Noten

 

 

1. Door de nazi’s ingestelde regulering van de arbeidsmarkt ter verwezenlijking van ideeën en plannen voor de ‘Neuordnung des deutschen Lebensraumes’: controle op arbeidsinzet en wisseling van arbeidsplaats door middel van ‘verplichte tewerkstelling’.

2. Albert Bormann, geboren te Halberstadt op 2 september t902, overleden te Berlijn in mei 1945 (vermoedelijk zelfmoord met cyaankali); beroep: bankemployé, sinds 1931 werkzaam in de kanselarij van de Führer, in 1933 hoofd van de kanselarij van de Führer, in 1938 lid van de Rijksdag, in 1943 NSKK-Gruppenfuhrer en persoonlijk adjudant van Adolf Hitler.

3. Martin Bormann, geboren te Halberstadt op 17 juni 1900, vermoedelijk overleden te Berlijn op 2 mei 1945 (zelfmoord met cyaankali); beroep: boer, in 1924 toegetreden tot de NSDAP, van 1933 tot 1941 als stafleider de functie bekledend van plaatsvervanger van de Führer, in 1933 benoemd tot Reichsleiter van de NSDAP, vanaf 1938 in de persoonlijke staf van Hitler, op 12 mei 1941 hoofd van de partijkanselarij, op 12 april 1943 secretaris van de Führer, in 1944 benoemd tot minister, in 1946 in Neurenberg wegens oorlogsmisdaden bij verstek ter dood veroordeeld.

4. Gerda Christian, meisjesnaam Daranowski (‘Dara’), geboren te Berlijn op 13 december 1913; kantoorbediende bij Elisabeth Arden in Berlijn, in 1937 secretaresse in de ‘persoonlijke staf’ van Hitler, vanaf 1939 met Hitler in verschillende hoofdkwartieren, op 2 februari 1943 getrouwd met Eckhard Christian, majoor bij de luchtmacht, adjudant van de chef-staf van de legerleiding in het hoofdkwartier van de Führer. Onderbreekt haar werk bij Hitler tot medio 1943, daarna tot 1945 in het hoofdkwartier van de Führer, op 1 mei 1945 geslaagde vlucht uit de rijkskanselarij naar West-Duitsland.

5. Johanna Wolf, geboren te München op 1 juni 1900, overleden te München op 5 juni 1985; sinds 1929 stenotypiste in Hitlers kanselarij en NSDAP-lid, na de machtsovername in 1933 secretaresse in de kanselarij van Hitler en later bij de persoonlijke staf in Berlijn, tijdens de oorlog met Hitler in diverse hoofdkwartieren.

Hitler nam afscheid van haar en Christa Schroeder in de nacht van 21 op 22 april 1945 en zei haar Berlijn te verlaten.

6. Christa Schroeder, geboren te Hannoversch Münden op 19 maart 1908, overleden in München op 28 juni 1984; van 1930 tot 1933 secretaresse bij de Reichsleitung van de NSDAP te München, van 1930 tot 1939 secretaresse in de ‘persoonlijke staf van de Führer’. Tijdens de oorlog tot 22 april 1945 Hitlers secretaresse op alle reizen en in alle hoofdkwartieren. Geïnterneerd tot 12 mei 1948.

7. Heinz Linge, geboren te Bremen op 23 maart 1913, overleden te Bremen in 1980; beroep: metselaar, in 1933 bij de Leibstandarte-SS Adolf Hitler (lssah), van 1935 tot 1945 bediende van Adolf Hitler, op 2 mei 1945 door het Rode Leger gevangengenomen en in Rusland geïnterneerd, in 1950 tot 25 jaar dwangarbeid veroordeeld, in 1955 vrijgelaten.

8. Walther Hewel, geboren te Keulen op 2 januari 1904, overleden te Berlijn op 2 mei 1945 (vermoedelijk door zelfmoord); in 1923 vaandeldrager van de ‘Stosstrupp Hitler’ bij de mislukte staatsgreep in München, na vestingstraf tot 1936 handelaar in het buitenland, in 1933 toegetreden tot de NSDAP, in 1938 in dienst bij buitenlandse zaken als legatiemedewerker, hoofd van de persoonlijke staf van de rijksminister van Buitenlandse Zaken, in 1940 benoemd tot gezant iste klasse en tot raadadvisuer als permanente gevolmachtigde van de rijksminister van Buitenlandse Zaken bij Adolf Hitler. Samen met Martin Bormann verliet hij op 2 mei 1945 de rijkskanselarij.

9. Joachim von Ribbentrop, geboren te Wesel op 30 april 1893, overleden te Neurenberg op 16 oktober 1946 (terechtgesteld); opleiding in het bankvak in Montreal, in 1915 luitenant in de Eerste Wereldoorlog, in 1920 getrouwd met Annelies Henkel, daarna vertegenwoordiger voor de firma Henkel (producent van sekt) in Berlijn, in 1930 toegetreden tot de NSDAP, vanaf 1933 voor Hitler werkzaam als medewerker buitenlandse politiek, in 1934 regeringscommissaris ontwapeningsvraagstukken, in 1936 ambassadeur in Londen, vanaf 1938 rijksminister van Buitenlandse Zaken, in mei 1945 door het Britse leger gevangengenomen en in 1946 in Neurenberg ter dood veroordeeld.

10. Hans Hermann Junge, geboren te Wilster (Holstein) op 11 februari 1914, overleden te Dreux (Normandië) op 13 augustus 1944; beroep: bediende, in 1933 toegetreden tot de SS, in 1934 als vrijwilliger bij de LSSAH, in 1936 SS-Begleitkommando ‘Der Führer’, in 1940 bediende en ordonnans van Adolf Hitler, op 19 juni 1943 huwelijk met Traudl Humps, op 14 juli 1943 bij de WafFen-SS, op 1 december 1943 inzet aan het front bij de 12de SS-tankdivisie Hitler Jugend.

11. Julius Gregor Schaub, geboren te München op 20 augustus 1898, overleden te München op 27 december 1967; beroep: drogist, lid van de SS, lidmaatschapsnummer 7, NSDAP-lidmaatschapsnummer 81, SS-Obergruppenfuhrer en persoonlijk adjudant van Hitler, in 193 6 lid van de Rijksdag, Hitlers chauffeur, vernietigde in 1945 Hitlers geheime akten in München en Berchtesgaden. Tot 1949 in verschillende kampen geïnterneerd.

12. Bedoeld is Christian Weber, geboren te Polsingen op 25 augustus 1883, overleden te München in 1945; kastelein, bookmaker en politicus, een van de eerste leden van de ‘Stosstrupp Hitler’, van 1926 tot 1934 gemeenteraadslid voor de NSDAP in München, in 1935 lid van de raad, inspecteur van SS-rijscholen en diverse andere functies, door Beierse opstandelingen in 1945 vermoord.

13. Het betreft hier de kok Otto Günther. Hij was aanvankelijk medewerker van Mitropa en kwam in 1937 op Hitlers speciale trein en daarna in diens hoofdkwartier de Wolfsschanze.

14. Alfred Jodl, geboren te Würzburg op 10 mei 1890, overleden te Neurenberg op 16 oktober 1946 (terechtgesteld); in 1939 hoofd van het Wehrmachtsfiihrungsamt, in 1940 chef van de staf van het opperbevel van de Wehrmacht, in 1940 naaste militaire adviseur van Hitler, op 7 mei 1945 ondertekende hij de onvoorwaardelijke capitulatie van Duitsland, op 1 oktober 1946 ter dood veroordeeld.

15. Hitler was aanvankelijk een groot liefhebber van films en theatervoorstellingen. Sinds het begin van de oorlog ontzegde hij zich echter deze vorm van vermaak.

16. Theodor Morell, geboren te Trais-Münzenberg op 22 juni 1886, overleden te Tegernsee op 26 mei 1948; 1913 promotie, in 1914 scheepsarts, oorlogsvrijwilliger, in 1918 praktijk in Berlijn, in 1933 NSDAP-lid, van 1936 tot 1945 lijfarts van Hitler, verlaat op 23 april 1945 Berlijn richdng Berghof, van 1945 tot aan zijn dood in verschillende kampen en ziekenhuizen.

17. Karl Brandt, geboren te Mühlhausen (Elzas) op 8 januari 1904, overleden te Landsberg op 2 juni 1948 (terechtgesteld); in 1932 NSDAP-lid, in 1934 in vaste dienst als arts van Hitler, in 1937 geneesheer-directeur van de Chirurgische Klinik te Berlijn, tot 1944 in de staf van de rijkskanselarij en daarmee deel uit makend van Hitlers entourage in zowel de hoofdkwartieren als diens intieme kring op de Berghof. Na de aanslag op Hitler van 20 juli 1944 van al zijn taken als Hitlers arts ontheven. Op 16 april 1945 op Hitlers persoonlijke bevel door de SS opgepakt. Reden: gebrek aan geloof in de eindoverwinning. In 1947 door de Amerikaanse militaire rechtbank ter dood veroordeeld.

18. Otto Dietrich, geboren te Essen op 31 augustus 1897, overleden te Düsseldorf op 22 november 1952; studie filosofie en staatswetenschap, redacteur bij de krant, in 1929 lid van de NSDAP, in 1932 toegetreden tot de SS, van 1930 tot 1931 plaatsvervangend hoofdredacteur van de Nationalzeitunfl, in 1931 hoofd van de voorlichtingsdienst van de partij, in 1933 hoofd rijksvoorlichting, in 1949 tot zeven jaar gevangenisstraf veroordeeld, in 1950 vrijgelaten.

19. Heinz Lorenz, geboren te Schwerin op 7 augustus 1913; studie rechten en economie, in 1932 persstenograaf bij het Duitscher Telegraphenbüro, in 1936 verantwoordelijk voor de buitenlandse berichtgeving van het hoofd van de rijksvoorlichting, Dietrich, eind 1942 hoofdredacteur bij het Duitse persbureau en tot 29 april 1945 in het hoofdkwartier van de Führer. Tot 1947 in Britse gevangenschap.

20. Johann Rattenhuber, geboren te Oberhaching (München) op 30 april 1897, overleden te München op 30 juni 1957; in ig2o bij de politie te Bayreuth, in 1933 adjudant van hoofdcommissaris Himmler, in 1933 opdracht tot opzetten van het ‘Kommando zur besonderen Verwen-dung’ voor Hitier in Berlijn, in 1935 hoofd van de zelfstandige instantie Reichssicherheitsdienst (rsd), organisatie van verschillende RSD-organen, tot 1945 leiding van de rsd, op 2 mei 1945 door het Rode Leger gevangengenomen, tot 16 november 1951 krijgsgevangene in Rusland.

21. Peter Högl, geboren te Poxau (Dingolfing) op 19 augustus 1897, overleden te Berlijn op 2 mei 1945 (schot door het hoofd); beroep: molenaar, in 1919 politieacademie in München, in 1920 politieagent, in 1932 recherche, in 1933 bij de ‘Führerschutz’, in 1934 SS-Obersturm-fuhrer, in 1935 hoofd van bureau 1 in de rsd, in 1944 hoofd recherche van de rsd, in 1945 getuige van Hitlers zelfmoord.

22. Traudl Junge was onder meer verantwoordelijk voor het typen van reisplannen en schaderapporten en voor het uittikken van Adolf Hitlers redevoeringen en welkomstwoorden. Militaire bevelen werden getypt door de secretaresses van de betreffende instanties.

23. Wilhelm Keitel, geboren te Helmscherode (Harz) op 22 september 1882, overleden te Neurenberg op 16 oktober 1946 (terechtgesteld); veldmaarschalk, in 1935 chef van het Wehrmachtsamt in het rijksministerie van defensie, op 4 februari 1938 chef van het OKW, op 8 mei 1945 ondertekenaar van de Duitse capitulatie. Wegens oorlogsmisdaden ter dood veroordeeld.

24. Friedrich ‘Fritz’ Darges, geboren te Dülseberg op 8 februari 1913; in

1933 toegetreden tot de SS, in 1934 SS-Standartenjunker, SS-Unter-sturmfïihrer, in 1937 adjudant van Martin Bormann, van 1940 tot 1942 ordonnansofficier bij Hitier, daarna dienst in het leger, in 1943 persoonlijk adjudant van Hitler in diens hoofdkwartier, in 1944 na onenigheid met Hitler naar het front, op 8 mei 1945 door het Amerikaanse leger geïnterneerd, in 1948 vrijgelaten.

25. Otto Günsche, geboren te Jena op 24 september 1917; in 1934 bij de Leibstandarte-SS Adolf Hitier (lssah), van 1941 tot 1942 SS-Junker-schule in Bad Tölz, als militair in de oorlog, van januari tot augustus 1943 persoonlijk adjudant van AdolfHitler in de Wolfsschanze, daarna dienst aan het front, vanaf februari weer Hitlers persoonlijke adjudant, in 1944 SS-Sturmbannfuhrer, op 2 mei 1945 in Russische gevangenschap, werkkamp in Rusland, in mei 1956 vrijgelaten uit het tuchthuis Bautzen in de ddr.

26. Traudl Junge bedoelde hier de reguliere passagierstreinen die in Duitsland reden. De huidige lezer zal wellicht denken dat hier gerefereerd wordt aan de deportatietreinen die de joden onder onmenselijke omstandigheden naar het oosten transporteerden. Deze associatie had Traudl Junge echter niet in 1947, toen zij dit manuscript schreef.

27. Het conciërge-echtpaar Willi en Gretl Mittlstrasser beheerden de Berghof tot de ineenstorting van het Derde Rijk.

28. Hier is sprake van Paula Hitler, geboren te Hafeld (Oostenrijk) op 26 januari 1896, overleden te Schönau (Berchtesgaden) op 1 juni 1960; handelsopleiding, kanselarijmedewerkster in Wenen, zou in 1930 om haar broer zijn ontslagen, van 1933 tot 1945 maandelijkse uitkering van Adolf Hitler, 26 mei 1945 door het Britse leger opgespoord in de Dietrich-Eckart-Hütte in Berchtesgaden en verhoord, vocht tot haar dood om haar aandeel uit Hitlers nalatenschap.

29. Rudolf Schmundt, geboren te Metz op 13 augustus 1896, overleden te Rastenburg (Oost-Pruisen) op 1 oktober 1944; in 1938 ‘chef-adjudant van de Wehrmacht bij de Führer’, vervolgens bevordering tot Iuitenant-generaal, op 20 juli 1945 bij de aanslag op Hitler zwaargewond. Stierf enkele weken later in het lazaret Rastenburg.

30. Karl-Jesko von Puttkamer, geboren te Frankfurt (Oder) op 24 maart 1900, overleden te Neuried op 4 maart 1981; in 1917 bij de rijksmarine, in 1930 luitenant-ter-zee, van 1933 tot 1935 verbindingsofficier van de marine bij het opperbevel van de strijdkrachten in Berlijn, in 1935 2de adjudant en verbindingsofficier van de marine bij Hitler, in 1939 verbindingsofficier van de marine in het hoofdkwartier van de Führer, op 21 april 1945 via Salzburg naar de Berghof, op xo mei 1945 door het Amerikaanse leger gevangengenomen, in 1947 vrijgelaten.

31. Walter Frentz, geboren te Heilbronn op 21 augustus 1907; studie elektrotechniek in München en Berlijn, cameraman bij de ufa, regiecameraman van Leni Rjefenstahl, in 1939 als filmverslaggever in het hoofdkwartier van de Führer, in 1942 luitenant bij de Luftwaffe, maakte deel uit van Hitlers entourage op alle reizen en in alle hoofdkwartieren voor het maken van films en foto’s, op 24 april 1945 per vliegtuig uit Berlijn vertrokken, in mei 1945 door het Amerikaanse leger gevangengenomen, eind 1946 uit Amerikaanse krijgsgevangenschap vrijgelaten.

32. Hugo Blaschke, geboren te Neustadtop 14 november 1881, overleden te Neurenberg op 6 december 1959; studie tandheelkunde in Philadelphia en Londen, in 1911 tandartspraktijk in Berlijn, tandarts van Göring, in 1931 lid van de NSDAP, vanaf eind 1933 tot 1945 Hitlers tandarts, in 1946 geïnterneerd, in 1948 vrijgelaten, tot zijn pensionering tandarts in Neurenberg.

33. Bedoeld is Gasthof Zum Türken, dat tot op heden bestaat.

34. De Platterhof was een gastenverblijf met kapsalon waar onder anderen Eva Braun en Traudl Junge klant waren.

35. Hans-Karl von Hasselbach, geboren te Berlijn op 2 november 1903; studie geneeskunde, in 1936 specialisatie tot chirurg aan de universiteitskliniek München, in 1933 bij de NSDAP, in 1934 bij de SS, in 1936 als vervanger van dr. Brandt arts in de staf van de Führer, van 1942 tot 1944 in vaste dienst als arts van Hitler in diens hoofdkwartier, in oktober 1944 wegens onenigheid over professor Morell ontslagen, tot het eind van de oorlog hoofd van een veldhospitaal aan het westelijk front, door het Amerikaanse leger geïnterneerd, in 1948 vrijgelaten.

36. Herta Schneider, meisjesnaam Ostermeier, geboren te Neurenberg op 4 april 1913; sinds haar schooltijd hecht bevriend met Eva Braun. In 1933 leerde zij via Eva Braun Hitler kennen, tot april 1945 dikwijls te gast op de Berghof.

37. Fritz Todt, geboren te Pforzheim op 4 september 1891, overleden te Rastenburg op 8 februari 1942; in 1923 NSDAP-Iid, inspecteur-gene-raal van het Duitse verkeerswegennet, leidde de aanleg van de rijkssnelwegen en van de ‘WestwalP, oprichter van de ‘Organisation Todt’ (OT), in 1940 rijksminister voor Bewapening en Munitie. Zijn opvolger werd Albert Speer.

38. Heinrich Hoffmann, geboren te Fürth op 12 september 1885, overleden te München op 16 december 1957; werkzaam in de fotozaak van zijn vader, in 1908 gevestigd als fotograaf in München, in 1920 lid van de NSDAP, lidmaatschapsnummer 425, in 1933 lid van de Duitse Rijksdag, kreeg in 1938 de professorstitel via Hitler, in mei 1945 geïnterneerd door het Amerikaanse leger, in mei 1950 vrijgelaten.

39. Bedoeld is Margarete Speer, veelal ‘Gretel’ of ‘Margret’ genoemd, sinds 1928 Albert Speers echtgenote.

40. Nicolaus von Below, geboren te Jargelin op 20 september 1907, overleden te Detmold op 24 juli 1983; tot 1929 in opleiding tot verkeersvlieger, in 1933 luitenant, van 1933 tot 1936 bij het ministerie van Rijksluchtvaart, van 1936-1945 bij de luchtmacht, als adjudant bij Hitler. Behoorde samen met zijn vrouw tot Hitlers intimi op de Berghof. Van 1946 tot 1948 door het Britse leger geïnterneerd.

41. Wilhelm Brückner, geboren te Baden-Baden, op 11 december 1884, overleden te Herbstdorf (Chiemgau) op 18 augustus 1954; tot 1919 lid van de burgerwacht (vrijkorps Epp), in 1923 lid van de NSDAP, regi-mentsleider van de sa tijdens de Hitlerputsch, in 1930 adjudant van Adolf Hitler, SA-Obergruppenfuhrer, in 1936 lid van de Rijksdag, in 1940 als chef-adjudant ontslagen, in 1941 in de Wehrmacht als luite-nant-kolonel, van 1945 tot 1948 geïnterneerd door het Amerikaanse leger.

42. Bedoeld is de danseres en actrice Inga Ley, die in 1942 zelfmoord pleegde. Zij was de echtgenote van Robert Ley, geboren te Nieder-breidenbach (Rheinland) op 15 februari 1890, overleden te Neurenberg op 25 oktober 1945 (zelfmoord); studie scheikunde in Münster, van 1914 tot 1918 in de Eerste Wereldoorlog, in 1923 promotie, eerst werkzaam bij I.G. Farben, in 1925 Gauleiter van Rheinland, in 1930 lid van de Pruisische Landdag, in 1932 organisatieleider van de NSDAP, op 10 mei 1945 gearresteerd in Salzburg. Hing zichzelf op in zijn cel in Neurenberg.

43. Hermann Esser, geboren te Röhrmoos op 29 juli 1900, overleden te Dietramszell op 7 februari 1981; in 1919 dap, in 1920 redacteur van de Völkischer Beobachter, in 1923 propagandaleider van de NSDAP, beruchte antisemitische redevoeringen; in 1932 lid van de Beierse Landdag, wegens politieke intriges terzijde geschoven, in 1935 hoofd vreemdelingenverkeer in het ministerie van Propaganda, in 1939 pamflet Die jüdische Weltpest, van 1945 tot 1947 krijgsgevangene van het Amerikaanse leger, in 1949 veroordeeld tot vijfjaar werkkamp, in 1952 vrijgelaten.

44. Baldur von Schirach, geboren te Berlijn op 9 mei 1907, overleden te Kröv (Moezel) op 8 augustus 1974; in 1924 toegetreden tot de NSDAP en de sa, in 1927 leider van de nazi-studentenbond, in 1931 ‘Reichs-jugendfuhrer’, van 1933 tot 1940 ‘Jugendfïihrer van het Duitse Rijk’, van 1940 tot 1945 tot Gauleiter en Reichsstatthalter van Wenen, in 1946 door het Internationale Militaire Tribunaal in Neurenberg wegens misdaden tegen de menselijkheid veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf.

45. Marion Schönmann, meisjesnaam Petzl, geboren te Wenen op 19 december 1899, overleden te München op 17 maart 1981; leerde via Heinrich Hoffmanns latere vrouw Erna Hitler kennen, van 1935 tot 1944 vaak te gast op de Berghof.

46. Albert Speer, geboren te Mannheim op 19 maart 1905, overleden te Londen op 1 september 1981; studie architectuur in Karlsruhe, van 1927 tot 1932 assistent van Heinrich Tessenow in Berlijn, in 1931 lid van de NSDAP, in 1933 vormgever van de meiviering, in 1936 opdracht van Hitler tot herinrichting Berlijn, in 1937 ‘regeringscommissaris voor de bouw in de staf van de Führer’ en ‘inspecteur-generaal voor de bouwnijverheid in Berlijn’, in 1942 rijksminister voor Bewapening en Munitie, op 23 mei arrestatie in Flensburg met de regering Dönitz, in 1946 in Neurenberg veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf, in 1966 vrijgelaten.

47. Henriette von Schirach, meisjesnaam Hoffmann, geboren te München op 3 februari 1913; in 1930 lid van de NSDAP, in 1932 huwelijk met Baldur von Schirach, in 1945 geïnterneerd, in 1980 publicatie van haar boek Anekdoten um Hitler. Geschichten aus einem halben Jahrhundert.

48. Mevrouw von Schirach werd geboren in München, maar leefde destijds wel in Wenen met haar man, Gauleiter en Reichsstatthalter van de toenmalige ‘Ostmark’.

49. Josef ‘Sepp’ Dietrich, geboren te Hawangen op 25 mei 1892, overleden te Ludwigsburg op 21 april 1966; beroep: koetsier, militaire dienst in de Eerste Wereldoorlog, in 1919 in München, lid van het ‘Korps Oberland’, in 1928 lid van de NSDAP en SS, in 1929 leider van de SS-Brigade Beieren, in 1933 leider van het SS-Sonderkommando in Berlijn, opbouw van de Leibstandarte-SS Adolf Hitler, in 1939 diverse keren aan het front, op 8 mei 1945 door het Amerikaanse leger in Oostenrijk gevangengenomen, in 1946 tot levenslang veroordeeld, in 1:955 vrijgelaten.

50. Jakob Werlin, geboren te Andriz (bij Graz) op 10 mei 1886, overleden te Salzburg op 23 september 1965; beroep: kantoorbediende, in 1921 filiaalchef van de firma Benz u. Cie in München, leert als zodanig Hitler kennen, aan wie hij verscheidene auto’s verkoopt, persoonlijke vriend van Hitler, in 1932 toegetreden tot de NSDAP en SS, in 1942 SS-Ober-gruppenfuhrer, inspecteur-generaal van het transportwezen, van 1945 tot 1949 door het Amerikaanse leger geïnterneerd.

51. Bedoeld is hier de actrice Emmy Sonnemann, die op 10 april 1935 in het huwelijk trad met Hermann Göring. Hitler was getuige.

52. Gerda Christian trad medio 1943 weer bij Adolf Hitler in dienst.

53. Bedoeld is de ‘Grosse Deutsche Kunstausstellung’ (gdk), een verkooptentoonstelling die tussen 1937 en 1944 jaarlijks plaatsvond in het Haus der Deutschen Kunst om de ‘nieuwe Duitse kunst’ - conservatieve en in de trant van het negentiende-eeuwse realisme vervaardigde werken - te bevorderen.

54. Gerhardine ‘Gerdy’ Troost, meisjesnaam Andersen, geboren te Stuttgart op 3 maart 1904, leert op negentienjarige leeftijd in haar vaders houtwerkplaats Paul Ludwig Troost kennen, huwelijk in 1925, in 1932 lid van de NSDAP, leidt na de dood van haar man in 1934 diens architectuuratelier, in 1935 in het bestuur van het Haus der Deutschen Kunst, in 1937 titel van professor via Hitler, in 1938 artistiek adviseur van Bavaria-Filmkunst GmbH, na 1945 woonachtig in Schützing aan de Chiemsee.

Paul Ludwig Troost, geboren te Elberfeld op 17 augustus 1878, overleden te München op 21 januari 1934; architectuurstudie in Darmstadt, in 1902 afgestudeerd en vestiging als architect in München, van 1912 tot 1929 interieurontwerper van de Noord-Duitse Lioyd, maakt in 1929 kennis met AdolfHitler, in 1932 schetsen voor het Haus der Deutschen Kunst, ontwerp van de Königlicher Platz (tegenwoordig Königsplatz) met partijgebouwen en dergelijke.

55. Erich Kempka, geboren te Oberhausen (Rheinland) op 16 september 1910, overleden te Freiburg-Heutingsheim op 24 januari 1975; beroep: elektrotechnicus, in 1930 bij de NSDAP en SS, chauffeur bij het gewest Essen, in 1932 chauffeur bij het SS-Begleitkommando in München, in 1936 vaste chauffeur van Hitler en verantwoordelijk voor het wagenpark, op i mei 1945 vlucht uit de Führerbunker, op 20 juni 1945 gevangengenomen door het Amerikaanse leger, tot 1947 in verschillende kampen geïnterneerd.

56. Traudl Junge was verkeerd ingelicht. Hitlers nicht Angela Maria Raubal, Geli genoemd, pleegde op 18 september 1931 zelfmoord na een ruzie met Hitler.

57. AdolfHitler was in 1931 niet naar Neurenberg onderweg maar naar een verkiezingsmanifestatie in Hamburg. Het nieuws van de dood van zijn nicht bereikte hem evenwel in de buurt van Neurenberg.

58. SS-Obersturmführer Hans Pfeiffer werd op 10 oktober 1939 als ordonnansofficier naar Adolf Hitler overgeplaatst.

59. Ernst ‘Putzi’ Hanfstaengl en zijn vrouw Erna behoorden begin jaren twintig tot Hitlers vroege en invloedrijke metgezellen.

60. Helene Marie ‘Mariene’ von Exner, geboren te Wenen op 16 april 1917; opleiding tot diëtiste aan de universiteit van Wenen, van september 1942 tot juli 1943 diëtiste bij maarschalk Antonescu in Boekarest, van juli 1943 tot haar ontslag op 8 mei 1944 Hitlers diëtiste en kokkin.

61. Traudl Junge verwijst naar Adolf Hitlers ontmoeting met Benito Mussolini op 19 juli 1943 in Feltre bij Belluno.

62. Hans Baur, geboren te Ampfling op 19 juni 1897, overleden te Neuwiddersberg op 17 februari 1993; beroep: koopman, in 1926 gezagvoerder bij de Beierse luchtmacht afdeling 1, in 1920 bij de Beierse luchtpost, in 1926 bij de Beierse Luftlloyd, in 1926 naar Lufthansa, vliegt AdolfHitler in 1932 naar zijn verkiezingsmanifestaties, in 1933 als Hitlers gezagvoerder SS-Standartenfïihrer in de staf van Himmler, in 1944 SS-Brigadefuhrer, daarna luitenant-generaal van de politie, op i mei uitbraak uit de Führerbunker, op 2 mei 1945 in Russische gevangenschap, tot 1955 in diverse gevangenissen en werkkampen geïnterneerd.

63. Inderdaad werd Mussolini reeds een week na de ontmoeting met Hitler, op 25 juli 1943, ten val gebracht, gevangengezet en van zijn functies ontheven. Duitse parachutisten bevrijdden hem op 12 september uit zijn gevangenschap op de Campo Imperatore (Gran Sasso d’Italia). Sindsdien leidde hij in Noord-Italië een schaduwbestaan bij de gratie van Hitler.

64. Zoals Traudl Junge zelf al schreef herinnerde zij zich alleen nog de markante gebeurtenissen van het roerige jaar 1943, niet de exacte chronologie. Stalingrad ‘viel’ vóór Hitlers ontmoeting met Mussolini. Op 31 januari capituleerde de zuidelijke omsingelingsgordel van Stalingrad, op 2 februari 1943 de noordelijke. De officiële bekendmaking van het opperbevel van de Wehrmacht luidde: ‘De slag om Stalingrad is ten einde. Zijn eed op de vlag tot de laatste ademtocht getrouw, is het leger onder de voorbeeldige leiding van veldmaarschalk Paulus aan de overmacht van de vijand en de ongunstige omstandigheden bezweken. [...] Zij stierven opdat Duitsland leve.’

65. SD-Sicherheitsdienstvan de Reichsleiter SS, sinds 1936 officieel de inlichtingen- en spionagedienst van het Duitse Rijk, die vooral de Gestapo informatie verschafte over tegenstanders van de nazi’s in binnen- en buitenland.

66. Traudl Junge heeft het hier kennelijk over een gebeurtenis in het voorjaar van 1945. Op 6 april vielen sovjettroepen Wenen binnen en op 13 april was de stad in handen van het Rode Leger. De passage die erop volgt heeft echter weer betrekking op het voorjaar van 1944.

67. De SS-Nebelabteilung beschikte over 270 nevelzuurapparaten met een inhoud van 200 liter per stuk. Bij een vijandelijke aanval kon de omgeving van Berchtesgaden binnen dertig minuten door een rookgordijn aan het zicht worden onttrokken.

68. Eduard Dietl, geboren te Bad Aibling op 21 juli 1890, overleden op 23 juni 1944 (neergestort met vliegtuig); in 1908 beroepsmilitair, deelname aan de Eerste Wereldoorlog, in 1918 in het Freikorps Epp, in 1920 lid van de dap, in 1931 majoor en bataljonscommandant in Kempten, in 1935 kolonel bergjagersregiment 99, deelname aan Noorse veldtocht, in 1942 bevelhebber van het 20ste bergleger en generaal.

69. Het betreft hier aanvullende onderscheidingen bij het IJzeren Kruis die sinds 1944 werden uitgereikt (‘Eisernes Kreuz mit Ritterkreuz’, ‘Eichenlaub zum Ritterkreuz’, dit met zwaarden, ook met briljanten, ‘Ritterkreuz des Eisernen Kreuzes’ met gouden eikenloof met zwaarden en briljanten).

70. Hans-Valentin Hube, geboren te Naumburg (Silezië) op 29 oktober 1890, overleden in Italië op 21 april 1944 (neergestort met vliegtuig); in 1909 bij het leger, in 1940 majoor-generaal, commandant van de 16de infanteriedivisie/tankdivisie, in 1942 generaal van de tanktroepen, in augustus 1943 leiding over de ontruiming van Silezië door Duitse en Italiaanse troepen (‘Lehrgang’), oktober 1943 bevelhebber van de 1ste tankdivisie.

71. Hermann Fegelein, geboren te Ansbach op 30 oktober 1906, overleden te Berlijn op 28 april 1945 (terechtgesteld); van 1927 tot 1929 bij deelstaatpolitie te München als aspirant-officier, in 1933 bij de SS, leider van een SS-Reitgruppe, in 1935 oprichting van de SS-Hauptreit-schule in München, in 1936 SS-Sturmbannfïihrer, in 1940 SS-Ober-sturmbannfuhrer en commandant van de SS-Totenkopf-Reiterstand-arte, vanaf 1 januari 1944 verbindingsofficier van de WafFen-SS bij Hitler, op 21 juni luitenant-generaal van de WafFen-SS, verlaat op 25 april 1945 de bunker van de rijkskanselarij, op 27 april gearresteerd door hoofd van de recherche Peter Högl van de rsd, op 28 april 1945 ter dood veroordeeld en gefusilleerd.

72. Benno von Arent, geboren te Görlitz (Sachsen) op 19 juni 1898, overleden te Bonn op 14 oktober 1956; beroep: binnenhuisarchitect en toneelontwerper, van 1916 tot 1918 militaire dienst, vrijkorpsdeelnemer in het oosten, in 1931 bij de NSDAP, oprichter van de ‘NS-Bühnen-künsderbund’, bestuurslid van de ‘Ns-Reichstheaterkammer’, in 1945 geïnterneerd door het Russische leger, in 1953 vrijgelaten uit Russische gevangenschap.

73. Luitenant-kolonel Heinz Waizenegger was adjudant van veldmaarschalk Wilhelm Keitel.

74. OT - Operatie Todt, zie noot 37.

75. Bedoeld is majoor Ernst John von Freyend, een van Wilhelm Keitels adjudanten.

76. Claus Graf Schenk von StaufFenberg, geboren te Jettingen op 15 november 1907, overleden te Berlijn op 20 juli 1944 (terechtgesteld); beroepsofficier bij de Reichswehr, in 1927 luitenant, in 1934 kapitein, in 1940 majoor in de generale staf van het leger, in 1943 zwaargewond, op i juli 1944 chef-staf van de bevelhebber van het reserveleger. Samen met veldmaarschalk Witzleben en de generaals Olbricht, Beek en Wagner beraamde StaufFenberg de aanslag van 20 juli 1944 op Hitler.

77. OKW = Oberkommando der Wehrmacht.

78. Bedoeld is de Hitler-getrouwe majoor Otto Ernst Remer. Hitler had hem telefonisch meegedeeld dat zijn superieur, luitenant-generaal Paul von Hase, tot een ‘kleine kliek van verraders’ behoorde en onverwijld gearresteerd diende te worden. Hij, Remer, moest intussen het opperbevel over de strijdkrachten in Berlijn ovememen en de instructies van Goebbels opvolgen.

79. In de Wolfsschanze was er volgens Traudl Junge geen apart theehuis zoals in de Berghof. Ze bedoelde een aanbouw van de officiersmess.

80. Erwin Giesing, geboren te Oberhausen (Rheinland) op 7 december 1907, overleden te Krefeld op 22 mei 1977; studie geneeskunde in Marburg, Düsseldorf en Keulen, in 1936 specialisatie tot KNO-arts, in 1932 bij de NSDAP, tot 1939 medisch specialist in het Virchow-zie-kenhuis in Berlijn. Op 20 juli 1944 naar het hoofdkwartier van de Führer geroepen om Hitlers oorkwetsuur te behandelen, in september ontslagen na een twist over Theodor Morell. In 1945 door het Amerikaanse leger geïnterneerd, in 1947 vrijgelaten.

81. Erich von Manstein, geboren te Berlijn op 24 november 1884, overleden te Irschenhausen (Opper-Beieren), op 11 juni 1973; eigenlijk Fritz-Erich von Lewinski, in 1896 geadopteerd door Georg von Manstein, toegetreden tot het cadettenkorps Plön, in 1907 luitenant, van 1914 tot 1918 luitenant-kolonel en kapitein in de Eerste Wereldoorlog,van 1921 tot 1927 compagniecommandant in Dresden, in 1927 majoor, in 1933 kolonel, in 1934 chef-staf van het Legercommando ui in Berlijn, in 1936 iste adjudant van de chef van de generale staf, Ludwig Beek, in 1939 chef van de generale staf van opperbevelhebber Ost, in 1940 leiding van het 38ste legerkorps, in 1941 opperbevelhebber van het ne leger, in 1942 bevordering tot generaal, op 31 maart ontneemt Hitler de in ongenade gevallen Manstein het commando, in 1945 internering door het Britse leger, in 1946 vrijspraak tijdens de Neurenbergse processen, in 1949 veroordeling tot twaalf jaar gevangenisstraf wegens oorlogsmisdaden door de Britse militaire rechtbank te Hamburg, in 1953 voortijdig vrijgelaten, van 1953 tot 1960 officieel adviseur van de bondsregering inzake opbouw van de Bundeswehr.

82. Hans Junge kwam op 13 augustus 1944 als SS-Obersturmfuhrer in Dreux (Normandië) om het leven bij een aanval in scheervlucht.

83. Carl von Eicken, geboren op 24 mei 1874; in 1922 gewoon hoogleraar in KNO-geneeskunde aan de Charité in Berlijn, in 1926 directeur van de KNO-kliniek aan de Charité, in 1950 met emeritaat.

84. Constanze Manziarly, geboren op 14 april 1920 te Innsbruck, overleden op 2 mei 1945 te Berlijn, opleiding tot diëtiste, op 13 september 1943 diëtiste in het sanatorium Zabel in Bischofswiesen, in september 1944 diëtiste en kokkin van Adolf Hitier, vermoedelijk zelfmoord door inname van blauwzuur.

85. Wilhelm Burgdorf, geboren op 14 februari 1895, overleden op 2 mei 1945 (vermist); in 1914 vaandrig, in 1915 luitenant, in 1930 kapitein, in 1935 majoor, in 1938 luitenant-kolonel, in 1940 kolonel, in 1942 chef van de 2de personeelsafdeling van het leger, in 1942 plaatsvervangend chef van dezelfde afdeling, in 1943 luitenant-generaal, in 1944 chef van de personeelsafdeling van het leger en adjudant-chef van de Wehrmacht, in april 1945 in de Führerbunker.

86. Arthur en Freda Kannenberg werkten van 1933 tot 1945 als huisintendant in de rijkskanselarij. Arthur Kannenberg, geboren te Berlijn Charlottenburg op 23 februari 1896, overleden te Düsseldorf op 26 januari 1963; opleiding tot kok, kelner en boekhouder, nam in 1924 de zaak van zijn vader over, in 1930 failliet, daarna bedrijfsleider van ‘Pfühls Wein- und Bierstuben’, waar onder andere Göring en Goebbels frequenteerden. Leiding van officierensociëteit in het ‘Braune Haus’ in München. Van mei 1945 tot juli 1946 geïnterneerd, in 1957 kastelein van de Schneider-Wibbel-Stuben in Düsseldorf.

87. Ludwig Stumpfegger, geboren te München op 11 juli 1910, overleden te Berlijn op 2 mei 1945 (zelfmoord); geneeskundestudie in 1930, in

1933 bij de SS, in 1935 bij de NSDAP, in 1937 promotie, van 1938 tot 1944 carrière in de SS en als arts, in 1944 op aanraden van Himmler als arts van Hitier in hoofdkwartier de Wolfsschanze gedetacheerd, tot i mei 1945 in de rijkskanselarij in Berlijn.

88. Het huwelijk tussen Hermann Fegelein en Gretl Braun vond inderdaad slechts enkele maanden eerder plaats, op 3 juni 1944.

89. Karl Rudolf Gert von Rundstedt, geboren te Aschersleben op 12 december 1875, overleden op 24 februari 1953; beroepssoldaat, in 1893 officier bij de Pruisische infanterie, van 1914 tot 1918 in de generale staf, in 1928 commandant van de 2de cavaleriedivisie, van 1932 tot 1938 opperbevelhebber van Legergroep 1 Berlijn, in 1939 generaal, chef van de landmachtsgroep Zuid bij de inval in Polen, in 1940 veldmaarschalk, van 1942 tot 1945 opperbevelhebber West.

90. Karl Dönitz, geboren te Grünau (Berlijn) op 16 september 1891, overleden te Hamburg(?) op 24 december 1980; in 1910 bij de marine, in 1913 beroepsofficier, in 1916 bij de onderzeeërs (U-boot-Waffe), in 1934 commandant van de kruiser Emden, in 1935 kapitein op een fregat, in 1936 bevelhebber van de duikbotenvloot, in 1940 vice-admiraai, in 1942 admiraal, in 1943 groot-admiraal en opperbevelhebber van de vloot, in 1944 onderscheiden met het Gouden Partij-insigne, op 30 april 1945 door Hitler benoemd tot rijkspresident en opperbevelhebber van de Wehrmacht, op 23 mei 1945 door het Engelse leger gevangengenomen, in 1946 in Neurenberg wegens oorlogsmisdaden tot tien jaar gevangenisstraf veroordeeld, in 1956 uit Berlijn-Spandau vrijgelaten.

91. In werkelijkheid was Johanna Wolf van 1929 tot 1945, dus ongeveer zestien jaar lang, medewerkster van Adolf Hitler.

92. Else Krüger, geh. James, geboren te Hamburg-Altona op 9 februari 1915; in 1942 secretaresse van Martin Bormann, op 1 mei 1945 uitbraak uit de Führerbunker en vlucht naar het westen, internering door het Engelse leger, verhuizing naar Engeland.

93. Hier is een passage weggelaten die in het originele manuscript, nagenoeg identiek, voor de tweede keer voorkomt en als volgt begint: ‘22 april. Koortsachtige onrust in de bunker. ’ Op het eind wijkt de passage iets af en luidt in de geschrapte versie: ‘[...J Het klinkt onpersoonlijk en bevelend. In mijn hoofd maalt het als een molenrad. De Führer, die tot dusver altijd vol vertrouwen leek, hij geeft op, hij geeft alles totaal op!’

94. Hans Krebs, geboren op 4 maart 1898, overleden te Berlijn op 1 mei 1945 (zelfmoord door kogel); in 1914 oorlogsvrijwilliger, in 1915 luitenant, in 1925 luitenant-kolonel, van 1933 tot 1944 militaire loopbaan tot chef-staf van verscheidene onderdelen van de strijdkrachten, op i april 1945 vice-admiraal.

95. Hans-Erich Voss, geboren te Angermünde op 30 oktober 1897; in 1915 zeecadet, van 1917 tot 1942 carrière van luitenant-ter-zee tot kapitein-ter-zee, in 1943 schout-bij-nacht en vaste vervanger van de opperbevelhebber van de vloot in het hoofdkwartier van de Führer, in 1944 vice-admiraal, op 2 mei 1945 door het Rode Leger gevangengenomen, in 1955 vrijgelaten.

96. Werner Naumann, geboren te Guhrau op 16 juni 1909, overleden op 25 oktober 1982; in 1928 bij de NSDAP, in 1933 SA-Brigadefuhrer, in 1937 leider van het rijkspropagandabureau in Breslau, in 1938 depar-tementschef in Berlijn, in 1944 staatssecretaris van het ministerie van Propaganda, in april 1945 bij Hitler in de Führerbunker, vlucht naar het westen, in januari 1953 door Britse bezettingsmacht gevangengenomen, in juli 1953 vrijgelaten.

97. Günther Schwagermann, geboren te Uelzen op 24 juli 1915; handelsopleiding, in 1937 bij de Leibstandarte-SS Adolf Hitler, in 1938 SS-Junkerschule, in 1939 bij de politie van Berlin-Mitte, daarna adjudant van Joseph Goebbels, op 1 mei 1945 vlucht uit de Führerbunker, in 1947 vrijgelaten uit Amerikaanse gevangenschap.

98. Arthur Axmann, geboren te Hagen (Westfalen) op 18 februari 1913; rechtenstudie, in 1928 oprichting van de eerste Hitleijugend-groep in Westfalen, in 1933 hoofd van de dienst Reichsjugendführung, op 1 augustus 1940 Reichsjugendfuhrer van de NSDAP, in 1941 aan het oostelijk front, op 15 december 1945 door het Amerikaanse leger gevangengenomen, in 1949 vrijgelaten uit Amerikaanse krijgsgevangenschap.

99. Heinrich Müller, geboren te München op 28 april 1900, overleden op 29 mei 1945 (vermist); vliegtuigmonteur, in 1919 bij de Beierse politie, in 1933 inspecteur der recherche, in 1937 commissaris bij de recherche en SS-Obersturmbannfiihrer, in 1939 lid van de NSDAP, in 1939 chef van afdeling iv (Gestapo) in het Reichssicherheitshauptamt in Berlijn, in 1941 SS-Gruppenfuhrer, op 29 april 1945 in de Führerbunker voor het laatst gezien.

100. Walter Wenck, geboren te Wittenberg op 18 september 1900, overleden op i mei 1982 (auto-ongeluk); beroepsmilitair, in 1942 leraar aan de ‘Kriegsakademie’, chef van de generale staf van het 57ste tank-korps, in november 1942 van het 3de Roemeense leger, in 1943 generaal-majoor, chef van de generale staf van het iste tankleger, in 1944 luitenant-generaal, chef van de afdeling Operaties van het okh (opperbevel), van september 1944 tot februari 1945 chef van de staf in het okh, in april 1945 generaal, bevelhebber van het 12de leger dat Berlijn zou ontzetten en waarop Hitler tot het laatst bleef hopen.

101. Felix Martin Steiner, geboren te Ebenrode op 23 mei 1896, beroepsmilitair, vocht in de Eerste Wereldoorlog, daarna bij vrijkorps en Reichswehr, in 1933 majoor en opleidingshoofd van de Inspectie West van de deelstaatpolitie, lid van de NSDAP en de SS, in 1940 generaal-majoor van de Waffen-SS, in 1942 luitenant-generaal, in 1943 generaal van het 3de SS-tankkorps, in januari 1945 bevelhebber van het 2de leger, vanaf maart 1945 van het 2de tankleger, generaal van de Waffen-SS.

102. Wilhelm Mohnke, geboren te Lübeck op 15 maart 1911; verkoper en magazijnbeheerder, in 1931 bij de SS, in 1933 SS-Sonderkommando in Berlijn, Leibstandarte-SS Adolf Hitler, in 1933 SS-Sturmfuhrer, in 1943 SS-Obersturmfiïhrer, in januari 1945 SS-Brigadefïihrer, in februari 1945 Führerreserve van de Waffen-SS in Berlijn, op 23 april 1945 door Hitler belast met de verdediging van de ‘citadel’ (rijkskanselarij en omgeving), op 2 mei in Russische krijgsgevangenschap, in 1955 vrijgelaten.

103. Adolf Hitler gaf op 21 april 1945 bevel tot een tegenaanval op het opgerukte Sovjedeger in het noorden van Berlijn, SS-Obergruppenführer Felix Steiner, die het bevel had over het 3de Germaanse SS-tankkorps, moest deze aanval uitvoeren.

104. Hanna Reitsch, geboren te Hirschberg op 29 maart 1912, overleden te F rank furt op 28 augustus 1979; studie geneeskunde niet voltooid, opleiding zweefvliegen, in 1932 wereldrecord langeafstandsvliegen voor vrouwen, in 1934 wereldrecord hoogvliegen voor vrouwen, in 1937 gezagvoerder, in 1939 testpiloot, in 1942 onderscheiden met hefijzeren Kruis tweede klasse, op 26 april 1945 samen met Greirn naar Berlijn gevlogen, op 29 april 1945 van Berlijn naar admiraal Dönitz gevlogen, en vervolgens naar Kitzbühel, tot 1946 in Amerikaanse krijgsgevangenschap.

105. Robert Ritter von Greim, geboren te Bayreuth op 22 juni 1892, overleden op 24 mei 1945 te Salzburg (zelfmoord); in 1919 piloot en luitenant, in 1921 rechtenstudie, van 1924 tot 1927 in China, van 1928 tot 1934 vliegeropleiding in Zuid-Duitsland, in 1934 majoor in de Reichs-wehr, in 1938 generaal-majoor, in 1940 generaal van het 5de vlieger-korps, van 1943 tot 25 april 1945 bevelhebber van de 6de luchtvloot, op 26 april 1945 als opvolger van Göring door Hitler benoemd tot veldmaarschalk en opperbevelhebber van de Luftwaffe, in mei 1945 gevangengenomen door het Amerikaanse leger.

106. Werner Haase, geboren te Köthen (Anhalt) op 2 augustus 1900, overleden te Moskou in 1945; in 1924 promotie, specialisatie tot chirurg, in 1927 scheepsarts, in 1934 bij dess, in 1935 als arts in de stafvan de Fiihrer, in 1935 SS-Sturmfïihrer, in 1943 SS-Obersturmbannfuhrer, chef de clinique in de Charité in Berlijn, in april 1945 hoofd van de ziekenafdeling in de bunker van de rijkskanselarij, op 3 mei 1945 door het Rode Leger gevangengenomen in de Führerbunker.

107. Benito Mussolini werd op 28 april 1945 in Giulino di Mezzegra bij Dongo (provincie Como) samen met zijn maîtresse Clara Petacci door Italiaanse verzetsstrijders doodgeschoten. De twee lichamen werden aan een schavot gehangen op het Piazza Ioreto in Milaan.

108. Adolf Hitler ging ervan uit dat Hermann Fegelein als Himmlers verbindingsofficier deelnam aan de onderhandelingen met de Zweedse diplomaat en voorzitter van het Zweedse Rode Kruis, graaf Folke Bernadotte, of op z’n minst hiervan op de hoogte was.

109. Heinrich Himmler zou graaf Folke Bernadotte vier keer hebben ontmoet om te onderhandelen over een capitulatie in het westen.

110. Hitlers Luftwaffe-adjudant kolonel von Below moest een afschrift van het testament naar Wilhelm Keitel brengen, Fleinz Lorenz een tweede duplicaat naar het ‘Braune Haus’ in München en Wilhelm Zander een derde naar Karl Dönitz.

111. Traudl Junge meent het schot gehoord te hebben. Deskundigen die geprobeerd hebben de gebeurtenissen rond Hitlers zelfmoord te reconstrueren, kwamen tot de volgende conclusie: '[•••] Mevrouw Junge bevond zich op dat moment een heel eind daarvandaan, op de trap in de bunker tussen het benedengedeelte en boven. Deze vermeende ‘waarneming’ [...] zou inbeelding geweest kunnen zijn, veroorzaakt door een draaiende dieselmotor of de aanhoudend zware beschietingen van de rijkskanselarij.

113. Generaal Hans Krebs voerde in opdracht van Joseph Goebbels in de nacht van 30 april op 1 mei 1945 met de Russische generaal Wassili Tsjoeikov onderhandelingen over capitulatie.

114. Franz Schädle was sinds 20 december 1944 hoofd van de ruim honderd man sterke lijfwacht.

115. In een gesprek met Melissa Müller vertelt Traudl Junge dat het gif haar pas afgenomen werd bij het eerste bezoek in de cel van de vrouwen en jeugdinrichting Lichtenberg.