HOOFDSTUK 3

 

 

 

De hoop Sapphire niet te hoeven zien nu ze weer ochtenddienst had, bleek ijdel. Al was er inmiddels een week verstreken sedert ze haar had ontmoet, er hing nu een grote foto van haar in de foyer met de mededeling dat ze ’s zaterdagsavonds voor de gasten zou optreden gedurende een periode van drie maanden.

‘Oom zegt dat het om een experiment gaat,’ zei Pauline, toen ze Thea naar het affiche zag kijken. ‘Als het een succes wordt, wil hij ’s avonds vaker iets organiseren. Ik wilde alleen dat hij iemand anders had uitgezócht om mee te beginnen. Maar ik denk dat de andere artiesten allemaal al voor het hele seizoen volgeboekt waren. Sapphire neemt nooit langlopende engagementen aan, die maakt zelf uit waar ze optreedt. Namelijk om beschikbaar te zijn als een zeker iemand wil dat ze op een of ander feest komt zingen.’ Ze keek Thea veelbetekenend aan.

‘Bedoel je soms Marcus Conan?’ vroeg die geheel ten overvloede.

‘Ja, natuurlijk. Hij zorgt dat de hotels haar engageren. Ze hoeft nooit bang te zijn dat ze geen werk krijgt zolang ze zulke invloedrijke vrienden heeft. Als het tenminste bij vriendschap blijft!’

Thea was vlug over iets anders begonnen. Ze had heel goed in de gaten dat Pauline er eens goed voor ging zitten en natuurlijk telkens weer over Marcus’ verloofde zou beginnen. Thea voelde er uiteraard niets voor over dat onderwerp te praten.

Het feit dat Sapphire’s toekomst verzekerd was vanwege haar konnekties met Marcus leek haar heel aannemelijk. Thea zou de baan die ze nu had ook vast niet hebben gekregen als hij er niet was geweest. Daarvan was ze overtuigd.

Niet dat ze zijn hulp nodig had, maar evengoed had ze die gekregen en dat plaatste haar in dezelfde positie als Sapphire. Ze was gewoon een van de vele vrouwen in zijn leven en dat krenkte haar gevoel van eigenwaarde.

Nu ze tijd had gehad na te denken over het feit dat Marcus die avond zo onverwacht was komen opdagen, was ze er anders over gaan denken. Eerst was ze van mening geweest dat hij niet kon hebben geweten dat zij dienst had, maar nu was ze tot de konklusie gekomen dat hij geweten moest hebben waarom Sapphire hier was, en dat hij de hele zaak waarschijnlijk zelf zo had geregeld.

Ze begon te vermoeden dat hij daar een bepaalde bedoeling mee had gehad. Maar ze had er geen flauw idee van wat dat dan wel kon zijn. Misschien had hij het wel gedaan om haar, in de gaten te kunnen houden, maar dat had hij dan wel op een belachelijke manier aangepakt. Tenslotte werkte ze in een hotel dat gedeeltelijk onder zijn leiding stond, dus het was nergens voor nodig geweest Sapphire op haar af te sturen. Hij zou trouwens toch zelf ook wel hebben gemerkt dat Sapphire haar niet kon luchten of zien?

Het kon ook wel puur egoïsme zijn van zijn kant. Misschien was hij ondanks dat uitgestreken gezicht van hem wel woedend op haar omdat ze de verloving had verbroken. Michael was tenslotte niet de enige geweest die had gezegd dat hij keihard was. Pauline had het ook al laten doorschemeren, herinnerde ze zich. In dat geval moest ze maar liever maken dat ze hier zo snel mogelijk weg kwam, al kon ze zich nauwelijks voorstellen dat een man als Marcus zich tot zo’n kleingeestige wraakoefening zou verlagen. Aan de andere kant moest hij geweten hebben dat de aanwezigheid van Sapphire in het hotel haar het leven behoorlijk zuur zou maken. Ze zuchtte diep. Er viel geen touw aan vast te knopen.

Toen ze er aan dacht dat ze Pauline zou moeten uitleggen waarom ze van baan wilde veranderen, terwijl ze hier net goed en wel werkte, vroeg Thea zich af of ze het toch niet zou kunnen volhouden tot de drie maanden van Sapphire’s engagement achter de rug waren. Maar de gedachte telkens te moeten zien hoe Marcus haar na haar optreden afhaalde, gaf haar de moed door te zetten. Ze hield nog steeds van hem, wat er misschien ook op hem viel aan te merken, en daardoor had ze al genoeg te lijden gehad. Alleen door zo ver mogelijk bij hem uit de buurt te blijven, maakte ze kans een nieuw leven te kunnen beginnen.

Op vrijdagmorgen, een dag voor haar optreden, kwam Sapphire onverwachts het hotel binnen. Thea bereidde zich er al vast op voor dat ze Marcus nu ook weer zou zien. Ze had niet verwacht dat Sapphire in de ochtend zou langskomen en zelfs Pauline keek haar verbaasd aan.

‘Zeg tegen Mr. Bois dat ik even wil kijken waar het toneel komt te staan.’

‘Het spijt me maar mijn oom is momenteel niet aanwezig,’ zei Pauline. ‘Het toneel wordt geplaatst vooraan in de eetzaal. Ik kan u wel aanwijzen waar het komt, maar het wordt morgenavond pas geplaatst.’

Sapphire staarde naar Pauline alsof ze een interessant exemplaar van een onbekende diersoort voor zich zag. ‘In de eetzaal? Nu ja, als het anders niet kan.’ Hooghartig haalde ze de schouders op. ‘Als ik maar niet hoef te konkurreren met de soep of het hoofdgerecht. Daar wordt toch zeker wel voor gezorgd, hè?’

‘Ja, natuurlijk,’ zei Pauline geërgerd. Ze zag er uit alsof ze Sapphire’s bange vermoedens veel liever bevestigd zou hebben. ‘Wilt u de eetzaal soms zien?’

‘Wat heeft dat voor zin?’ Sapphire wendde zich nu tot Thea, ‘Bel een taxi voor me, wil je? En daarna Mr. Conan. Zeg tegen hem dat ik eerder klaar ben dan ik had gedacht en dat ik hem voor de lunch zal ontmoeten op de gewone plaats.’

Pauline blies van verontwaardiging maar Sapphire deed net of ze niets merkte en ging bedaard in dezelfde fauteuil zitten als de avond toen Marcus haar had afgehaald. Voor Thea zat er niets anders op dan Marcus op te bellen, nadat ze een taxi had besteld.

Natuurlijk was hij op zijn kantoor. Thea deed net of ze zijn stem niet herkende, noemde hem Mr. Conan en gaf woordelijk door wat Sapphire haar had opgedragen.

Geamuseerd zei hij: ‘Dank je wel, Thea.’ Ze wierp de hoorn met een klap terug op de haak; ze was niet van plan een gesprek met hem te beginnen, zeker niet waar Sapphire bij zat.

Toen Sapphire weg was, gaf Pauline lucht aan haar verontwaardiging. ‘Wat een afschuwelijk mens!’ riep ze uit. ‘Stel je voor, daar zitten we drie maanden mee opgescheept. Hoe houd ik het vol?’

‘Ik denk er precies zo over,’ zei Thea uit de grond van haar hart. ‘Weet jij soms een ander hotel waar ze een receptioniste nodig hebben? Eentje waar geen zangeressen optreden?’

Pauline schaterde het uit. ‘Twee receptionistes zul je bedoelen.’ Maar Thea lachte niet mee. Verbaasd zei Pauline: ‘Je meent het echt, hè?’

Thea glimlachte verontschuldigend. ‘Ja, ik loop er al een paar dagen over te denken.’

‘Zo gemakkelijk is het anders niet om aan een baan te komen,’ zei Pauline. ‘En als ik jou was, zou ik me over haar maar geen zorgen maken. Zo vaak krijg je haar niet te zien.’ Haar blik dwaalde naar het affiche met Sapphire’s foto er op. ‘Ik mag lijden dat het een fiasco wordt,’ zei ze grimmig. ‘Misschien maken de gasten wel zoveel lawaai bij het eten van hun soep dat ze er niet bovenuit kan gillen.’ Toen lachte ze bemoedigend tegen Thea. ‘Kop op, meid, laat je niet van de wijs brengen door dat soort tantes. Doe maar net als ik, zet je kiezen op elkaar en houd vol!’

Thea keek de andere kant op. Wat moest ze nu zeggen? Ze kon toch de waarheid niet vertellen? Ten slotte zei ze zo luchtig mogelijk: ‘Ik denk dat ik zin krijg weer te gaan zwerven. Ik heb altijd als tandartsasistente gewerkt, moet je weten. O, ik vind dit werk best leuk, hoor, maar ik zou wel eens willen weten of ik hier in mijn eigen vak niet weer aan de slag kan.’

Pauline nam haar peinzend op. ‘Waarom ben je hier eigenlijk naar toe gekomen? Met de bedoeling om hier snel weer te vertrekken?’ vroeg ze op de man af. ‘Je lijkt mij helemaal niet het type van een zwerfster.’ Deze keer was het Thea die verbaasd keek. ‘We hebben ze hier af en toe wel gehad, uit Engeland, uit Amerika, uit Frankrijk... Ze vragen om werk, maar je weet zo al dat ze niet zullen blijven. Het duurt hooguit een maand, dan zijn ze weer vertrokken. Om wat van de wereld te zien, zeggen ze dan. Hopeloos romantisch, die lui. Altijd op zoek naar iets. De meisjes op zoek naar romantiek, de mannen, tja, naar avontuur, denk ik. Ik geloof trouwens dat ze het zelf niet eens weten.’

Ze staarde uit het venster en Thea volgde haar blik. Ze zag het witte schuim hoog opspatten. ‘Ik heb eens een meisje ontmoet,’ zei Pauline glimlachend, ‘dat zei dat ze zoveel mogelijk van de wereld wilde zien voor ze bedolven raakte onder de natte luiers. Je had haar moeten zien, net een filmster! Ik kon me haar nauwelijks voorstellen achter een kinderwagen. Maar jij bent heel anders. Wat doe jij eigenlijk zo ver van huis?’

Thea keek Pauline recht aan. ‘Ik ben hier naar toe gekomen vanwege mijn broer. Die had hier een baan en liet me overkomen toen hij besloot hier te blijven wonen.’

‘Waar werkt hij dan?’ vroeg Pauline vol belangstelling.

Thea’s gezicht betrok. ‘Hij is omgekomen bij een auto-ongeluk, de dag voor ik hier aankwam,’ zei ze zacht.

‘Gô, meid, wat spijt me dat. Wacht eens even, ik heb er iets over gelezen! Michael Zus en zo..mompelde ze. ‘Het was geloof ik een architekt, die een opdracht uitvoerde voor Mr. Conan, klopt dat?’

Thea schrok. Nog even en Pauline zou ontdekken hoe het kwam dat ze Marcus kende en dan... Daar had ze eerder aan moeten denken.

Prompt zei Pauline: ‘Maar het was zijn zuster, die zich met Mr. Conan heeft verloofd.’ Ze staarde Thea met grote ogen aan.

Thea staarde uit het venster. Hoe had ze ooit kunnen denken zoiets verborgen te kunnen houden op dit kleine eiland, vooral ook omdat Marcus Conan zo’n bekende persoonlijkheid was hier. ‘Dat klopt,’ zei ze zacht.

Pauline schudde ongelovig het hoofd. ‘Ik snap er niets van,’ zei ze. ‘Als je verloofd bent met Marcus Conan, wat doe je hier dan?’

Thea staarde naar de golven heel in de verte. ‘Ik ben verloofd gewéést met Marcus, maar nu niet meer. En ik had een baan nodig, dus vandaar.'

Pauline ging met een diepe zucht op een stoel zitten. ‘Bedoel je dat hij je eerst ten huwelijk heeft gevraagd en het toen heeft uitgemaakt?’

Thea glimlachte flauwtjes. ‘Ik ben degene geweest die het heeft uitgemaakt, om precies te zijn,’ antwoordde ze. ‘Ik zag wel aankomen dat het toch niets zou worden, dus ik... Toe, alsjeblieft, Pauline, ik praat er liever niet meer over.’

‘Dat kun je me niet aandoen, om verder niets meer te zeggen,’ zei Pauline, schor van opwinding. ‘Je verlooft je met de knapste vrijgezel van het eiland, en dat niet alleen, maar hij is ook nog afschuwelijk rijk, en dan zeg je met een stalen gezicht dat je het hebt uitgemaakt... Krankjorum gewoon!’

Thea staarde Pauline aan. ‘Kun jij je dan werkelijk voorstellen dat een man als hij genoegen neemt met een type als ik? Hij heeft me alleen ten huwelijk gevraagd omdat hij zich verantwoordelijk voor me voelde. Iets anders zat er niet achter. O ja, natuurlijk was ik een poosje in de zevende hemel, maar je kunt de werkelijkheid beter op tijd onder ogen zien,’ zei ze bitter.

Er kwamen nieuwe gasten binnen en de meisjes kregen de kans niet meer met elkaar te praten tot ze gingen eten, in een afgeschermd deel van de eetzaal vlak bij de keuken.

Thea had gehoopt dat Pauline er niet meer over zou beginnen, maar zodra hun de salade was geserveerd, begon ze toch weer. ‘Hij moet toch wat voor je gevoeld hebben, Thea,’ zei ze, alsof hun gesprek helemaal niet onderbroken was. ‘Ik bedoel, je trouwt maar niet zo met iemand. Bovendien krijgt een mens ook wel eens genoeg van al dat fraais. Mannen kiezen meestal voor het alledaagse type, dat is gemakkelijker in de omgang, als je begrijpt wat ik bedoel.’

‘Dank je wel.’ Ondanks alles moest Thea glimlachen om het feit dat Pauline haar onder de alledaagse types rangschikte, ‘Ach, je weet best wat ik bedoel,’ zei Pauline giechelend. ‘En houd eindelijk eens op jezelf zo te kleineren. Jij hebt veel meer te bieden dan die Sapphire. Nog een jaar of zo, dan ziet ze er uit als een ouwe heks, ze haalt het allemaal uit een doosje. Goed, ik weet wel dat ik een kattekop ben,’ zei ze lachend, ‘maar dat soort vrouwen, daar krijg ik wat van. Best, ze heeft een goed figuur, maar jij ook. Misschien ben je wat aan de magere kant maar in elk geval ben je goed geproportioneerd. Ik vind jou in elk geval veel aantrekkelijker.’

Even bleef het stil, terwijl de meisjes aten. Toen vroeg Pauline nieuwsgierig: ‘Wat zei hij eigenlijk toen je het uitmaakte?’

Thea legde haar mes en vork neer. Ze had haar bord nog niet leeg, maar het eten smaakte haar niet meer. ‘Niets,’ zei ze zacht. ‘Hij heeft het gewoon geaccepteerd. Dat bewijst wel dat ik gelijk had, dat hij er alleen op uit was mijn toekomst veilig te stellen.’

Pauline glimlachte bemoedigend. ‘Nu ja, wat doet het er ook toe, er zijn nog zoveel mannen. Ik geef je groot gelijk. Als hij echt van je had gehouden, zou hij je nooit hebben laten gaan, als het waar is wat ik over hem heb gehoord. Hij schijnt keihard te zijn. Er zijn heel wat mensen die bang voor hem zijn. Maar hij is daarentegen wel volkomen integer.’ De meisjes namen koffie na. ‘Wat een pech dat ze je hier heeft getroffen,’ zei Pauline peinzend. ‘Als mijn oom niet op dat lumineuze idee was gekomen, zou ze je nooit gezien hebben.’

Thea was van mening dat Pauline’s oom alleen maar had gedaan wat zijn baas had hem gezegd, maar dat wist ze tenslotte niet zeker. ‘Heeft je oom vaker dat soort ideeën, ik bedoel om de gasten hun verblijf hier zo aangenaam mogelijk te maken?’ vroeg ze.

Pauline haalde de schouders op. ‘Het is dat hij mijn oom is, maar ik moet bekennen dat hij nooit originele invallen heeft. Hij wordt het liefste met rust gelaten. Ik denk dat een van de gasten er om heeft gevraagd, anders begrijp ik niet hoe hij op het idee komt zich daar druk om te maken.’

‘Misschien heeft een van de direkteuren hem wel op dat idee gebracht,’ zei Thea.

‘Marcus Conan bijvoorbeeld?’ vroeg Pauline, die onmiddellijk door had wat ze bedoelde.

‘Och, aan hem had ik eigenlijk niet gedacht,’ loog Thea, maar het was al te laat.

‘Het is best mogelijk dat hij er achter zit,’ zei Pauline peinzend. ‘Misschien wilde Sapphire wel eens wat anders en heeft ze hem gevraagd iets te bedenken.’ Ze staarde Thea aan. ‘Als hij er achter zit, dan zou het wel buitengewoon gemeen van hem zijn om uitgerekend dit hotel voor te stellen, hè? Ik bedoel, hij wist toch dat jij hier werkte? Hij heeft je zelf aan deze baan geholpen, dat kan niet anders, maar zo zijn mannen nu eenmaal. Het is natuurlijk niet bij hem opgekomen dat Sapphire je niet kon uitstaan.’

Thea deed net of ze die laatste opmerking niet had gehoord. ‘Weet je zeker dat Marcus me deze baan heeft bezorgd?’ vroeg ze zoetsappig.

Pauline knikte heftig. ‘Eerst niet, maar nu wel. Ik zei toch al dat mijn oom op zijn rust is gesteld? We hebben al zoveel van die zwervers gehad die na een paar weken weer weggingen, dat we nu alleen nog maar mensen hier van het eiland in dienst nemen. Jij maakte daarop een uitzondering en ik snap nu ook waarom jij bent aangenomen.’

‘Geldt die stelregel voor al de hotels hier?’ vroeg Thea mismoedig.

‘Dat denk ik wel,’ antwoordde Pauline, ‘maar ik weet het niet zeker.’

‘Dan ziet het er naar uit dat ik hier wel zal moeten blijven,’ zei Thea mat. ‘Ik heb geen keus.’

‘Kom kom, niet zo somber,’ zei Pauline hartelijk. ‘Al moet ik bekennen dat ik je niet benijd. Geen wonder dat dat mens jou steeds moet hebben.’

Thea haalde de schouders op. ‘Toch snap ik het niet,’ zei ze na enig nadenken. ‘Ik loop haar niet meer voor de voeten en zij is weer in de gratie. Ik begrijp niet dat ze nu nog niet tevreden is.’

Pauline wierp haar een veelzeggende blik toe. ‘Dan moet je net Sapphire Durley hebben. Je bent nog steeds in de buurt en dat is voor haar al reden genoeg. Maar ik begrijp best dat je haar liever wilt ontwijken. Misschien kan ik je wel helpen.’

Thea keek haar hoopvol aan. ‘Het kan me niet schelen wat het is,' zei ze vlug. ‘Als ik voorlopig maar onder de pannen ben, tot ik een behoorlijke baan heb.’

‘Ik bedenk net dat mijn tante misschien wel iemand kan gebruiken. Ze heeft een klein pension met een strandcafé er bij en ze is niet zo jong meer. Het stelt niet veel voor, hoor, maar ze heeft in ieder geval onderdak voor je.’

‘O, Pauline!’ fluisterde Thea dankbaar. ‘Denk je echt dat ze me in dienst zal nemen? En je oom dan? Wordt die niet kwaad als ik al zo vlug weer vertrek?’

‘Maak je daar maar geen zorgen over,’ zei Pauline geruststellend. ‘Je kunt toch gewoon zeggen dat je een baan kunt krijgen die beter overeen komt met je opleiding? Oom Joseph wil alleen met rust gelaten worden, dat zei ik toch al. Laat het maar aan mij over. Ik zal wel zien wat ik voor je kan doen.’

Thea had Pauline wel kunnen omhelzen. Met een beetje geluk was ze hier misschien over een paar dagen al weg.

Dat werd wel tijd ook, want de avond daarop kreeg ze weer de volle laag, vlak voor Sapphire zou optreden. De zangeres kwam tien minuten voor die tijd woedend het hotel binnenstormen.

‘Zijn er nog boodschappen voor me afgegeven?’ vroeg ze hooghartig aan Thea.

Die keek naar Pauline, maar Pauline schudde het hoofd. ‘Geen boodschappen,’ zei Thea, even kortaf als Sapphire was geweest. Sapphire wist tenslotte best hoe ze heette, maar ze had haar behandeld als een stuk vuil.

Sapphire’s gezicht verstrakte bij dat antwoord. ‘Dat komt dan nog wel,’ zei ze zacht. ‘En denk er om datje de boodschap doorgeeft.’ Haar blik gleed van Thea naar de deur.‘Hij is zeker opgehouden,’ zei ze misnoegd en keek toen weer naar Thea. ‘Maar hij zal zo wel komen, daar twijfel ik niet aan.’ Ze glimlachte vals tegen Thea en stevende vervolgens op de eetzaal af, waar haar gehoor al op haar wachtte.

Pauline keek haar spottend na toen ze door de glazen deuren verdween. ‘Wat is ze toch weer charmant,’ zei ze sarkastisch, en keek Thea aan. ‘Die man is niet goed bij zijn hoofd. Maar ja, over smaak valt niet te twisten.’

Thea glimlachte flauwtjes en keek hoopvol op de klok. Met een beetje geluk kon ze net weg zijn voor Marcus kwam opdagen. Sapphire verwachtte kennelijk dat hij haar eerste optreden hier zou bijwonen.

Thea bofte. Ze bleef geen minuut langer op haar post dan was voorgeschreven en holde toen naar haar kamer.

De volgende morgen vertelde Pauline haar vergenoegd dat Sapphire niets meer van Marcus had gehoord en dat hij ook de voorstelling niet had bij gewoond. ‘Ze stormde op de nachtportier af,’ vertelde ze, ‘en hield maar vol dat er wel degelijk een boodschap voor haar afgegeven moest zijn. De receptioniste die vóór hem dienst had gehad, had zeker de telefoon aangenomen en de boodschap niet aan hem doorgegeven, zei ze. Het was duidelijk dat ze jou bedoelde. Ze moesten een taxi voor haar bellen en ze was furieus. Blijkbaar had ze op ander vervoer gerekend. Je weet hoe moeilijk het is om op die tijd van de nacht een taxi te krijgen.’ Pauline schoot in de lach. ‘Net goed, dan moet ze je maar niet zo onbeschoft behandelen. Ik hoop dat hij met iemand anders is uit geweest.’

Thea wendde vlug het hoofd, in de hoop dat Pauline niet zou zien hoe hard die woorden aankwamen. Het was al erg genoeg te weten dat Marcus bij Sapphire was, maar ook nog te moeten veronderstellen dat er alweer een nieuwe schone in zijn leven was, dat was méér dan ze kon verdragen.

‘We gaan straks op bezoek bij mijn tante,’ kondigde Pauline aan terwijl ze Thea hielp bij het opmaken van haar bed. ‘Ik had het tot de volgende week willen uitstellen, ik ga meestal één keer in de week naar haar toe. Maar hoe eerder ik je hier uithaal, hoe beter.’

Dat was precies wat Thea er zelf ook van vond en ze glimlachte dankbaar. ‘Laten we hopen dat ze me wil hebben.’

Pauline’s tante, Mrs. Welling, was een weduwe van voor in de zeventig. Thea vond haar meteen bijzonder aardig en hoopte maar dat dat gevoel wederkerig zou zijn. De oude dame droeg het staalgrijze haar gevlochten en tot een knotje gedraaid op het achterhoofd. Haar magere, enigszins gebogen gestalte en haar eeltige handen gaven blijk van een levenlang hard werken.

Pauline legde opgewekt uit waarvoor ze kwamen, nadat ze Thea had voorgesteld. ‘Thea is op zoek naar een baan, tante, en nu vroeg ik me af of u misschien hulp kon gebruiken.’

Mrs. Welling levendige bruine ogen namen Thea met een snelle blik op. Thea had het gevoel dat niets haar ontging en had spijt dat ze haar spijkerbroek en haar katoenen bloesje niet had aangetrokken. De roze-met-witte jurk met de wijde rok die ze droeg was meer iets voor een koffievisite.

‘Ik kan niet ontkennen dat ik best hulp zou kunnen gebruiken,’ gaf Mrs. Welling bedaard toe. ‘Ik zit helemaal vol om deze tijd van het jaar en het café vraagt tegenwoordig ook een heleboel tijd.' Ze keek Thea onderzoekend aan. ‘Maar het is wel hard werken.’ Nadrukkelijk staarde ze naar Thea’s zachte blanke handen.

‘Het kan me niet schelen wat ik moet doen,’ zei Thea vlug. Ze was bang dat deze kans om uit het hotel weg te komen haar neus voorbij zou gaan.

‘Er zijn kratten limonade,’ ging Mrs. Welling vastberaden door. Ze was niet van plan zich zomaar te laten ompraten door dit aardige maar tengere meisje, dat er helemaal niet naar uitzag alsof ze aan deze kant van de stad thuishoorde. Ze zou haar zwaar en onaangenaam werk moeten opdragen, en ze voelde er weinig voor daar telkens haar verontschuldigingen voor te moeten aanbieden. ‘En die moetje op je schouders van de weg naar het café dragen. En bladen met hamburgers, die je op een wagentje van het huis naar het strand moet rijden,’ ging ze door en keek Thea aan alsof ze haar wilde uitdagen het werk aan te nemen.

‘Ik weet zeker dat ik dat best kan,’ zei Thea vlug. ‘Ik ben behoorlijk sterk, hoor.’ Ze wist niet wat ze verder nog kon zeggen om Mrs. Welling er toe te bewegen haar in dienst te nemen.

‘Waarom neemt u haar niet op proef?’ stelde Pauline bereidwillig voor. ‘Probeert u het veertien dagen of zo. Tegen die tijd weten Thea en u allebei wel of het werk te zwaar voor haar is of niet.’ Hoopvol keek ze haar tante aan.

Mrs. Welling dacht hier even over na en knikte toen. ‘Heel goed,’ zei ze en keek Thea aan. ‘Maar denk er om, ik zeg precies hoe ik er over denk. Als ik het gevoel heb dat je het werk niet aankunt, dan zeg ik het ook.’ Maar Thea was er van overtuigd dat ze het allemaal best zou aankunnen.

Nu de zaak voorlopig geregeld was, begon Mrs. Welling uit te leggen wat Thea precies zou moeten doen, terwijl Pauline druk in de weer ging om koffie te zetten.

‘Het café is op het strand,’ begon Mrs. Welling. ‘Het is eigenlijk geen echt café. Ik lever geen warme maaltijden of warme dranken, alleen limonade, koeken en hamburgers, maar we hebben het hele jaar door een behoorlijke omzet. Andy had het er tamelijk druk mee, hè, Pauline?’ Pauline, die net binnenkwam met de koffie, knikte bevestigend.

‘Daarom heb ik Thea juist meegebracht,’ zei ze terwijl ze kopjes en schoteltjes neerzette. ‘Ik zou niet weten hoe u het allemaal volhoudt nu hij die baan bij John op het schip heeft aangenomen.’

Mrs. Welling’s bruine ogen wierpen een vertederde blik op haar nichtje. Ze zuchtte even. ‘Als ik jonger was geweest, had ik me best gered. Maar ik ben bang dat je gelijk hebt. Toen keek ze weer naar Thea. ‘Ik heb zes pensiongasten, die wonen hier al jaren, daar heb ik absoluut geen last mee. De hele dag zijn ze weg en ’s avonds kook ik voor hen. Ze hebben allemaal een vaste baan in de stad. Voor de toeristen kook ik niet. Het café gaat ’s middags pas open, dan is het het drukst. Lang blijven we ook niet open. De meeste toeristen hebben er tegen zessen wel genoeg van en gaan terug naar hun hotel om zich te kleden voor het avondeten.’ Ze zuchtte nog eens. ‘Ach, vroeger kon ik het allemaal best aan...’

‘Maar nu niet meer,’ viel Pauline haar snel in de rede en voorzag haar tante van koffie. ‘Dus u zult wel moeten. Thea kan u helpen met het klaarmaken van de hamburgers en... o, nog een heleboel andere dingen. Andy hielp natuurlijk wel met het café, maar in huis kon hij verder niet veel doen. U zult vast wel merken dat Thea een juweel is, werkelijk waar, en ze mag Andy’s kamer zeker wel hebben, hè?’

Haar tante keek haar achterdochtig aan. ‘Je hebt het al precies uitgestippeld, hè?’ Maar toen ze Pauline’s guitige ogen zag, ontspande haar eigen gezicht zich ook tot een glimlach. ‘Goed, we zullen wel eens zien,’ gaf ze toe.