10

‘Leuk dat je vanavond overwerkt,’ zei Nan tegen haar moeder. Aan de keukentafel schonk ze een nieuw kopje koffie in. Het bal was in hetzelfde hotel als de winkel van Emily. Nan wilde haar vrienden voorstellen en hun mooie kleren laten zien.

‘Doe geen moeite, hoor. Ik kan altijd nog even in de balzaal gluren.’

‘Ik vind het juist leuk, Em. Ik wil graag dat je ze ziet en dat zij jou zien.’ Het werd niet uitgesproken, maar beiden was duidelijk dat Nan haar vrienden nooit zou meenemen naar Maple Gardens.

‘Maar dan alleen als het uitkomt. Er zijn misschien mensen bij die je niet naar een winkeltje meeneemt... begrijp je.’ Nan legde haar hand op die van haar moeder.

‘Nee, dat begrijp ik toevallig niet. Wat bedoel je?’

‘Nou, we hadden toch gehoopt... jij en ik, dat je dit allemaal achter je zou kunnen laten.’ Emily keek rond in het kleine, weinig aangename huis. ‘Misschien wil je zulke voorname mensen niet naar mijn winkeltje meetronen.’

Emily lachte verontschuldigend.

‘Het is een prachtige winkel. Je hebt er een droom van gemaakt. Ik ben er trots op als ze jou daar kunnen zien,’ zei Nan.

Ze zei er niet bij dat haar hoop om van Maple Gardens weg te komen niet gevestigd was op de Aidan Lynches, de Bille Dunnes of de Jack Foleys. Ze had haar zinnen op iets veel hogers gezet.

‘Jammer dat je niet naar de borrel gaat,’ zei Eve tegen Kit.

‘Ach, ik ben niet goed in zulke dingen. Ik zou steeds over mijn woorden struikelen. Ik ben nooit een ster geweest in sociale aangelegenheden.’

‘De ouders van Aidan Lynch komen ook. Dan kun je over hem praten!’

‘Eve, kind, laat me met rust. Ik ben een miljoen keer liever hier. Ann Hayes en ik gaan naar de film. Dat past beter bij ons dan borrelen met dokters op Ailesbury Road.’

‘Het is niet Ailesbury Road,’ zei Eve verdedigend.

‘Ver zit ik er niet naast.’ Haar gezicht werd zachter. ‘Dat ik gevraagd ben, is me meer dan genoeg. Heb je het bed voor Benny al opgemaakt?’

‘Ja. We zullen geen lawaai maken. Je kunt rustig doorslapen.’

‘Ik ben anders al snel wakker. Ik slaap zo licht. Misschien kunnen jullie me over het feest komen vertellen. Die kleren staan je prachtig. Ik heb nog nooit zoiets gezien.’

De avond tevoren hadden ze generale repetitie gehouden met het damestasje dat ze van mevrouw Hayes hadden geleend en met de blouse uit Kits klerenkast, die net zo lang gestoomd en gestreken was tot hij er als nieuw uitzag. Maar Kit had nu ook nog een cadeautje voor Eve. Scharlakenrode oorbellen die precies bij haar rok pasten.

‘Nee, niet doen. Je moet geen cadeautjes voor me kopen,’ stotterde Eve. Iets in het gezicht van Kit bracht Eve op de gedachte dat Frank Hegarty zich nu ook in het pak zou hebben gestoken, als de dingen anders waren gelopen.

‘Heel, heel erg bedankt,’ zei ze.

‘Wat ben je mooi. Echt oogverblindend.’

‘Volgens mij lijk ik een beetje op een vogel,’ zei Eve in ernst. ‘Een verdwaasde merel met zijn kop een beetje schuin, die ieder moment naar dingen kan gaan pikken.’

Kit moest erg lachten. ‘Toch meen ik het, echt waar,’ zei ze. ‘Je bent heel aantrekkelijk. Weliswaar zo gek als een deur, maar met een beetje geluk merken ze dat niet.’

De jurk van Benny zat verpakt in een doos met vloeipapier. Hij was thuis erg in de smaak gevallen. Het was even een spannend moment toen Patsy grinnikend zei dat ze hoopte dat niemand Benny’s vestje zou pikken. De Hogans hadden elkaar verschrikt aangekeken.

‘Waarom zou er zoiets gebeuren?’

Benny had Patsy dreigend aangekeken, zodat ze verward naar haar gasfornuis terugsnelde.

‘Wat zou ik graag willen zien hoe jullie er vanavond allemaal bij lopen,’ zei Benny’s moeder. ‘Jij en Eve en al jullie vrienden.’

‘Ja, u had natuurlijk naar de borrel van dokter Foley kunnen gaan. Jullie waren tenslotte uitgenodigd.’

Benny voelde zich een hypocriet. Ze had het vreselijk gevonden als ze waren gegaan.

‘Ja, dat was erg aardig van ze,’ zei Eddie Hogan. ‘Om zo onze gastvrijheid voor die jongen terug te betalen.’

Benny rilde van schaamte. Wat waren ze toch provinciaals en ouderwets vergeleken bij mensen uit Dublin. Toen welde er een golf van schuldgevoel op en voelde ze dat ze haar ouders moest verdedigen. Waarom zouden ze zich hetzelfde moeten gedragen als mensen die geregeld cocktailparty’s bezoeken?

‘Je komt ’s morgens terug met de bus, he?’ zei haar moeder hoopvol.

‘Misschien iets later. Als ik toch in Dublin ben, kan ik misschien met de meisjes afspreken om te gaan koffiedrinken of lunchen.’

‘Maar bel je dan?’ zei haar vader.

Natuurlijk bel ik.’ Ze had verschrikkelijke zin om weg te gaan. ‘Morgenochtend.’

‘Je hebt het vast naar je zin in Dublin.’ Haar vader zei het zo weifelend alsof ze naar de achterkant van de maan ging.

‘Ik ga er toch iedere dag heen, vader?’

‘Maar niet iedere avond.’

‘Ik ben veilig bij mevrouw Hegarty, dat weet u toch.’ Lieten ze haar nu maar weggaan.

‘Ik hoop dat je van elke minuut zult genieten,’ zei haar moeder.

‘Ik moet nu echt de bus nemen, moeder. Ik wil me niet hoeven haasten, niet terwijl ik dit pak bij me heb.’

Ze stonden op de stoep voor het huis – moeder, vader, Patsy en Shep. Als Shep een klein beetje meer had begrepen, had hij zijn staart opgetild en gezwaaid. Dat had hij zeker gedaan.

‘Veel plezier op het bal, Benny,’ riep dokter Johnson haar na.

Clodagh die bezig was de inmiddels veelbesproken etalageruiten te zemen, maakte weidse gebaren om aan te geven dat ze vanavond haar vest af diende te rukken en zoveel mogelijk boezem moest tonen.

Aan de overkant van de straat keek Fonsie belangstellend toe.

‘Hé, lekker stuk,’ riep hij.

‘Ja, het grootste stuk van Knockglen,’ stemde Benny in.

‘Zet ’m op, groot stuk,’ zei Fonsie bemoedigend.

Buiten Hogan’s Herenmode stond Sean Walsh de koperen naamplaat te poetsen.

‘Is de grote avond aangebroken?’ zei hij met een trage glimlach.

Denk aan het advies van Nan. Het doet nooit kwaad om aardig te zijn. Het doet zelfs vaak goed. Benny glimlachte terug. ‘Dat klopt, Sean,’ zei ze.

‘Ik heb je ouders ervan geprobeerd te overtuigen dat ik ze naar die receptie kon brengen waar ze voor waren uitgenodigd.’

‘Het is geen receptie. Gewoon een paar drankjes bij dokter Foley thuis’.

‘Dat bedoel ik. Je vader heeft me de uitnodiging laten zien. Voor mij was het geen enkele moeite om ze erheen te rijden.’

‘Maar dat wilden ze niet?’ Ze merkte dat haar stem oversloeg.

‘Ach, ze hoeven alleen maar de hoorn van de telefoon te nemen en door te geven dat ze toch komen. Ik heb meer dan eens gezegd dat ze het zichzelf moeten gunnen om zo nu en dan eens uit te gaan.’

‘Heb je dat echt gezegd?’

‘Ja. Ik zei, toch geen geschikter moment dan de avond van Benny’s grote bal?’

‘Jammer dat ze geen zin hadden.’

‘De dag is nog jong,’ zei Sean Walsh en hij ging de winkel weer in.

Dat zei hij alleen maar om haar te pesten. Hij moest in de gaten hebben hoe vreselijk ze het zou vinden als haar ouders bij zoiets aanwezig zouden zijn. Ze voelde zich een beetje duizelig en leunde even tegen de muur bij Birdie Mac.

Birdie klopte op het raam en Benny zag haar mond bewegen.

God, dacht Benny, net wat ik nodig heb. Ze gaat me natuurlijk chocolade of zoiets geven, voor de energie.

‘Hallo, mevrouw Mac.’ Ze probeerde doortastend te klinken. Ze moest proberen helder te blijven denken. Haar ouders hadden net afscheid van haar genomen. Ze waren niet van plan om naar Dublin te gaan, want anders waren ze al een week van tevoren aan allerlei voorbereidingen begonnen.

Birdie stond nu in de deur. ‘Benny, je moeder belde me net. Ze wil dat ik haar vanochtend bij haar thuis kom permanenten. Ik heb vergeten te vragen of ze een droogkap heeft.’

Birdie Mac keek bezorgd naar Benny.

‘Gaat het wel goed met je, meisje? Je ziet zo bleek.’

‘Permanenten zei u?’

‘Ja, voor mij is het geen probleem. Ik ga nu even langs en doe haar de krulspelden in en dan kom ik later terug om het uit te borstelen. Maar ik moet natuurlijk wel weten of ze een droogkap heeft.’

‘Ze heeft een droogkap.’ Benny sprak als een robot.

Ze liep door naar het plein zonder dat ze er erg in had. Ze schrok wakker bij de bushalte.

‘Nou Benny, stap je nog in? Of moet ik je er speciaal voor uitnodigen?’

‘Sorry, Mikey. Ga je al weg? Ik had het niet door.’

‘Doet u vooral kalm aan, mevrouw. We hebben de tijd aan onszelf, al wordt het midden in de nacht. Daar adverteren we ook mee. Nooit de passagier opjagen, dat is ons motto.’

Het kon niet waar zijn dat ze naar Dublin gingen, naar de Foleys. Niet vanavond.

Rosemary was niet bij het geschiedeniscollege.

‘Ze is naar de kapper,’ zei Deirdre, een druk en bemoeiziek meisje dat alles wist. ‘Waarschijnlijk gaat ze vanavond helemaal opgedirkt naar het grote bal. Ze gaan eerst allemaal wat drinken bij Jack Foley thuis. Stel je voor, bij hem thuis.’

‘Ik weet er alles van,’ zei Benny afwezig. ‘Ik ga ook.’

‘Wat?’

‘Ik ga ook.’ De onaangename verrassing van het meisje was niet erg complimenteus.

‘Nou, nou,’ zei Deirdre.

‘Niemand neemt iemand mee. Iedereen betaalt voor zichzelf.’ Ze was vastbesloten om Rosemary op de een of andere manier naar beneden te halen, zo ver als ze kon.

‘Om daarbij te horen. Hemeltjelief.’ Deirdre nam Benny van onder tot boven op.

‘Ja, dat wordt leuk.’ Benny wist dat er een grimmige, wanhopige blik op haar gezicht lag.

Afgezien van de angsten die ze al had, was er nu de vrees dat haar ouders er zouden zijn. Onhandig en paniekerig en bovenal diep geschokt door de hoeveelheid boezem die ze zou laten zien. De mogelijkheid bestond zelfs dat ze zouden eisen dat ze zich ging fatsoeneren. Bij die gedachte brak Benny het koude zweet uit.

‘Het heeft er zeker mee te maken dat je bevriend bent met Nan Mahon,’ zei Deirdre na een tijdje.

‘Wat precies?’

‘Nou, dat je overal wordt uitgenodigd. Het is geweldig om zo’n vriendin te hebben’

Deirdre had schrandere varkensoogjes.

Benny keek haar een paar tellen met afschuw aan.

‘Ja, daar kies ik meestal mijn vrienden voor,’ zei ze.

Te laat dacht ze aan de waarschuwingen van moeder Francis tegen het gebruik van sarcasme.

‘Zo kun je dat aanpakken, ja,’ zei Deirdre en knikte ernstig.

De dag leek zo lang. Met Eve nam ze de trein van vijf uur naar Dunlaoghaire. Hij zat vol ambtenaren op weg naar huis. Op sommige stations stapten kinderen in schooluniform in. Benny en Eve stootten elkaar aan van puur plezier dat ze tot een andere wereld behoorden. Een wereld waarin ze met een grote, schitterende groep jongens en meisjes naar een dansfeest gingen.

Kit had boterhammen voor ze gemaakt.

‘Daar ben ik veel te opgewonden voor,’ protesteerde Eve.

‘Ik ben op dieet. Ik mag natuurlijk niet over de laatste hindernis struikelen,’ vond Benny.

Kit was onvermurwbaar. Ze wilde niet dat ze op het bal flauw zouden vallen. Trouwens, eten moest eerst verteerd worden voor het in vet werd omgezet en er was geen tijd meer om dat te laten gebeuren. Benny hoefde heus niet bang te zijn dat ze uit haar avondjurk zou barsten. Kit had de badkamer vanavond tot verboden terrein uitgeroepen voor haar huurders. Echt nodig was dat volgens haar niet, want de meesten zagen toch niet in waarom ze daar uren zouden doorbrengen.

Kit had de koffie en boterhammen op een dienblad in hun kamer gezet. Ze leek te begrijpen dat die twee er behoefte aan hadden om samen wat te giechelen en elkaar moed in te praten.

Kit zou die avond ook voor het eten zorgen, zei ze. Eve mocht niet eens aan koken of opdienen denken.

Ze deden bij elkaar de ritssluitingen en knopen dicht. Ze lichtten elkaar bij voor de spiegel, zodat ze eyeliner en oogschaduw konden opbrengen. Ze adviseerden elkaar over de hoeveelheid lipstick die ze moesten gebruiken en Eve deed een hoop poeder op Benny’s borsten, die witter waren dan haar hals en armen.

‘Dat is waarschijnlijk bij iedereen zo. Alleen bij de meesten krijg je de kans niet om het te zien.’

Benny’s hand gleed naar haar decolleté.

‘Niet doen. Volgens Clodagh lijkt het zo net of je de aandacht erop wilt vestigen.’

‘Zij heeft makkelijk praten. Vooral als je zo’n kiel draagt als zij.’

‘Kom op. Zie je er dankzij haar niet geweldig uit?’

‘Meen je dat, Eve? Of sta ik voor schut?’ Benny zag er zo bezorgd en paniekerig uit dat Eve ervan schrok.

‘Kop op. We zijn allemaal een beetje zenuwachtig. Ik vind dat ik er uitzie als een enge roofvogel, maar als ik objectief probeer te zijn denk ik dat het waarschijnlijk wel meevalt.’

‘Natuurlijk valt het mee. Jij ziet er geweldig uit. Dat moet je weten. Kijk toch naar jezelf in de spiegel, in hemelsnaam. Jij bent zo tenger en sprankelend.’ Benny struikelde haast over haar woorden, zo vurig wenste ze haar kleine, bezorgde vriendin te overtuigen.

‘Jij moet net zo goed weten dat je er geweldig uitziet. Wat scheelt nog eraan? Wat bevalt je niet?’

‘Mijn borsten.’

‘Niet weer, he!’

‘Ik ben bang dat de mensen er iets van zullen denken.’

‘Die vinden het fantastisch...’

‘Nee, niet de mannen. Gewone mensen.’

‘Wat voor gewone mensen?’

‘De mensen die me daarvóór zien. Bij de borrel, begrijp je. Ze denken misschien dat ik een slet ben.’

‘Doe niet zo idioot.’

Kit riep onderaan de trap. ‘Kan ik komen kijken? Meneer Hayes komt jullie over tien minuten ophalen.’

‘Kom maar en probeer mijn vriendin enig verstand bij te brengen.’

Kit kwam boven en zette zich op het bed voor inspectie. Ze was vol lof. ‘Benny maakt zich zorgen over haar decolleté,’ zei Eve.

‘Daar lijkt me weinig reden voor. Laat de andere meisjes zich maar zorgen maken en jaloers op haar zijn.’ Kit zei het op zo’n manier dat er geen discussie meer mogelijk was.

‘Maar...’

‘Je bent hier niet in Knockglen. En je ouders zien je niet.’ Eve stopte plotseling. ‘Wat is er?’

‘Niets.’ Er scheen een vreemd licht in Benny’s ogen.

Eve en Kit wierpen elkaar een blik toe.

‘Mevrouw Hegarty, mag ik uw telefoon even gebruiken?’

Natuurlijk,’ zei Kit. ‘Het is wel een toestel waar je munten in moet doen.

Benny pakte haar handtasje en rende naar beneden.

Eve en Kit keken elkaar verbaasd aan.

‘Wat krijgen we nou?’

‘Ik heb geen idee,’ zei Eve. ‘Het heeft iets te maken met Knockglen. Ze belt naar huis. Daar durf ik om te wedden.’

‘Hallo Patsy, met Benny.’

‘O, ben je nog niet op het bal?’

‘We gaan bijna weg. Is moeder daar, of vader?’

‘Nee, die zijn weg, Benny.’

‘Ze zijn wat?’

‘Ze zijn weg. Om zes uur zijn ze vertrokken.’

‘Waar zijn ze naartoe?’

‘Dat hebben ze mij niet verteld,’ zei Patsy.

‘Dat moet. Ze zeggen altijd waar ze heen gaan.’

‘Nou, dit keer niet. Waar moet je ze over spreken?’

‘Luister, hadden ze zich mooi aangekleed?’

‘Hoe bedoel je?’

‘Wat hadden ze aan, Patsy? Alsjeblieft.’

‘Mijn hemel, Benny, ik let er nooit op wat mensen aanhebben. Ze hadden iets warms aan, dacht ik.’ Patsy deed haar best.

‘Zijn ze naar Dublin, denk je?’

‘Vast niet. Dat zouden ze gezegd hebben.’

‘Heeft Sean Walsh ze afgehaald?’

‘Ik weet het niet. Ik was in de bijkeuken.’

‘Je moet toch iets hebben gezien.’ Benny klonk uiterst ongeduldig. Patsy was in haar wiek geschoten.

‘Ik had een heleboel gezien als ik van tevoren wist dat je me aan een kruisverhoor zou onderwerpen,’ zei ze beledigd.

‘Het spijt me.’

‘Het is al goed,’ zei Patsy, maar ze meende het niet.

‘Ik zie je morgen en dan vertel ik alles.’

‘Leuk.’

‘Als ze terugkomen’

‘Lieve hemel, Benny, ik hoop maar dat ze terugkomen.’

‘Als ze terugkomen, zeg dan dat ik heb gebeld om ze voor alles te bedanken, voor de mooie jurk en zo.’

‘Goed, Benny. Ik zal zeggen dat je gebeld hebt.’

Benny bleef een paar tellen in de hal staan om op adem te komen. Ze wilde Eve hier niet mee belasten. Ze zou haar schouders naar achteren trekken en haar borsten vooruit steken. Ze ging gewoon naar het feest. Als haar ouders opdoken zou ze zeggen dat ze het vest had verloren. Dat het was weggewaaid toen ze het uitpakte. Ze zou vrolijk zijn en grapjes maken en plezier hebben. Zelfs als haar ouders gênante dingen zouden zeggen tegen iemand als Rosemary, als ze onbehouwen opmerkingen maakten over gastvrijheid die werd terugbetaald, dan nog zou ze het hoofd niet laten zakken. Niemand zou te weten komen dat onder de stalen beugels die haar borsten ondersteunden een loodzwaar hart schuilging vol nerveuze en onbestemde gevoelens.

De bel ging en ze deed open. Er stond een man met een hoed op en een overjas aan voor de deur.

‘Ik ben Johnny Hayes en kom twee dames afhalen voor Donnybrook,’ zei hij. Hij keek goedkeurend naar de omvang van haar borsten en voegde daaraan toe ‘of zal ik jou in je eentje de auto inslepen, dan maken we een ritje in de bergen, lekker brok.’

Nu het eenmaal begonnen was, kreeg Lilly Foley er steeds meer plezier in. Jack had gelijk. Het was inderdaad hoog tijd geweest dat ze een borrel gaven en dit was een ideale gelegenheid. De buren bewonderden met graagte de jongelui die naar het bal gingen. Het huis vulde zich met jongemannen in smoking en meisjes in lange, zwierige jurken en toch had het gezelschap niets pretentieus. Deze grote huizen waren speciaal op dit soort gelegenheden gebouwd, zei Lilly Foley tegen zichzelf. Maar ze zei dat niet tegen haar echtgenoot of zoons. Die hadden de neiging de draak te steken met haar gedachten. Dus als Lilly Foley graag auto’s op hun oprijlaan zag stoppen en graag lange jurken de trap naar de voordeur op hoorde ruisen, dan hield ze dat pleziertje voor zichzelf.

Een van de eersten was Sheila, een studiegenote van Jack. Door de telefoon had ze op Lilly een degelijke indruk gemaakt. Ze wilde nog wat aantekeningen met Jack doornemen. Nu ze er was, bleek het een aantrekkelijk meisje in een geel met zwarte jurk, dat volgens Lilly te veel haar best deed om indruk te maken. Ze was druk doende om uit te leggen dat ze een oom had die rechter was en een neef die advocaat was, zodat ze welbeschouwd voor jurist in de wieg was gelegd. Vlak na haar arriveerden Sean en Carmel, een jong stel dat geanimeerd met elkaar en verder met niemand sprak. Lilly was blij om Bill Dunne te zien... een voorkomende en laconieke jongeman. Hij vormde een aardige tegenhanger van Aidan Lynch, wiens grappen ze nooit begreep en wiens ouders allebei een stem als een misthoorn hadden.

Trots keek ze naar Jack, die er in zijn gehuurde smoking buitengewoon knap uitzag en die de gasten verwelkomde met een ontspannen glimlach. Dan sloeg hij zijn arm om dit en dan weer om dat meisje. Je moest een betere speurneus zijn dan Lilly Foley zichzelf beschouwde om erachter te komen welk meisje hij het leukst vond. Het heel knappe, maar overdadig opgemaakte meisje Rosemary gunde Lilly slechts een korte blik voor ze zich met al haar charmes op dokter Foley stortte.

Aengus zag er bijzonder overtuigend uit als kelner. Hij stond beneden aan de trap, met beslagen brillenglazen en een prachtige, gespikkelde vlinderdas. Hij voelde zich het middelpunt van de belangstelling. Iedereen moest hem bij binnenkomst wel opmerken, omdat hij hun jassen aannam.

Tot nu toe waren het allemaal onbekenden. Met enige opluchting zag hij Aidan Lynch, een schoolvriend van Jack.

‘Goedenavond,’ zei Aidan stijfjes. ‘Bent u van een cateringbedrijf? Ik kan me niet herinneren dat ik u eerder heb gezien in de horeca van Dublin.’

‘Ik ben Aengus,’ zei Aengus, in zijn nopjes dat hij niet herkend was.

‘Heel vriendelijk dat ik u bij uw voornaam mag noemen. Ik ben Aidan Lynch. Mijn ouders zijn al naar de zitkamer en worden, denk ik, van een drankje voorzien door dokter Foley. Kan ik hier mijn bestelling opgeven... eh, Aengus, was het toch?’

‘Aidan, ik ben het. Aengus. De broer van Jack.’ Hij lachte triomfantelijk.

‘Aengus. Nu zie ik het pas. Onherkenbaar!’ zei Aidan en greep vertwijfeld naar zijn voorhoofd.

‘Er is droge sherry, zoete sherry, bier en jus d’orange,’ zei Aengus.

‘Grote genade,’ Aidan verzonk in gepeins.

‘Maar één drankje tegelijk.’

‘Ach, wat een teleurstelling. Ik wilde net vragen of ik ze allemaal samen in een groot glas kon krijgen met een toefje slagroom erop,’ zei hij bedroefd.

‘Omdat je een vriend van Jack bent, zal ik vragen of dat kan...’ Aengus stond op het punt om naar de keuken te gaan waar de drank stond.

‘Kom terug, idioot. Zeg, heb je al een mooi, klein, donker meisje naar binnen zien gaan?’

‘Ja, die is binnen. Ze is met een of andere kerel. Ze zit steeds aan zijn oor te likken en uit zijn glas te drinken.’

Aidan duwde hem opzij en snelde de zitkamer in. Hoe kon Eve zich zo gedragen? Misschien had zij ook alle drankjes door elkaar gehad. Hij zag haar nergens. Zijn ogen vlogen de grote, sfeervol verlichte kamer rond. Voor het raam stond een enorme kerstboom. Hij zag volop bekende gezichten, maar geen Eve.

Hij ging terug naar Aengus. ‘Waar is ze dan? Zeg op.’

‘Wie?’ zei Aengus nerveus.

‘Dat mooie donkere meisje.’

‘Die steeds aan de oren van die kerel zit te lebberen?’

‘Ja, ja.’ Aidan was geprikkeld.

Aengus liep naar de deur. ‘Daar!’ Hij wees naar Carmel en Sean, die zoals gewoonlijk erg dicht bij elkaar stonden.

Aidan slaakte een zucht van verlichting. Carmel en Sean zagen hem en zwaaiden. ‘Je ziet er prachtig uit, Carmel,’ zei Aidan. ‘Laat meteen deze man in de steek. Ik bied je een beter leven. Ik heb al zo vaak over je gedroomd. Kom en maak mijn dromen werkelijkheid!’

Carmel toonde de glimlach van een zelfbewuste, volwassen vrouw-van-de-wereld en klopte op zijn hand.

Op datzelfde moment hoor Aidan de stem van Eve achter zich.

‘Hé, dag Aidan. Daar ben je. Met je mond vol tanden natuurlijk en sprakeloos als altijd.’

Hij draaide zich om, om haar te kunnen zien. Ze was zo mooi dat hij even moest slikken en een paar seconden letterlijk niet in staat was een woord uit te brengen.

‘Je ziet er fantastisch uit,’ zei hij eenvoudig en oprecht.

Nan had Eve op het hart gedrukt om niet te zeggen dat ze de rode rok geleend had. Neem complimentjes altijd in dank aan, had Nan gezegd. Waarom zou je een pluim niet op je hoed steken?

Eve had nooit anders dan in grapjes met Aidan gesproken, maar zijn bewondering van nu was ondubbelzinnig.

‘Dank je,’ zei ze ingetogen.

Toen kwamen ze weer bij hun positieven en praatten met elkaar zoals ze gewoon waren.

‘Je komt gelukkig net op het goede moment binnen, want Carmel deed me allerlei oneerbare voorstellen. Nogal pijnlijk, zo recht voor de neus van Sean, maar wat kon ik doen?’ Aidan keek haar hulpeloos aan.

‘Daar zul je je hele leven wel last van houden. Het zal wel iets lichamelijks zijn, net zoals beesten op elkaars stank afkomen. Het kan onmogelijk met je intellect te maken hebben.’

Eve lachte een gelukkige lach en liet zich de bewonderende blikken van Bill Dunne welgevallen.

‘Je ziet er prachtig uit,’ zei Bill Dunne tegen haar. ‘Waarom heb je niet altijd zulke kleren aan?’

‘Dat wilde ik jou ook net vragen.’ Ze lachte hem toe.

Bill trok zijn stropdas recht en grinnikte dom. Aidan leek van zijn stuk gebracht. Hij sprak gehaast tegen Jack, die naast hem stond.

‘Ik weet niet of dit nou wel zo’n goed idee was.’

‘Wat?’ Jack keek naar het glas bier in Aidans hand. ‘Lust je het niet?’

‘Nee, ik bedoel alle meisjes vragen. We dachten dat we ze dan allemaal onder controle hadden, maar misschien raken we ze juist allemaal kwijt.’

‘Jack?’ Aengus kwam zorgelijk kijkend op zijn broer af.

‘Aha, daar hebben we de loopjongen,’ zei Aidan boosaardig. Hij zou Aengus nooit vergeven dat hij hem aan het begin van de avond zo in verwarring had gebracht.

‘Jack? Zal ik al met de worstjes rondgaan? Mama wil weten of iedereen er is.’

‘Nan ontbreekt nog. Wacht maar even.’

‘Alle anderen zijn er toch wel, of niet?’ Aidan keek de kamer rond. Het beviel hem niets dat Bill Dunne met Eve stond te lachen. Hij vond het evenmin prettig dat de oudere mensen aan de andere kant van de kamer zijn ouders zo enorm hard lieten lachen.

‘Ik dacht het wel. Kijk, daar heb je Nan ook.’

Nan Mahon stond volkomen op haar gemak in de deuropening, alsof ze elke avond van haar leven dit soort feestjes bezocht. Ze droeg een prachtig citroengeel pakje, de rok van golvende zijde en daarboven een strapless topje bezet met duizenden kleine pareltjes op een citroengele tafzijden ondergrond. Haar blote schouders kwamen sierlijk boven het topje uit. Haar enorme bos goudblonde krullen had ze met een speld opgestoken en eveneens versierd met kleine pareltjes. Haar huid zag eruit alsof ze nog nooit een pukkeltje of oneffenheidje had gehad.

Jack ging haar begroeten en trok haar mee naar zijn ouders.

‘Is dat z’n minnares, denk je?’ vroeg Aengus hoopvol aan Aidan Lynch. Aidan wilde zo nu en dan wel eens uit de school klappen.

Dat zat er ditmaal niet in.

‘Het is verregaand dom en onverstandig, jongeman, om over minnaressen te praten tegen een man die een katholieke opvoeding heeft genoten en weet dat zulke zaken bestendigd dienen te worden door de heilige verbintenis van het huwelijk.’

‘Ik bedoel zoals in de film...’ verdedigde Aengus zich.

‘Je weet niet waar je over praat. Je verstand is één chaotische slangenkuil. Ga maar snel de worstjes halen nu je tenminste nog in het bezit bent van een paar levende hersencellen,’ beval Aidan.

‘Ze zijn er nog niet allemaal,’ zei Aengus opstandig.

‘Jawel hoor, iedereen is er.’

‘Nee, er zit nog iemand op het toilet. Daar zit ze al vanaf het moment dat ze binnenkwam.’

‘Die is waarschijnlijk uit het raampje geklommen en er vandoor gegaan,’ zei Aidan. ‘Ga de worstjes halen of ik trek je kop eraf.’

Het ging ook allemaal veel te goed, dacht Aengus. Zijn vlinderdas, al die aandacht en de mensen die hem bedankten. Nu praatte Aidan Lynch tegen hem zoals ze op school ook altijd deden.

Chagrijnig ging hij naar de keuken om de hapjes te halen. In de hal stond een groot meisje zich zonder veel plezier in de spiegel te bekijken. ‘Hallo,’ zei hij.

‘Hallo,’ antwoordde ze. ‘Ben ik de laatste?’

‘Ik denk het. Ben jij Nan?’

‘Nee, die hoorde ik net naar binnen gaan.’

‘Ze zeiden dat ik pas met de hapjes rond mocht gaan als Nan er was. Dat was de enige nog die ontbrak.’

‘Nou, dan denk ik dat ze mij vergeten waren,’ zei ze.

‘Dat moet dan wel,’ antwoordde hij troostrijk.

‘Ben jij de broer van Jack?’

‘Ja, ik ben Aengus Foley.’

‘Aangenaam. Ik ben Benny Hogan.’

‘Hou je van worstjes?’

‘Ja, hoezo?’

‘Ik ga ze nu halen. Ik dacht dat je er misschien wel een paar zou lusten voor je naar binnengaat, als een soort bodem.’

‘Dank je, maar liever niet. Ik ben bang dat ik uit mijn jurk barst.’

‘Voor een groot deel barst je er al uit,’ zei Aengus, op haar borsten wijzend.

‘Mijn god,’ steunde Benny.

‘Dus kun je net zo goed een paar worstjes nemen,’ zei hij blijmoedig.

‘Ik kan het beste maar naar binnen gaan,’ zei ze.

Ze rechtte haar rug en probeerde de jongen te vergeten die dacht dat haar jurk opengescheurd was. Ze trok haar schouders naar achteren om, zoals ze Clodagh had beloofd, als een waar slagschip haar entree in de zitkamer te maken.

Bill Dunne en John O’Brien zagen haar het eerst.

‘Lieve hemel, is dat Big Ben? Ze ziet er fantastisch uit,’ zei Bill achter zijn hand.

‘Dat noem ik nog eens een bos hout voor de deur hebben,’ zei John O’Brien.

‘Waarom een bos hout?’ vroeg Bill, die altijd om tekst en uitleg vroeg. ‘Dat is een uitdrukking.’ John O’Brien keek nog steeds naar Benny. ‘Ze mag er best wezen, of niet soms?’

Benny zag hen niet. Haar ogen zochten de kamer af om te zien of haar ouders ergens in deze vrolijke, zelfverzekerde menigte waren – onhandig en slecht op hun gemak, of nog erger, aan het uitweiden over zaken die alleen in Knockglen interessant waren. Maar het ergste zou zijn als ze een scène maakten om haar jurk.

Voor zover ze kon zien, waren ze nergens te bekennen. Ze gluurde, draaide zich in allerlei bochten en keek over de hoofden van mensen heen om te zien of ze zich misschien hadden verstopt in dat groepje oudere mensen, waar een man met een luide lach het hoogste woord voerde.

Nee, ze waren er absoluut niet.

Ze had een Morris Cowley zien wegrijden net op het moment dat Eve en zij arriveerden. Er had één persoon in de auto gezeten. Het was te donker om het gezicht van de bestuurder en het kenteken te zien. Het had hun auto kunnen zijn. Daar was ze van in paniek geraakt. Ze had tegen Eve gefluisterd dat ze maar alleen naar binnen moest gaan en was de wc ingevlucht.

‘Ik wacht op je,’ had Eve gezegd, in de veronderstelling dat ze gewoon even naar het toilet moest.

‘Als je dat doet, dan vermoord ik je waar iedereen bij is. Door al het bloed krijg je een blouse van dezelfde kleur als je jurk.’

‘Ik heb aan een half woord genoeg, hoor. Ik ga wel zonder je naar binnen,’ had Eve geantwoord.

Een kwartier lang was Benny op de wc gebleven.

Verschillende keren was er aan de deurklink gerammeld omdat er een meisje naar binnen wilde om zich wat op te knappen. Maar er hing in de garderobe ook een spiegel en daar moesten ze het dan maar mee doen.

Uiteindelijk hoorde ze geen geluiden van binnenkomende gasten meer en kwam tevoorschijn.

Ze voelde zich belachelijk en een donkere blos van woede verspreidde zich over haar gezicht. Sean Walsh had haar in de maling genomen door haar te laten denken dat de avond verpest zou worden. Ze voelde zich razend omdat die arme Patsy er niet achter was gekomen waar haar ouders heen waren. Maar ze voelde vooral een overweldigend gevoel van ergernis tegenover zichzelf.

Nu ze er zeker van was dat haar ouders niet in de kamer waren, kon ze zich afvragen wat er nu zo erg aan was als ze wel waren gekomen.

Langzaam werd ze weer normaal en met een schok drong het tot haar door dat ze in het middelpunt van ieders belangstelling stond.

‘Wat zie jij er buitengewoon chique uit.’ Rosemary deed niet eens moeite om haar verrassing te verbergen.

‘Dank je, Rosemary.’

‘Waar heb je dat vandaan?’

‘Knockglen.’ zei Benny kort. Ze wilde Eves blik een moment vangen om te laten zien dat alles weer goed was. Maar Eve stond met de rug naar haar toe.

Voor ze haar kon aanschieten, had ze alweer een paar complimentjes te pakken. Voor zover ze het kon beoordelen was het allemaal gemeend. Maar die openlijk getoonde verbazing was minder vleiend.

Toch bracht het haar in een lichte roes.

Ze pakte Eve bij de schouder.

‘Ik ben er weer,’ zei ze met een brede grijns.

Eve keerde zich van het groepje af. ‘Is het weer toegestaan om met je te praten of ben je nog steeds van plan om me in kleine stukjes te snijden?’

‘Dat is weer over.’

Eve begon te fluisteren. ‘Luister...’

‘Wat is er dan?’

‘Iedereen in de kamer kijkt naar ons tweeën. We zijn net een Assepoestersprookje dat uitkomt.’

Benny durfde niet te kijken.

‘Ik meen het,’ zei Eve. Van sekspoezen als Rosemary en Sheila en zelfs Nan wordt gewoon verwacht dat ze er grandioos uitzien op zo’n avond. Jij en ik zijn de grote verrassing. We gaan de benen uit onze kont dansen. Heb je me gehoord?’

‘Eve, wat zou de Verstandige Vrouw nu doen?’

‘In jouw geval zou de Verstandige Vrouw een drankje bestellen en in haar ene hand het glas en in haar andere hand haar tasje vasthouden. Op die manier kun je niet steeds proberen om je boezem te verbergen.’

‘Noem het niet steeds “boezem”,’ smeekte Benny.

‘Zuster Imelda noemde het altijd de krop. Je weet wel, zoals bij een duif. “Let op dat je krop goed bedekt is, Eve.” Alsof er bij mij wat te bedekken viel.’

‘Alsof iemand zich iets van haar aantrok.’

Nan kwam aanlopen en nam hen beiden bij een arm. Voor Nan was het niets bijzonders om aanbeden te worden en ze leek absoluut niet verbaasd dat haar vriendinnen nu ook uit hun schulp waren gekropen. Ze gedroeg zich alsof ze niet anders had verwacht dan dat haar vriendinnen er ravissant uitzagen.

Je kon haar bijna horen spinnen.

‘Dames, wij hebben die akelige Rosemary’s en Sheila’s opgerold en ingepakt.’

Ze lachten allemaal vrolijk, maar Benny was nog gelukkiger geweest als de knappe jonge gastheer Jack Foley, die samen met zijn broertje borden ronddeelde, enige blijk had gegeven dat hij haar aanwezigheid in de kamer had opgemerkt. Te oordelen naar de veelbetekenende blikken zag ze er met haar bijna niets verhullende decolleté zeer aantrekkelijk uit.

Het laatste autoportier werd dichtgeslagen en de jongelui gingen op weg. John en Lilly Foley stonden bovenaan de trap en zwaaiden iedereen uit. Binnen was nog een levendige borrel gaande met hun eigen vrienden en de ouders van Aidan Lynch. Lilly wist dat ze er goed uitzag. Ze had er veel tijd aan besteed om precies de juiste avondjurk te vinden. Veel glitter, maar niet te. Ze was elegant, maar niet alsof ze met de jongelui mee naar het bal ging. De jurk was van lila stof en ze droeg oorringen die er goed bijpasten. Haar voeten deden pijn in de nieuwe schoenen, maar dat zou niemand te weten komen. Zeker de lange, knappe man die naast haar stond niet.

‘Dat was leuk, hè? Je bent een geweldige gastheer.’ Ze lachte naar haar man en complimenteerde hem alsof hij het was die de borrel had georganiseerd.

‘Je bent geweldig, Lilly,’ zei hij. Hij kuste haar op het voorhoofd en legde zijn arm om haar schouders toen ze weer naar binnen gingen naar de gasten.

Het was het werk waard geweest, alleen hierom al.

Het damestoilet was vol opgewonden meisjes die hun haar kamden en hun lippen op allerlei vreemde manieren aan het tuiten waren om er lipstick op te kunnen smeren. Twee vrouwen achter een toonbank namen de jassen in ontvangst en gaven er roze garderobebonnetjes voor terug, die de meisjes in hun tasje stopten.

Er hing een geur van parfum en poeder, vermengd met een beetje angstzweet.

Nan was als eerste klaar, zich niet bewust van de lichtelijk jaloerse blikken van de anderen. Opeens leek het alsof hun jurken op een achternamiddag in elkaar waren geflanst. Ze voelden de vetrolletjes door de stof heen bollen. Hoe kon het haar van Nan zo perfect in vorm blijven zonder dat ze er bussen lak op had gespoten? Waarom hoefde ze geen crème op haar kin te smeren om pukkeltjes weg te werken?

‘Ik ga alvast wat rondkijken tot jullie klaar zijn,’ zei ze tegen Benny en Eve. ‘Dan gaan we even naar de winkel om mijn moeder gedag te zeggen.’

Ze verdween gracieus in een zee van andere meisjes, die druk de trap op en af hobbelden. Zij zag er heel rustig uit.

Nan ging de hotelbar binnen en lachte vriendelijk in het rond alsof ze er met iemand had afgesproken.

Het was een ruimte met donkere eikenhouten panelen en roodpluchen banken. Aan de bar stond een groot aantal mannen te praten. De drankjes waren hier heel wat duurder dan in een gewone kroeg in Dublin. Dit was een bar voor de rijken.

Je kon er rijke boeren tegenkomen die in Dublin volbloed paarden kwamen kopen of een stuk land. Er liepen effectenmakelaars rond, bankiers, bezoekers uit Engeland en mensen met adellijke titels. Het was niet het soort bar waar je zomaar om je aardige gezicht werd toegelaten.

Nu er een bal in het hotel werd gehouden, leek het heel aannemelijk dat er een meisje alleen binnenliep om haar partner te zoeken. Nan stond op een plek waar het licht goed op haar viel en keek om zich heen. Het duurde niet lang voor alle mannen haar zagen. Ze hoefde niemand in het bijzonder aan te kijken om te weten dat iedereen op de hoogte was van haar aanwezigheid en dat ze werd bewonderd – de koele, jonge vrouw met het goudblonde haar en de exclusieve jurk die zo zelfverzekerd in de deuropening stond.

Toen ze allemaal de tijd hadden gehad om haar te bekijken, draaide ze zich om en ging vol verrukking naar de foyer, waar Eve en Benny wachtten.

‘Waar was je?’ vroeg Eve.

‘Kijken of er leuke kerels in de bar zitten,’ antwoordde Nan.

‘Is er op het bal nog niet genoeg keuze? Mijn god, je bent onverzadigbaar, Nan Mahon.’

‘Laten we dat maar niet te hard tegen mijn moeder zeggen.’

Nan bracht ze naar de hotelwinkel, waar een leuke, maar nogal vermoeid ogende vrouw aan de kassa zat. Ze had net zulk prachtig haar als haar dochter, maar het was dof geworden. Ook had ze een lieve glimlach, maar die was verflauwd. Nan moest haar verblindend mooie trekken van haar vader hebben meegekregen, bedacht Eve. De vader waar Nan het bijna nooit over had.

Nan stelde hen voor en zij showden hun jurken. Emily Mahon merkte precies de juiste dingen op. Tegen Eve zei ze dat de scharlakenrode rok veel beter stond bij een donker iemand. Die opmerking trok eventjes alle kleur weg uit Nans gezicht. Tegen Benny zei ze dat je van kilometers afstand al kon zien dat ze prachtig, duur brokaat droeg en dat degene die de jurk had vermaakt een genie moest zijn. Ze bracht het enorme decolleté niet ter sprake, waar Benny erg blij om was. Als er nog iemand anders over begon, zou ze het vest tevoorschijn halen en aantrekken. ‘Hebben jullie een speciaal vriendje voor vanavond?’ vroeg Emily nieuwsgierig.

‘Er is een jongen, genaamd Aidan Lynch, die een oogje op Eve heeft,’ zei Benny trots en voegde er voor de goede orde aan toe ‘En iedereen valt op Nan.’

‘Ik denk dat jij Johnny O’Brien van je af zal moeten slaan,’ zei Nan tegen Benny. ‘Hij volgt je overal, alsof je een grote magneet bij je hebt.’ Benny wist maar al te goed welk deel van haar lichaam zo’n magnetische kracht uitoefende op Johnny O’Brien.

Emily was blij dat haar dochter zulke leuke vriendinnen had. Ze had bijna nooit iemand ontmoet van de mensen die Nan kende. Ze waren nooit voor toneelvoorstellingen of concerten op school uitgenodigd zoals andere ouders. Nan wilde absoluut niet dat haar vader iets afwist van schoolactiviteiten. Toen ze een kind was, leefde ze altijd in grote angst dat haar vader in beschonken toestand haar kloosterschool zou bezoeken. Voor Emily Mahon was het dan ook een belangrijk moment dat ze nu Eve en Benny ontmoette.

‘Ik wilde jullie wat parfum aanbieden uit een proefflesje, maar jullie ruiken al zo lekker,’ zei ze.

Ze vonden dat ze nog lang niet lekker genoeg roken. Ze wilden graag een vleugje van het een of ander proberen.

Ze bogen zich voorover naar Emily, die hen rijkelijk met Joy besprenkelde.

‘Het enige probleem is nu dat jullie allemaal hetzelfde ruiken,’ lachte ze. ‘De mannen kunnen jullie niet meer uit elkaar houden.’

‘Dat is prima,’ zei Nan instemmend. ‘Als groep maken we meer indruk op ze. Zo zullen ze ons nooit vergeten.’

Er kwam een klant de winkel binnen, die misschien geholpen wilde worden.

‘We kunnen beter gaan, Em. We willen natuurlijk niet dat je er om ons uitvliegt,’ zei Nan.

‘Het was een feest om jullie te zien. Veel plezier vanavond.’ Ze had ze maar wat graag bij zich gehouden.

‘Voor mij hoeft u zich niet te haasten,’ zei de man. ‘Ik kijk alleen maar even.’

Door die stem draaide Eve zich automatisch om.

Het was Simon Westward. Hij had haar niet gezien. Hij had alleen maar oog voor Nan.

Zoals gebruikelijk was Nan zich er niet van bewust dat iemand haar aanstaarde. Ze was blijkbaar opgegroeid met zulke bewonderende blikken, net als ik met het geluid van klokgelui, dacht Eve. Het werd een deel van je leven. Het viel niet meer op.

Simon begon wat in de winkel rond te snuffelen. Hij pakte hier en daar iets van de plank en keek naar de prijskaartjes.

Emily glimlachte naar hem. ‘U zegt het maar als ik u kan helpen. Ik sta hier gewoon even te babbelen...’

Haar onderdanigheid deed Nan licht fronsen.

‘Ga uw gang, hoor,’ mompelde hij en keek vervolgens Nan recht aan. ‘Hé, hallo,’ zei hij vriendelijk, ‘Zag ik je daarnet niet in de bar?’

‘Ja, ik was op zoek naar mijn vriendinnen.’ Ze straalde. ‘En ik heb ze gevonden.’ Ze wees met een groots gebaar naar Eve en Benny.

Beleefdheidshalve keek hij even van Nan opzij, in de richting die ze aanwees.

‘Daag,’ grijnsde Benny. Simon keek haar verbaasd aan. Hij had haar eerder gezien, maar waar? Een fors, markant meisje met een gezicht dat hij beslist kende.

Hij keek naar het kleinere, donkere meisje naast haar. Dat was zijn nichtje Eve!

‘Nee maar, goeienavond,’ zei ze een beetje bars. Ze had het gevoel dat zij in het voordeel was. Ze had hem al eerder herkend en toegekeken hoe hij naar haar vriendin lonkte.

‘Eve!’ Zijn glimlach straalde warmte uit. Maar het leek geen onvergankelijke warmte.

Nu herinnerde hij zich ook wie Benny was. Zij was het meisje van Hogan.

‘Kleine wereld,’ zei Eve.

‘Gaan jullie allemaal naar een bal?’

‘Nee, bewaar me. Dit is ons wekelijkse vrijdagavondje uit. We kleden ons op de universiteit altijd zo, zie je. We zijn geen saaie studentes van Trinity College, die altijd maar in duffelse jassen rondschuifelen.’ Haar ogen twinkelden, wat enigszins de scherpte uit haar antwoord haalde. ‘Ik had jullie willen complimenteren vanwege jullie fraaie verschijning. Maar als dat iedere vrijdagavond zo is, dan heb ik heel wat van het uitgaansleven hier gemist.’

‘In het echt gaan we natuurlijk wel naar een bal,’ zei Benny.

‘Dank u, juffrouw Hogan.’ Hij kon zich haar voornaam niet herinneren. Hij hoopte dat zij hem aan Nan zou voorstellen, maar dat gebeurde niet.

‘Gaat u dit weekend Heather opzoeken,’ vroeg Eve.

‘Helaas niet, nee. Ik moet naar Engeland. Wat ben je geweldig aardig voor haar geweest.’

‘Ik vind het leuk om haar te zien. Ze heeft veel pit. En dat heeft ze ook wel nodig in dat mausoleum.’

‘Het is een van de beste...’

‘Natuurlijk, het is zo’n beetje de enige plek waar mensen als jullie haar heen kunnen sturen,’ verzekerde Eve hem. Maar ze suggereerde dat er veel meer plaatsen waren waar een kind heen kon, als Simon en zijn soortgenoten maar niet zo kortzichtig waren.

Simon liet opnieuw een korte stilte vallen, lang genoeg om aan het blonde meisje te worden voorgesteld. Maar er gebeurde niets.

Zelf stak ze haar hand niet uit om zich voor te stellen en hij wilde er niet om vragen.

‘Goed, ik ga weer verder met mijn inkopen. Dan laat ik jullie alleen om te gaan dansen. Veel plezier,’ zei hij.

‘Zoekt u iets speciaals?’ vroeg Emily zakelijk.

‘Ik heb een klein cadeautje nodig voor een dame in Hampshire.’ Al pratend keek hij naar Nan.

‘Iets typisch Iers?’ vroeg Emily.

‘Ja, maar niet te souvenirachtig.’

Nan speelde al een tijdje met een presse-papier van Iers marmer en legde hem nu nogal in het oog vallend terug op een plank.

Simon pakte het ding op.

‘Een leuk ding.’ Hij keek haar in de ogen.’ Ik denk dat dit een heel goed idee is. Dank je wel... ?’Hij eindigde zijn zin als een vraag, zodat ze nu haar naam had kunnen zeggen, als ze dat wilde.

‘Ja, dit is erg leuk,’ zei Emily. ‘Als u wilt kan ik hem in een klein doosje doen.’ Hij keek nog steeds naar Nan.

‘Heel graag,’ zei hij.

Aidan Lynch verscheen in de deuropening.

‘Ik weet dat ik de schrik ben van elk feest, maar bestaat er nog een kans dat jullie je bij ons aansluiten, dames? Niet dat het belangrijk is of zo. Alleen willen de mensen bij de ingang weten waar de rest van ons groepje is en die vraag wordt steeds moeilijker te beantwoorden.’

Hij keek van de een naar de ander.

Nan hakte de knoop door.

‘We zaten op een zijspoor,’ zei ze ter verklaring. ‘Kom op, Aidan, leid ons naar het bal.’

Ze pakte de twee anderen beet, als een kloek die haar kuikens verzamelt. Benny en Eve zeiden gedag en Nan glimlachte uit de deuropening. ‘Dag, Em. Tot ziens.’

Ze zei niet dat ze haar vanavond weer zou zien, of thuis. Simon bleef ze nakijken, zoals ze samen met Aidan Lynch naar de feestzaal liepen.

‘Wat een geweldig mooi meisje is dat,’ zei Simon.

Emily wendde ook haar blik naar de drie meisjes en de jongen die door het drukke hotel liepen.

‘Ja, beslist,’ zei Emily Mahon.

Ze zaten op het balkon aan een tafel voor zestien personen. Het dansen was al begonnen toen ze binnenkwamen. Meisjes van andere tafels keken op toen Jack Foley langsliep en er gingen mensen op hun tenen staan om te zien met welk meisje hij was.

Degenen die vooraf hadden geraden, kregen allemaal ongelijk. Hij kwam al babbelend met Sean en Carmel binnen.

De jongens aan de andere tafels bekeken de tafel van Jack Foley met afgunst, omdat daar Rosemary en Nan Mahon zaten. Dat was te veel voor één feestje. Schoonheden moesten een beetje verdeeld worden. Sommigen vroegen zich verwonderd af hoe dat eitje van een Aidan Lynch het toch altijd voor elkaar kreeg om er middenin te zitten en een paar jongens vroegen elkaar wie dat lange meisje was met dat geweldige decolleté.

Aan tafel nam Jack het plan de campagne nog eens door. Iedereen dronk een glas water uit de kan die op tafel stond. Zodra die leeg was zouden de acht jongens ieder de kwart liter gin die ze in hun zak hadden in de kan gooien. De rest van de avond zouden ze alleen frisdranken bestellen. Dan konden ze gin uit de kan bij de jus d’orange of de andere frisdranken gieten.

De hotelprijzen voor de drankjes kon niemand betalen. Dit was de slimste oplossing. Maar de essentie was dat de kan met het zogenaamde water niet werd weggehaald of, bijna nog erger, werd bijgevuld, waardoor de gin zou worden verdund. De tafel mocht nooit helemaal leeg zijn en aan de luimen van de obers worden overgelaten.

De bandleider deelde mee dat er nu een aantal calypso’s zou worden gespeeld.

Bill Dunne stond als eerste op en vroeg Rosemary ten dans. Zij was naast Jack gaan zitten, maar dat bleek de verkeerde plek. Te laat kwam ze erachter dat ze tegenover hem plaats had moeten nemen. Op die manier had hij haar blik niet kunnen ontlopen. Met een moeizame, geforceerde glimlach stond ze op en ging met Bill naar beneden om zich bij de dansers te voegen.

Johnny O’Brien vroeg Benny. Ze stond gretig op. Ze kon goed dansen. Moeder Francis had eens in de week een danslerares laten komen, die hen eerst de wals en de foxtrot had geleerd, maar later ook Latijns-Amerikaanse dansen. Benny glimlachte bij de gedachte dat de meisjes uit Knockglen waarschijnlijk ieder meisje uit Dublin zouden verslaan als het om de samba, de mambo of de cha cha cha ging.

Ze speelden ‘This Is My Island in the Sun’. Johnny bekeek Benny met schaamteloze bewondering.

‘Ik wist niet dat je zo’n lekkere...’ Hij stopte. ‘Lekkere wat?’ vroeg Benny meteen.

Johnny O’Brien krabbelde terug. ‘Lekker parfum,’ zei hij.

Het was ook een lekker parfum. De geur was bedwelmend en hing als een wolk om haar heen.

Natuurlijk had hij het parfum helemaal niet bedoeld. Hij had gelijk. Dat zag er ook lekker uit.

Aidan danste met Eve.

‘Dit is voor het eerst dat ik mijn armen om je heen kan doen zonder dat je me slaat met die knokige vuistjes,’ zei hij.

‘Geniet er maar van,’ zei Eve. ‘Je krijgt weer met deze knokige vuistjes te maken als je wilt dansen in de auto van je vader.’

‘Heb jij mijn vader gesproken?’ vroeg Aidan.

‘Dat weet je best. Je hebt me drie keer aan hem voorgesteld.’

‘Het is best een goeie vent. Mijn moeder is ook prima – een beetje luidruchtig, maar over het algemeen prima.’

‘Ze zijn niet veel luidruchtiger dan jij,’ zei Eve.

‘O jawel. Zij brullen. Ik heb gewoon een krachtige stem.’

‘Zij zijn simpelweg wat directer. In hun meningen en in alles,’ zei Eve terwijl ze aan hen dacht.

‘Wat ben je mooi.’

‘Dank je, Aidan. Jij ziet er ook goed uit in smoking.’

‘Wanneer geef je het hopeloze gevecht tegen de lichamelijke passie die je voor mij voelt eens op en bezwijk je voor me? Sta het jezelf toch toe en laat je gaan.’

‘Je zou dood neervallen als ik dat deed.’

‘Je kunt er zeker van zijn dat ik heel snel weer op de been ben.’

‘Hoe dan ook, het zal nog wel een tijd duren. Dat van dat bezwijken, bedoel ik. Een hele tijd.’

‘Dat heb je nou met zo’n meisje dat door de nonnen is opgevoed. Misschien moet ik wel wachten tot ik een ons weeg.’

‘Ze zijn anders niet half zo vervelend als iedereen denkt.’

‘Wanneer stel je me voor?’

‘Doe niet zo idioot.’

‘Hoezo? Ik heb jou toch ook meegenomen naar mijn familie.’

‘Lieg niet! Ze waren daar toevallig.’

‘Maar jij hebt voor je nonnen geen motorfietsen gehuurd om mee naar de borrel te scheuren. Logisch dat ze niet gekomen zijn,’ zei Aidan.

‘Ze konden helemaal niet komen,’ legde Eve uit. ‘Vrijdag is hun pokeravond en die geven ze voor niks en niemand op.’

Sean en Carmel dansten innig ineengestrengeld. Er speelde ‘Brown Skin Girl Stay Home And Mind Bay-bee’.

‘Denk je eens in. Over een tijdje hebben wij ook een bay-bee,’ zei Carmel.

‘Nog vier jaar,’ zei Sean gelukkig.

‘En we zijn al bijna vier jaar bij elkaar als je de tweede klas meetelt.’

‘Natuurlijk tel ik die mee. Je spookte dat hele jaar door mijn hoofd.’

‘Zijn we niet gelukkig?’ zei Carmel, hem nog steviger tegen zich aandrukkend.

‘Erg gelukkig. Iedereen hier is jaloers op ons,’ zei Sean.

‘Word je niet ziek van Sean en Carmel?’ zei Eve tegen Benny toen ze allemaal weer de trap opliepen.

‘Tja, je hebt niet veel aan ze als je ze uitnodigt,’ beaamde Benny.

‘Ze doen me denken aan die beesten in de dierentuin die de hele tijd aan elkaar zitten, op zoek naar vlooien,’ zei Eve.

‘Stil, Eve,’ lachte Benny. ‘Straks horen ze ons nog.’

‘Je weet wel, van die aapjes die alleen maar oog voor elkaar hebben. Sociaal gedrag noemen ze het, geloof ik.’

Jack en Sheila zaten nog aan de tafel. Jack had zich opgeofferd om als eerste over de kan gin te waken. Sheila was natuurlijk blij dat zij gekozen was om bij hem te blijven, maar had nog liever met hem op de dansvloer gestaan.

Nan kwam naar de tafel terug met Patrick Shea, student bouwkunde, een schoolvriend van Jack en Aidan. Patrick zag er verhit uit en zweette. Nan kon in een frisse bries op een ijsschots hebben staan dansen. Op haar gezicht was geen teken van inspanning te zien.

Benny keek haar over de tafel heen vol bewondering aan. Ze had de zaken zo goed onder controle en toch was haar moeder nogal verlegen, helemaal geen zelfverzekerd type. Misschien had Nan het allemaal van haar vader. Over wie ze het nooit had.

Benny vroeg zich af waarom Eve haar niet aan Simon had voorgesteld. Het was niet zoals het hoorde. Als het iemand anders was geweest, had Benny het zelf wel geregeld, maar Eve was zo lichtgeraakt als het om de Westwards ging.

Maar Nan had ook niets gezegd. Haar kennende zou ze er wel om gevraagd hebben als ze voorgesteld had willen worden.

Johnny O’Brien bood haar een glas jus d’orange aan. Benny nam dankbaar een grote slok en pas toen ze die in haar mond had wist ze weer dat er gin in zat.

Ze slikte manmoedig en zag Johnny in aanbidding naar haar kijken. ‘Je bent tenminste een vrouw die weet wat drinken is,’ zei hij.

Dat was nou niet precies iets waarvoor ze graag complimentjes kreeg, maar het was in ieder geval beter dan dat ze ervan moest overgeven of ziek werd.

Rosemary had naar haar zitten kijken.

‘Dat je dat kan!’ zei ze. ‘Ik word al duizelig na een klein slokje.’

Ze wierp een breekbare blik om zich heen, met de goede hoop dat de anderen haar stilzwijgend zouden bewonderen om haar vertoon van vrouwelijkheid.

‘Dat geloof ik best,’ zei Benny stuurs.

‘Het moet een plattelandsgewoonte zijn,’ zei Rosemary met een blik van voorgewende bewondering. ‘Ze zullen daar wel veel drinken, hè?’

‘Jazeker,’ zei Benny. ‘Maar anders. Als ik thuis gin drink, is het meestal uit de fles. Het gebeurt maar zelden dat je het in een glas krijgt of met sinaasappelsap erdoor.’

Iedereen moest lachen, zoals ze had verwacht.

Het was niet moeilijk ze aan het lachen te krijgen. Maar des te moeilijker was het om ze met andere ogen naar je te laten kijken.

Benny keek naar Jack, die blij en ontspannen in zijn stoel hing. Hij hield zowel wat er om hem heen gebeurde als de tafeltjes beneden bij de dansvloer in de gaten. Hij zou een perfecte gastheer zijn. Hij was van plan om elk meisje aan de tafel ten dans te vragen.

Ze voelde een onweerstaanbare behoefte om over de tafel heen te reiken en zijn gezicht te aaien, alleen zijn wangen zachtjes aan te raken. Zou ze misschien gek worden? Zo’n behoefte had ze nooit eerder gevoeld.

Hij zou haar nu snel ten dans vragen. Misschien nu meteen, misschien bij de volgende dans zou hij zich over de tafel buigen en glimlachen. Hij zou een hand naar haar uitsteken en haar toelachen met een vragende blik. Ze zag het zo duidelijk voor zich dat ze bijna dacht dat het al gebeurd was.

‘Benny...?’ zou hij misschien zeggen. Ze zou opstaan en hand in hand met hem de trap aflopen. En dan zouden ze elkaar simpelweg in de armen nemen.

De bandleider riep dat hun zanger Tab Hunter van de sokken kon zingen en om dat te bewijzen zou hij nu ‘Young Love’ zingen.

Benny wenste vurig dat Jack haar blik opving en drie schuifelnummers met haar ging dansen, te beginnen met ‘Young Love’.

Maar zijn blik viel het eerst op Rosemary. Benny begreep niet hoe ze dat voor elkaar had gekregen. Misschien had het iets te maken met het ijselijke geknipper van haar wimpers, maar in elk geval was het haar gelukt om zijn aandacht te trekken.

‘Rosemary... ?’ zei hij met de stem waarmee hij ‘Benny... ?’ had moeten zeggen.

Haar hart werd een steen.

‘Durf jij het aan, Benny?’ Aidan Lynch stond naast haar. ‘Leuk, Aidan. Graag.’

Ze stond op en liep naar beneden naar de dansvloer, waar Jack Foley en Rosemary al aan het dansen waren. Rosemary had beide armen om zijn nek geslagen en hing een beetje achterover, alsof ze hem op die manier heter kon bekijken.

Het bal was ieder jaar een succes. De organisatoren meenden dat het dit jaar nog beter was dan de voorgaande jaren. Ze maten zoiets af aan het enthousiasme. Zo verliepen de prijsvragen meer dan uitstekend.

‘De eerste heer die hier is met... een gat in z’n sok.’

Aidan Lynch won dat met gemak. Hij wees de opening van zijn sok aan en verkondigde luid dat dat een gat was. Ze moesten hem de prijs geven. Er ging een gejuich op.

‘Hoe kwam je daarop?’ Benny was onder de indruk.

‘Een vriend van me heeft hier als ober gewerkt. Ik ken alle mogelijkheden.

‘Wat zijn de andere vragen?’ vroeg Benny.

‘Er komt er één waarbij ze een meisje vragen dat een afbeelding van een konijn bij zich heeft. Da’s een makkelijke.’

‘Is dat zo? Wie heeft er nu een plaatje van een konijn bij zich?’

‘Iedereen met een muntje van drie pence. Daar staat toch een konijntje op.

‘Dat klopt! Wat ben je toch geniaal, Aidan.’

‘Je hebt gelijk, Benny. Maar dat wordt niet door iedereen erkend, afgezien van jou en mij dan.’

Toen ze bij hun tafel terugkwamen, werden ze als heiden verwelkomd en de gewonnen wijn werd ontkurkt.

‘Nog meer drank. Je bent geweldig, Benny,’ zei Rosemary. Ze was zo gaan zitten dat ze een beetje tegen Jack aanleunde. Benny had zin om op te staan en haar een dreun te verkopen. Maar gelukkig stond Jack op, waarmee ook de behoefte om ze uit elkaar te meppen wegebde.

Er werden walsen aangekondigd. Benny zou nu niet graag met Jack dansen. Walsen waren te draaierig en gingen te snel. Geen tijd om tegen hem aan te hangen of toevallig zijn gezicht aan te raken.

De anderen stonden net op het punt om naar beneden te gaan toen de muziek begon. ‘Que sera, sera, whatever will be, will be.’

Een lange, knappe jongen kwam naar de tafel en vroeg hoffelijk: ‘Mag ik Nan voor dit ene nummer ten dans vragen? jullie hebben haar de hele avond nog... Is dat goed? Nan, wil je?’

Nan keek op. Alle anderen leken al bezet te zijn.

‘Natuurlijk,’ zei ze en liep stralend naar de dansvloer.

Benny herinnerde zich van school hoe afschuwelijk het was als je bij gymnastiek als laatste werd gekozen. Nog erger was als er een oneven aantal kinderen was en moeder Francis op het allerlaatst zei: ‘Goed Benny, ga jij dan maar bij dat team.’ Ze wist ook nog dat ze bij stoelendans er altijd als eerste uitlag. Ze had het ongemakkelijke gevoel dat nu weer hetzelfde ging gebeuren.

Jack danste alweer met Rosemary! Aan het einde van de tafel, kilometers ver van waar zij zat, zag ze Bill Dunne praten met een andere jongen, Nick Hayes. Het zou prettig zijn als ze haar zouden opmerken en vragen of ze bij hen kwam zitten.

Benny zette een glimlach op en speelde met de menukaart, waarop stond dat ze meloensoep en kip en custardpudding zouden krijgen. Zouden ze er niet aan gedacht hebben dat het vrijdag was? Ze schonk zichzelf nog een glas jus d’orange in en dronk ervan. Uit haar ooghoek zag ze een ober naderen met een grote metalen kruik om de waterkannen op tafel bij te vullen.

Benny stond op. ‘Nee,’ zei ze. ‘Nee, ze willen niet meer.’

De ober was al oud. Hij zag er vermoeid uit. Hij had zoveel dezelfde studentenfeesten meegemaakt.

‘Toe maar, juffrouw. Ik vul hem wel even bij.’ Nee.’ Benny kwam je niet voorbij.

‘Misschien wilt u geen water, maar de mensen die hebben gedanst willen straks vast wel als ze terugkomen,’ zei hij.

Er was iets in zijn sussende en tegelijk minachtende manier van praten waardoor Benny tranen in haar ogen voelde prikken.

‘Ze hebben gezegd dat ze geen water meer wilden. Voordat ze gingen dansen. Echt waar.’

Ze moest hem niet achterdochtig maken. Stel je voor dat hem iets verdachts zou opvallen aan deze tafel.

Benny werd opeens heel moe. ‘Luister,’ zei ze. ‘Het maakt me ook geen barst uit. Ze hebben gezegd dat ze niet meer willen, maar mij maakt het niet uit. Vul maar bij als u zo graag wilt. Wat kan mij het schelen.’

Hij keek haar ongemakkelijk aan. Hij dacht waarschijnlijk dat ze een beetje gek was en dat een of ander vriendelijk iemand haar op een uitje had getrakteerd.

‘Dan sla ik deze tafel maar over,’ zei hij gehaast. ‘Prima,’ zei Benny.

Ze vond het vreselijk om alleen te zitten. Ze zou naar het toilet kunnen gaan. Ze hoefde zich tegenover niemand te verontschuldigen. Nick en Bill zaten aan de andere kant van de tafel druk met elkaar te praten. Ze zagen haar niet eens weggaan.

Ze zat op de wc en maakte plannen. De volgende dans was denkelijk rock ‘n roll. Daar wilde ze niet op dansen met Jack. Daar zou ze zijn aandacht niet voor proberen te trekken. Ze kon beter wachten op nieuwe schuifelnummers. Misschien speelden ze ‘Unchained Melody’. Dat nummer vond ze prachtig. Of ‘Stranger in Paradise’. Dat vond ze ook heel mooi. ‘Softly, Softly’ was een beetje erg sentimenteel. Maar het kon ermee door.

Tot haar grote verbazing hoorde ze de stem van Rosemary buiten bij de wasbakken.

De walsen konden nog niet afgelopen zijn. Normaal speelden ze er drie achter elkaar.

‘Hij is vreselijk knap, vind je niet?’ zei Rosemary tegen iemand.

‘En aardig is-ie ook. Niet zo zelfingenomen als veel van die sporttypes die er aardig uitzien.’

Benny herkende de stem van het andere meisje niet. Wie het ook was, Jack en Rosemary waren toch samen?

‘Ga je allang met hem?’ vroeg de ander nieuwsgierig.

‘Nee, ik ga helemaal niet met hem. Nog niet,’ voegde Rosemary er dreigend aan toe.

‘Hij zag er fantastisch uit op de dansvloer.’ Benny’s hart bonkte.

‘Hij is in dansen al net zo goed als in alles wat hij doet. Maar walsen is mijn sterkste punt niet. Ik deed net of ik door mijn enkel ging. Ik moest echt even rusten.’

‘Dat is slim.’

‘Nou ja, een trucje is soms nodig. ik heb gezegd dat ik hem later bij een andere dans nog wel te pakken krijg, omdat we deze niet hebben afgemaakt.’

‘Je hebt toch geen concurrentie.’

‘Het bevalt me niet hoe Nan Mahon eruitziet. Heb je die jurk gezien?’

‘Die is fantastisch. Maar jij ziet er zeker zo goed uit.’

‘Dank je,’ zei Rosemary blij.

‘Waar is hij nu?’

‘Hij zei dat hij de walsen ging afmaken met Benny.’

Benny’s gezicht gloeide. Hij wist dat ze een muurbloempje was. Hij wist het verdomme. Hij vond zichzelf te goed om haar voor een hele dans te vragen, maar als die heerlijke Rosemary het liet afweten, dan was die goeie ouwe Benny goed genoeg om het af te maken.

‘Wie is Benny?’

‘Die kolossale meid van het platteland. Hij kent haar familie of zoiets. Ze duikt altijd weer op bij zulke gelegenheden.’

‘Ook geen concurrentie dus?’

Rosemary lachte. ‘Nee, dat dacht ik niet. In ieder geval moeten haar ouders veel geld hebben. Op de een of andere manier kennen ze de Foleys en zij heeft een enorm dure jurk aan. Ik weet niet waar ze die vandaan heeft, maar hij is prachtig met allemaal brokaat en hij zit als gegoten. Ze wordt er heel wat slanker door. Ze zegt dat ze hem uit Knockflash heeft, of hoe dat oord ook mag heten.’

‘Knockflash?’

‘Zoiets. Dat gehucht waar ze vandaan komt. Maar als ze hem daar heeft gekocht, ga ik de volgende keer midden op zee winkelen.’

Hun stemmen stierven weg. Ze hadden zich opgefrist, hun haar opnieuw met lak bespoten en meer parfum opgedaan. Klaar om er weer vol zelfvertrouwen tegenaan te gaan.

Benny zat op het toilet en had het ijskoud. Ze was kolossaal. Voor niemand een concurrente. Ze was iemand met wie je vlug een dans afraffelde, niet iemand die je als eerste koos.

Ze keek op het kleine polshorloge dat ze van haar vader en moeder had gekregen voor haar zeventiende verjaardag. Het was vijf over tien.

Op dit moment wilde ze niets liever dan thuis voor de open haard zitten. Haar moeder in de ene stoel en haar vader in de andere, met Shep die verward als altijd in de vlammen staarde.

Ze wilde dat ze de keukendeur hoorde opengaan en dat Patsy thuiskwam van haar wandeling met Mossy, waarna ze chocolademelk ging klaarmaken. Ze wilde niet op een plek zijn waar de mensen zeiden dat ze zo groot was en geen concurrentie en dat haar ouders wel veel geld moesten hebben en huisvrienden van de Foleys moesten zijn om haar overal uitgenodigd te krijgen. Ze had geen zin om karaffen gin te verdedigen voor mensen die niet met haar wilden dansen.

Maar door haar ogen dicht te doen kwam ze niet van deze vernederende plek vandaan. Benny besloot dat ze haar voordeel moest doen met dat wat ze had gehoord. Het was een mooi ding dat haar jurk er duur en perfect gemaakt uitzag. Het was beslist even prettig als triest om te horen dat ze er zoveel slanker uitzag in haar jurk. Het was uitstekend dat Rosemary helemaal niet zeker was van Jack. En het was meer dan uitstekend dat hij haar niet eenzaam en verlaten aan tafel had aangetroffen, zodat hij niet het gevoel kon krijgen dat zijn plicht was vervuld door een walsje met haar te dansen. Dat was een heel stel goede dingen, zei Benny Hogan tegen zichzelf en ze haalde het stukje watten tevoorschijn dat Nans moeder met parfum had doordrenkt en haalde het achter haar oren langs.

Ze ging terug! Rosemary zou nooit te weten komen dat haar wrede, beledigende opmerkingen er enkel toe hadden bijgedragen dat Benny zich doelgerichter en zelfverzekerder voelde dan ooit.

Op het podium riepen ze om dat de maaltijd binnen niet al te lange tijd zou worden geserveerd en dat de vrijdagse vasten ditmaal niet nageleefd hoefde te worden, dank zij speciale dispensatie van de bisschop. Er werd luid geapplaudisseerd.

‘Hoe hebben ze dat voor elkaar gekregen?’ vroeg Eve.

‘De aartsbisschop weet dat we allemaal geweldig braaf zijn geweest en hij wil ons belonen,’ suggereerde Jack.

‘Welnee, kip is voor zo’n feest gewoon het makkelijkst. Iedereen krijgt een vleugel en de Kerk fokt voor plechtige gelegenheden speciale kippen, met tien vleugels,’ zei Aidan.

‘Nee serieus, waarom zou de aartsbisschop ons kip laten eten?’ vroeg Benny.

‘Dat is zo afgesproken,’ legde Aidan uit. ‘De organisatoren beloven geen dansfeesten op zaterdagavond te houden, want dan zou de zondagsrust in gevaar komen, en daarom laat de Kerk ons op vrijdag kip eten.

‘Hé, jij was er vandoor.’ Net toen de soep werd opgediend, richtte Jack zich tot Benny.

‘Wat was ik?’

‘Je was er vandoor. Ik wilde met je walsen.’

‘Ik was er niet vandoor,’ zei Benny lachend. ‘Dat was Rosemary. Ze had pijn aan haar enkel. Je haalt ons een beetje door elkaar, maar voor jou lijken we natuurlijk ook allemaal op elkaar.’

Er werd gelachen. Maar niet door Rosemary. Ze keek argwanend naar Benny. Hoe wist ze van die enkel?

Jack maakte van de gelegenheid gebruik om een complimentje uit te delen. ‘Jullie lijken helemaal niet op elkaar. Maar jullie zien er allemaal geweldig uit. Ik kan niet anders zeggen.’ Terwijl hij dat zei, keek hij Benny aan. Ze glimlachte terug en slaagde erin om geen grapje of snedige opmerking te maken.

Tijdens de maaltijd was er een loterij en de organisatoren kwamen Rosemary en Nan vragen of ze lootjes wilden verkopen.

‘Waarom?’ zei Rosemary. Ze wilde haar post niet verlaten. Het comité legde liever niet uit dat het makkelijker was om mensen kaartjes te laten kopen van mooie meisjes, maar Nan was al opgestaan.

‘Het is voor een goed doel,’ zei ze. ‘Ik doe het graag.’

Rosemary Ryan ergerde zich enorm. Niets ging deze avond zoals zij wilde. Nan had door dit kleine incident alweer iedereen op haar hand en Benny leek aan de overkant van de tafel op een afschuwelijk zelfvoldane manier naar haar te glimlachen.

‘Ik doe natuurlijk ook mee,’ zei ze en sprong op.

‘Kijk uit voor je enkel,’ zei Jack. Ze keek hem fel aan. Hij was misschien alleen maar bezorgd, maar er was iets in Benny’s ogen wat haar niet beviel.

De man die dacht dat hij straatlengten voorlag op Tab Hunter, maar alleen nog niet de kans had gehad om door te breken, dacht dat hij ook een goede Tennessee Emie Ford kon neerzetten en hij ging tot het uiterste met ‘Sixteen tons’. Dit liedje verafschuwde Benny al vanaf haar middelbare-schooltijd. Maire Carroll vond dat ze het steeds in haar aanwezigheid moest zingen.

Benny danste met Nick Hayes.

‘Je danst heerlijk. Het is alsof ik een veertje vastheb,’ zei hij een beetje verbaasd.

‘Dat is niet moeilijk als iemand goed leidt,’ zei ze vriendelijk. Hij kon ermee door, Nick Hayes, maar dat was ook alles.

Jack danste met Nan.

Op de een of andere manier was dat verontrustender dan hem te zien dansen met Rosemary.

Nan probeerde niet met foefjes indruk te maken. Ze deed helemaal geen moeite voor hem en dat moest iemand als Jack Foley, die eraan gewend was dat iedereen hem aanbad, gek maken. Eigenlijk leken ze wel op elkaar, die twee. Het was haar eerder ook al opgevallen.

Allebei zo zelfverzekerd, omdat ze niet hoefden te vechten voor aandacht zoals anderen dat wel moesten. Juist omdat ze daar volkomen zeker van waren, konden ze het zich permitteren om aardig en gemakkelijk in de omgang te zijn. Door hun mooie uiterlijk konden ze elke persoon zijn die ze maar wilden.

‘Ik kom je ’s avonds nooit ergens tegen,’ zei Nick.

‘Dat doet niemand,’ zei Benny. ‘Waar ga jij zoal heen?’

Het maakte haar niet uit waar hij naartoe ging. Ze wilde gewoon dat hij verder praatte, zodat ze aan Jack kon denken en niet hoefde te luisteren, ook niet naar de vreselijke muziek waarop werd gedanst.

‘Ik heb een auto,’ zei hij dwars door haar gelukkige gedachten heen, over hoe Jack haar voor de volgende dans zou vragen. ‘Ik kan een keertje langskomen in Knockglen. Jack heeft me verteld dat hij een heel leuke dag had bij jullie thuis.’

‘Heeft hij dat gezegd? Mooi, ik ben blij dat hij het leuk vond.’ Dat gaf hoop. Dat gaf heel veel hoop. ‘Misschien moeten jullie een keer samen komen, dan zal ik mijn best doen om jullie alle twee te vermaken.’

‘O nee, dat is onze bedoeling niet. Wij willen je uitsluitend voor ons alleen,’ zei Nick met een wellustige blik. ‘We willen toch niet dat Jack Foley achter onze geheimpjes komt, of denken jullie daar anders over?’ Hij gebruikte een maniertje alsof hij van koninklijke bloede was. Maar op de een of andere manier was het alleen maar flauw en stom en werkte het niet. Hij kon mensen niet aan het lachen maken, zoals Aidan Lynch of zij dat konden.

Ze moest iets doen aan de pijn die ze voelde als ze naar Jack en Nan keek, die met elkaar dansten.

Nick Hayes keek haar aan en wachtte op een antwoord.

‘Ik heb altijd een verschrikkelijke hekel aan dit liedje gehad,’ zei ze plotseling tegen hem.

‘Waarom? Ik vind het wel aardig.’

‘De tekst.’

Hij zong een willekeurig stukje mee met de zanger. ‘Wat is er in hemelsnaam fout aan?’ vroeg hij.

Ze keek hem aan. De eerste regel deed hem kennelijk niets: ‘Je verzet zestien ton en wat krijg je terug...’

Het raakte hem niet.

Het zat alleen in haar hoofd. Niemand had zich bij de eerste regel naar Benny omgedraaid. Dat moest ze onthouden. En ze moest onthouden dat zowel Johnny O’Brien als Nick Hayes een afspraakje met haar wilden.

Dat waren de dingen die ze van het feestje zou onthouden. En natuurlijk de dans met Jack, als hij haar zou vragen.

Hij vroeg haar om vijf over half twaalf. Ze dimden het licht en de zanger zei dat hij Frankie Laines liedje ‘Your Eyes Are the Eyes of a Woman in Love’ zou zingen, omdat Frankie Laine zelf niet kon komen. Jack Foley boog zich naar haar over aan tafel en zei: ‘Benny...?’

Ze dansten soepel samen, alsof ze al lange tijd partners waren.

Ze dwong zichzelf niet te babbelen en te kletsen en allerlei grapjes te maken.

Hij leek het prettig te vinden om onder het dansen niet te praten.

Als ze soms over zijn schouders keek, zag ze mensen naar hen kijken. Ze was net zo groot als hij, dus ze kon niet naar hem opkijken om iets te zeggen, ook al had ze dat gewild. Hij trok haar iets dichter naar zich toe. Dat vond ze geweldig, maar ze was bang dat hij zijn hand op een plek zou leggen waar een vetrolletje zat, bijvoorbeeld dat onder de sluiting van haar bh uitpuilde.

God, stel je voor dat hij haar daar vastpakte – net of bij zich aan een reddingsgordel vastgreep. Hoe kon ze hem zover krijgen dat hij zijn hand ergens anders legde? Hoe? Dat kon je alleen in de praktijk leren en niet uit een collegedictaat.

Gelukkig was het lied afgelopen. Ze stonden kameraadschappelijk naast elkaar te wachten op het volgende nummer. Hij boog zich naar haar toe en raakte een lok van haar haar aan.

‘Zakt mijn kapsel in elkaar?’ vroeg Benny bezorgd.

‘Nee, het zit prachtig. Ik deed maar net of er iets niet goed zat, zodat ik je gezicht even aan kon raken.’

Wonderlijk dat hij haar gezicht wilde aanraken, terwijl zij het zijne al de hele avond had willen strelen.

‘Ik ben bang...’ begon ze.

Ze wilde gaan zeggen: ‘Ik ben bang dat mijn gezicht bezweet is. Je vinger blijft er misschien wel aan plakken.’

Maar ze zei het niet.

‘Waar ben je bang voor?’ vroeg hij.

‘Ik ben bang dat na vanavond alle vrijdagavonden erg saai zullen zijn.’

‘Niet afgeven op je dorp. Knok voor Knockglen.’ Dat zei hij altijd. Het was iets wat alleen zij tweeën begrepen.

‘Je hebt gelijk. Wie weet wat voor plannen Mario en Fonsie met het dorp hebben.’

De zanger zei dat hij het jammer vond dat Dino niet kon komen en dat hij daarom maar zijn eigen versie van ‘Memories Are Made of This’ van Dean Martin ten gehore zou brengen.

Jack trok Benny naar zich toe en dit keer lag zijn hand veilig hoog op haar rug, zodat hij niet dat vervelende vetrolletje hoefde te voelen. ‘Jij bent een geweldig iemand om op een feestje te hebben,’ zei hij.

‘Waarom zeg je dat?’ Haar gezicht verried geen enkele emotie. Niets van de wanhoop die ze voelde, omdat hij haar alleen als gangmaker beschouwde.

‘Omdat het zo is,’ zei hij. ‘Ik ben maar een domme ouwe rugbyspeler. Wat weet ik nou van woorden?’

‘Je bent geen domme ouwe rugbyspeler. Je bent een geweldige gastheer. We hebben allemaal een heerlijke avond gehad doordat jij deze groep hebt gevormd en bij je thuis hebt uitgenodigd.’ Ze lachte en hij omarmde haar even. Maar toen hij haar eenmaal vasthad, liet hij niet meer los. Hij fluisterde in haar oor. ‘Je ruikt heerlijk.’

Ze zei niets. Ze deed haar ogen niet dicht. Dat leek te aanmatigend Ze keek ook niet in het rond om de jaloerse blikken op te vangen omdat ze in de armen lag van de meest begeerde man in deze zaal. Ze keek alleen maar naar beneden. Ze zag de achterkant van zijn jasje en de krullen in zijn nek. Zo stevig tegen hem aangedrukt, kon ze zijn hart horen. Of was het haar eigen hart? Ze hoopte dat het het zijne was, want als het haar hart was, zou het overdreven hard bonzen.

Zelfs na het derde liedje, ‘The man from Laramie’, stelde Jack nog niet voor om terug te gaan naar de tafel. Hij wachtte op de volgende dans. Benny bad ter plekke voor haar danslerares, die in een gedeukte oude auto door Ierland reed om de in gympakjes gestoken meisjes van Ierland te leren dansen. Ze bad uit het diepste van haar hart voor haar, terwijl zij en Jack een opwindende dans uitvoerden op ‘Mambo Italiano’ en ‘Hernando’s hideaway’. Lachend en verhit kwamen ze terug bij hun tafel. Sheila deed niet eens meer alsof ze luisterde naar Johnny O’Brien en Rosemary was helemaal uit het veld geslagen. Nan ving Benny’s blik op en stak in alle discretie haar duim omhoog. Aidan Lynch had zijn arm losjes om de schouder van Eve gelegd en schonk Benny een samenzweerderige grijns. Ze stonden aan haar kant.

‘We dachten dat we je voor de rest van de avond kwijt waren,’ zei Nick Hayes humeurig.

Zowel Benny als Jack besteedden er geen aandacht aan. Aidan Lynch had opnieuw een prijs gewonnen – een enorme doos chocolade, die al geopend was. Carmel was druk doende om Sean zijn lievelingsbonbons te voeren.

Rosemary graaide de doos met een dwaas gebaar weg om hem aan Jack te geven.

‘Probeer er één voordat ze allemaal op zijn,’ zei ze. Maar ze deed het te snel en alles viel op de grond.

Benny keek toe. Dit soort dingen zou zij normaal hebben gedaan. Geweldig dat Rosemary ditmaal zo deed.

‘Ik heb nog een dans van je tegoed omdat we er een niet hebben afgemaakt,’ zei Rosemary, terwijl iedereen bonbons raapte.

‘Zeker. Ik was niet van plan om je dat te laten vergeten,’ zei Jack galant. Zijn vingers hielden Benny nog steeds vast. Ze was er zeker van dat hij nog een keer met haar zou dansen.

Maar plotseling werd de laatste dans aangekondigd. Iedereen moest de dansvloer op voor ‘California Here I Come’.

Benny kon wel huilen.

Op de een of andere manier had ze toch weer de slag met Rosemary verloren. Zij had de laatste dans met Jack moeten hebben. Zowel Nick als Johnny O’Brien wilden graag met haar dansen. Ze dacht dat ze iets van spijt op Jacks gezicht zag. Maar ze moest het zich hebben verbeeld, want toen zij en Johnny O’Brien de dansvloer opkwamen zag ze Jack en Rosemary lachend met elkaar in de weer. Ze dacht dat ze hem een haarlok uit Rosemary’s gezicht zag strijken zoals hij bij haar had gedaan, maar daar was ze niet zeker van.

Ze zette een vriendelijke glimlach op tegen Johnny. De gedachte flitste door haar hoofd dat Jack misschien een allemansvriend was. Misschien zei hij wel aardige dingen tegen ieder meisje. Niet omdat hij onbetrouwbaar of uitgekookt was, maar omdat hij echt het gevoel had dat iedere vrouw aantrekkelijk voor hem was.

Dat moest het zijn, dacht Benny, want de manier waarop hij haar bij het dansen had vastgehouden leek verdacht veel op de manier waarop bij Rosemary vasthield terwijl ze dansten op ‘Goodnight Sweetbeart, See You in the Morning’.

Het was een drukte van belang bij de deur, waar een aantal fotografen zich had verzameld om de bezoekers te vereeuwigen. Je kreeg een roze kaartje met hun adres, waar je de foto’s de volgende dag kon bekijken. Net toen Benny naar buiten wilde gaan, riep Jack.

‘Kom,’ riep hij. ‘Benny, kom hier en laat ons poseren voor het nageslacht.’

Ze kon nauwelijks geloven dat hij haar had geroepen en sprong op hem toe.

Net op dat moment kwam Nan de trap aflopen.

‘Nan ook,’ zei hij.

‘Nee, nee.’ Ze deed een stapje opzij.

‘Kom op,’ zei hij. ‘Hoe meer zielen, hoe meer vreugd.’

Met hun drieën glimlachten ze naar de camera. Na vele malen ‘welterusten’, ‘tot gauw’ en ‘was het niet geweldig’ te hebben gezegd, stapten ze in de auto’s die Jack had geregeld. Nick Hayes reed Benny, Eve en Sheila naar huis, omdat zij allemaal in zuidelijke richting woonden. De anderen woonden niet meer dan een paar kilometer van het centrum af. Nan reed mee met Sean en Carmel.

Rosemary had tot haar grote woede een lift gekregen van Johnny O’Brien, die bij haar in de straat woonde.

Kit had boterhammen klaargemaakt en een briefje neergelegd waarop stond dat ze niet wakker gemaakt wilde worden, omdat ze tot laat in de avond had gekaart.

Ze kropen in bed.

‘Hij is echt aardig, Aidan Lynch,’ zei Benny terwijl ze zich uitkleedde. ‘Ik bedoel, écht aardig. Niet alleen maar grapjes en gek doen.’

‘Ja, maar negen van de tien keer praat hij als een idioot. Het is alsof ik een nieuwe taal moet leren om hem te begrijpen,’ klaagde Eve.

‘Hij lijkt je heel leuk te vinden.’

‘Wat zou er met hem mis zijn. Erfelijke krankzinnigheid misschien? Zijn ouders zijn een stel herriemakers! Heb je ze gehoord?’

Benny giechelde.

‘Hoe zit het met Jack en jou? Het ging geweldig.’

‘Dat dacht ik eerst ook.’ Haar stem klonk loom en treurig. ‘Maar dat was niet echt zo. Hij is gewoon een droomprins die aardig is tegen iedereen. Hij wil graag de hele wereld om zich heen hebben en iedereen in een goed humeur zien.’

‘Dat is geen slechte eigenschap,’ zei Eve. Ze lag in haar bed met haar armen achter haar hoofd gevouwen. Ze zag er veel vrolijker en gelukkiger uit dan een paar maanden geleden.

‘Nee dat is het ook niet. Maar je moet er niet te veel van verwachten. Dat moet ik me steeds inprenten,’ zei Benny.

De volgende ochtend werden ze gewekt door Kit. ‘Er is telefoon voor je, Benny.’

‘O god, mijn ouders.’ Ze sprong uit bed.

‘Nee, helemaal niet. Een jongeman,’ zei Kit en trok goedkeurend haar wenkbrauwen op.

‘Hallo Benny, met Jack. Je zei dat je bij Eve sliep. Ik heb Aidan om het telefoonnummer gevraagd.’

Haar hart bonsde zo hard dat ze bang was om tegen de grond te gaan. ‘Dag Jack,’ zei ze.

‘Zou je met me willen lunchen,’ zei hij.

Ze wist nu gelukkig wat dat betekende. Lunchen was met veel mensen rond een tafel zitten terwijl Benny ze moest vermaken.

Hij was nu eenmaal iemand die altijd zijn vrienden om zich heen wilde hebben. Benny was blij dat ze dat gisteravond nog tegen Eve had vastgesteld. Dat ze het zichzelf niet had aangedaan om hoop te koesteren. Het duurde een paar seconden voor ze ja zei. Alleen omdat ze al deze dingen nog eens streng tegen zichzelf moest herhalen.

‘Ik bedoel met ons tweeën,’ zei hij. ‘Dit keer alleen jij en ik.’