HOOFDSTUK 2

 

 

 

Nicholas Browlett bleek een gemakkelijk kind te zijn om te leren kennen. Hij had charmante ouderwetse maniertjes, die maakten dat men dacht dat hij ouder leek dan hij in werkelijkheid was. Ondanks de waarschuwing van zijn oom dat hij weleens moeilijk in de omgang zou kunnen zijn, scheen hij zich gemakkelijk aan te passen en heel anders te zijn dan het nerveuze, ongelukkige kind, dat Rachel gedacht had te zullen aantreffen.

Hij was tamelijk klein voor zijn viereneenhalf jaar, maar stevig gebouwd. Bij hem ontbrak de gezonde kleur, die zijn oom tot zo’n aantrekkelijke man maakte. Er was weinig gelijkenis en behalve de blauwe ogen, was Nicholas met het bruine haar, het ronde gezicht en de blanke huid veel meer het Engelse type.

Na twee weken begonnen ze elkaar goed te leren kennen en het was wel duidelijk dat ze goed met elkaar overweg konden. Over het algemeen vond Rachel dat hij gehoorzaam en heel gedwee was. Hij had eenmaal bezwaren gemaakt. Dat was toen Rachel had geprobeerd hem oom te laten zeggen in plaats van het gebruikelijke Neil. Hij was koppig, dacht Rachel treurig, en zou waarschijnlijk net zo autoritair opgroeien als Neil Brett, wanneer hij de rest van zijn kinderjaren in dit huis zou moeten doorbrengen.

Nicholas zat op de lange bank, die onder de hele breedte van het erkerraam liep. Hij had de benen onder zich getrokken en terwijl het boek, dat zijn aandacht niet kon vasthouden, naast hem lag, staarde hij uit het raam.

‘Vind je je boek niet leuk?’ vroeg Rachel. Met een zeker ongeduld in de ogen keek hij haar aan.

‘Ik houd niet van boeken,’ zei hij eerlijk.

‘Oh, maar je zult ze best leuk vinden, Nicky,’ zei ze. ‘Zal ik je deze voorlezen? Zou je dat willen?’

Beslist schudde Nicky het hoofd en keek weer uit het raam. ‘Nee, dank u,’ zei hij beleefd. ‘Als Lars komt kan ik elke dag uit rijden gaan.’

‘Lars?’ Nieuwsgierig keek Rachel hem aan. Ze had niets gehoord over een onverwachte bezoeker. Wie het ook mocht zijn, hij was zeker populair bij Nicky want zijn ogen schitterden bij het vooruitzicht.

‘U kent Lars niet,’ deelde hij haar mee.

‘Nee, ik ken hem niet.’ Rachel weigerde hem uit te horen over de identiteit van Lars, wie hij ook mocht zijn. De naam klonk haar vreemd in de oren, maar waarschijnlijk sprak Nicky hem niet goed uit.

‘Wilt u niets over hem weten?’ vroeg Nicky, na een veelbetekenend ogenblik van zwijgen. Rachel kon een glimlach niet weerhouden.

Het was wel duidelijk dat hij veel belang stelde in de onverwachte bezoeker en dat hij er duidelijk op wachtte gevraagd te worden alle informatie over hem te spuien. Zachtjes streelde ze zijn dikke bruine haar en lachte zachtjes: ‘Goed dan, vertel me maar over Lars... ik neem aan dat hij ook nog een andere naam heeft?’

Gretig knikte Nicky. ‘Lars Bergen,’ vertelde hij haar met zijn heldere stemmetje. ‘Hij is m’n... een soort neef.’

‘Je neef? Oh, nu begrijp ik het!’

Vlug vormde Rachel zich een beeld van Lars Bergen. Ze had er geen idee van waarom ze had aangenomen dat de zo gretig verwachte bezoeker een volwassen man was en niet een klein jongetje, behalve dan het feit dat Nicky’s wereldje uitsluitend uit volwassenen scheen te bestaan.

Het was wel duidelijk dat hij uitkeek naar de komst van een kind. In gedachten rees bij Rachel de vraag of er van haar verwacht zou worden dat ze de zorg voor de twee kinderen op zich zou nemen.

Uit de naam van de bezoeker was wel op te maken dat de familie van Scandinavische afkomst was. Dat moest dan, dacht ze, de mogelijke verklaring voor Neil Bretts blonde uiterlijk zijn.

‘Kunnen we een eindje gaan wandelen?’ vroeg Nicky en verstoorde daarmee haar overpeinzingen.

‘Ja, natuurlijk,’ zei ze, ‘als je dat graag wilt.’

Voor haar was het geen straf te gaan wandelen, want ze was dol op beweging. Bovendien zou het Nicky goed doen wat frisse lucht te happen. Het was zelfs niet nodig het terrein te verlaten, want behalve twee boerderijen en wat huisjes, behoorden ook enkele are grond tot het bezit.

Deze inlichtingen had ze van Mrs. Handley vernomen, die bereidwillig genoeg was geweest om over het landgoed te praten. Veel minder bereid was ze geweest te vertellen over de familie die het in bezit had. Rachel was er bijna zeker van dat er ergens op de achtergrond een of ander mysterie was. Ze vermoedde ook dat dat haar pupil betrof. Mrs. Handley was geen zwijgzame vrouw, maar zodra de zaak van Nicky’s ouders ter sprake kwam, werd ze gesloten en veranderde ze van onderwerp. Misschien als ze er een beetje langer was...maar dat viel nog te bezien.

Rachel liet Nicky zich warm aankleden in een jas en een das en stond erop dat hij handschoenen aantrok tegen de koude oostenwind die rechtstreeks vanuit zee blies. Voor ze op weg gingen trok ze zelf een paar laarzen en een dik jack aan. Een wandeling tot aan het struikgewas aan het einde van de grote tuin zou hen beiden eetlust voor de lunch bezorgen.

Hoge wijdgetakte eiken beschermden het huis tegen de ergste wind en vormden tevens een scherm tussen het buiten en de rest van het landgoed. Op een voorgaande wandeling had Rachel tot haar vreugde ontdekt dat er langs de sloten sleutelbloemen en viooltjes groeiden. Op het ogenblik waren ze zeker niet meer dan een hoopje verdorde blaadjes tussen de struiken.

Achter de bomen en heggen, aan de andere kant van de sloot, strekte het akkerland zich uit. In het midden ervan lag een groot grijs boerenhuis met schuren met puntige daken die als schildwachten tegen de lucht stonden te wachten op de oogst van de hop.

Een paar koeien schooierden naar het laatste beetje gras om wat later koeken aan de rand van het erf te gaan halen. Het zag er allemaal zo troosteloos uit in deze tijd van het jaar. Rachel kon zich best voorstellen dat het er in de zomer, als de velden groen waren, heel anders zou uitzien. Een warm, tevredenstellend platteland dat een bepaald soort vrede uitstraalde, die elders zo spaarzaam werd aangetroffen.

Zonder zich ervan bewust te zijn glimlachte Rachel in zichzelf. Nicky, die terug kwam hollen, keek haar nieuwsgierig aan. ‘Vindt u het hier fijn, Miss Carson?’ vroeg hij.

Rachel knikte. ‘Ik vind Kent altijd fijn, Nicky,’ vertelde ze hem. ‘Toen ik een klein meisje was, bracht ik hier altijd mijn vakanties door.’

‘Hier?’ Hij nam haar woorden letterlijk en schudde verbaasd het hoofd.

‘Niet precies hier op Seaways,’ legde ze uit. ‘Maar ook niet zo erg ver hier vandaan - aan de kust.’

Even was ze zijn aversie tegen de zee vergeten, anders had ze het nooit gezegd. Het was zijn plotselinge vreemd terughoudende blik die er haar aan herinnerde. Het trekken van zijn mond deed haar wensen dat ze een beetje voorzichtiger was geweest.

‘Ik houd niet van de zee,’ vertelde hij haar met een klein effen stemmetje. Dat beroerde een gevoelige snaar in haar en ze had naast hem neer willen knielen om hem eens lekker te knuffelen.

In plaats daarvan legde ze een hand op zijn hoofd en woelde door het dikke springerige haar. ‘Dat weet ik, Nicky,’ zei ze kalm, ‘en het spijt me dat ik erover heb gesproken.’

‘Het geeft niet.’ Zijn stem klonk zó kalm en zó volwassen, dat het haar nog meer trof.

Zijn grote blauwe ogen keken naar haar op en ze wilde zich bukken om hem te knuffelen. Op hetzelfde moment rende hij het hoge modderige gras in en maakte geluiden, die waarschijnlijk een vliegtuig moesten voorstellen. Zijn armen waren wijd uitgespreid en zwenkten terwijl hij rende. Zijn wangen hadden een hoogrode kleur van inspanning en door de scherpe koude wind.

Een poosje bleef hij zo spelen, altijd net buiten haar bereik, reden waarom Rachel zich begon af te vragen of hij het met opzet deed. Zijn geren bracht hem dichter bij de voorkant van het huis, terwijl Rachel had verwacht dat het de achterkant zou worden. Plotseling keerde hij zich om en keek naar de weg, die verborgen tussen de bomen in de richting van het huis liep.

‘Lars komt eraan!’ riep hij met schrille stem en holde weg over de akkers, vóór Rachel hem kon tegenhouden.

‘Nicky!’ Ze volgde hem zo snel mogelijk, maar ze kon zijn hazensprongen niet bijhouden omdat ze veel te bang was uit te glijden op het modderige gras. ‘Nicky, wacht!’

Nicky nam geen notitie van haar. Hij holde verder. Zijn kleine voeten vlogen met het grootste gemak over de grond, zijn armen slingerden langs de zijden en zonder zich van iemand iets aan te trekken wilde hij zo snel mogelijk naar de bezoeker toe. Happend naar adem zag Rachel een zilvergrijze wagen de weg onder de bomen opkomen. Haar hart klopte angstig.

Als hij eerder bij de weg aankwam dan zijzelf, zou hij gemakkelijk tegen de auto kunnen lopen want hij was zo klein dat de chauffeur hem niet zou opmerken. Ze ondernam een extra poging hem in te halen.

‘Nicky, blijf onmiddellijk staan!’ Ondanks haar poging autoriteit in haar stem te leggen, klonk deze vlak en ademloos. ‘Nicky!’

Hij bereikte de eerste bomenrij langs de weg en nogmaals riep ze hem. Toen sloot ze de ogen en tot haar opluchting hoorde ze de wagen stoppen. Even verloor ze haar evenwicht en een voet gleed uit op het modderige gras. Voor ze tijd had zich te herstellen, lag ze op de knieën.

Ze had zich gelukkig niet bezeerd. De aarde was te zacht om schade aan te richten, maar haar kousen waren geladderd en er kleefde een grote kluit modder aan haar knieën. Ook haar handen plakten vol modder. Haar waardigheid was meer bezeerd dan haar lichaam. Ze voelde het bloed naar haar wangen stijgen toen het portier van de wagen openging en de chauffeur naar haar toe kwam hollen.

‘Heeft u zich bezeerd?’ Sterke handen hielpen haar op de been. Instinctief schudde Rachel het hoofd en merkte dat er een arm om haar middel lag en dat een paar geschrokken blauwe ogen haar aankeken.

‘Nee, nee, ik mankeer niets, dank u.’ Zonder veel resultaat probeerde ze de modder van haar knieën en handen te krijgen. Nicky stond met een brede glimlach van voldoening naast de nieuwkomer. ‘Nicky...’ begon ze.

‘Hij holde me tegemoet om me te komen begroeten,’ vertelde de man haar vlug. ‘Het spijt me, maar hij staat altijd op de uitkijk als hij weet dat ik kom.’

Er was een heel licht accent in de prettige zachte stem en nieuwsgierig keek Rachel hem aan. Er was een duidelijke gelijkenis met Neil Brett, hoewel deze man er knapper uitzag en zijn blanke huid veel beter bij het blonde haar paste.

‘U bent...’

‘Lars Bergen,’ zei hij en boog het hoofd alsof hij een buiging imiteerde. Een brede glimlach liet zijn witte tanden vrij. ‘Ik geloof niet dat ik al eerder het genoegen heb gehad, nietwaar?’

‘Oh, nee, ik ben hier nieuw!’ Rachel glimlachte nu ook, maar moest snel het beeld dat ze zich van Lars Bergen had gevormd herzien. Het was dus toch een volwassen man en geen jongetje en hij was bovendien erg knap. Ze stak haar hand uit, die hij zonder aarzeling aannam. Hij hield hem vast zolang ze dat toestond. ‘Ik ben Rachel Carson, Mr. Bergen. Ik ben Nicky’s... ik zorg voor Nicky.’

‘Ah!’ Goedkeurend keek hij haar aan, maar zijn blik was minder verwarrend dan die van Neil Brett. Weer boog hij het hoofd als in een buiging. ‘Zo, dus Neil heeft eindelijk iemand gevonden om voor Nicky te zorgen... Daar ben ik blij om!’

‘Lars!’

Nicky had er genoeg van genegeerd te worden en trok Lars Bergen aan een mouw. Lars keek op hem neer, boog zich voorover en slingerde het kind met een vloeiende beweging op zijn schouders. Het effect dat de modderige schoenen op zijn lichtgrijze kostuum hadden scheen hem niet te deren.

‘Je mag toch niet weglopen van je mooie nurse, kleintje,’ zei hij tegen Nicky. ‘Waar zit je verstand?’

Nicky giechelde en keek met glinsterende blauwe ogen op haar neer, zodat ze het niet over het hart kon verkrijgen hem een standje te geven omdat hij Was weggelopen. ‘Ik was bang dat u hem niet zou zien,’ legde ze uit. ‘Als hij tegen de wagen was gelopen...’

Lars Bergen glimlachte en keek naar boven, naar het jongetje op zijn schouders. ‘Ik ben eraan gewend dat hij me tegemoet komt rennen,’ zei hij. ‘Dat doet hij altijd.’ Even keek hij Rachel nieuwsgierig aan. ‘Heeft hij u niet gezegd dat hij me tegemoet zou gaan?’ vroeg hij Rachel schudde het hoofd. ‘Nee,’ gaf ze toe. ‘Hij heeft wel gezegd dat Lars zou komen, maar op dat moment betekende het natuurlijk niets voor mij. Ik wist niet wie hij bedoelde.’

Lars Bergen lachte. ‘Kinderen!’ verklaarde hij toegevend en begon terug te lopen naar de grote zilverkleurige wagen, die nog steeds op de weg stond.

Rachel volgde hem omdat ze wel begreep dat ze weinig anders kon doen, maar ze voelde zich erg ongelukkig met haar vuile handen en knieën. Het zag er naar uit dat ze met hem naar huis zouden rijden, hoewel ze veel liever was gaan wandelen en naar binnen geslopen om zich weer presentabel te maken. Maar natuurlijk verwachtte haar werkgever dat ze onder alle omstandigheden bij haar pupil zou blijven.

Lars Bergen opende het portier aan de passagierskant en mikte Nicky zonder veel omslag op de voorbank. Er bleef voldoende ruimte voor haar over en de man bleef staan met de duidelijke bedoeling haar in de wagen te helpen.

‘Oh, ik kan veel beter lopen,’ protesteerde ze haastig en keek naar haar modderige handen. ‘Ik ben zo smerig!’

‘Dat geeft niets,’ verzekerde Lars Bergen haar ernstig. ‘Alstublieft, u gaat toch met ons mee, Miss Carson?’

Toen ze naast hem stond, ontdekte ze dat hij heel wat kleiner dan Neil Brett was en hij was ook veel minder verontrustend. Het viel niet te ontkennen dat hij een heel knappe man was en dat bleek al verontrustend genoeg. Zijn blauwe ogen bleven op haar gericht en dwongen haar het aanbod voor een lift aan te nemen. Er lag al een dwingende hand onder haar elleboog, terwijl hij stond te wachten tot ze zou instappen.

‘Dank u!’ Ze gleed op de zitting naast Nicky. Die keek naar haar op en grinnikte op zo’n vreemde manier, die haar voor dit jonge kind enigszins verbaasde. Een glimlach van Lars Bergen joeg haar het bloed naar de wangen. Hij stapte in en sloeg het portier met een stevige klap dicht.

‘Klaar?’ vroeg hij en Nicky knikte.

Niemand zou hun aankomst hebben kunnen missen. De zilvergrijze wagen kondigde zijn vorderingen met een agressief gebrul aan. Nicky vond het bovendien nodig dit de hele weg na te doen. Het was slechts een kleine afstand, maar dat gaf Rachel de tijd het profiel van de man te bestuderen. Ze vroeg zich af of hij werkelijk een neef van Nicky was, of dat Neil Brett in een hechtere familierelatie tot het kind stond. Alsof hij haar nieuwsgierigheid geraden had, keerde hij het hoofd om toen ze het huis naderden en glimlachte tegen haar.

‘Misschien had ik het moeten uitleggen,’ zei hij. ‘Ik ben een neef van Neil... onze moeders waren zusters, vandaar de gelijkenis.’

Rachel glimlachte. Het was zo gemakkelijk om Lars Bergens open vriendelijkheid te beantwoorden. Instinctief mocht ze hem.

‘U lijkt beiden inderdaad op elkaar,’ zei ze. ‘Maar Nicky vertelde me dat u zijn neef was.’

Even keek hij haar verbaasd aan, daarop lachte hij en schudde het hoofd. ‘Ah, u verwachtte nog een jongetje, hmm?’ Ze knikte en hij lachte weer. Glanzend keken zijn blauwe ogen haar over het hoofd van Nicky aan. ‘Ik hoop dat u niet teleurgesteld bent, Miss Carson.’

‘Nee, natuurlijk niet.,’ ontkende ze haastig.

‘Aangezien Nicky meestal een flink deel van z’n tijd met mij doorbrengt als ik hier ben,’ vertelde Lars Bergen haar, ‘neem ik aan dat u dat ook zult doen, Miss Carson.’

Het vooruitzicht was onverwacht doch verre van onplezierig. ‘Dat zou weleens niet zo gemakkelijk blijken te zijn,’ zei ze. ‘Nicky zei iets over samen gaan rijden en...’

‘Neil ziet graag dat hij paard rijdt,’ legde Lars Bergen uit, terwijl hij de wagen tot stilstand bracht en omliep om het portier voor haar te openen. ‘Hij heeft niet veel tijd om hem zelf mee te nemen, daarom kijkt Nicky zo naar mijn bezoeken uit.’ De blauwe ogen keken haar onderzoekend aan voor hij vroeg: ‘Rijdt u, Miss Carson?’

Rachel schudde ontkennend het hoofd. ‘Nee, ik ben bang van niet.’

‘Wat jammer!’ Hij liep de treden naar het huis op en aan de manier waarop hij naar binnen wandelde, was te zien dat hij er een regelmatige en welkome bezoeker was.

‘Ah, Mrs. Handleyl’ Hij begroette de huishoudster losjes en wees naar de geparkeerde wagen. ‘Wilt u Handley vragen m’n bagage boven te brengen en de wagen voor me weg te zetten, alstublieft?’

‘Natuurlijk, sir.’

Ze was er niet zeker van, maar Rachel had het gevoel dat Mrs. Handley om de een of andere reden Lars Bergen niet erg mocht en ze vroeg zich af wat daarvan de reden zou kunnen zijn. Ze kreeg echter niet veel tijd erover na te denken, want Lars Bergen stevende de hal door met Nicky aan zijn jaspanden. Rachel kon weinig anders doen dan hen volgen.

Ze liepen de zitkamer binnen en Rachel volgde hen. Plotseling drong het tot haar door dat haar werkgever in de kamer was. Tot dusverre was hij in de twee weken dat ze voor hem werkte nooit aan de lunch verschenen en hadden Nicky en zij alleen gegeten. Dat was haar best bevallen, want ze zag er niets in met Neil Brett de maaltijd te gebruiken en steeds die staalblauwe ogen op haar gevestigd te voelen.

Hij stond op en begroette Lars Bergen met een stevige handdruk. Toch was hij enigszins terughoudend in zijn begroeting, dacht Rachel. Wat haar eigen verschijning betrof, hij keek fronsend naar haar vuile handen en bemodderde knieën.

‘Heeft u een ongelukje gehad, Miss Carson?’ vroeg hij met ijzige stem, alsof hij wilde zeggen dat het haar eigen schuld wel geweest zou zijn. Rachel schudde het hoofd.

‘Niet precies een ongeluk, Mr. Brett,’ legde ze uit en voelde dat de ogen van Lars Bergen op haar gericht waren. ‘Ik ben in de modder gevallen,’ ging ze verder. ‘Ik had regelrecht naar boven moeten gaan om me te verkleden... Het spijt me.’

‘Heeft u zich bezeerd?’ De vraag kwam zo onverwacht dat Rachel hem even aankeek en toen ze niet direct antwoord gaf, zag ze het ongeduld in zijn ogen.

‘Nee,’ zei ze haastig, ‘ik heb me niet bezeerd, maar ik ben erg vuil en moet me voor de lunch gaan wassen.’ Ze wendde zich af omdat ze de kritische blik niet langer kon verdragen. ‘Als u me wilt excuseren,’ zei ze een beetje buiten adem.

‘Neem Nicky met u mee!’

Snel keerde ze zich weer om en keek hem met grote, niet-begrijpende ogen aan. ‘Neem...’

‘Neem hem met u mee!’ herhaalde Neil en legde de nadruk op ieder woord. Dat wekte de indruk alsof ze te dom was om zijn instructie te begrijpen en blozend knikte ze.

‘Ja, natuurlijk, Mr. Brett!’

Vanzelfsprekend had Nicky er bezwaar tegen zijn held zo spoedig te moeten verlaten en hij klampte zich aan diens jasje vast. ‘Ik wil hier blijven,’ protesteerde hij luidkeels. ‘Ik wil bij Lars blijven!’

‘Je gaat nu met Miss Carson mee en komt pas terug als de modder van je schoenen is en je haren zijn gekamd,’ zei Neil vastberaden tegen hem. ‘Nou, vooruit, Nicky, laat Miss Carson niet wachten.’

‘Neil...’

‘Doe wat je gezegd wordt,’ hield Neil rustig doch vastberaden vol, ‘anders moet je in de kinderkamer lunchen!’ Hij keek Rachel aan, alsof hij hulp van haar verwachtte. ‘Miss Carson!’

Ze nam Nicky bij de hand en trok hem door de kamer. Vóór alles wilde ze voorkomen dat hij een scène ging maken. ‘Vooruit, Nicky,’ drong ze zachtjes aan, ‘laten we ons voor de lunch gaan opknappen.’ Nicky’s onderlip begon te trillen en het schitteren van zijn ogen bewees dat de waterlanders niet ver weg waren. Een korte blik op zijn oom vertelde hem echter dat de opdracht niet herhaald zou worden. Rachels stem klonk zacht toen ze hem probeerde te troosten. ‘Vooruit, jochie,’ drong ze zachtjes aan. ‘Kom maar met me mee.’

Ze had het veel te druk om Nicky met een minimum aan lawaai uit de kamer te loodsen, om de scherpe blik op te merken die in Neil Bretts ogen kwam terwijl hij door de kamer liep. Geschrokken keek ze op toen hij plotseling naast haar stond en haar met zijn blauwe ogen aankeek.

‘Ga naar boven, Nicky,’ zei ze rustig tegen het jongetje. Nicky keek hem even aan en verdween zonder verder commentaar. Toen Rachel hem wilde volgen, werd ze door een stevige hand op haar arm tegengehouden.

‘Miss Carson,’ zei hij weer met die ijzige stem, zodra Nicky buiten gehoorsafstand was, ‘wilt u alstublieft dat... die naam voor Nicky niet meer gebruiken.’

Rachel was een ogenblik zo verbaasd, dat ze zich niet eens kon herinneren hoe ze Nicky had genoemd. Terwijl ze hem aankeek schudde ze het hoofd en stotterde: ‘Ik... ik begrijp u niet.’ Ongeduldig fronsend keek hij haar aan. ‘U hebt hem jochie genoemd,’ hielp hij haar kortaf herinneren. ‘Ik heb liever dat u dat niet meer doet!’

Rachel bloosde en keek hem met grote ogen van verontwaardiging aan. Wat een onzin om onder de gegeven omstandigheden zo’n herrie te maken om een volkomen normaal woord. Ze was niet van plan het erbij te laten zitten.

‘Dat is erg onredelijk,’ probeerde ze met een zo rustig mogelijke stem, ‘het is gewoon een koosnaampje dat men aan een kind geeft...’ ‘Toevallig gebruikte z’n moeder dat altijd,’ onderbrak Neil haar. ‘Gebruikt u het niet weer, Miss Carson... Ben ik duidelijk?’

Rachel merkte dat Lars Bergen hen vanuit de zitkamer gadesloeg, maar het was twijfelachtig of hij hun woorden kon verstaan. Haastig zocht ze naar woorden om het uit te leggen. Nicky had er zich kennelijk niets van aangetrokken dat zij zijn moeders koosnaampje had gebruikt, maar zijn oom wel. Opnieuw vroeg ze zich af wat er toch met de dood van zijn moeder aan de hand was en waarom iedereen zo prikkelbaar werd als haar naam werd genoemd of als er iets werd gedaan dat op haar betrekking had.

Hoofdschuddend zocht Rachel naar woorden. ‘Het... ’t spijt me,’ zei ze, ‘maar dat kon ik natuurlijk niet weten...’

‘U weet het nu,’ onderbrak Neil haar kortaf. ‘Ik reken erop dat u het niet zult vergeten, Miss Carson.’

Rachel voelde dat de berisping oneerlijk streng was geweest, want ze had toch niets ergs gedaan en Nicky had er niet onder geleden. Onder deze omstandigheden trok ze het zich extra aan.

‘Nicky scheen er zich niets van aan te trekken dat ik hem jochie noemde,’ sputterde ze tegen. ‘Terwijl als...’

‘Nicky is er niet alleen bij betrokken,’ werd haar koeltjes meegedeeld. Weer was er die boze schittering in de staalblauwe ogen. ‘Bovendien voel ik er niets voor mijn beslissingen met u te bepraten, Miss Carson... Ik verwacht van u dat u doet wat u gezegd wordt.’

‘Net als Nicky,’ kaatste ze terug en realiseerde zich ineens dat ze tamelijk brutaal was.

Zelfs door de dikke mouw van haar jack waren zijn vingers als van staal. Ze kreunde en verwachtte niet anders dan dat hij haar zou zeggen haar bezittingen te gaan pakken en te verdwijnen. In plaats daarvan gingen er een paar huiveringwekkende seconden voorbij, voor hij haar arm losliet en haar beduidde naar boven te gaan. ‘Gaat u zich maar voor de lunch opknappen,’ zei hij hees en keerde zich snel om, teneinde de kamer in te lopen en haar alleen te laten staan.

Rachel keek hem een ogenblik na, zonder te kunnen geloven dat hij de zaak zonder meer als afgedaan beschouwde. Lars Bergen stond haar nieuwsgierig aan te kijken, ze keerde zich om en holde de trap op.

Ze moest wel niet goed wijs zijn geweest om Neil Brett zo uit te dagen. Toch had ze het niet kunnen laten en het meest verwonderlijke was dat hij het erbij had gelaten.

Toen ze even later in haar kamer haar jack uittrok, wreef ze even over de plek waar zijn vingers zich als bankschroeven omheen hadden geklemd. Neil Brett was een extra mysterie in een vreemd, geheimzinnig huishouden. Ze had een bijna onweerstaanbare neiging om dichter bij hem te komen en te proberen hem te begrijpen.