HOOFDSTUK 10

 

 

 

Thea koos een mouwloos katoenen jurkje uit met een bloemetjespatroon en een wijde rok. Ze nam een dun wollen vest mee naar beneden en was gereed voor haar avondje uit.

Paul, de neef van John, was een stille, bescheiden jongeman die de helft van de tijd met zijn gedachten ergens anders was. Dat lag ook voor de hand, pasverloofde jongemannen dachten gewoonlijk aan hun geliefde in de verte.

Pauline kneep haar eventjes in de arm toen ze de auto achterlieten in een smalle straat en een haveloos uitziende deur binnengingen die toegang gaf tot de club. Thea kon wel merken dat ze blij was haar te zien. Misschien kon ze straks even een ogenblik ongestoord met haar praten en vragen of zij soms een baan wist.

Hoe verder ze de trap afdaalden die naar de club voerde, hoe donkerder het scheen te worden. Thea moest denken aan wat Mrs. Welling had gezegd. ‘Meestal brandt er een lamp halverwege de trap,’ merkte Pauline op. ‘Die is zeker kapot, dat moeten we aan de portier vertellen, anders valt er nog iemand van de trap.’ Ze hield Thea stijf vast terwijl ze het laatste stukje aflegden, naar een vaag verlichte deur aan het einde van een smalle gang, van waar muziek klonk.

Binnen was het al even donker als op de trap, vond Thea bij het binnenkomen. John zei dat Paul maar vast een tafel voor hen moest zoeken; zelf wilde hij de portier even aanspreken over de kapotte lamp op de trap.

Tegen de tijd dat ze een vrij tafeltje hadden gevonden waren Thea’s ogen enigszins aan het halfdonker gewend en nam ze de omgeving eens in zich op. De disco was gevestigd in een grote kelder. Er hingen een paar posters aan de muur met foto’s uit het Chicago van de jaren dertig. Verder waren er geen versieringen aangebracht, maar het was er smetteloos schoon.

Er liepen geen obers rond; wat je wilde drinken kon je gaan halen aan een geïmproviseerde bar achterin het vertrek. Het zag er allemaal erg informeel uit en te oordelen naar het gedrang dat er heerste, was het een druk bezochte gelegenheid.

Omdat John nog steeds met de portier stond te praten, vond Paul dat hij maar eens iets te drinken moest gaan halen. Thea zag haar kans schoon om snel een paar woorden met Pauline te wisselen. ‘Weet jij niet toevallig...’ Maar verder kwam ze niet want de muziek begon opnieuw en Thea zag geen kans er bovenuit te schreeuwen.

‘Wat?’ brulde Pauline. Thea beduidde haar met een handgebaar dat het niets belangrijks was.

Ofschoon het Thea wel speet dat ze Pauline niet even onder vier ogen kon spreken, vermaakte ze zich die avond uitstekend. De muziek was goed en hoewel het druk was op de dansvloer hing er zo’n kameraadschappelijke sfeer dat ze kans zag haar problemen een poosje te vergeten.

Bovendien bedacht ze dat John die avond weer terug moest naar zijn schip en dat Pauline dus veertien dagen vrij zou zijn. Wat belette haar om haar vriendin op een avond te gaan opzoeken?

Halverwege een nummer hield de muziek plotseling op. In de stilte die volgde, riep een gebiedende stem: ‘Schrikt u niet, dit is gewoon een routine-onderzoek.’ De politieman liep naar het midden van de dansvloer. ‘Eerst moeten er maar eens een paar lampen aan.’ Toen dat gebeurd was, wendde hij zich weer tot de angstig kijkende bezoekers. ‘Als u allemaal meewerkt, zijn we zo klaar. Wil iedereen die in het bezit is van een Amerikaans paspoort aan de linkerkant gaan staan en de buitenlanders rechts? En wilt u uw paspoort klaar houden als u dat bij u hebt?’

‘Het ziet er naar uit dat er iemand van één van de schepen is gedeserteerd,’ zei John lachend. ‘Stom hoor, dat lukt je nooit. Zonder paspoort kom je niet ver, en de paspoorten bewaart de purser.’

Pauline begon te giechelen en fluisterde tegen Thea: ‘Net iets uit een film, vind je niet?’ Ze wilde Thea meetrekken naar links, waar John en Paul al stonden.

‘Wacht even,’ zei Thea, ‘ik ben een buitenlandse.’ Ze liep naar de andere kant van het vertrek, waar niet meer dan een stuk of twaalf mensen stonden.

Pauline aarzelde even en kwam toen naar Thea toe. ‘Ik kan voor je getuigen. Heb je je paspoort bij je?’

Thea begon in haar schoudertas te rommelen, maar plotseling schudde ze mistroostig het hoofd. ‘Nee, dat heb ik niet.’ Het was haar net te binnen geschoten waar haar paspoort was; Marcus had het. Hij had het nodig gehad om Michaels nalatenschap voor haar op te eisen. ‘Mr. Conan heeft het,’ zei ze tegen Pauline, zonder verder tekst en uitleg te geven. ‘Het ziet er naar uit dat ik je hulp inderdaad nodig zal hebben.’ Haar gezicht sprak boekdelen, want ze had het gevoel alsof ze voor de zoveelste keer in de val zat. Ze kreeg niet eens de kans van een avondje uit te genieten, zonder dat haar vroegere relatie met Marcus aan het licht kwam. Want dat zou natuurlijk gebeuren als de jonge politieman die aan hun kant stond, haar vragen ging stellen Toen Thea aan de beurt was, kon Pauline niets voor haar doen. Want toen Thea uitlegde dat ze haar paspoort niet bij zich had, en moest bekennen dat ze het niet eens in haar bezit had, nam de politieman haar zeer achterdochtig op. Haar verhaal stond hem helemaal niet aan.

Pauline zei vlug: ‘Ik kan voor Miss John instaan,’ maar hij negeerde haar volkomen. Woedend staarde ze hem aan.

De volgende vraag lag voor de hand en er zat voor Thea niets anders op dan Marcus’ naam te noemen. ‘Mijn broer heeft voor hem gewerkt,’ zei ze nog, in de hoop dat nu alles wel duidelijk zou zijn.

Pauline begon nu haar geduld te verliezen. Het was al erg genoeg als er niet naar je werd geluisterd, maar ze was niet van plan Thea zo te laten behandelen. ‘Hoor eens, Jim Strawson,’ zei ze met fonkelende ogen, ‘jij kent mij en ik ken jou. Als ik zeg dat Miss John okee is, dan is ze okee. Morgen zullen we dat paspoort wel voor je gaan halen, wat vind je daarvan?’

De jonge inspekteur grijnsde verlegen. ‘Ik doe alleen mijn werk. We zullen kontakt moeten opnemen met Mr. Conan om te horen of dat verhaal klopt.’ Hij keek naar Thea, die er vermoeid bijstond. ‘Wilt u daar een ogenblikje gaan zitten, Miss, tot ik de rest van de rij heb afgewerkt?’ Toen wendde hij zich weer tot Pauline, die razend was. ‘Waarom ga je niet vast naar huis?’ vroeg hij vriendelijk. ‘Dit kan wel even duren. Ik zorg wel dat de jongedame weer heelhuids thuis komt.’

Pauline was het er niet mee eens maar John zei: ‘We hebben nog een uur de tijd voor ik weer aan boord moet. Jim brengt Thea wel thuis, hè, Jim?’

Thea begreep het allemaal best. Het was hun schuld ook niet dat zij haar paspoort niet bij zich had. Hij wilde zijn baan natuurlijk niet in gevaar brengen door te laat weer aan boord te komen. Daar had hij groot gelijk in.

Pauline keek hulpeloos naar Thea. Ze wist niet goed of ze nu met John mee zou gaan of bij Thea moest blijven.

‘Ga nu maar, Pauline,’ zei Thea geruststellend. ‘Ik zal wel opbellen als ik weer thuis ben, is dat goed?’

Al die tijd had Paul zich wijselijk op de achtergrond gehouden. Nu stelde hij aarzelend voor bij Thea te blijven.. ‘En hoe moeten wij dan terug?’ vroeg John scherp. ‘We zijn immers met jouw auto gekomen?’ Gelukkig gaf dit de doorslag. Thea kon zich best voorstellen dat hij er liever niet bij betrokken wilde worden. Hij wist niets van haar af. Tenslotte was het best mogelijk dat ze door Interpol werd gezocht, wist hij veel?

Voor ze tenslotte weggingen, drukte Pauline Thea op het hart zo vlug mogelijk op te bellen als ze weer thuis was. Na nog een woedende blik in de richting van de politieman te hebben geworpen, liet ze zich door John meevoeren.

Toen ze weg waren, voelde Thea zich volkomen verlaten. Toen ze in Miami had ingeboekt op het vliegveld, onderweg naar St. Thomas, had ze er zich over verbaasd dat ze bestempeld werd als buitenlandse. Vreemdelingen waren natuurlijk ook buitenlanders, maar op de een of andere manier had ze gedacht dat dat niet gold voor Engelsen in Amerika. Nu voelde ze zich eenzaam en ze vroeg zich verdrietig af wat ze hier zo ver van haar geboorteland in vredesnaam te zoeken had.

De rij mensen aan de linkerkant van het vertrek was al snel verdwenen. Je kon wel merken dat er die avond niet meer gedanst zou worden, want iedereen die permissie had om te vertrekken, deed dal ook met een. Nu het vertrek bijna leeg was, zag het er uit als een enorme, gapende ruimte.

Thea merkte dat de paar buitenlanders die nog op hun beurt wachtten haar allemaal van terzijde opnamen. Sommigen schenen medelijden met haar te hebben, anderen schenen slechts nieuwsgierig te zijn. Ze zuchtte diep van ergernis. Het was de schuld van Marcus dat ze nu in zo’n pijnlijke situatie verkeerde. Hij had moeten weten dat ze vroeg of laat haar paspoort nodig zou hebben, maar net als zoveel andere dingen scheen ook dit gewoon niet bij hem opgekomen te zijn.

Toen ze zich herinnerde dat ze die avond voor het weggaan nog een grapje had gemaakt tegen Mrs. Welling en had gezegd: ‘Als ik soms in handen van de politie mocht vallen, zorgt u wel dat ik weer op vrije voeten kom,’ kromp ze ineen. Ze had niet kunnen dromen dat haar geestig bedoelde opmerking werkelijkheid zou worden. Er zat anders ook een goede kant aan wat er die avond was gebeurd, bedacht ze toen. Ze had niet beseft dat Marcus nog steeds haar paspoort had, en ze kon natuurlijk niet boeken voor de tocht naar Engeland zonder dat paspoort. Morgen zou ze hem opbellen en zeggen dat hij het haar moest terugsturen, nam ze zich grimmig voor.

Er was niet meer dan een kwartier verstreken sedert Pauline was vetrokken, maar voor de wachtende Thea leek het al langer dan een uur. Ze begon zich steeds verlatener te voelen en vroeg zich af of ze Marcus soms niet konden bereiken. Een vlugge blik op haar horloge leerde haar dat het bijna half elf was, dus nog niet echt laat. Maar misschien was hij wel met iemand uit, dacht ze verbitterd. In dat geval zou hij natuurlijk woedend worden als men hem lastig viel om zoiets onbelangrijks als het paspoort van Thea John.

Even dacht ze dat ze het zich had verbeeld, toen ze achter zich iemand ‘zozo’ hoorde zeggen. Maar toen ze zich omdraaide en zijn groene, spottende ogen zag, wist ze zeker dat het Marcus was.

Ze voelde dat haar hart sneller begon te kloppen en weer had ze zin zich in zijn armen te werpen. Ze was zoek geraakt en nu had hij haar teruggevonden. Dat was natuurlijk belachelijk kinderachtig, en ze schaamde zich onmiddellijk voor dat soort gevoelens. Tenslotte was ze geen kind meer en wilde ze zich ook niet als een klein kind gedragen. Om zich een houding te geven, nam ze haar toevlucht tot boosheid. ‘Je had heus niet zelf hierheen hoeven te komen,’ zei ze bits. ‘Je had alleen maar hoeven te zeggen dat je voor me kon instaan en dat jij mijn paspoort had.’

‘Ik kan wel merken dat je me dankbaar bent,’ zei Marcus met opgetrokken wenkbrauwen. ‘Nu kom ik je onmiddellijk te hulp en alles wat ik krijg is een grote mond!’ Hij keek rond in het nu volkomen lege vertrek. ‘Heeft je metgezel je in de steek gelaten?’ vroeg hij zoetsappig. Aan de klank van zijn stem kon ze echter wel horen dat hij die vent best eens even onder handen wilde nemen.

‘Ik had helemaal geen metgezel,’ zei Thea vlug. Maar toen Marcus haar verbaasd aankeek, verbeterde ze zichzelf. ‘Dat wil zeggen, geen speciale. Ik was met een paar anderen en het had geen zin voor hen om hier te blijven rondhangen. De inspekteur had gezegd dat hij me wel zou terugbrengen naar Beach House.’

‘O, ik heb gezegd dat dat niet nodig was,’ zei Marcus hooghartig. ‘Ben je klaar om mee te gaan?’

Thea staarde hem verbijsterd aan. ‘Kan dat dan?’ vroeg ze. Toen het tot haar doordrong dat dat een domme vraag was, sprong ze vlug op en liep naar de deur. Marcus kon haar met zijn grote passen gemakkelijk bij houden.

‘Ik wil niet dat je daar weer naar toegaat,’ zei hij bazig, toen hij het portier achter haar dichtdeed en in de auto stapte. ‘Ik denk trouwens ook niet dat je daar behoefte aan zult hebben.

Thea ergerde zich aan zijn diktatoriale optreden. Ze zou zelf wel uitmaken wat ze deed, of hij dat nu leuk vond of niet! ‘Ik weet wel dat het vroeger niet zo’n beste naam had,’ zei ze snibbig. ‘Mrs. Welling heeft het me verteld, maar dat is al zo lang geleden. Alles verandert en trouwens, Pauline en John pasten immers wel op me? Als ik mijn paspoort bij me had gehad, had ik gewoon met hen mee kunnen gaan.’ Nu schoot haar weer te binnen wat ze Marcus moest vragen. ‘Heb je mijn paspoort nu?’ vroeg ze haastig.

Marcus wierp even een blik in haar richting voor hij weer voor zich op de weg tuurde. Hij knikte.

‘Gelukkig.’ Ze slaakte een zucht van opluchting.

‘Die tent is wel in orde,’ ging hij door, alsof dat paspoort er totaal niet toe deed. ‘Het zit hem meer in de figuren die er komen. De eigenaren proberen wel moeilijkheden te voorkomen, daarom hebben ze ook een portier, maar af en toe glippen er toch wel eens ongewenste gasten door de mazen van het net. Het halfdonker in die discotheken levert een uitstekende dekmantel op voor allerlei twijfelachtige zaakjes.’

Nu had Thea wel kunnen zeggen dat het de politie die keer om iets anders te doen was geweest, want ze was er zeker van dat Johns vermoeden dichter bij de waarheid was en dat het ging om mensen die allang aan boord hadden moeten zijn, maar ze zei niets. Ze was nog boos omdat hij verder op haar paspoort niet meer was ingegaan.

Toen ze bij Beach House aankwamen, stapte Marcus uit de auto en liep met Thea mee naar de deur. Deze keer was ze niet van plan zich te laten afschepen. ‘Mag ik alsjeblieft mijn paspoort hebben?’ vroeg ze en stak haar hand vast uit.

Marcus keek naar die uitgestoken hand van haar en legde er zijn grote hand overheen. Zachtjes streelden zijn lange vingers haar handpalm, zodat de rillingen haar over de rug liepen. Ze probeerde haar hand weg te trekken maar hij liet niet los. ‘Je was toch niet van plan ergens naar toe te gaan?’ vroeg hij zoetsappig.

‘Dat was ik wèl van plan,’ zei Thea snibbig. Ze was woedend omdat hij maakte dat ze zich zo hulpeloos voelde. ‘Terug naar Engeland, als ik genoeg geld heb verdiend voor de overtocht.’

Peinzend staarde hij haar een ogenblik aan en zei toen: ‘Je bent toch niet platzak? En dat geld van Michael dan? Heeft de bank dat nog niet op jouw rekening bijgeboekt?’

Thea knipperde verbaasd met de ogen toen ze plotseling besefte dat ze daar helemaal nog niet aan had gedacht. Ze had het zo druk gehad met haar pogingen zich te onttrekken aan een huwelijk zonder liefde met Marcus, dat al het andere op de achtergrond was geraakt. Ze haalde diep adem. Er was vast wel geld genoeg om de overtocht te betalen! En dan te bedenken dat ze zo had lopen piekeren over een andere baan! Als ze wilde, kon ze morgen al weg. Maar dan had ze wel haar paspoort nodig, anders kwam ze niet verder dan de luchthaven. ‘Ik wil mijn paspoort terug, Marcus,’ zei ze vastberaden.

Marcus zuchtte diep. ‘Het spijt me, maar dat heb ik niet bij me,’ zei hij effen.

‘En je zei van wel!’

‘O ja? Je vroeg me of ik je paspoort had en toen heb ik ja gezegd. Maar ik heb niet gezegd dat ik het bij me had.’

Thea haalde diep adem en probeerde tot tien te tellen, maar dat hielp niet. Ze wist niet eens of hij wel de waarheid sprak. ‘Goed, stuur het me morgen dan,’ zei ze, ‘anders zal ik gedwongen zijn naar het consulaat te gaan.’

‘Doen je lippen nog pijn?’ vroeg Marcus terloops, en Thea ging geschrokken een eindje achteruit. Dat was zo zijn manier om haar duidelijk te maken dat ze om moeilijkheden vroeg.

Ze staarde hem aan en zei bits: ‘Nou en of!’

Hij grinnikte en kuste haar snel op het voorhoofd. ‘Je leert het al aardig, schat,’ zei hij zacht. ‘En wat dat paspoort betreft, dat kan ik je beter zelf brengen. Vrijdagavond, want vóór die tijd ben ik aldoor bezet.’ Hij stak zijn hand op en liep terug naar de auto. Even later reed hij snel weg.

Hij gaf haar niet eens de kans zich elegant terug te trekken, dacht ze verbitterd en liep meteen naar haar kamer. Ze had geen zin in een babbeltje met Mrs. Welling. Maar juist toen ze de deur van haar kamer achter zich had dichtgetrokken, herinnerde ze zich wat ze Pauline had beloofd. Vermoeid daalde ze de trap weer af om op te bellen.

Toen ze de hoorn weer op de haak legde zag ze Mrs. Welling in de deuropening staan. Deze keer vroeg de oude dame niet of alles in orde was. Waarschijnlijk had ze wel gehoord wat Thea aan Pauline had verteld. ‘Ga maar gauw naar bed, kind,’ zei ze vriendelijk. ‘Ik kan wel zien dat je moe bent. Vertel het me morgen maar allemaal.’ Thea liet het zich geen twee keer zeggen en verdween naar haar kamer.

Het eerste wat haar te binnen schoot toen ze de volgende dag ontwaakte, was dat ze het eiland die vrijdag al zou kunnen verlaten. Die gedachte bleef haar bij terwijl ze een douche nam en vervolgens ging ontbijten. Eigenlijk had ze opgelucht horen te zijn, omdat de onzekerheid voorbij was en ze nu een nieuw leven kon beginnen zonder in angst te hoeven zitten over de toekomst. Maar het was juist die gedachte die haar droevig stemde. Als ze op St. Thomas was gebleven, had ze tenminste geweten wat ze kon verwachten. Maar wat stond haar te wachten als ze naar Engeland terugkeerde? Een leven, nog eenzamer dan hier, dacht ze mat. Dag in dag uit zou ze zitten wachten tot er een andere Marcus in haar leven kwam, maar dat zou nooit gebeuren, dat kon helemaal niet. Verdrietig ging ze aan tafel zitten. Nu alles voorbij was, kon ze er wel rond voor uitkomen. Ze hield wanhopig veel van hem en in haar hart was geen plaats voor een ander.

‘Lust je wel twee eieren vandaag, kind?’ vroeg Mrs. Welling toen ze de eetkamer binnenkwam. Vlug schudde Thea het hoofd. Ze had geen honger; een kopje koffie was het enige wat ze nodig had, maar daar was natuurlijk geen sprake van, Mrs. Welling had haar ontbijt al klaargemaakt.

Terwijl ze haar gebakken ei met ham naar binnen werkte, probeerde ze een luchtig verslag uit te brengen over wat er de vorige avond was gebeurd. Met opzet praatte ze niet over Marcus’ aandeel. Maar Mrs. Welling zei: ‘Dan kwam het maar goed uit dat Mr. Conan wist dat je daar was, hè?’

Thea staarde haar verbaasd aan. ‘Dat wist hij niet,’ zei ze. ‘Dat kreeg hij pas te horen toen de politie hem opbelde om een bevestiging van mijn verklaring te vragen.’

‘O, maar hij wist het wel, hoor,’ zei Mrs. Welling. ‘Hij heeft opgebeld vlak nadat je met Pauline was vertrokken. Toen heb ik het hem verteld.’

Thea schrok. Hij zou toch niet...? Meteen werd ze boos op zichzelf. Natuurlijk niet, het idee alleen al!

‘Je boft toch maar, Thea,’ zei Mrs. Welling peinzend, ‘dat je een man als hij hebt om op je te passen. Op die manier kan je niets overkomen,’ voegde ze er tevreden aan toe.

Die opmerking werd Thea bijna te veel en even sloot ze de ogen. Mrs. Welling wist niet half wat er allemaal aan de hand was. Als ze haar nu eens vertelde wat er achter zat? Zou ze hem dan nog zo aardig vinden?

‘Thea, voel je je wel goed?’ vroeg Mrs. Welling ongerust, toen ze Thea’s bleke gezichtje zag.

Thea lachte, maar het leek meer op een snik. Ze slikte om zichzelf weer in bedwang te krijgen. Ze wilde zo dolgraag met iemand praten, en van een gesprek met Pauline was niets terecht gekomen. Plotseling nam ze een besluit. Starend naar de oranjemarmelade midden op de tafel zei ze: ‘Als ik u nu eens vertelde dat hij me ten huwelijk heeft gevraagd en dat ik heb geweigerd?’

Even was het stil. Thea had verwacht dat Mrs. Welling nu wel stomverbaasd zou zijn, maar de oude dame zat te knikken en te glimlachen alsof ze zoiets al lang had verwacht. ‘En daar neemt hij natuurlijk geen genoegen mee,’ mompelde ze. Toen keek ze Thea aan. ‘Waarom heb je nee gezegd?’ vroeg ze nieuwsgierig. ‘En zeg nu maar niet dat je niets om hem geeft, want ik heb heus wel ogen in mijn hoofd.’

Thea beet op haar onderlip maar kon niet voorkomen dat de tranen haar over de wangen begonnen te stromen. Ongeduldig veegde ze die weg. ‘Omdat hij niet van mij houdt,’ zei ze zacht. Waarom zou ze er ook omheen draaien? ‘O, hij voelt zich natuurlijk wel tot me aangetrokken. Ik weet zelf niet waarom. Misschien omdat ik anders ben dan de meeste vrouwen. Dat heeft hij tenminste zelf gezegd.’ Ze staarde bedroefd naar haar handen. ‘Dat was ook de enige reden waarom hij me ten huwelijk heeft gevraagd. Hij zei dat hij wel wist dat ik met een ander voorstel geen genoegen zou nemen.’

‘Heeft hij dat werkelijk gezegd?’ vroeg Mrs. Welling vriendelijk. Dat verbaasde Thea, omdat ze had gedacht dat de oude dame wel geschokt zou zijn geweest.

Thea knikte vermoeid en haalde diep adem, voor ze vroeg: ‘Zou u onder die omstandigheden dan ja hebben gezegd?’

‘Ik heb indertijd wel degelijk ja gezegd,’ antwoordde Mrs. Welling met een dromerige uitdrukking op het gezicht. ‘Mijn Charles was precies als jouw Mr. Conan. Natuurlijk had hij niet zoveel geld en zo’n goede opleiding, maar hij dacht er precies zo over. Het was een knappe vent in die tijd, hij kon krijgen die hij hebben wilde, maar om de een of andere reden werd hij verliefd op mij. Ik snapte er ook niets van, net als jij. Zeker uit balorigheid, omdat ik niets van hem weten wilde, dat dacht ik toen tenminste. Om je de waarheid te vertellen was ik gewoon bang voor hem. Nu ja, niet voor hemzelf, maar voor de gedachte dat hij al die andere meisjes gewoon had laten vallen, als hij eenmaal op ze was uitgekeken.’ Ze knikte. ‘Precies zoals jouw vriend liet hij niet los,net zo lang tot ik toegaf. Natuurlijk was ik wel verliefd op hem, al vanaf het ogenblik dat ik hem had ontmoet, maar dat liet ik niet blijken.’

Ze zuchtte en schonk zichzelf nog een kopje thee in, toen Thea bedankte. ‘Nu, en toen hij me ten huwelijk vroeg, heb ik ja gezegd. Hij had nog nooit een andere vrouw ten huwelijk gevraagd, dat gaf voor mij de doorslag. Dus ik ben met hem getrouwd omdat ik van hem hield, maar ik bleef maar piekeren over de toekomst. Ik had het in mijn hoofd gehaald dat hij op een dag gewoon bij me weg zou lopen.’ Ze glimlachte flauwtjes. ‘Scheiden ging in die tijd niet zo gemakkelijk, tenminste niet voor ons soort mensen, maar wat lette hem om gewoon bij me weg te lopen?’

Ze zweeg een poosje, voor ze verder vertelde. ‘Er was één ding waar ik geen rekening mee had gehouden, en dat was dat we voor elkaar bestemd waren. Dat heeft niets te maken met je uiterlijk of de omstandigheden. Als je voor elkaar bestemd was, trouwde je met elkaar. Charlie wist vanaf het begin dat we bij elkaar hoorden. Ik niet, ik kwam er pas achter toen we getrouwd waren. Zoiets kun je niet uitleggen, het gebeurt gewoon. Ik denk dat jouw vriend net zo is als Charlie. Het kwam gewoon niet bij hem op te zeggen dat hij van me hield. Waar het op aankomt, is wat ze doen, niet wat ze zeggen.’ Ze staarde naar de thee in haar kopje. ‘Zal ik je eens wat zeggen? Ik denk dat als je alle getrouwde vrouwen er eens naar vroeg en ze gaven eerlijk antwoord, dat ze dan zouden moeten toegeven dat hun man nog nooit tegen hen had gezegd: “Ik houd van je”, tenminste niet zonder dat ze er om hadden gevraagd.’ Ze keek Thea aan. ‘Als dat het enige is dat je ervan weerhoudt, dan is het de moeite niet waard, Thea. We willen allemaal dat soort woorden graag horen en sommigen krijgen ze waarschijnlijk ook wel te horen, maar als het om de ware Jakob gaat, is de rest eigenlijk maar versiering, vind je ook niet?’

Thea knikte, maar zei niet wat ze er van vond. Ze wist dat ze Marcus toebehoorde, maar Marcus behoorde niemand toe dan alleen zichzelf.

‘Vergeet niet dat hij niet zo’n gelukkige jeugd heeft gehad,’ zei Mrs. Welling, alsof ze wel wist wat Thea dacht. ‘Dus hij heeft natuurlijk geen hoge dunk van het huwelijk. Dat was het toch wat je hinderde, hè?’ Nu moet je eens goed naar me luisteren. Er is niets ter wereld dat van een leien dakje gaat. Je moet er wat voor doen en je krijgt alleen maar terug wat je zelf geeft, in een huwelijk al helemaal. Ik heb het gevoel dat als zijn moeder niet zo koppig was geweest, het huwelijk nog wel gelukkig had kunnen worden. Het is voortdurend een kwestie van geven en nemen. Je moet weten wanneer je moet toegeven, ook al voel je je soms gekwetst in je gevoel van eigenwaarde.’

Thea knikte weer. ‘Dus u vindt dat ik maar met hem moet trouwen, hè?’

Mrs.Welling glimlachte. ‘Ik denk dat je niet met rust wordt gelaten zolang je het niet doet.’ Toen verstrakte haar gezicht, ‘Het is jouw leven, Thea. Jij alleen kunt die beslissing nemen. Alleen weet ik nog heel goed hoe ik me indertijd voelde. Ik probeerde me voor te stellen hoe het leven er zou hebben uitgezien zonder Charlie, en eerlijk gezegd, ik moest er niet aan denken. Ik beschouwde het als een grote gok toen ik met hem trouwde, maar het bleek het verstandigste te zijn wat ik ooit in mijn leven heb gedaan.’

De dagen daarop bleven Mrs. Wellings woorden Thea voortdurend bij. Ze wist dat ze er altijd aan zou blijven denken, de komende jaren, als ze inderdaad terugging naar huis.

Tegen de tijd dat het vrijdag werd, had ze zich voorgenomen met Marcus te trouwen, als hij het haar tenminste nog eens vroeg. Het werd haar angstig te moede bij de gedachte dat hij dat misschien niet zou doen. Hij wist dat ze St. Thomas wilde verlaten en zou zeker proberen er haar van te weerhouden, tenzij hij van gedachten veranderd was. Stel je voor dat hij haar haar paspoort teruggaf en haar achteloos een goede reis wenste?

Toen ze die avond op hem wachtte bleef ze in haar slaapkamer. Ze wilde niet dat Mrs. Welling zou merken hoe gespannen ze was. Als hij haar alleen haar paspoort overhandigde en onmiddellijk weer vertrok, zou ze zich geen raad weten. En tenslotte was het best mogelijk dat hij dat deed, want hij had geen echte afspraak met haar gemaakt.

Toen ze zijn auto hoorde aankomen, liep ze met gebalde vuisten naar beneden, ondanks het feit dat ze zichzelf voorhield dat ze kalm moest blijven.

Haar hart begon sneller te kloppen toen ze de deur opende en hij nonchalant: ‘Hallo,’ zei. Eerst begreep ze niet waarom hij met opgetrokken wenkbrauwen naar haar keek, toen ze in haar mouwloze jurkje voor hem stond. ‘Je zult een vest nodig hebben,’ zei hij, ‘en dat onmisbare voorwerp waar geen enkele vrouw buiten schijnt te kunnen. Ik bedoel een handtas.’

Thea begreep niet meteen wat hij bedoelde, maar ten slotte begon het haar te dagen. Er was dus nog hoop. Ze mompelde iets en holde naar haar kamer om die dingen te halen.

Toen ze wegreden probeerde ze niet naar zijn knappe profiel te staren en naar zijn sterke, goedgevormde handen die zo moeiteloos de auto bestuurden. Ze schrok toen hij begon te praten. ‘Ik wilde je mening vragen over een plek die ik voor John heb gevonden. Hij heeft besloten met zijn hele hebben en houden hierheen te verhuizen.’ Hij keek haar even van opzij aan. ‘In een kwestie als deze zal hij eerder afgaan op jouw oordeel dan op het mijne.’

Thea zette zich schrap. Nu werd ze al weer gebruikt. Als ze hem haar mening had gegeven, gaf hij haar zeker haar paspoort en zou hij haar wel goede reis toewensen.

Ze reden in de richting van Pirates’ Cove maar sloegen voor het hotel een zijweg in en volgden een kronkelend pad omhoog, tot ze een grote witte villa zagen. Thea hield de adem in. Ze wist al bij voorbaat dat men vanuit het huis een adembenemend mooi uitzicht zou hebben, omdat het bovenop een heuvel stond.

Het huis werd omgeven door smetteloze gazons en een fraai aangelegde tuin. Thea vroeg zich af of Moira wel genoeg onderscheidingsvermogen zou hebben om de prachtige omgeving op prijs te kunnen stellen.

Nog voor ze binnen was geweest, had Thea al kunnen zeggen dat het huis en de tuin werkelijk ideaal waren. Ze zag niet in dat iemand dit huis zou afwijzen, als hij geld genoeg had om het te kopen. En dat had John Smythe zeker.

Schoorvoetend volgde ze Marcus toen hij naar binnen ging. Het had volgens haar helemaal geen zin hier langer rond te kijken. Het huis was groot genoeg om er gasten te ontvangen, als John dat wilde. In gedachten zag ze Moira al op het bordes staan om de bezoekers te ontvangen.

Terwijl ze van het ene ruime vertrek naar het anders liepen, benijdde Thea in haar hart Moira, die zo’n mooi huis zou mogen inrichten en daarbij niet op een dubbeltje hoefde te kijken.

Het was een huis van drie verdiepingen. Beneden een ruime zitkamer, een eetkamer, een studeerkamer en een ruimte die je als kleine zitkamer kon inrichten. Verder waren er vertrekken voor het personeel en een grote keuken.

Op de eerste verdieping waren een grote slaapkamer en drie kleinere, en een luxueuze badkamer met een bad in de vorm van een schelp. Het leek wel een klein zwembad, dacht Thea verwonderd. Dat zou Moira in elk geval wel mooi vinden.

Toen ze de tweede verdieping hadden bekeken, die nog drie slaapkamers bevatte en tot overmaat van ramp ook nog een kinderkamer, had Thea het gevoel dat ze nu wel genoeg gestraft was.

Marcus was al die tijd opmerkelijk stil geweest, alsof hij Thea in staat wilde stellen te beoordelen of het huis wel geschikt was voor John. Waarschijnlijk hoopte hij dat ze nu meteen een beslissing nam, zodat hij haar weer bij Beach House kon afzetten en haar verder uit zijn leven en gedachten kon bannen.

‘Meer hoef ik niet te zien,’ zei ze vlug toen Marcus naar de trap wilde lopen die naar de derde verdieping voerde. ‘Zeg maar tegen John dat het een mooi huis is.’ Ze kleurde toen hij haar onderzoekend aankeek. ‘Nu ja, ik bedoel, zeg maar dat ik het met je keus eens ben,’ liet ze er haastig op volgen.

‘Verder is er ook niet veel meer te zien,’ zei Marcus bedaard. ‘Alleen nog een paar kamers. Maar het uitzicht is de moeite waard.’ Vastbesloten bleef hij bij de trap staan wachten tot Thea meeging.

Er zat voor Thea niets anders op dan naar de bovenste verdieping te gaan. Vanuit alle kamers aan de voorkant had je een schitterend uitzicht. Met opzet was ze niet te lang bij de ramen blijven staan. Ze kon zich best voorstellen hoe mooi het uitzicht vanaf de bovenste verdieping zou zijn en begreep niet waarom hij er op stond haar dat te tonen.

Op de bovenste verdieping waren vier slaapkamers, zeker voor het personeel, want ze waren kleiner dan de kamers op de andere etages. In het grootste van de twee vertrekken aan de voorkant vestigde Marcus haar aandacht op het venster en het uitzicht daarvandaan.

Ze kwam naast hem staan en keek naar het heerlijke schouwspel voor hen. Welke baai het was waar ze nu op uitkeken wist ze niet zeker. Waarschijnlijk Magens Bay. De zon was al bezig onder te gaan en fel oranje stralen waaierden uit boven de baai en werden weerspiegeld in het donkerblauwe water.

Het was adembenemend mooi. Thea wist zeker dat ze dit schouwspel nooit zou vergeten tijdens de eenzame dagen die voor haar lagen. Ze had wel vaker de zon zien ondergaan hier op het eiland, maar deze keer was het iets bijzonders, nu die zwijgende man naast haar stond. De man van wie ze zoveel hield en die het haar weldra mogelijk zou maken een kaartje te kopen dat toegang gaf tot de vrijheid die ze niet eens meer wenste.

De adem stokte haar in de keel toen de zon verder achter de horizon verdween. Waarom kon ze hem niet zeggen wat er door haar heen ging? Hem zeggen dat ze van hem hield en dat ze met hem wilde trouwen, als hij het haar nog eens vroeg. Ze slikte. Marcus was haar niet één keer komen opzoeken nadat ze had gezegd dat ze hier wegging. Hij had alleen gezegd dat hij haar die avond zou ontmoeten en haar haar paspoort terug zou geven. Ze had wel van plan kunnen zijn diezelfde avond laat nog te vertrekken, wist hij veel. Het kon hem ook niets schelen, maar op dat punt was hij tenminste eerlijk geweest. Het feit dat ze nu zo ongelukkig was, had ze aan zichzelf te wijten.

‘Ik hoop niet dat de stroom is afgesloten,’ zei ze kortaf, in een poging zich te verzetten tegen de doffe wanhoop die zich van haar meester maakte. ‘Nog even, dan is het donker en we moeten nog twee trappen af,’ voegde ze er op snibbige toon aan toe. Ze gaf een kreet van verontwaardiging toen ze Marcus’ arm om haar middel voelde en hij haar naar zich toe trok. Dus daar was het allemaal om begonnen, dacht ze verbitterd. Hij wilde geen enkele gelegenheid voorbij laten gaan voor ze vertrok. Ze begon te worstelen om zich uit zijn greep te bevrijden.

‘Schaam je wat,’ zei Marcus plagend. ‘Hoe kun je nu aan zoiets denken op een ogenblik als dit! Ik geef de voorkeur aan het schijnsel van de sterren, dat past veel beter bij een gelegenheid als deze.’

‘Het is helemaal geen gelegenheid,’ snauwde Thea die nog steeds woedend probeerde zich te bevrijden. Ze voelde dat ze zwak begon te worden nu hij zo dicht bij haar was.

Tot haar verbazing liet hij haar los en staarde naar het landschap, waarover het nachtelijk donker zich langzaam uitbreidde. Er waren al enkele sterren te zien. ‘Wanneer was je van plan te vertrekken?’ vroeg hij terloops, alsof het hem niet echt interesseerde en hij het enkel vroeg uit beleefdheid.

‘Zo vlug mogelijk,’ antwoordde Thea schor. ‘Kunnen we nu alsjeblieft weg?’

‘Zo, dus het huis bevalt je wel,’ merkte Marcus op zonder op haar verzoek in te gaan. ‘Als ik je nu eens vertelde dat het jouw huis zou kunnen worden?’ Hij keek haar aan. ‘En het mijne,’ liet hij er veelbetekenend op volgen.

Thea kreeg een brok in de keel. Stel je voor dat hij maar een spelletje met haar speelde... Ze slikte. ‘Ik dacht dat je had gezegd dat het voor John was,’ zei ze zacht. Ze wist niet wat ze verder moest zeggen. Ze kon zich niet voorstellen dat hij zo wreed kon zijn, dat hij haar op die manier probeerde te kwellen.

‘Ik geef je optie op het huis,’ antwoordde hij nors. ‘Ik heb het gekocht op de ochtend nadat we ons hebben verloofd. Die avond had ik je hier mee naar toe willen nemen.’

Thea hield de adem in en sloot de ogen. Hij had er haar niets over gezegd en ze kon het nauwelijks geloven. ‘Is dat waar?’ fluisterde ze en keek onderzoekend naar zijn gezicht, dat half in het duister verborgen was. ‘Wees nu eens eerlijk, Marcus, en speel geen spelletje met me.’

‘Een spelletje?’ zei hij woedend. ‘Wat denk je wel dat je met mij hebt gedaan? Was het dan soms eerlijk van jou om in mijn leven te komen, het helemaal op de kop te zetten en er dan rustig weer vandoor te gaan? Nee, ik speel geen spelletje. Ik meen het, neem dat maar van mij aan. Ik wil nu antwoord en denk er om dat je dit keer het goede antwoord geeft,’ waarschuwde hij nors. ‘Ik voel er niets voor je over de halve wereld achterna te jagen, maar als het anders niet gaat, ben ik er toe in staat. Je kunt net zo goed meteen ja zeggen, dan ben je van het gezeur af.’

Plotseling begon Thea te stralen. Nu wist ze wat Mrs. Welling had bedoeld, toen ze zei dat het niet nodig was dat een man letterlijk zei: ‘Ik houd van je.’ Er waren andere woorden waarmee je hetzelfde kon zeggen, en die had ze net te horen gekregen. Ze wierp zich in zijn armen en sloeg haar armen om zijn middel. Haar hoofd vleidde ze tegen zijn borst. ‘Ik dacht...’ stamelde ze, ‘ik dacht dat je me nooit meer zou vragen of ik met je wilde trouwen. Ik was doodongelukkig.’ Het klonk bijna als een snik. ‘Ik houd van je, Marcus, ik heb aldoor van je gehouden.’

‘Dat wist ik al lang,’ antwoordde Marcus. Heel teder tilde hij haar hoofdje van zijn schouder en dwong haar hem aan te kijken. ‘Dat had ik wel gemerkt. Maar ik begreep maar niet wat je plotseling bezielde. Ik dacht dat je plotseling bang was geworden om je voor het leven te binden. Dat deed me denken aan een ruzie tussen mijn vader en moeder. Ze dachten dat ik sliep, maar ik snap niet hoe ze er bij kwamen dat ik wel door dat kabaal heen zou slapen en dat ik ook niets hoorde van al die andere ruzies die ze hadden.’ Teder streelden zijn lippen haar zachte mond. ‘Ik herinner me nog dat mijn moeder schreeuwde dat ze hadden moeten gaan samenwonen in plaats van te trouwen. Ze zei dat ze het gevoel had alsof ze haar hoofd door een strop had gestoken en er niet meer uit kon, en ook dat ze beter geen kind hadden kunnen krijgen, omdat ze nu voorgoed aan elkaar vastzaten.’ Hij kuste haar op de mond en Thea voelde zich in de zevende hemel.

Er was zoveel dat ze hem wilde vertellen, zoveel dat ze nu pas begreep, maar voorlopig was het voldoende zijn armen om haar heen te voelen en zijn liefkozende mond op de hare. Toen hij haar even later zachtjes wegduwde, begreep ze ook best waarom hij dat deed. ‘Marcus, ik wil dat je me iets belooft,’ zei ze. Ze keek hem niet aan maar staarde naar de sterrenhemel buiten.

‘Als...’ Ze aarzelde even en begon opnieuw, nu wat vastberadener, want dit was iets dat hij meteen goed moest begrijpen. ‘Als het voorbij is, als je het gevoel hebt...’ Ze slikte. ‘Nu ja, je begrijpt wel wat ik bedoel. Ik wil hier blijven, als jij het je kunt permitteren tenminste,’ liet ze er haastig op volgen. ‘En ik begrijp ook best datje geen kinderen wilt. Eerst begreep ik dat niet, maar nu wel.’ Haar stem haperde even, toen liet ze er op volgen: ‘Voor mij is het genoeg dat ik je bij me heb zo lang je me hebben wilt.’

Ze hoorde dat de adem hem in de keel stokte. Het volgende ogenblik trok hij haar weer in zijn armen en kuste haar zo heftig alsof ze hem net vaarwel had gezegd en hij de gedachte niet kon verdragen haar te moeten laten gaan. ‘Ik wil niet dat je ooit nogeens zoiets zegt, hoor je dat?’ zei hij woedend. Zijn armen omklemden haar zo stijf dat ze het gevoel had te zullen stikken. ‘Goed, ik ben zo stom geweest om te denken dat ik waarschijnlijk niet altijd bij je zou blijven, net zoals mijn moeder dat dacht van mijn vader, en dat ik je niet met een kind wilde opschepen. Maar laat ik dit eens en voor al rechtzetten. Ik ben van plan je voor negenennegentig jaar in erfpacht te nemen, lieveling, en ik wed nooit op het verkeerde paard. En wat het krijgen van kinderen betreft ...’ Zijn lippen streelden haar blanke hals. ‘Eén kind is niet genoeg. Ik wil niet dat een kind van mij de eenzaamheid leert kennen die ik heb moeten doormaken. En bovendien,’ liet hij er bazig op volgen, ‘zullen ze als onderpand moeten dienen voor de toekomst. Dan kun je tenminste niet meer weglopen.’

Thea zuchtte vergenoegd en kuste hem op de wang. Ze was zielsgelukkig, maar ze was nu eenmaal een echte vrouw en kon geen weerstand bieden aan de verleiding naar Sapphire te informeren, hoewel ze er inmiddels vrijwel zeker van was dat Moira haar de waarheid had verteld betreffende zijn verhouding tot haar.

Zachtjes bevrijdde ze zich uit zijn omarming en keek hem onderzoekend aan. ‘En Sapphire dan, Marcus? Heb jij haar naar dat hotel gestuurd?’ vroeg ze. Maar haar mooie ogen maakten hem wel duidelijk op welk punt ze werkelijk geruststelling behoefde.

Marcus trok haar weer in zijn armen, voordat hij met zijn mond in haar haren antwoordde: ‘Ik vroeg me al af wanneer dat onderwerp ter sprake zou komen.’ Zijn stem klonk enigszins geamuseerd. ‘Ik had een reden nodig om jou te kunnen zien. Bovendien moest ik weten of ik me soms in je had vergist. Ik was er vrij zeker van dat ik je wel begreep, tot... Tot je plotseling die bom liet barsten, bedoel ik.’

Thea hief met een ruk het hoofd op. ‘Je probeerde me jaloers te maken,’ zei ze verontwaardigd. Maar ze had er ook direkt weer berouw van, want ze had met Sapphire te doen. Ze nestelde zich weer dicht tegen hem aan. ‘Ik was ook jaloers, Marcus,’ bekende ze zacht. ‘Ik haatte jullie allebei!’

Daar moest Marcus zachtjes om grinniken. ‘Dat dacht ik al,’ antwoordde hij. ‘Dat kon ik trouwens wel merken aan de haast die je had om je baan op te zeggen.’

‘Ik kon het niet langer aanzien,’ bekende Thea. ‘Ik wilde ergens naar toe waar ik je niet elk ogenblik tegen het lijf zou lopen.’

‘ Je had er zeker niet aan gedacht dat dit maar een heel klein eiland is, hè?’ vroeg hij plagend.

‘Weet je,’ zei ze peinzend, ‘ik kon de gedachte niet verdragen te trouwen met een man die niet echt van me hield, en voortdurend in angst te moeten zitten voor de toekomst. Ik begreep gewoon niet wat je in me zag. Dat snap ik trouwens nog steeds niet.’

‘Ik had je toch gezegd dat je anders was dan al die andere vrouwen die ik heb gekend?’ zei hij en woelde met zijn vingers door haar haren.

Om hen heen was het nu volkomen donker geworden. Slechts het vage schijnsel van de sterrenhemel buiten was nog te zien. Een tijdlang stonden ze met de armen om elkaar heen naar buiten te staren. Thea had nog van alles willen vragen. Waarom hij Sam naar haar toe had gestuurd en waarom hij Timothy in dienst had genomen. Of hij er soms voor had gezorgd dat de politie een inval deed in de disco, juist toen Thea zich daar bevond met Pauline en de beide mannen.

Maar om de een of andere reden scheen het er allemaal niets meer toe te doen. Het was voldoende dat hij bij haar was en van haar hield.

Thea dacht aan Mrs. Welling. Wat zou die blij zijn als ze hoorde dat alles nu in orde was tussen haar en Marcus. Het verhaal van Mrs. Welling over haar liefde voor Charlie had Thea geholpen bij het nemen van haar eigen beslissing. De vriendschap van die oude vrouw zou ze altijd in ere houden; tenslotte was ze gedurende de korte tijd dat Thea in Beach House had gewoond een echte pleegmoeder voor het meisje geworden.

‘Denk je dat je over een week klaar bent?’ vroeg Marcus na een poosje gespannen. Toen ze zachtjes antwoordde dat ze nu al klaar was, kreunde hij. ‘Breng me niet in verleiding, lieveling. Waarom denk je dat ik me al die tijd zo op een afstand heb gehouden?’ Zachtjes duwde hij haar van zich af. ‘Goed, over een week dus. Ik durf het risiko niet te nemen om te wachten tot we een huwelijk in grote stijl kunnen vieren. Dat kan later nog wel, als jij het wilt. Ik vraag een vergunning aan om meteen te kunnen trouwen, in het hotel. Een huwelijksreis van zes weken in Engeland moet lang genoeg zijn om de woninginrichters de tijd te geven het huis in orde te brengen voor we terugkomen.’

‘Blauw met wit,’ mompelde Thea dromerig, terwijl ze zich opnieuw in zijn armen vleide.

‘Blauw met wat?’ vroeg Marcus. Vastberaden pakte hij haar bij de arm en duwde haar een eindje van zich af. Hij begreep niet waar ze het over had.

‘Ik was net bezig de zitkamer in te richten, lieveling,’ zei ze, nog steeds met diezelfde dromerige klank in haar stem. ‘En groen met wit voor de eetkamer. En wat de kinderkamer betreft, ik denk dat ik daarvoor roze kies, of misschien ook wel lichtblauw. Misschien is het maar het beste van allebei een beetje te nemen, denk ik...’

Aan al die andere vertrekken in de grote villa kwam ze niet meer toe. Tenminste niet die avond. Want Marcus trok haar met een ruk naar zich toe en omarmde haar alsof hij haar nooit meer los wilde laten.