De voorbereidingen

 

Het wordt een rondje Midden-Nederland, een combinatie van drie LF-routes: de Midden-Nederlandroute (LF 4), de Boerenlandroute (LF 15) en de Noordzeeroute (LF 1).

 

Ik heb een grote voorkeur voor bewegwijzerde routes. In een niet eens zo drukke winkelstraat loop ik al steevast de verkeerde kant op als ik even ergens binnen ben geweest. Nog erger. Als ik met de motorfiets onderweg ben, tank ik uitsluitend aan de rechterkant van de weg en zeker, zéker, niet bij een benzinestation dat aan een rotonde ligt. Gewoon de verkeerde kant oprijden na het tanken is tot daar aan toe, een mens went aan alles. Maar in toenemende wanhoop rondjes rijden, speurend naar die enige goede uitweg is een vorm van zelfkwelling die ik als het even kan probeer te vermijden. Bewegwijzering dus, ja graag, en liefst meerdere bordjes op elk kruispunt en ook nog en paar ter geruststelling langs de doorgaande weg. Omdat zelfs de vrijwilligers van het LF-platform zo ver niet gaan en één gemist bordje bij mij uren in het luchtledige ronddwalen betekent, heb ik als ondersteuning ook altijd een kaart (minimaal 1 op 100.000 maar liefst gedetailleerder) bij me. Maar zelfs kaarten vragen een zeker basisgevoel voor de plaats van de eigen aanwezigheid en vooral van de richting van het reisdoel. Omdat ik van beide over het algemeen geen flauw vermoeden heb, loop ik altijd weer het risico zo’n kaart precies in de verkeerde richting vast te houden zodat ik zeker weet dat er ergens iets met de plaatsnaamborden die ik tegenkom grondig mis is. Hoe dan ook: sinds kort kies ik niet alleen bij grote voorkeur een bewegwijzerde route en heb ik een gedetailleerde kaart op mijn stuur voor wanneer (niet áls) ik een bordje gemist heb, maar heb ik ook een GPS voor de fiets aangeschaft. De Garmin Oregon 400t om precies te zijn en de vermelding daarvan mag wat mij betreft best beloond worden met levenslang gratis updates van het kaartmateriaal. Het apparaat zelf heeft een ingebouwde kaart van 1 op 100.000 van vrijwel heel Europa, inclusief straatnamen zodat ik elke rotonde met opgeheven hoofd tegemoet kan fietsen. Maar al snel merkte ik dat daarop veel fietspaden ontbreken en zelfs water wanneer dat niet al te breed is. Omdat nog net op tijd remmen in de zachte berm van een rustig maar meedogenloos kabbelende vaart tot de absolute bodem van mijn topografische ervaringen hoort, heb ik bij het toch al prijzige toestel ook nog de digitale Onroute Fietskaart van Nederland gekocht à negentig euro. En wil je daar echt iets aan hebben, als in tochten op je beeldscherm bekijken en aanpassen, dan heb je ook nog weer het programma MapSource nodig. Vijftig euro en ook aangeschaft ja, zelfs in de dure variant van 125 euro in combinatie met City Navigator Europe want stel je voor je staat in Duitsland en wilt weten hoe je, moe gefietst, bij die bed & breakfast moet komen die je in je routebeschrijving hebt gevonden. En vervolgens bleek het ingebouwde geheugen bij lange na niet uitgebreid genoeg voor al mijn extra’s zodat ik op een zaterdagmiddag nog net voor vijven naar de Indiër bij ons op de hoek ben gerend voor zo’n extra geheugenkaartje. Yesyes, no problem, wiegde hij zijn hoofd. Er zijn leveranciers die het hele pakket, GPS mét al die kaarten en het programma en het geheugenkaartje, met kortingen aanbieden maar daar kwam ik pas achter toen alles in huis en betaald was.

 

Maar goed, financiële katers verdwijnen bij mij ongeveer net zo rap als een gewone en vervolgens ga ik op zoek naar al die uitstekende redenen waarom ik zoveel geld heb neergeteld voor wat in feite niet veel meer is dan een meedenkende kaart. En dat is dus precies de reden. Ik heb nu als permanent gezelschap een lijntje op de kaart. Dat is de route. En ik heb een pijltje. Dat ben ik. Wanneer lijntje en pijltje uit elkaar gaan, zit ik fout, maar zie ik op de GPS-kaart vrij simpel hoe ik weer op de route terug kan komen. Ik kan zelfs op het schermpje zien in welke windrichting ik fiets en of dat dezelfde is waarin de route loopt. Pirsig zou bij de schoonheid en eenvoud van deze warmverlichte reisvriend een glimlach niet hebben kunnen onderdrukken, verbeeld ik me zo.

 

Van de hele tocht door Midden-Nederland (Den Haag-Enschede-Enkhuizen-Alkmaar-Den Haag) die ik wil volgen zover als ik in een kleine week kom, heb ik dus ter voorbereiding het LF-gidsje gekocht en via de site van de Fietsersbond (wie zijn toch al die vreselijk lieve mensen die dit allemaal voor me regelen?) de kant-en-klare GPS-track gedownload. Bestandje geopend met MapSource en op het scherm tussen Den Haag en Zoetermeer een knip gemaakt met een kleine aftakking naar Delft, mijn start- en eindpunt. Een klein proefritje leverde zowel een zucht van tevredenheid als een verbogen voorwiel op, omdat tijdens het rijden de instellingen van de GPS nog net iets beter zetten best wel gaat, maar niet als er op datzelfde moment een roodwit geblokt paaltje uit het wegdek omhoog steekt. Bij mij niet in elk geval. Maar het werkt en het geeft mij het vertrouwen dat ik nodig heb.

 

Ook de manier waarop ik mijn fiets en bagage voorbereid, zal denk ik bij Pirsig wel een goedkeurend knikje opleveren. Alhoewel. Het afstellen van de derailleur en het smeren van de ketting laat ik lekker aan de fietsenmaker over. Sorry, Robert. Voor onderweg heb ik wel bandenplakspullen, een reserve binnenband, een reserve remkabeltje, een rolletje tape waar je alles mee kunt repareren en een heel klein plastic doosje waar op ingenieuze manier twaalf verschillende kopjes voor een al even ingenieus in elkaar gevouwen schroevendraaierhandvat in zitten. Het ding heeft zelfs zo’n mooi ratelmechanisme zodat je niet telkens de schroevendraaier opnieuw in hoeft te steken bij het ronddraaien. Volgens mij kan ik met de inhoud van dat doosje zo’n beetje elk boutje en schroefje van mijn fiets los- en vastmaken. En zo niet, dan heb ik voor het grovere werk altijd nog een kleine baco in het tasje onder mijn zadel, waar ook nog een lapje in zit om na afloop van de klus mijn handen schoon te maken. Oh, Pirsig kreunt van genoegen! Verder heb ik na verschillende avonturen met plassen water onderin de regenhoezen van eenvoudigere soorten fietstassen, zowel voor- als achterop echte Ortliebs hangen. De modellen van deze tassen hebben iets onelegant rechtlijnigs, maar ze zijn volledig waterdicht en er zijn voldoende momenten waarop dat alles is wat telt. Voor wat er allemaal in die tassen moet, heb ik een checklist op mijn computer staan die ik telkens voor vertrek uitdraai en daarna daadwerkelijk afvink. De lijst specificeert nog net niet wat in welke tas gaat, maar nu ik er zo over nadenk, krijg ik de neiging hem misschien nog eens tot dat stadium van zenperfectie te tillen. Wat er uiteindelijk wel en niet meegaat, is de uitkomst van een optelsom die me nogal eens in langdurige twijfel naar bergjes kleren doet staren omdat de overwegingen elkaar in de weg zitten. Ik wil namelijk zo min mogelijk meenemen, maar ik wil ook op uiteenlopende situaties voorbereid zijn. Dat lukt natuurlijk nooit helemaal, zodat ik de ene keer die dikke fleece trui bij me heb terwijl het nog te warm is voor een hemdje en de andere keer de plaatselijke buitensportwinkel op doorreis toch nog een onverwacht leuke omzet bezorg.

 

Slaapadressen reserveer ik als het enigszins kan niet vooruit. Vroeger omdat ik op de kaart de afstanden steevast verkeerd inschatte, met als gevolg dat ik de ene dag met opgezwollen knieën de deur van het gereserveerde hotel binnenstrompelde en de volgende al om twee uur ’s middags mezelf opgesloten zag in een dorpje waar de plaatselijke drogist de grootste attractie is. Helemaal met Pfeijffer eens dus: bij teveel planning fiets je alleen nog maar achter je eigen agenda aan.

 

Omdat ik dit keer op zaterdag vertrek en het dan, op 14 augustus, eigenlijk nog volop vakantietijd is, heb ik voor die zaterdag en de zondag daarna wel een overnachting geregeld. Daarna zie ik wel. Er staan adressen in het LF-gidsje, ik heb het ledenboekje van ‘Vrienden op de fiets’ bij me, en in noodgevallen is er altijd nog én de Garmin én de navigator op mijn telefoon die allebei kunnen vertellen welke hotels er in de buurt zijn (‘keer waar mogelijk om en neem de eerste afslag op de A12’).