HOOFDSTUK 1
Rachel betaalde de taxi, bleef op de trottoirrand staan kijken tot hij uit het gezicht verdwenen was en keerde zich toen om, teneinde het huis op te nemen. Seaways was op meer dan één manier een indrukwekkend huis. Het was in typisch Victoriaanse stijl gebouwd en kon nauwelijks uitnodigend worden genoemd. Het zag er een beetje geheimzinnig uit, misschien zelfs wat ontmoedigend. Zeker voor Rachel, die er niet zeker van was of ze niet door de bediendeingang naar binnen zou moeten gaan, zo die er al was.
Haastig schudde ze het opkomende gevoel van paniek van zich af en beklom de drie treden die naar de donkere, met beslag versierde voordeur leidden. Grote erkerramen weerspiegelden de sombere winterdag en keken uit op een tuin waarin, voor zover Rachel kon zien, slechts wat miezerige struiken stonden. Toch moest hij er in de lente en de zomer, als de forsythia’s met hun gele bloemetjes uitkwamen en de rododendrons in bloei stonden, er erg aardig uitzien.
De aarzelende druk op de bel bracht onmiddellijk een vrouw van middelbare leeftijd met grijzend haar en een brede glimlach in actie. Ze beduidde haar binnen te komen. De manier waarop de vrouw met het hoofd had geknikt, scheen te betekenen dat ze haar naam kende en daar was Rachel erg blij om.
‘Wilt u me maar volgen?’ vroeg de vrouw en ging haar voor de hal in, die op geen enkele manier in overeenstemming was met de Victoriaanse stijl van de buitenkant van het huis.
Het was er licht en fris. Er viel geen teken te bespeuren van de donkere muren en het sombere meubilair, dat Rachel had verwacht. Hun voetstappen werden gedempt door een dieprood kleed. In het grijze daglicht dat door een van de kleine raampjes naar binnen viel, bleek het interieur in wit en goud te zijn uitgevoerd.
Zelfs de monumentale trap was wit geverfd en de spijlen tussen de leuningen waren verguld. Er hingen verschillende waterverfschilderijen tegen witte muren en op een tafeltje stond een schitterend beeldje van een oude man.
De vrouw, waarschijnlijk de huishoudster, opende een deur aan de zijkant van de hal, stapte naar binnen en kondigde de komst van de nieuwe werkneemster aan, alsof Rachel een bezoekster was.
‘Miss Carson is aangekomen, sir,’ zei ze tegen de man in de kamer, deed een stapje opzij om Rachel te laten passeren en sloot met een bemoedigend glimlachje de deur achter haar.
De kamer waarin ze zich bevond verraste Rachel minder dan het geval zou zijn geweest als ze niet eerst de hal had gezien. Het vertrek was op dezelfde manier ingericht. Het was een grote kamer met een brandend openhaardvuur in een grote schouw. Het was wel duidelijk dat de warmte van het vuur slechts diende als aanvulling op die van de centrale verwarming.
Het meubilair was licht en elegant en leek meer te behoren tot de ‘Georgian style’ dan te stammen uit de Victoriaanse tijd. Het zag ernaar uit dat ieder stuk echt was. Wat de bezittingen van Mr. Neil Brett ook over zijn persoon mochten verraden, zeker niet dat hij arm was en een slechte smaak had.
Toen de man zich naar haar omdraaide, was hij voor Rachel net zo’n verrassing als het interieur van het huis was geweest. Ze vroeg zich af of ze ooit iemand had gezien die zó blond was. Hij was lang en mager en had dik hoogblond haar met lichtblauwe ogen. Hij keek haar voortdurend aan toen ze aarzelde de kamer door te lopen.
Ze dacht dat hij tamelijk verbaasd leek, alsof er iets met haar was dat hij eigenlijk niet had verwacht, maar haar eigen reactie op zijn persoon verontrustte haar het meest. Zijn aanwezigheid scheen de hele kamer te vullen en hij was zeker een dominerende figuur.
Hij kwam niet naar haar toe om haar te begroeten, maar bleef op haar staan wachten bij de grijze schoorsteenmantel. Hij sprak niet maar wist haar, slechts door naar haar te kijken, aan het verstand te brengen wat hij wilde. Haar kleine postuur maakte het haar onmogelijk grote stappen te nemen en het duurde een hele tijd voor ze de grote kamer was overgestoken. Al die tijd nam hij haar belangstellend op en dat bracht haar in verwarring.
Haar lange donkere haren krulden licht om een ovaal gezichtje en accentueerde de grote grijze ogen en de kleine mond, die op dat ogenblik nerveus trilde. Toch betwijfelde ze of haar verschijning de reden was voor zijn vrijpostige blik.
‘Miss Carson?’ Hij boog het hoofd doch stak geen hand uit. Met een zelfde gebaar wees hij op een stoel achter haar, maar bleef zelf staan. Hij hield de handen achter de rug en trok de schouders naar achteren. ‘Gaat u toch zitten!’
Het was meer een bevel dan een uitnodiging en Rachel gehoorzaamde automatisch. Ze zou niet hebben kunnen zeggen waarom ze had verwacht dat hij er als een typische zakenman zou hebben uitgezien, gekleed in een kostuum met een keurig overhemd en een das. Ze had zich niet erger kunnen vergissen. Hij zag er eerder uit als een boer dan als een zakenman en had duidelijk niet de moeite genomen zich te kleden voor het onderhoud.
Een katoenen broek was in bruine lage laarzen gestopt en liet lange gespierde benen zien. De mouwen van een verschoten katoenen overhemd waren tot over de ellebogen opgerold en onthulden gebruinde armen. Het overhemd stond open aan de hals en ze zag dat ook de hals bruin verbrand was.
Die bruine kleur was zo in tegenspraak met het blonde haar, dat Rachel zich onwillekeurig afvroeg wat voor soort voorouders daarvoor verantwoordelijk konden zijn. Het viel vooral op in zijn gezicht, waar de bruine huid scherp contrasteerde met de lichtblauwe ogen. Hij straalde kracht en een zekere meedogenloosheid uit. Het was verontrustend en Rachel nam het op als een waarschuwing.
‘U bent gediplomeerd kinderverzorgster?’ vroeg hij. Ze knikte en stond meteen met beide benen op de grond.
‘Ja, Mr. Brett,’ zei ze. ‘Ik heb dit jaar het diploma gehaald.’
‘Juist.’
Weer keek hij haar kritisch aan en ze vond het vervelend. Plotseling bewoog hij. Een snelle beweging waarvan ze schrok. Met de handen in de zakken bleef hij, leunend met een schouder tegen de schoorsteenmantel staan. Dat was waarschijnlijk zijn geliefkoosde houding, dacht Rachel, en weer was er die waarschuwende tinteling toen ze zijn blik ontmoette.
‘U bent jonger dan ik had verwacht,’ zei hij kortaf. ‘Ik neem aan dat u de nodige diploma’s heeft om uw kennis te bewijzen?’
‘Natuurlijk!’ Rachel bloosde, alhoewel de vraag onder de gegeven omstandigheden redelijk genoeg was. Niemand, en zeker Neil Brett niet, zou zijn kind aan iemand toevertrouwen die zo maar kwam solliciteren. Ze opende haar tas. ‘Ik heb mijn diploma’s hier, als u ze wilt inzien,’ zei ze tegen hem en gaf hem de envelop met diploma’s.
Hij knikte en bladerde aandachtig door de papieren voor hij ze aan haar teruggaf. ‘Ik zie dat u pas twee maanden geleden eindexamen hebt gedaan. Is dit de eerste baan waar u naar solliciteert?’
Het onderhoud verliep niet precies zoals Rachel het zich had voorgesteld. Ze voelde zich helemaal niet op haar gemak in het gezelschap van deze man. Eigenlijk was ze slechter op haar gemak dan ze zich had voorgesteld.
‘Ik heb een onderhoud gehad voor een andere baan,’ gaf ze toe, zich afvragend hoe eerlijk ze kon zijn.
Gefronste wenkbrauwen waren het teken dat hij meer duidelijkheid wenste. ‘En?’ vroeg hij kortaf en blozend wierp Rachel het hoofd in de nek.
‘Ik was niet geschikt voor die baan,’ vertelde ze. Terwijl ze deze bekentenis deed, zag ze de lichtblauwe ogen zich even vernauwen.
‘Waarom ongeschikt, Miss Carson?’
Voor ze antwoord gaf, aarzelde Rachel even. Het zou moeilijk zijn hem uit te leggen dat de drukke blonde gastvrouw uit de society-wereld die haar had laten komen, nauwelijks vijf seconden nodig had gehad om te beslissen dat Rachel niet het meisje was dat ze wenste.
'Er werd geen speciale reden opgegeven,’ zei ze. ‘Men zei eenvoudig dat ik voor die baan niet geschikt was.’
‘Hmm!’ De wenkbrauwen werden weer gefronst en opnieuw gleed zijn blik bewonderend over haar nette verschijning en haar blozende gezichtje.
‘Gold het bezwaar uw leeftijd of uw verschijning?’ vroeg hij.
Rachel bloosde tot achter haar oren. ‘Men... men heeft daar niets over gezegd,’ zei ze een beetje hees. ‘Men zei alleen dat ik niet geschikt was en toen werd ik weggestuurd.’
‘Hmm!’ Was weer zijn enige commentaar. Hij bleef haar enkele ogenblikken aanstaren. ‘Kort en goed, u heeft dus helemaal geen ervaring, nietwaar?’ merkte hij tenslotte op. Rachel vroeg zich af hoe hij het werk met zes a zeven kinderen dan wél noemde.
‘Ik heb vrij veel ervaring,’ vertelde ze. ‘Een deel van mijn opleiding bestond uit werk in een kindertehuis.’
Uit de nog steeds gefronste wenkbrauwen begreep ze dat hij het betwijfelde of dat wel het soort praktijk was, die hem voor deze baan voor ogen stond.
*’t Is hier geen kindertehuis,’ hielp hij haar rustig herinneren. ‘Heeft u ervaring in de privésector... als kinderverzorgster in een privéwoning?’
Eerlijk schudde Rachel het hoofd. ‘Nog niet, Mr. Brett.’ Geïrriteerd keek ze hem aan en vroeg zich af, hoe ze die ervaring ooit zou kunnen opdoen als niemand haar daartoe in de gelegenheid stelde. ‘Het wordt een beetje moeilijk om ervaring op te doen, als ik niet eerst een baan krijg!’ zei ze uitdagend.
‘U denkt dus dat ik u een salaris ga betalen om ervaring te kunnen opdoen?’
Haastig keek Rachel de andere kant op om de blik uit de doordringende blauwe ogen te ontwijken.
‘Ik ben gediplomeerd,’ hielp ze hem herinneren. ‘U zou me dus niet betalen voor iets dat ik niet zou aan kunnen. Zo’n grote gok is het nu ook weer niet!’
Ze zag dat Neil Brett een schok kreeg en met de handen in de schoot gevouwen wachtte ze op zijn antwoord.
‘Bent u ook opgeleid om uw werkgever te brutaliseren, of doet u dat van nature, Miss Carson?’ vroeg hij koel.
Rachel aarzelde. Het liefst had ze hem gezegd dat ze niet van plan was haar eigen mening helemaal weg te cijferen, maar ze had het gevoel dat er nu veel van haar antwoord afhing. Misschien zelfs of ze de baan, die ze erg graag wilde hebben, al dan niet kreeg. Niet alleen omdat ze nu een betrekking had gevonden die bij haar opleiding paste, maar vooral omdat er iets aan Neil Brett was dat haar fascineerde en ze daarom voor hem wilde werken.
‘Het spijt me als u me brutaal vond,’ zei ze verontschuldigend, ‘maar ik ben goed in mijn werk, Mr. Brett, en ik wil meer ervaring opdoen. De enige manier waarop ik dat kan doen is voor iemand als u te gaan werken.’
Rustig bleef hij haar een poosje aankijken en knikte daarop, alsof hij tot een besluit was gekomen. ‘Goed, u kunt drie maanden op proef komen,’ besliste hij plotseling.
‘Dank u! ’ Ze sprak met een vreemd gevoel van opluchting. Ze vroeg zich af waarom ze in vredesnaam zo graag voor hem wilde gaan werken, vooral nu de eerste ontmoeting nauwelijks een aanmoediging bleek in te houden.
‘Bent u aan kleine jongetjes gewend?’ vroeg hij. Rachel knikte en durfde nauwelijks iets te zeggen, uit angst dat het verkeerd zou uitpakken en hij van gedachten zou veranderen.
‘Daar ben ik helemaal aan gewend,’ vertelde ze een beetje ademloos. ‘Tijdens mijn opleiding had ik er zes tot zeven onder mijn hoede.’
Weer dacht hij even na. Het donkere gezicht tekende zich scherp af tegen het flikkerende licht van de haard. Het begon langzaam donkerder te worden in de kamer. Eén arm lag nu op de schoorsteenmantel en hij staarde in de laaiende vlammen. Rachel dacht dat zijn gedachten ver weg waren.
Hij zette een voet op het gietijzeren haardscherm en het was onmogelijk niet te zien hoe gespierd het been in de katoenen broek was. Neil Brett was een vreemde man en misschien zou ze het eens betreuren zo haar best te hebben gedaan deze baan bij hem te krijgen. Op dit ogenblik vond ze het vooruitzicht onweerstaanbaar.
‘Nicholas is vier jaar,’ zei hij plotseling en onderbrak daarmee haar gedachtegang. ‘Over het algemeen gedraagt hij zich netjes, maar misschien zult u in het begin wat moeite hebben hem de baas te worden.’
Verward dacht Rachel dat het net klonk alsof hij het over een dier had in plaats van over zijn zoontje. Haar sympathie ging nu al uit naar het kind Nicholas, wat het probleem met hem ook mocht zijn.
Haar glimlach diende om hem te bewijzen dat ze heel goed in staat was het hoofd te bieden aan de kuren van het kind.
‘Het is niet zo moeilijk het hoofd te bieden aan één kind, Mr. Brett,’ zei ze met waarschijnlijk meer minachting voor zijn mening dan ze zich realiseerde. Neil Brett fronste weer en keek haar met zijn blauwe ogen koeltjes aan.
‘Daar zult u pas over kunnen oordelen als u Nicholas hebt ontmoet,’ stelde hij ernstig. ‘Tot zolang weet ik het nog steeds het beste, Miss Carson!’
Rachel slikte en er kwam een scherp antwoord op haar lippen. Toen boog ze het hoofd en onderwierp zich aan het onvermijdelijke. Zelfs na zo’n korte kennismaking was het duidelijk dat slechts weinigen ongeschonden uit een ontmoeting met Neil Brett te voorschijn kwamen.
‘Ja, natuurlijk,’ zei ze rustig. ‘Krijg ik Nicholas nu te zien?’
‘Nee!’
Het antwoord kwam prompt en klonk onvermurwbaar. Haar opleiding had haar geleerd dat het noodzakelijk was eerst een ontmoeting te hebben met het kind, dat aan haar zorgen zou worden toevertrouwd, alvorens de baan te aanvaarden. Dat was te prefereren en in feite noodzakelijk.
Rachel aarzelde en was er niet zeker van hoe de kwestie aan te pakken. Bij sommige werkgevers zou het waarschijnlijk mogelijk zijn geweest erop te staan, of in ieder geval de noodzakelijkheid van zo’n eerste ontmoeting te benadrukken. In het geval van Neil Brett betwijfelde ze of het goed zou zijn deze strategie te volgen.
Ze was niet van plan haar misnoegen onder stoelen of banken te steken en daarom zuchtte ze berustend en schudde het hoofd.
‘Heel goed, Mr. Brett,’ zei ze, ‘maar het is erg belangrijk dat de juiste verhouding zo spoedig mogelijk wordt vastgesteld, ’t Is uitermate belangrijk dat uw zoontje mij mag en dat we goed met elkaar overweg kunnen, zo’n eerste ontmoeting kan van het begin af aan duidelijk maken of we elkaar liggen of niet.’
Het kon hem absoluut niets schelen, realiseerde ze zich. Er kwam echter wel een schittering in zijn blauwe ogen toen hij op haar neerkeek.
‘Mijn zoontje?’ vroeg hij rustig. Rachel bloosde diep toen ze zich ervan bewust werd dat ze een kapitale fout had gemaakt.
Even was ze te verbluft om te kunnen spreken. Ze schudde het hoofd en durfde hem niet aan te kijken. Vuurrood zocht ze naar een verklaring, alhoewel de hemel wist dat er redenen genoeg waren voor haar vermoeden dat dit kind zijn zoon was.
‘Het...het spijt me, Mr. Brett,’ zei ze na een poosje, ‘maar ik dacht...’
‘Ik geloof dat het een natuurlijk vermoeden was,’ zei Neil Brett koel, zonder haar de tijd te geven voor haar uitleg. ‘Nicholaas is m’n neefje, Miss Carson. Juridisch ben ik z’n voogd... als u weet wat dat betekent?’
‘Natuurlijk!’ Toen ze de vaderlijke toon in zijn stem ontdekte, bloosde ze nog dieper. ‘Ik neem aan dat het kind geen ouders meer heeft en dat het gerechtshof u tot voogd heeft benoemd.'
‘Zo ongeveer,’ gaf hij toe. ‘Nicky’s moeder was mijn zusje... er is niemand die voldoende belangstelling voor hem heeft, daarom woont hij bij mij.’
Van onder de zware wenkbrauwen keken de lichtblauwe ogen haar aan en er speelde een flauwe glimlach om zijn mond. ‘Misschien ben ik naar uw mening niet de meest ideale vader, Miss Carson, maar ik ben alles wat hij heeft en tot dusver heeft hij nog nooit geklaagd!’
‘Oh, nee, ik ben er zeker van dat hij dat nooit gedaan zal hebben! ’ Ze haastte zich hem deze verzekering te geven. Wat voor gevoelens Neil Brett ook mocht hebben, het was Rachel wel duidelijk dat hij echt dol op zijn neefje was.
Plotseling liep hij met een onverwachte beweging van de haard weg en kwam buiten het gezichtsveld van Rachel. Ze vroeg zich af of ze zich in haar stoel zou durven omdraaien om naar hem te kijken. Er was iets onuitspreekbaar fascinerends aan deze man, ondanks het feit dat hij nauwelijks de moeite had genomen aardig te zijn.
Hij slenterde naar het raam en bleef daar even staan, de handen op de rug. ‘Voor u is alleen van belang te weten dat Nicky’s moeder vorig jaar is overleden,’ zei hij op koele toon, klaarblijkelijk ten prooi aan een diepe emotie die hij niet wilde tonen. ‘Ze is op een kilometer afstand van hier, in zee, verdronken.’
‘Oh, wat erg!’
Haar medeleven scheen hem te treffen, want hij keerde zich om en keek haar weer aan. Zijn ogen gingen schuil achter de zware wenkbrauwen en omdat hij met de rug naar het grijze daglicht stond, was zijn gezicht niet duidelijk zichtbaar.
‘Ik heb u dat alleen verteld omdat u moet begrijpen dat Nicholas omzichtig behandeld dient te worden,’ zei hij rustig. ‘Hij is doodsbang voor de zee en ik heb iedereen verboden hem daar mee naar toe te nemen voordat hij van zijn angst genezen is.’
Rachel vermoedde dat hij doelde op de huishoudster of andere bedienden, die met de zorg voor het jongetje waren belast totdat er een geschikte verzorgster voor hem gevonden was. Haar hart ging uit naar de eenzame Nicholas. Ze was er wel zeker van dat een klein jongetje in een huis vol volwassenen, dat overgelaten werd aan de zorgen van bedienden, onuitsprekelijk eenzaam moest zijn.
‘Dat is iets dat hem tijdig uit het hoofd gepraat kan worden,’ zei ze zachtjes, opschrikkend toen hij een paar stappen in haar richting deed en voor haar ging staan.
‘Hij krijgt alle tijd om er van af te komen, Miss Carson!’ zei hij op dwingende toon. ‘Ik sta niet toe dat u wonderen gaat verrichten, ’t Kan me niet schelen waartoe u door uw opleiding denkt in staat te zijn. Begrijpt u dat!’
Hij stond dicht genoeg bij haar om een vreemde verwarring over haar te brengen. Een verwarring die ze nog nooit eerder had ervaren. Hij was zo uitgesproken mannelijk dat hij haar gevoelens in vuur en vlam zette en haar de adem benam. Neil Brett was geen makkelijk heerschap en ze zou moeten leren haar reacties te beheersen, als ze voor hem ging werken.
Op haar hoede keek ze naar hem op en zag dat hij haar fronsend stond op te nemen. Als hij boos was, bleek hij niet alleen indrukwekkend maar echt angstaanjagend. Automatisch knikte ze.
‘Ja, natuurlijk begrijp ik u, Mr. Brett,’ zei ze koel, ‘maar ik...’
‘Ik hoop echt dat u niet een van die vrouwen bent, die denkt dat ze alles over kinderen weet, Miss Carson,’ stelde hij krachtig. ‘Dat bent u toch niet?’
Rachel bloosde verontwaardigd. Door een geheimzinnige hekserij die hij in haar binnenste uitvoerde, sloeg haar hart op hol. Ze vond het moeilijk hem rustig en op een alledaagse manier antwoord te geven.
‘M’n opleiding hield in dat ik met allerlei soorten kinderen kan omgaan, Mr. Brett.’ Met moeite kon ze haar stem, die trilde van afkeer en een totaal verkeerde indruk gaf, in bedwang houden. ‘Ik zou niet durven zeggen dat ik alles over kinderen weet, maar ik ken m’n werk...’
Ze slaakte bijna een kreet toen een minachtend gesnuif haar uitleg onderbrak. Met een breed gebaar van een grote hand veegde hij haar verklaring van tafel. Het leek of hij haar wilde slaan en automatisch deinsde Rachel achteruit. Toen ving ze de schittering in zijn ogen op en ze hield ze enkele ogenblikken vast.
‘Wilt u voor me werken, Miss Carson, of niet?’ vroeg hij. Zijn stem klonk rustig, maar er was zo’n bedreiging in te horen dat Rachel hem angstig aankeek. Daarna knikte ze bevestigend.
‘Ja, ja, natuurlijk wil ik dat,’ besloot ze, zich tegelijkertijd afvragend of ze gek geworden was om voor zo’n man te willen werken.
‘Dan wordt er niet met Nicholas geëxperimenteerd!’ besliste hij hees. ‘Dat is u toch wel duidelijk?’
‘Heel duidelijk, Mr. Brett!’ Haastig bevochtigde Rachel de lippen, voor ze weer een blik op dat koppige gezicht durfde te slaan. ‘Ik... u heeft de verkeerde indruk betreffende mijn plannen,’ gokte ze. ‘Ik zal natuurlijk nooit iets zonder uw toestemming doen, en...’
‘Goed! Dan kunnen we daar geen problemen over krijgen.’
Rachel staarde hem aan. Ze was er niet zeker van wat haar het meest verontrustte, zijn heftig aandringen om blindelings gehoorzaamd te worden of het dagelijks in contact komen met een man, die meer moeilijkheden zou gaan veroorzaken dan welke werkgever in haar opleidingsperiode ook.
Er was eenvoudig geen reden waarom ze niet zou kunnen opstaan en het huis uitlopen om Mr. Brett met al zijn problemen erin achter te laten. Maar ze was nog steeds in de ban van dat vreemde verlangen om te blijven en voor hem te werken.
Een ogenblik bleef Neil Brett naar haar kijken zoals ze daar zat, met de handen over haar tas gevouwen en hoogrode wangen, die veroorzaakt werden door haar versnelde hartslag. Het was belachelijk dat een vreemdeling zo’n uitwerking op haar had.
Even later liep hij weer naar de schoorsteen, maar bleef naar haar kijken. De flikkerende vlammen wierpen diepe schaduwen op zijn sterke, gebronsde lichaam en gaven hem nog meer persoonlijkheid. Een arrogante, verontrustende man... te krachtig om een gemakkelijke werkgever aan hem te krijgen, maar ook te onweerstaanbaar om zonder meer weg te lopen.
De directe noodzaak om iemand te vinden die voor kleine Nicholas kon zorgen, maakte dat men van Rachel verwachtte dat ze onmiddellijk zou beginnen. Neil Brett stuurde derhalve een van zijn bedienden met haar mee om haar bagage op te halen. Klaarblijkelijk kwamen haar eigen wensen en plannen er niet aan te pas, want er werd haar niet gevraagd of het haar wel gelegen kwam direct te verhuizen, dat werd als vanzelfsprekend aangenomen.
Ondanks de autoritaire manier waarop ze in het huishouden werd opgenomen, had ze geen klagen over haar huisvesting en nog minder over de manier waarop ze werd behandeld. Mrs. Handley, de huishoudster, moest toezien op de verhuizing en gaf haar een kamer aan de voorkant van het huis, die veel beter was dan ze had durven hopen.
Het was een grote frisse kamer die ondanks de ouderwetse ramen veel daglicht kreeg. Ook hier gaf het meubilair blijk van Neil Bretts onberispelijke smaak, zodat ze zich altijd van zijn aanwezigheid bewust was, zelfs in haar kamer. Ondanks zijn bruuske mannelijke persoonlijkheid gaf hij blijk van een verfijnde smaak voor mooie dingen en meubileerde er zijn huis mee, in plaats van ze op te bergen.
De twee ramen verschaften haar een schitterend uitzicht op een deel van het platteland van Kent en daarachter, in de verte, verraadden de gekleurde luchten de aanwezigheid van de zee. De zee, die ze niet mocht gaan bekijken omdat de moeder van haar kleine beschermeling er was verdronken.
Een moment stond ze uit een raam naar het geploegde akkerland te kijken. Ze zag hoe de meeuwen hun kostje opscharrelden in de verse voren. Ze vroeg zich af hoe en waarom de moeder van Nicholas was gestorven. Mrs. Handley wist het waarschijnlijk wel, maar ze maakte nog niet lang genoeg deel uit van de staf om vragen over de familie te stellen.
‘Wat een prachtig uitzicht,’ zei ze, en wendde zich glimlachend tot de huishoudster.
Het vriendelijke gezicht van Mrs. Handley antwoordde met een brede glimlach, "t Ligt hier mooi,’ zei ze met haar rustige plattelandsaccent. ‘Ik ben er wel zeker van dat u het hier prettig zult vinden. ’
Rachel maakte een koffer open en begon die uit te pakken, terwijl Mrs. Handley een onzichtbare kreukel uit een stukje Victoriaans borduurwerk probeerde te strijken. Een hele reeks vragen moesten nodig beantwoord worden. Ze was er wel zeker van dat de huishoudster daarom bij haar bleef. Ze had een kwartier geleden al weg kunnen gaan, maar had dat niet gedaan. In plaats daarvan was ze zwijgend bij het ouderwetse tweepersoons bed gaan staan, de indruk wekkend dat ze wat wilde zeggen.
‘Ik verlang ernaar Nicholas te ontmoeten,’ zei Rachel tegen haar, terwijl ze zorgvuldig een japon over het voeteneind van het bed legde. ‘U kent hem natuurlijk heel goed, Mrs. Handley?’
‘Vanaf z’n geboorte zou je wel kunnen zeggen,’ zei de huishoudster en schudde droevig het hoofd.
‘Ik neem aan dat hij wees is,’ raadde Rachel, omdat ze niets over zijn vader had gehoord. Mrs. Handley ontkende noch bevestigde die bewering.
‘Arme kleine lieverd,’ zei ze medelijdend. ”t Lijkt wel of iedereen en alles vanaf het begin tegen hem zijn geweest. Bedenk wel,’ voegde ze er haastig aan toe, alsof ze een verkeerde indruk moest wegnemen, ‘hij is hier erg gelukkig bij z’n oom en het wordt nu nog beter, nu er iemand is die zich de hele dag met hem kan bezighouden.’
Ze bevond zich in een delicate positie. Rachel rilde bij het vooruitzicht iets verkeerds te zeggen, maar ze was nu zó dicht bij de reden voor Neil Bretts voogdijschap over zijn neefje, dat ze één onweerstaanbare vraag moest stellen.
‘Ik weet dat z’n moeder vorig jaar is verdronken,’ zei ze en bemerkte de onmiddellijke verandering van uitdrukking op Mrs. Handley’s gezicht.
‘Droevig,’ was het enige dat ze zei en schudde daarbij het hoofd.
‘Aangezien Mr. Brett zijn voogd is, heeft het kind zeker geen vader meer,’ viste Rachel, ten dele ontmoedigd.
De mond van Mrs. Handley verstrakte en ineens leek haar vrolijke gezicht gesloten. Ze gaf een laatste klopje op het borduurwerk van de beddensprei en liep naar de deur. Bij de deur keerde ze zich om en keek Rachel glimlachend aan, terwijl er een vreemde glinstering in haar ogen kwam. ‘Als er ook maar iets is dat u nodig mocht hebben, Miss Carson,’ zei ze, ‘vraagt u het dan... Betty of ik zal het graag voor u verzorgen.’
Even keek Rachel haar scherp aan. Ze kwam tot de ontdekking dat haar poging om inzicht in de familiezaken te krijgen, hopeloos was mislukt. Mrs. Handley scheen er zich niet over te willen uitlaten of de vader van Nicholas nog in leven was.
‘Dank u, Mrs. Handley,’ zei ze. De huishoudster sloot de deur zachtjes achter zich.