen verlicht door kaarsen. Iedereen die het horen wil, verneemt dat Mohamed Al Fayed een onderscheiding in de koninklijke orde van Victoria ontvangen heeft. Maar deze titel werd verleend aan het instituut, niet aan de baas. En daarmee is alles gezegd.
‘De wereld zou een beter beeld van Dodi moeten krijgen. Hij was niet lui, zoals de media hem onterecht omschreven hebben’, zei de ondernemer aan de jazzcomponist George Benson, toen hij hem vroeg om een muzikale hymne te schrijven ter nagedachtenis van de man die hij nog altijd ‘my boy’ (mijn jongen) noemt. Jan met de pet is ontroerd wanneer de eigenaar van Harrods er niet in slaagt zijn verbittering te verbergen voor de officiële onverschilligheid ten aanzien van zijn oudste zoon. Hij wordt vergeten in de Dianacultus.
Elizabeth II daarentegen laat geen traan. Het hof heeft het brevet van hofleverancier van Harrods ingetrokken. De twee anti-Windsorpartijen verscheuren elkaar. Spencer kan het de oude Mohamed niet vergeven dat deze openlijk gezegd heeft dat Diana van plan was met Dodi in het huwelijk te treden en zich daarom tot de islam zou bekeren. Tot zijn schade en schande is Fayed sinds zijn aankomst in Lon-den in de jaren zeventig altijd blijven omgaan met het oude Britse establishment, in de hoop op een dag een echte British gentleman te worden. Dat is nu net de soort pekelzonde die de gegoede klasse, die weet hoe ze een parvenu weer op zijn plaats kan zetten, niet vergeeft. Hij heeft niet begrepen dat de Engelse gentry weet hoe te leven op kosten van de nieuwe rijken zonder ooit iets terug te moeten geven. Zijn drama is dat hij het koste wat het kost de gelijke heeft willen zijn van de hoge bourgeoisie, terwijl hij de belangrijkste wetten ervan overtreden heeft: geen schandalen.
Met de besluiten van het rapport Stevens wordt de bladzijde omgeslagen, tot grote opluchting van Elizabeth. Het voormalige hoofd van Scotland Yard veegt, na een drie jaar durend onderzoek, de samenzweringstheorie van de tafel. Hij meldt dat er geen enkel bewijs bestaat dat toelaat een verband te leggen tussen de echtgenoot van de koningin en de Britse geheime dienst MI6, zoals Mohamed Al Fayed beweert.
* * *
Lang voor de dood van Diana, vanaf het einde van de jaren tachtig, was de koninklijke familie al begonnen de monarchie te moderniseren. Elizabeth II was nog onomstreden, maar het instituut vertoonde al een zekere loomheid. In het begin van de jaren negentig vergroten de barsten in het koninklijke huis, dat de huidige vorstin tot dan zo goed had beheerd. Voor de lenzen van de camera's, die dag en nacht klaarstaan om hun uitspattingen op de gevoelige plaat vast te leggen, halen de vrolijke Windsorerfgenamen hun neus op voor hun verplichtingen… En genieten zij van hun privileges. In 1992 gaan de hertog en de hertogin van York uit elkaar en wordt de gemoedstoestand van de ex-echtgenote aan de grote klok gehangen. Prins Edward ziet zich verplicht te bevestigen dat hij heteroseksueel is. Voor een koninklijke familie is dit een wanordelijke situatie. Op 7 juni publiceert The Sunday Times, het grote zondagse weekblad, de sappigste uittreksels uit het boek van Andrew Morton, Diana: Her True Story. De schijn die men in Buckingham Palace probeert hoog te houden, dat alles in het huishouden van Charles en Diana koek en ei is, valt aan diggelen. De prinses vertelt, via haar naasten, over haar anorexie, de zelfverminking en de zelfmoordpogingen. Op 10 december 1992 kondigt de eerste minister John Major in het parlement aan dat het prinselijke echtpaar uit elkaar gaat. De onderdanen van Hare Majesteit beseffen dat de Windsors niet meer het te volgen model zijn op het vlak van familiewaarden en moraal. De puinhoop wordt nog groter door de opeenvolging van schandalen – seksueel en financieel – waarbij een aantal conservatieve afgevaardigden betrokken zijn, leden van de partij die sinds 1979 aan de macht is en traditioneel dicht bij het paleis staat.
Arme Elizabeth! In november 2006 overleed Sir Edward Ford op zesennegentigjarige leeftijd. De oude man was vanaf haar troonsbestijging tot 1967 de adjunct-privésecretaris van de koningin geweest. In een brief aan zijn koningin gebruikt de wijze man met een verdienstelijke zin voor humor een retorische figuur. Hij schrijft de woorden ‘annus horribilis’ om het vervloekte jaar 1992 te beschrijven, het jaar waarin men op een vreugdevolle manier de veertigste verjaardag van haar bewind moest vieren. Ten prooi gevallen aan griep vereeuwigt de vorstin met rauwe stem de term van haar correspondent tijdens een banket dat in de City wordt gehouden ter ere van de koningin: ‘Dit is geen jaar waar ik met veel plezier aan zal terugdenken.’ Hoewel ze erkent dat kritiek ‘ongetwijfeld goed is voor de mensen en de instituten die deel uitmaken van het openbare leven’, staat de koningin zich toe op elegante wijze op te merken aan het adres van de sensatiekranten dat ‘dit grondige onderzoek evenwel kan worden uitgevoerd met wat vriendelijkheid, goed humeur en begrip’.
De ramp wordt nog groter door de polemiek over de herstelling van het kasteel van Windsor, vernield door een brand in hetzelfde jaar. Met mondjesmaat en met tegenzin verandert de monarchie. Een jaar later, wanneer de onderdanen klagen over de levensstijl van de koninklijke familie, gaat de koningin akkoord om belastingen te betalen. Zij herleidt ook het aantal begunstigden dat een dotatie van de staat (civil list in het vakjargon) ontvangt van elf naar drie. De koningin, haar echtgenoot en de koningin-moeder behouden hun toelage.
Pragmatisch als ze is, beseft de koningin dat dit niet volstaat en dat de monarchie er behoefte aan heeft helemaal hervormd te worden. Na heel wat denkwerk wordt een informeel comité opgericht, de Way Ahead Group, die rond het staatshoofd de hertog van Edinburgh, prins Charles, zijn broers, zijn zus en de belangrijkste raadgevers verzamelt. De voorgestelde suggesties zijn ronduit revolutionair. Vrouwen zouden dezelfde rechten krijgen als mannen in de lijn voor de troonopvolging, waardoor prinses Anne voor Andrew of Edward zou komen te staan. Een katholiek zou koning kunnen worden. De vorstin zou niet langer het hoofd van de anglicaanse kerk zijn. De civil list zou worden afgeschaft ten voordele van de Crown Estate, de eigendommen van de kroon afgestaan door George IV in de achttiende eeuw. Deze voorstellen, die te ambitieus waren, werden echter opgeborgen.
‘Haar erfenis zou een solidair Groot-Brittannië moeten zijn.’ Zoals Tony Blair aangeeft in de dagen die volgen op de begrafenis van Diana, is de modernisering van de monarchie meer dan ooit aan de orde. Het hoofd van de regering benadrukt de noodzaak om de werking van het koningshuis helemaal te hervormen, een koningshuis dat ondanks de hervormingen ouderwets lijkt in vergelijking met de evolutie van de Britse maatschappij.
Onder druk van Tony Blair, haar hervormingsgezinde eerste minister, aanvaardt Elizabeth II beetje bij beetje dat het imago van het instituut minder plechtig wordt. De vorstin drijft het aantal politiek correcte gebaren op. Zij bezoekt een McDonald's in Cheshire, maar weigert de Big Mac, de frietjes en de beker cola die haar worden aangeboden, aan te raken. Daarna is het de beurt aan een pub, de Bridge Inn in Topsham in het graafschap Devon, die uitgebaat wordt door een vrouw. Hoewel ze weigert een half pint te drinken aan de bar, aanvaardt ze met plezier een tonnetje bruin bier voor haar echtgenoot. Nog een andere keer loopt de koningin met grote passen over het winderige laantje van een sociale woning in Glasgow om een bezoek te brengen aan een alleenstaande moeder. Ze drinkt een kopje thee met de vrouw, maar zonder de droge koekjes aan te raken. Tijdens de millenniumviering zingt ze Auld Lang Syne (We zien elkaar terug), wanneer ze naast haar eerste minister staat. Zonder echter haar armen te kruisen om die van de mensen naast haar vast te nemen, een houding die zij onwaardig vindt. Hoewel beperkt, zijn dit ongeziene stappen van deze dame, die voordien nooit de geplaveide paden van het protocol verlaten had.
De voordelen die aan de functie verbonden zijn, worden besnoeid. De koninklijke dotaties worden voor tien jaar bevroren. Voor bepaalde verplaatsingen wordt een chartervlucht geboekt. Maar bovenal wordt haar jacht, de Britannia, na vierenveertig jaar trouwe en goede dienst aan de monarchie afgedankt. Hoewel ze een hele reeks kastelen bezit, was dit haar toevluchtsoord, de enige plaats die echt van haar was. Ze doopte het jacht op 16 april 1953, een van de eerste daden die zij als koningin stelde, na te hebben toegezien op de bouw en de inrichting ervan. Ze zorgde zelf voor de aankleding van het jacht met de zwartrode boeg, de gouden bies, de vlag wapperend aan de drie masten en de bemanning gekleed in blauwe linnen pakken, afgewerkt met zwarte zijde. Op zee kon zij eindelijk zichzelf zijn, iets wat onmogelijk is in Buckingham Palace en Windsor. De soberheid van het interieur deed denken aan een uitnodigend en praktisch huis op het platteland, een soort Engelse levenskunst. Op 12 december 1997 groet de gehele koninklijke familie tijdens een grootse ceremonie in Portsmouth het oude jacht, waarmee de Windsors een miljoen mijl hebben afgelegd. Haar heilige principe, het beheersen van emoties in het openbaar, wordt even verloochend. De koningin ‘stort in’ en over haar wang biggelt een koninklijke traan, een echte koninginnentraan. Het schip wordt niet vervangen, wat meteen een punt zet achter drie eeuwen monarchistische traditie. De koningin heeft afgezien van een nieuw koninklijk jacht om haar onderdanen en belastingplichtigen niet voor het hoofd te stoten. En ook om haar eerste Labourminister te sparen, die tijdens zijn verkiezingscampagne een heel populair zinnetje gebruikte: ‘Wij zullen geen zestig miljoen pond uitgeven voor een koninklijk jacht wanneer de zieken in rolstoelen moeten wachten in de gangen van onze ziekenhuizen.’
Het betreft echter slechts een frisse wind die waait, geen totale omwenteling. De hervormingen veranderen niets aan haar statuut van echte koningin.
Tegelijkertijd wordt in die periode ook de oude garde van het paleis vervangen. Robin Janvrin neemt de plaats in van Robert Fellowes als privésecretaris. De voormalige conservatieve minister van Kunst, de vroegere gouverneur van Gibraltar, Lord Luce, wordt hoofd van het koninklijk huis. Michael Peat, de schatbewaarder van Buckingham Palace, wordt gepromoveerd tot directeur van de administratieve diensten van de prins van Wales. Het hof verplicht zich ertoe meer open te staan voor etnische minderheden, wat bewezen wordt door de aanwezigheid van de eerste zwarte koninklijke wachters. De media worden niet langer als vijanden beschouwd.
* * *
Wie heeft gewonnen, de koningin of Diana? De koningin. Wat blijft er over van de prinses van Wales? Een kitscherig ‘Dianaland’, een fontein in Hyde Park die voortdurend defect is, een klein speelplein in Kensington Park, een lugubere gedenkplaats in Harrods. Dat is het ongeveer. De Princess of Hearts is gewoon verdwenen uit het officiële landschap.
Haar overlijden op zesendertigjarige leeftijd heeft een ongeziene emotie voor een koninklijk verlies teweeggebracht. Het gemiddelde zelfmoordcijfer in Engeland en Wales is in de daaropvolgende maand met zeventien procent gestegen, in het bijzonder in het segment van de vrouwen tussen vijfentwintig en vierenveertig jaar. Candle in the Wind, het lied dat door Elton John onder de koepel van de kathedraal van Westminster gezongen werd, ging vijf miljoen keer over de toon-bank. In 2002 staat de martelaarsprinses in een peiling van de BBC op de derde plaats in de lijst van de grootste Britten aller tijden. Een ander onderzoek toont aan dat haar overlijden door het publiek beschouwd wordt als de belangrijkste gebeurtenis in de Britse geschiedenis van de twintigste eeuw. Belangrijker dan het einde van de Tweede Wereldoorlog en het stemrecht voor vrouwen. Het is echter niet zeker dat hetzelfde onderzoek vandaag nog dezelfde resultaten zou opleveren. De natie zit verveeld met het beeld dat men van Diana heeft: iemand die zeker erg begaan was met anderen, maar die ook manipuleerde. Iemand die zeker het slachtoffer was van de koninklijke machine, maar die ook leed aan achtervolgingsangst.
Hoe kan men de hysterische reactie van een deel van de Britten bij het overlijden van Diana dan verklaren? In zijn boek Faking It: The Sentimentalisation of Modern Society ziet Anthony O'Hear, professor Filosofie aan de universiteit van Bradford, in dit fenomeen het ‘effect van de onstilbare honger van het land naar sentimentaliteit, het ontkennen van de werkelijkheid die vandaag alle aspecten van ons bestaan beroert’. Deze voormalige voorzitter van het beroemde Koninklijk Instituut voor Filosofie bevestigt: ‘De vergoddelijking van haar [Diana's] persoon was eveneens die van haar waarden – het laten voorgaan van gevoel, imago en spontaneïteit op rede, realiteit en gereserveerdheid. Verre van hysterisch was deze nationale rouw wel irrationeel, emotioneel correct.’ Hare Majesteit had het niet beter kunnen zeggen.
De koningin heeft deze partij gewonnen. Het succes van de vie-ring van de vijftigste verjaardag van haar bewind in juni 2002 en de feesten voor haar tachtigste verjaardag in 2006 tonen aan dat het volk de handelingen van Elizabeth II tijdens de tragische gebeurtenis van 1997 heeft goedgekeurd. De meeste oude barrières zijn er niet meer, hoewel het niet in de aard van de vorstin ligt om straatvegers aan haar tafel uit te nodigen of de krant te gaan halen met de fiets. Trouwens, er zijn maar weinig Britten die een dergelijke popularisering wensen van het instituut dat opgericht werd om onverstoorbaar de eeuwen te doorstaan. Men blijft trouw aan het voorschrift van Bagehot, de constitutionele journalist uit de negentiende eeuw: ‘Men kan een schitterend hof hebben, of helemaal geen hof, maar niets kan een middelmatig hof rechtvaardigen.’ Een revolutie op Engelse wijze? De vergelijking tovert een glimlach op het gezicht van de koninklijke medewerker die in augustus 1997 aan de zijde van Elizabeth II stond: ‘De dood van Diana was geen gemakkelijke periode. Maar de volkshysterie heeft de fantastische macht van de televisie aangetoond, niet de tekortkomingen van de vorstin. Bovendien, wat blijft er tien jaar later van al die opwinding nog over? Niet veel. De koningin is populairder dan ooit.’ Zelfs de strengste critici binnen de koninklijke familie geven toe dat de dood van Diana de manier waarop Elizabeth II haar emoties toont grondig heeft veranderd. Deze pijnlijke ervaring heeft haar menselijker gemaakt.
* * *
Nu Diana van het toneel is verdwenen, blijft natuurlijk Camilla over. Het koninklijk huis is in twee kampen verdeeld. De eerste groep wordt vertegenwoordigd door de hovelingen van de oude stempel, zij die van mening zijn dat de koningin in geen geval Camilla Parker-Bowles, al twintig jaar persona non grata aan het hof, moet ontmoeten. In het belang van de monarchie moet Charles de vrouw van wie hij houdt opofferen. Indien hij in het huwelijk wil treden met de vrouw die hij het ‘onbespreekbare deel’ van zijn leven noemt, moet de troonopvolger zijn recht op de hoogste functie opgeven ten voordele van zijn oudste zoon William. Elizabeth heeft het ‘die andere vrouw’ nooit vergeven dat zij de zwaarste crisis uit haar bewind veroorzaakt heeft door het huwelijk van haar zoon kapot te maken. De vorstin had liever gezien dat Camilla de rol werd toebedeeld van ‘koninklijke minnares’, overeenkomstig de lange monarchistische traditie aan de overkant van het Kanaal… Of elders. Naast de koningin omvat deze lobby prins Philip en de koningin-moeder. Ook de tabloids zijn Camilla vijandig gezind en geven haar bovendien enkele weinig complimenteuze bijnamen: ‘de Heks’, ‘de Vampier’, ‘de Oude Doos’, ‘de Oude Tang’.
Tegenover de Ouden staan de Modernisten, die beweren dat het paleis zich niet hoort te bemoeien met het privéleven van prins Charles en dat samenwonen nu overal aanvaard wordt. De jonge garde omvat naast Robin Janvrin ook het prinselijke huis en de jongste telgen van de koninklijke familie, William en Harry. De knoop zal paradoxaal genoeg worden doorgehakt door de anglicaanse kerk, die eveneens verdeeld is over de huwelijkskwestie van de prins en zijn vriendin. Een deel van de clerus is eerder voorstander van een discrete regeling van de situatie. De conservatieven, de evangelische christenen, zijn deze verbintenis helemaal niet gunstig gezind. De kerkleider, de aartsbisschop van Canterbury, George Carey, heeft het tweede huwelijk van een van Camilla's kinderen ingezegend, wat hem in het kamp van de prins plaatst. Deze laatste heeft een gewichtige bondgenoot: de bisschop van Londen, de derde in de hiërarchie en zijn medestudent aan de universiteit van Cambridge. De mening van de prelaat van de hoofdstad legt dubbel zoveel gewicht in de schaal, aangezien het beheer van de koninklijke kapellen onder zijn bevoegdheden valt. Hij keurt een verbintenis goed op voorwaarde dat de koningin, het hoofd van de anglicaanse kerk, ermee instemt.
De zaken volgen elkaar sneller op. In november 1998 organiseert Camilla een avondfeest voor de vijftigste verjaardag van Charles en nodigt ze meerdere leden van de koninklijke familie uit. Onder meer prinses Margaret, de koning en koningin van Spanje en de Noorse vorst maken deel uit van de genodigden. De koningin en haar echtgenoot slaan de uitnodiging af. ‘Ik kan geen verhouding erkennen die ik afkeur’, zegt prins Philip brutaal maar duidelijk. In 1999 ontmoet Janvrin, de privésecretaris van de vorstin, Camilla meermaals met toe-stemming van Elizabeth II om te proberen een doorbraak in de situatie te bewerkstelligen. Die gelegenheid komt er in juni 2000 tijdens de zestigste verjaardag van koning Constantijn van Griekenland. Het feest wordt gevierd in Highgrove, de residentie van Charles. Camilla verzorgt het ceremonieel. De koningin besluit de gebeurtenis bij te wonen. De vriendin van de prins wordt aan Elizabeth voorgesteld. De ontmoeting, die exact veertig seconden duurt, is kil. Maar het ijs is gebroken. Daarna ontmoeten de twee vrouwen elkaar meermaals tijdens familieaangelegenheden. In mei 2002 wordt Camilla tijdens een diner op Buckingham Palace naast de koningin geplaatst. Maar voor Philip kan er nog steeds geen sprake zijn van een huwelijk. Zijn relatie met zijn zoon staat op een laag pitje. In mei 2001 wordt een ‘officiële’ biografie van de hertog van Edinburgh gepubliceerd. Daarin omschrijft hij zijn zoon als een ‘gemaakt en extravagant wezen met een tekort aan toewijding voor zijn plicht’, wat funest is voor de sfeer in de koninklijke familie.
Ondanks het overlijden in 2002 van de koningin-moeder, een andere geduchte tegenstander van Camilla, schuift de vorstin de kwestie op de lange baan. Zij staat toe dat de vriendin van haar zoon plaatsneemt in de koninklijke tribune tijdens de viering van het gouden jubileum in juni 2002. In november 2004 woont Elizabeth II in Chester het huwelijk bij van de dochter van de hertog van Westminster, een goede vriend van Charles. De prins besluit dit huwelijk te boycotten om te protesteren tegen de vernedering van zijn vriendin. Door het protocol wordt zij namelijk verplicht in een andere vleugel van de kathedraal plaats te nemen. De pers likkebaardt wanneer ze lucht krijgt van het ongemak van de vorstin. Voor Elizabeth II is dit de spreekwoordelijke druppel en zij aanvaardt het huwelijk. Ze is wel van mening dat haar rol als hoofd van de anglicaanse kerk onmogelijk te combineren valt met haar aanwezigheid op het burgerlijke huwelijk van Charles en Camilla op 9 april 2005 in het stadhuis van Windsor. Voor de koningin ontbreekt aan deze huwelijksverbintenis een spirituele dimensie. Ze moeten zich tevredenstellen met een plechtigheid op het stadhuis, gevolgd door een gebedsdienst in de kapel van St. George. ‘Dit was de beste manier om te verzekeren dat de Church of England, waarvan hij op een dag aan het hoofd zal staan, een gepaste rol speelt in deze regeling, die in het belang van iedereen is’, rechtvaardigt de bisschop van Winchester, Michael Scott-Joynt. Deze woordvoerder voor koninklijke zaken wordt echter toch beschouwd als een van de meest conservatieve leden van de Church of England.
Als trouwe aanhanger van het protocol heeft de koningin rekening gehouden met de wens van haar kleinkinderen, William en Harry. Zij vreesde vooral dat deze controverse van haar eigen opvolging een boulevardtoneelstuk zou maken. De wens om deze hindernis voor eens en voor altijd uit de weg te ruimen dankzij het huwelijk wordt gedeeld door de eerste minister, Tony Blair, en de nieuwe aartsbisschop van Canterbury, Monseigneur Rowan Williams, een liberaal. En door haar vooroordelen tegenover Camilla opzij te schuiven, maakt zij ook een verzoeningsgebaar ten aanzien van haar overgevoelige zoon. Een bewijs waar men niet naast kan kijken: de verlovingsring die Charles aan Camilla schonk, was de lievelingsring van de koningin-moeder.
Hoewel ze tijdens het huwelijk in haar hoedanigheid van koningin haar afkeuring niet kan verbergen, geeft het herwonnen geluk van haar zoon haar als moeder een warm gevoel. Een ander teken van haar goedkeuring is het feit dat zij aan haar schoondochter de titel van koninklijke hoogheid, hertogin van Cornwall, toekent. Technisch gezien had zij de titel prinses van Wales moeten krijgen, omdat Charles prins van Wales is, maar het koninklijke huis heeft deze grens niet durven overschrijden, uit vrees voor de reactie van het volk. Wanneer Charles de troon bestijgt, zal Camilla prinses-gemalin worden, maar geen koningin. Hertog van Cornwall is de minst bekende titel van de toekomstige Charles III, maar deze maakt van hem wel een van de rijkste mannen van Engeland, en hiermee wordt persoonlijke rijkdom bedoeld. Het hertogdom Cornwall, gecreëerd in 1337 door koning Edward III voor zijn zoon, de Zwarte Prins, garandeert de eigenaar een onafhankelijk inkomen naast de som die door de vorst wordt gestort.
Hoewel de populaire pers voor het huwelijk respectloos en zelfs rond uit gemeen was, wordt nu een zo positief beeld van de nieuwe hertogin van Cornwall opgehangen, dat men de indruk krijgt dat zij altijd al deel heeft uitgemaakt van het decor. De lovende commentaren over de kleding van de nieuwe echtgenote – een fuchsia mantel en een hoed met een fazantenpluim – bij de aanvang van de huwelijksreis in Schotland, laten toe een kleine vergelijking te maken.
De hertogin, die een stuk minder knap is dan Diana, wekt sympathie op. Tijdens de verplaatsingen van Charles en Diana waren de riooljournalisten, die zich specialiseerden in het geslacht van de gekroonde engelen, vooral geïnteresseerd in de lengte van de rokken van de prinses van Wales. Na enige tijd begon prins Charles zich hieraan te ergeren. Met Camilla is er niet veel gevaar dat dit zich zal herhalen. Deze vrouw met de landelijke charme en de koninklijke houding heeft sinds 2001 gewerkt aan haar verschijning. Zij volgde de raad op van deskundigen, grote couturiers, en ook haar kapsel is vandaag minder streng. Haar leeftijd is wat hij is en ze neemt geen blad voor de mond. Prins Charles, van zijn kant, is zijn melancholische en afwezige Hamletlook verloren. Hij heeft niet meer het voorkomen dat hij had na zijn echtscheiding in 1996 en na het overlijden van zijn exechtgenote in 1997. Nu vreest ‘Charlie’ niet meer dat hij aan de kant zal worden geschoven door zijn vrouw. Ze kent haar plaats. Nu is hij weer overal de belangrijkste persoon. Bovendien heeft Camilla, die zelf moeder is van twee volwassen kinderen, gemakkelijk de rol van de lieve stiefmoeder die veel aandacht schenkt aan William en Harry op zich genomen.
Tegelijkertijd heeft de hervorming van de monarchie een einde gemaakt aan het constante gekibbel tussen het koninklijke en het prinselijke huis. Dankzij dit huwelijk wordt de chronologische volgorde voor de troonopvolging niet langer ter discussie gesteld. Eerst wordt Charles III koning, dan William V. Charles zal koning worden omdat hij de erfgenaam is, omdat hij het wil en zich erop heeft voorbereid. Er rest nog maar een vraag. Wanneer zal Charles de scepter erven? De koningin is van plan te regeren tot zij sterft. Dat is zowel een geluk als een ongeluk. Het risico bestaat inderdaad dat Charles nog lang zal moeten wachten voor hij op de troon kan plaatsnemen. Maar de nieuwe vorst zal niet langer de wonden likken van een mislukt huwelijk en een tweede huwelijk met de vrouw van wie hij altijd gehouden heeft. Tot die tijd zal de prins van Wales, gesteund door zijn echtgenote, alle tijd hebben om zijn autoriteit te laten gelden.
Sinds de dood van Diana heeft de vorstin de waardigheid waarmee Camilla de wrede aanvallen van een bepaalde soort journalisten genegeerd heeft, weten te appreciëren. Al bij al lijkt haar nieuwe schoondochter, die haar leeftijd aanvaardt, veel op haar. Camilla, die liever Country Life dan Vogue leest, vreest wind noch regen. Volgens Elizabeth II heeft zij, hoewel ze geen ‘prinses der harten’ is, paradoxaal genoeg alles in huis om koningin te zijn. Het beschermde universum van de hertogin en haar favoriete plaatsen in Londen of Wiltshire, vanwaar ze afkomstig is, bieden de mogelijkheid deze waarden die ze met Elizabeth II deelt, te vatten.
Een ander gemeenschappelijk aspect van Camilla en de koningin is een stijl die lichtjaren verwijderd is van de minste excentriciteit. Camilla draagt heel klassieke kledij in pastelkleuren, geel of lichtblauw. Zelfs in Londen houdt ze van het landelijke leven van de high society: wandbekleding, zitbanken met armleuningen, sitskussens met motief – lelies, paarden, kittens – alles wat een nostalgisch beeld oproept van een ouderwets Engeland. In Clarence House, de Londense woning van de prins van Wales, houdt Camilla ervan bloemen te telen en haar dieren te verzorgen. Net zoals in het geval van de koningin bestaat de eerste cirkel rond Charles en Camilla uit grote aristocraten – Wellington, Halifax, Devonshire, Romsey of Beaufort – die hen tijdens hun lange idylle geholpen hebben om zich te verbergen voor de schandaalbladen.
De hertogin van Cornwall is het symbool bij uitstek van de landelijke adel waarmee de koningin vertrouwd is: de squires. Wie tot deze landadel behoort, gaat naar een private school, maar niet eender welke. Deze klasse bezit een mooi landhuis omgeven door goede weilanden. Men ontvangt vaak bezoek. Hun favoriete tijdverdrijf heeft alles te maken met een leven in open lucht, paarden, honden en de jacht, zowel de drijfjacht als de jacht met het geweer. Het zit in hun bloed. In het graafschap Wiltshire schiet men alleen nobele dieren: fazanten, patrijzen of korhoenders. Konijnen en duiven zijn een edelman onwaardig. Ongedierte.
Deze klasse bezit ook een woning in Londen om naar het theater of op restaurant te gaan. Of om de kinderen een bezoek te brengen. De mannen zijn ofwel militair ofwel landbouwer of kweker. De loopbaan van officier heeft altijd de voorkeur, vooral die van officier in de Navy, het meest prestigieuze leger, en de koninklijke wacht, het equivalent van de cavalerie. Velen maken daarna deel uit van de landmacht. Het gedachtegoed dat aan het land dient teruggegeven te worden wat het land jou heeft geboden, is erg in trek.
Camilla is een schoolvoorbeeld van een squire. Als dochter van een wijnhandelaar verlaat zij op achttienjarige leeftijd de schoolbanken om na wat secretariaatswerk een echtgenoot te vinden die hoger op de maatschappelijke ladder staat dan zijzelf. Haar activiteiten lijken wel een karikatuur van de waarden die zo typisch zijn voor haar wereld: opvoeding, familie, tuin, keuken en bridge. Daarnaast is zij ook bezig met liefdadigheidsactiviteiten of met de organisatie van paardenevenementen. De vrouw speelt haar vrouwelijkheid niet uit. De kinderen hebben dezelfde klassengeest als hun ouders, ook al gaat hun levensstijl steeds meer op die van de andere gegoede klassen lijken. Ze oefenen een beroep uit dat past bij hun klasse: vastgoedmakelaar, journalist, restauranthouder, decorateur, uitbater van een boetiek of kunstgalerij enzovoort. Tom en Laura, de twee kinderen van Camilla en Andrew Parker-Bowles, haar eerste man, zijn hier goede voorbeelden van. De eerste is gastronomisch criticus, de tweede verkoopt kunstvoorwerpen. De nieuwe generatie doet boodschappen in de supermarkt, staat in de rij voor de bioscoop en neemt de zeden en gewoontes van het plebs over. In hun privéleven delen de jonge squires echter de vooroordelen over de klassen met hun ouders.
Door het huwelijk te aanvaarden heeft de koningin de bekende spreuk toegepast: ‘Als je ze niet kunt verslaan, sluit je dan bij hen aan.’ De snelheid waarmee de hertogin van Cornwall haar plaats heeft ingenomen, bevestigt de intuïtie van de vorstin.
Alles komt op zijn pootjes terecht. Elizabeth II is tevreden. Na al deze familiale drama's lijkt de koninklijke taak veel lichter. Ze heeft zich goed weten te redden.