De klokkenspelloze

Er is een soort mannen waar je nooit last van hebt. Zij begeven zich niet in de jungle van jagers en prooidieren; zij houden hun handen thuis en hun ogen in hun zak. Elke intimiteit moet van jóu komen en is door hém ongewenst. Je zult zo'n man nooit met smeerolie aan zijn handen betrappen of hem zien plassen langs de weg. Hij is uiterlijk gemakkelijk te herkennen, deze klokkenspelloze. Want of hij nou jeans draagt of een herenpantalon, ter hoogte van zijn kruis bevinden zich steevast een aantal onduidelijke plooien, waardoor niet met zekerheid valt vast te stellen dat er zich niets achter bevindt...

Herman behoort tot de categorie van de klokkenspellozen. Ik ga al heel lang met hem om, maar ik weet nog steeds niet of hij zelf nou wéét dat een man anders hoort... Volgens mij vindt hij zichzelf een volstrekt normale, en ook volstrekt acceptabele vent. Ik ga daar niet over oordelen, ik zet gewoon een aantal van zijn hebbelijkheden op een rijtje.

Als Herman moet plassen, wacht hij tot er een wc vrij is. Van mijn vriend weet ik dat hij altijd het hokje ingaat, en nooit de pisbak gebruikt. Goed, Herman heeft dus een extreme behoefte aan privacy - kan, kan. Maar van Hermans vriendin weet ik dat Herman ook altijd gaat zitten als hij plast. ‘Dat spaart een hoop gehannes met de bril’, voert hij aan. Zeker, zeker. Mij hoor je er niet over.

Herman is altijd gekleed in de kleuren groen, bruin, bruingroen en groenbruin. Zijn kleren hangen om hem heen als de onderkin van een kalkoen. Soms heeft hij een hemd aan onder een V-hals en langs die V-hals loopt dan altijd een rood ingebreid streepje. Hij draagt ook nog een onderhemd, met ribbeltjes. Hij heeft het soort schoenen waar mijn vader veertig jaar geleden modern mee voor de dag kwam: ronde neuzen, no-nonsense. Zijn broeken, van corduroy met brede rib, zijn altijd afgesleten op het zitvlak. Mijn vriendin moet het helemaal voor zichzelf weten, maar ik zou hem persoonlijk van Herman niet overeind krijgen.

Een man van knippen en plakken is Herman. Hij is degene die mij op de hoogte bracht van het bestaan van coupons - dat heeft iets met aandelen van doen, maar het enige wat ik van Hermans uitleg onthield is dat je ze moet knippen. Plakken doet Herman ook graag: in het handschoenenvakje van zijn auto liggen voordeelbonnen en kortingsboekjes-voor-je-weet-maar-nooit, zegelboekjes van Shell, Texaco, Fina enzovoort, plus de Mobil Spaarkaart, het zegelboekje van de supermarkt, en natuurlijk nul losse zegeltjes - die plakt hij meteen in.

Herman komt nooit te laat. Hij zegt een afspraak pas af als hij in het ziekenhuis ligt, hij komt altijd vroeger dan je hem verwacht en weet precies hoe laat de bus terug gaat.

Als Herman een feestje geeft, haalt hij een kartonnetje van zes pijpjes bier in huis. Aan overhouden heeft hij een hekel: liever óm verlegen dan méé verlegen. Herman vindt zijn vriendin een zuiplap omdat ze wel eens twéé glazen wijn drinkt op een avond. Zelf neemt hij soms een glaasje likeur bij de koffie (Herman drinkt veel koffie. Dat ruik je ook aan hem: zo'n mottenballengeurtje).

Mijn vriendin vertelde vorig jaar guitig dat ze Herman een kind had gevraagd voor Sinterklaas. Ik had er een hard hoofd in; geen kind zonder klokkenspel. Maar verdomd, nu zijn ze in verwachting. Ergens moet ik toch iets gemist hebben.