Hoe moet dat, mam?

Toen mijn dochter van elf, die pas nèt in de grote stad op school is, een uur te laat binnenkwam omdat ze de bus naar huis had gemist, zei ik: ‘Heel de Benelux maakt zich deze dagen zorgen over meisjesmoordenaars. Kun je dus voortaan even bèllen als je later komt?’ Ze keek me stomverbaasd aan. Hoezo, kon haar iets gebeuren dan?

 

Er viel een stilte. Ik dacht na over mijn volgende zet. Kind op schoot, thee, koek, ernstige blik, ernstige praat van vrouw tot vrouw?

 

Meisjes, moet je weten - zou ik kunnen zeggen - hebben iets dat mannen heel erg spannend vinden. Dat heet maagdelijkheid. Mannen zijn een soort grote jongens, dus je snapt, die maken graag dingen stuk. Maagdelijkheid kan maar één keer kapot. Des te lekkerder vinden mannen het om juist die éne te zijn die de bal door de ruit trapt, het mes in de roos gooit, de kogel door de kerk jaagt.

Dat willen ze steeds opnieuw. En dat kan natuurlijk niet, want dan raken de jonge meisjes op. Dus maken ze er filmpjes van. En die verkopen ze dan aan andere mannen die zich verbeelden dat zíj de hoofdrol spelen. Dat vinden die mannen bijna net zo lekker.

Meisjes willen niet in die filmpjes meedoen, want die zijn niet voor het lekker van meisjes bedacht. Daarom worden ze gedwongen. En - omdat het ook verboden is - soms daarna doodgemaakt, dat ze het niet aan de politie verklappen.

Nou kijk - zou ik dan zeggen - voorlopig hoor jij daar ook bij, bij de maagdelijke meisjes. Daar loeren mannen op. Dus loop jij gevaar. Dus maak ik me ongerust. Dus leven we er vanaf nu niet meer lekker op los.

 

Ze zou op haar koekje knabbelen en dan een vraag stellen waar ik niet op gerekend had: Alle mannen?

Neenee, zou ik stamelen, je vader niet natuurlijk, en je ooms zijn ook niet zo, en je opa's niet en de buurman ook niet, en je leraar wiskunde niet, en eigenlijk iedereen die je kent niet. Vréémde mannen alleen.

Zeggen andere moeders dat ook tegen hun meisjes?

Ja-aa... zou ik moeten toegeven.

Alle moeders?

Kan best wezen, zou ik onwillig zeggen.

Maar toch bestaan zulke mannen?

Tegen die tijd zou ik geen antwoord meer hebben, en zij zou de enig mogelijke conclusie trekken: moeders zijn niet te vertrouwen, en met een man in de buurt ben je je leven niet zeker.

 

Wilde ik dat?

Ik probeerde me te herinneren of mijn moeder me ooit gewaarschuwd had tegen ‘s mans lage lusten. Nou lag dat een beetje anders, want in de tijd dat ik opgroeide, was lust juist erg verheven en chic. Pedofielen waren bij uitstek ook mensen, toen, en meisjes konden niet vroeg genoeg beginnen met hun eigen lusthofjes te verkennen. ‘Zeg maar wanneer je aan de pil wilt’, zei mijn moeder, en dat was dat.

 

Wat ik me wel herinnerde, waren de keren dat er een aanval was gedaan op mijn deugd. Toegegeven, ik was toen ouder en niet meer helemaal maagdelijk ook, maar wat mij bij die gelegenheden redde, was vooral mijn zelfvertrouwen, èn: mijn gebrek aan angst. Mannen, had ik geleerd, waren, net als broers en pedofielen, gewoon mensen. En dat was wel zo rustig, want in verreweg de meeste gevallen werden ze niet geplaagd door lust, maar gewoon door geldzorgen en haaruitval.

 

Toen mijn dochter vier was, en ook al maagd, heb ik haar één ding ingeprent, zonder in details te treden: laat nooit iets met je doen dat jij niet wilt. Jij bent de baas over jou.

En zou ik haar nu de angst moeten leren? Zodat ze bij elke verlegen Kreidler-rijder moet denken: daar heb je weer zo'n maagdenjager?

 

Ik heb gezwegen. Liever leeft mijn kind er lekker op los. Daar krijgt ze zelfvertrouwen van. En als ik ongerust ben, dan ben ik dat wel in het geniep.