HOOFDSTUK 8

 

 

 

Toen Marcus weg was, zocht Thea met trillende vingers de huissleutel. Haar ogen waren verblind door tranen, niet alleen van verontwaardiging, maar vooral doordat ze zich diep gekwetst voelde.

Morgen zou ze zichzelf gelukwensen met het feit dat ze nog net niet in de klauwen van die man was gevallen, dacht ze terwijl ze de trap op klom. Dan zou ze ook het gevoel hebben dat ze best in staat was haar eigen toekomst onder ogen te zien, een toekomst waarin voor Marcus Conan geen plaats was.

Ze wilde niet meer denken aan wat er die avond was gebeurd, ook al begonnen haar lippen op te zetten na de ruwe behandeling die ze hadden ondergaan van de kant van Marcus.

‘Ben jij daar, Thea? Was het gezellig!’ riep Mrs. Welling, toen Thea voorbij haar slaapkamer kwam.

‘Ja hoor, geweldig, Mrs. Welling,’ riep Thea terug. Vlug liep ze naar haar kamer, voordat Mrs. Welling nog meer kon vragen. Ze had nog net tijd genoeg om een reden te verzinnen waarom haar ‘nieuwe vriend’, zoals Mrs. Welling hem genoemd zou hebben, geen belangstelling meer voor haar toonde.

Thea was te moe om lang wakker te liggen. Ze sliep uitstekend en toen ze de volgende ochtend wakker werd, vroeg ze zich af hoe het mogelijk was dat de hemel nog even blauw was als voorheen en dat de zon ook nu weer scheen. Ze was nog niet lang genoeg op het eiland om zoiets als vanzelfsprekend te aanvaarden. Vol welbehagen rekte ze zich uit en vroeg zich af hoe laat het was.

Even later werd er zachtjes geklopt. Mrs. Welling deed de deur een eindje open en riep: ‘Ben je al wakker, Thea? Ik heb een potje thee meegebracht.’

Toen Thea zei dat ze best zin had in thee, kwam Mrs. Welling binnen met een dienblad en zette dat op het tafeltje naast haar bed. ‘U moet me niet zo verwennen,’ zei Thea en ging rechtop zitten. ‘Eigenlijk moest ik u thee op bed brengen. U slaapt nooit eens lekker uit.’

Mrs. Welling glimlachte terwijl ze de thee inschonk. ‘Dat heb ik nooit gekund en nu ben ik te oud om er nog aan te wennen. Zeg, je was veel vroeger terug dan ik had verwacht,’ babbelde ze door en reikte Thea de thee aan.

Thea’s gezicht betrok toen ze aan de vorige avond dacht. Het hinderde haar dat Mrs. Welling blijkbaar meer wilde horen over haar voorname bezoeker.

Om tijd te winnen nam Thea een teugje van haar thee en dacht na. Gelukkig had Marcus in Mrs. Welling aanwezigheid niet al te veel aandacht aan haar besteed, maar al zijn charmes gekoncentreerd op de oude dame. Ze verbrandde haar pijnlijke lippen aan de hete thee en begon te hoesten om dat te verbergen. Ze zette de thee vlug weer neer. ‘Ik wacht even, die thee is me nog te heet,’ zei ze lachend. Zelfs lachen deed haar pijn, merkte ze. ‘Het was eigenlijk geen afspraakje, moet u weten. Hij wilde alleen maar weten hoe het met me ging. Ik heb u toch verteld dat hij zich verantwoordelijk voor me voelt sinds de dood van mijn broer?’ liet ze er vlug op volgen. ‘Heel aardig van hem, vindt u ook niet?’

Mrs. Welling keek nogal teleurgesteld en zei mat: ‘Nu ja, als je het maar gezellig hebt gehad.’

Thea zuchtte van opluchting. ‘O ja, nou en of,’ zei ze. Ziezo, dat was dat. ‘We hebben samen gedineerd en toen hebben we een poosje zitten praten. Daarna heeft hij me thuis gebracht.’ Ze vroeg zich af of ze het zou aandurven nog een slok thee te nemen. ‘Weet je, het was net of de tijd was blijven stilstaan toen ik Mr. Conan zag,’ zei Mrs. Welling, en kwam op Thea’s bed zitten. ‘Mijn zuster heeft vroeger bij hen in het hotel gewerkt. O nee, niet dat enorme komplex dat hij nu bezit, maar het hotel van zijn ouders.’ Ze fronste de wenkbrauwen en dacht na. ‘O ja, nu weet ik het weer. Het heette het Roxanahotel. Jenny, zo heette mijn zuster, was daar kamermeisje. Niet alleen, natuurlijk, want het was voor die tijd een groot hotel, maar met een stel kollega’s. Ze vertelde ons wel eens wat over de familie.’

Ze staarde naar haar hand, die op de sprei rustte. ‘Mr. Conan lijkt erg op zijn vader, toen die zo oud was als hij nu,’ zei ze dromerig. ‘Ook zo’n knappe man die goed met mensen kon omgaan. Maar vreselijk koppig, ik denk dat dat de moeilijkheid was.’

Thea pakte haar theekopje op en probeerde voorzichtig of ze de thee al kon drinken. ‘Hoezo, moeilijkheid?’ Eigenlijk had ze geen zin om door te praten. Ze had schoon genoeg van de Conans.

Mrs. Welling knikte nadenkend. ‘Mrs. Conan was ook nogal eigenzinnig, en het hele eiland praatte over de ruzies die ze maakten. Ze was heel mooi, maar erg over het paard getild. Het was een toneelspeelster, moetje weten, en ze had veel succes, dus iedereen volgde haar doen en laten.’

Ze zweeg even en keek naar Thea, die haar thee opdronk. ‘Wil je nog een kopje?’ vroeg ze vriendelijk.

Thea schudde vastbesloten het hoofd. ‘Dank u wel. Is ze blijven toneelspelen na haar huwelijk?’ Ze begon nu toch wel belangstelling te krijgen voor Mrs. Wellings verhaal.

‘O nee, stel je voor. Dat zou Mr. Conan nooit goedgevonden hebben. Dat was ook voornamelijk de oorzaak van hun moeilijkheden. Ik denk dat het haar speet niet langer in het licht van de schijnwerpers te staan. Daarom reageerde ze haar teleurstelling op hem af, en hij was niet het soort man om dat te slikken zonder het haar betaald te zetten. Het lijkt me niet zo’n prettige atmosfeer voor een kind om in op te groeien,’ liet ze er langzaam op volgen. Toen glimlachte ze. ‘Maar toch schijnt het hem geen kwaad te hebben gedaan, hè? Ik bedoel, het is de vriendelijkste man die ik ken.’

Thea wendde haastig de blik af. Ze dacht zo het hare over de vriendelijkheid van Marcus Conan, maar wilde Mrs. Welling niet teleurstellen. ‘Was M... Mr. Conan enig kind?’ vroeg ze.

‘Inderdaad. Zolang heeft het huwelijk natuurlijk ook niet standgehouden. Dat kon ook niet, hè? Ze gaven geen van beiden toe en maakten aan één stuk door ruzie. Ik denk dat ze alleen nog een poosje bij elkaar zijn gebleven vanwege het kind.’

‘Leven ze nog?’ vroeg Thea.

Mrs. Welling schudde het grijze hoofd. ‘Mr. Conans vader is vijf jaar geleden overleden en zijn moeder een paar jaar eerder, geloof ik. Jaren geleden is ze al vertrokken om haar beroep weer op te vatten.’

Thea staarde naar de muur tegenover haar zonder iets te zien. In zekere zin verklaarde dit Marcus’ cynische kijk op het leven. Geen wonder dat hij niet in het huwelijk geloofde. Maar hij moest toch ook wel een paar gelukkige huwelijken hebben gekend? Tenslotte liep toch niet elk huwelijk op de klippen?

‘Zo, nu ga ik maar, dan kun je opstaan,’ zei Mrs. Welling en kwam moeizaam overeind. ‘Ik zal maar eens met het ontbijt beginnen,’ voegde ze er aan toe, ‘hoewel voorlopig nog wel niemand er om vragen zal.’ Thea keek haar na terwijl ze langzaam naar de deur liep, en plotseling flapte ze er uit: ‘We hebben het gisteravond gehad over een betere baan, voor mij bedoel ik. Mr. Conan had het gevoel dat ik wel iets beters kon krijgen,’ loog ze, ‘en hoewel ik het hier best naar mijn zin heb, vind ik wel dat hij gelijk heeft. Dus ik dacht dat ik maar eens moest beginnen rond te kijken, als u het goed vindt tenminste.’

Thea wist zeker dat ze het zich niet verbeeldde: er kwam een opgeluchte uitdrukking op Mrs. Wellings gezicht. ‘Dat heb ik je toch ook al gezegd? Ik wil best bekennen dat ik me zorgen over je maakte. Het is namelijk maar een tijdelijke baan, en ik dacht eigenlijk dat je al lang naar een andere uitkeek. Wees maar niet bang dat je mij in de steek laat. Ik heb besloten Andy’s aanbod aan te nemen, maar ik wilde het je pas vertellen zodra ik wist dat je iets anders had. Je gaat je gang maar, als je me maar beloofd me in de toekomst af en toe eens te komen opzoeken.’ Daarop verliet ze het vertrek.

Thea bleef nog een hele tijd in bed zitten en staarde naar de strepen zonlicht op de vloer. Haar plotselinge beslissing verbaasde haar zelf. Zonder het te beseffen had ze al plannen gemaakt voor de toekomst. Ze wist precies wat ze wilde. Ze zou zorgen dat ze een goed betaalde baan kreeg en dan sparen voor de overtocht, terug naar Engeland. Hier had ze toch geen toekomst. Ze hoorde hier gewoon niet thuis en dat zou ook altijd zo blijven. Later zou ze op deze tijd terugzien als op een soort langdurige vakantie, een soort droom, want niets scheen hier echt te zijn; zelfs Marcus leek meer op een produkt van haar verbeelding dan op iets anders. Alleen zou ze nooit op de gedachte zijn gekomen hem te beschouwen als een genadeloze vent. Dat zou haar droom hebben bedorven, en Thea wilde die droom zo graag vasthouden. Het was het enige wat ze had.

Thea sprong uit bed. Ze was niet van plan weg te kwijnen om Marcus, dat was hij gewoon niet waard. Goed, hij had een moeilijke jeugd gehad, maar zo waren er zoveel. Meestal namen zulke mensen zich juist voor hun kinderen een gelukkiger toekomst te bezorgen.

Thea droogde zich krachtig af na het douchen. Ze wilde er niet om heen draaien; Marcus had geen enkel excuus, hij was alleen maar zelfzuchtig in zijn verlangen elke verantwoordelijkheid af te wijzen. Dat moest ze goed onthouden. Ze mocht haar oordeel niet laten vertroebelen door sentimentele overwegingen.

Na het ontbijt ging ze een strandwandeling maken. Ze droeg een zonnepakje onder haar mouwloze blouse en haar oude bruine ribfluwelen broek, voor het geval ze zin kreeg te gaan zonnebaden.

Toen ze voorbij Timothy’s boot kwam, vroeg ze zich af of hij die morgen nog zou komen opdagen. Ze zou het best willen, want ze voelde zich vreselijk eenzaam. Alleen wist ze niet goed hoe ze in dat geval die opmerking van Marcus moest verklaren, dat ze zijn meisje was. Maar daar zou ze wel iets op verzinnen. Leugentjes om bestwil gingen haar de laatste tijd vlot genoeg af.

Toen dacht ze aan de baan die Marcus Timothy had willen aanbieden. Gelukkig zou hij er nooit achter komen dat hij op het punt had gestaan er financieel een heel stuk op vooruit te gaan. Stel je voor dat de baan hem was aangeboden en dat hij dan had moeten merken dat zijn diensten niet langer op prijs werden gesteld, omdat ‘de grote baas’, zoals hij Marcus had genoemd, zich niet langer aangetrokken voelde tot Thea.

Ze staarde uit over de baai, die lag te glinsteren in het morgenlicht.

De adem stokte haar in de keel. Wat zou ze het allemaal missen. Zo was er zo veel dat ze missen zou, en toch zou ze met een gebroken hart moeten zien een nieuw leven op te bouwen.

Waarom was haar broer toch naar dit eiland gekomen, waarom was ze hem nagekomen? Waarom had ze zijn dood niet te horen gekregen voor ze uit Engeland vertrok? Ze had het daar best naar haar zin gehad, in dat kleine plaatsje, met de paar vrienden die ze had. Het was wel niet zo’n opwindend bestaan geweest, maar waar was al die opwinding ook goed voor, als je tenslotte toch maar achterbleef met een heleboel onvervulde verlangens?

Ze ging in het warme zand zitten, sloeg de armen om de knieën en liet haar kin op haar gevouwen handen rusten.

‘Je zit er bij alsof je net bent aangespoeld,’ zei een opgewekte stem achter haar. Ze schrok en keek om, recht in de spottende ogen van Marcus.

‘Ik ben niet in de stemming voor twijfelachtige komplimentjes,’ zei Thea koel. En toen Marcus naast haar in het zand kwam zitten liet ze er vinnig op volgen: ‘Wil je alsjeblieft weggaan? We hebben gisteren alles gezegd wat er te zeggen viel.’

Marcus kneep zijn groene ogen tot spleetjes toen ze zo tegen hem uitviel, maar hij bleef gewoon zitten en volgde Thea’s blik, die weer zeewaarts gericht was. ‘Mrs. Welling zei dat je van plan was van baan te veranderen,’ merkte hij luchtig op.

‘Mrs. Welling praat te veel,’ beet Thea hem toe.

‘Vanwaar die plotselinge beslissing?’ vroeg Marcus.

Thea zuchtte van ergernis. ‘Waarom niet? Ik ben een vrij mens en meerderjarig., ik kan doen wat ik wil. Dit was maar tijdelijk, tot ik iets beters had gevonden.’

Marcus keek haar van opzij aan en merkte dat ze niet naar hem keek maar naar een schelp, die ze net had opgeraapt.

‘Dat is een slakkenhuis,’ zei Marcus behulpzaam. ‘Mijn aanbod is nog steeds van kracht,’ liet hij er veelbetekenend op volgen.

Thea’s hand omklemde krachtig de schelp. ‘Zo vertwijfeld ben ik nu ook weer niet,’ antwoordde ze kort maar krachtig.

Het volgende ogenblik lag ze plat op haar rug, terwijl Marcus’ sterke armen haar stevig op haar plaats hielden. De grimmige uitdrukking op zijn gezicht stond haar helemaal niet aan. Toen boog hij zich over haar heen en kuste haar hartstochtelijk.

Ze kreunde van pijn toen zijn harde mond haar lippen raakte, die nog pijn deden van de avond te voren. Hij was er alleen maar op uit haar eens flink af te straffen. Maar toen hij zijn hoofd terugtrok en haar van pijn vertrokken gezichtje zag met de gesloten ogen, zei hij zacht: ‘Lieve hemel, dat spijt me. Ik denk dat ik de ergste schade gisteravond al heb aangericht.’ Teder kuste hij haar pijnlijke mond en ging opzij, zodat ze de kans kreeg weer rechtop te gaan zitten. Tranen van pijn en ergernis liepen haar over de wangen.

‘Waarom laat je me dan ook niet met rust!’

‘Denk je dat ik me dat zelf ook al niet heb afgevraagd?’ Hij reikte haar zijn zakdoek aan. ‘Ik kwam mijn excuses aanbieden voor gisteravond en moet je nu eens zien wat er gebeurt. Je jaagt me weer eens op de kast en ik begin je als een wildeman te kussen. Ik ken geen enkele andere vrouw die dat soort reakties bij me oproept.’

‘Bof ik even!’ zei Thea een beetje beverig. Toen haalde ze diep adem en staarde hem strijdlustig aan. ‘Wat moet ik toch met jou beginnen, Marcus Conan?’ zuchtte ze vermoeid. ‘Wanneer laat je me nu eindelijk eens met rust?’

‘Als jij zegt dat je met me zult trouwen,’ zei hij hooghartig.

‘Om te eindigen als een steenrijke gescheiden vrouw zeker? Dank je wel,’ zei Thea vastberaden. ‘Daar voel ik niets voor!’

‘Misschien komt het helemaal niet zo ver,’ zei hij behoedzaam. ‘Misschien halen we de eindstreep wel.’

‘Je doet net of het om een soort wedloop met hindernissen gaat.’ Marcus raapte de schelp op die ze had laten vallen toen hij haar op het zand wierp. ‘Dat is het ook, dat zul je toch moeten toegeven als je eerlijk bent. Die droomwereld waar jij in vertoeft bestaat niet echt, lieve kind.

Thea staarde weer naar zee. ‘Dat weet ik ook wel,’ zei ze zacht. ‘Daaraan kun je zien of iemand echt van je houdt. Jij houdt niet van me. O ja, je wilt me hebben, al snap ik niet waarom, Ik ben niet knap, zoals Sapphire, ik ben een...’ Wanhopig zocht ze naar het juiste woord. ‘Een boerentrien, voor mijn part, en ik zal ook wel nooit veranderen. Jij ook niet. Als ik je op de kast jaag, komt dat omdat ik er toevallig anders over denk dan jij. Je wilt toch niet beweren dat dat een goede basis is voor een huwelijk, hè? Als er iemand is die weet wat dat voor soort huwelijk moet worden, ben jij het wel.’

Marcus keek haar onderzoekend aan. ‘Je hebt gelijk, Mrs. Welling praat veel te veel,’ zei hij woedend.

Vlug zei Thea: ‘Ik heb haar niet naar jou gevraagd. Ze bracht me vanmorgen thee op bed en bleef zitten praten. Als je het weten wilt, zij vindt je een geweldige vent ondanks het feit dat het je in je jeugd niet heeft meegezeten, zoals zij dat noemt.’

Marcus staarde met een strak gezicht naar de zee. ‘Ik kan je wel zeggen dat je het helemaal mis hebt. Zeker, mijn ouders maakten aan één stuk door ruzie, maar toch waren ze dol op elkaar. Als mijn moeder niet was overleden bij een auto-ongeluk waren ze vast weer bij elkaar gekomen.’

Hij zweeg een poosje, toen vervolgde hij: ‘In mijn beroep zie je precies hoe het gaat. Het liefhebbende vrouwtje lonkt je toe zodra haar man even de andere kant op kijkt. Het is een spelletje voor ze, maar de arme stakker die toevallig echt van zijn vrouw houdt, zit er maar mee.’

Thea kromp ineen. Als hij niet zo knap en zo rijk was geweest zou hij dergelijke ervaringen nooit hebben opgedaan. Wat bezielde hem toch om met haar te willen trouwen? Het was wel vleiend, natuurlijk, vooral als hij van haar hetzelfde verwachtte als van andere vrouwen. ‘Zo,’ zei ze bedachtzaam. ‘Nu, als ik met je zou trouwen weet ik in elk geval wat er van me wordt verwacht.’

Marcus keek haar woedend aan. ‘Dat moet je eens proberen,’ zei hij driftig. ‘Zoiets doe je bij mij maar één keer!’

Thea huiverde toen ze die koude blik op zich gevestigd zag. Hij meende het, dat was duidelijk te merken. Ze had te doen met de vrouw waar hij nog eens verliefd op zou worden. Die stakker hield hij natuurlijk onafgebroken in de gaten.

In elk geval wist Thea nu heel zeker dat wat Marcus in haar aantrok, louter fysiek moest zijn. Toen ze bij hem was weggegaan, had hij veertien dagen niet naar haar omgekeken. Zelf zei hij dat hij niet wist waarom hij zoveel moeite deed. Hij had haar zelfs een koelkast genoemd! Thea liet het fijne zand tussen haar vingers doorlopen. Was dat het misschien, wat hem in haar aantrok? Vrouwen die op een koelkast leken, kwam hij natuurlijk ook niet vaak tegen, dacht ze ironisch. Het zwoele type zou wel verreweg in de meerderheid zijn.

Het was eigenlijk net een kleine jongen die niet kreeg wat hij hebben wilde. Dat was hij niet gewend. Haar zachte lippen begonnen te beven. Ze was niet van plan hem tot speelgoed te dienen, om dan na een poosje te worden afgedankt. ‘Je bent net een verwend kind,’ zei ze. Ze wilde hem kwetsen net zoals hij haar had gekwetst. ‘Je denkt dat je kunt nemen wat je wilt, ongeacht de konsekwenties. Je hebt natuurlijk altijd je zin gekregen, hè? Daarom loopje aldoor achter me aan. Maar ik ben jouw type niet en ik hoop ook niet dat ik dat ooit zal worden,’ zei ze woedend. ‘Ik geloof dat ik Timothy zie aankomen.’ Vlug krabbelde ze overeind. ‘Dus als je er geen bezwaar tegen hebt, kom ik mijn afspraak met hem alsnog na.’

Voor de tweede keer die ochtend kwam Thea weer languit in het zand te liggen. Woedend staarden ze elkaar aan. ‘Ik heb je al eens eerder gezegd dat ik er niet van houd als mijn vrouwen me laten zitten,’ gromde hij. ‘Ik heb mijn plannen al klaar voor vandaag. Ik snap niet wat je tegen die knul hebt, dat je hem het leven zo zuur maakt,’ zei hij met een grimmig lachje. ‘Doe hem een plezier en blijf bij hem uit de buurt.’

‘Ik heb je al eens eerder gezegd dat ik niet een van je vrouwen ben,’ siste Thea en worstelde tevergeefs om haar armen uit zijn stalen greep te bevrijden.

‘Ik denk dat die Timothy van jou ons allang heeft gezien,’ zei hij zacht, en gaf haar gelegenheid rechtop te gaan zitten. ‘Waag het eens naar hem toe te gaan. Dan zul je merken dat dat jongetje waar je het net over had plotseling volwassen is geworden. En dat kan ik je niet nog eens aandoen,’ zei hij minzaam, met een blik op haar pijnlijke lippen.

Thea huiverde bij de gedachte alleen al. Ze moest er niet aan denken nog eens zoiets te moeten ondergaan, ook zonder dat Timothy er getuige van was.

Ze zagen zijn boot voorbij zeilen, de baai uit. Timothy wuifde naar hen. Marcus stak zijn hand op en Thea wuifde aarzelend, in de hoop dat Marcus tegen dat gebaar van haar kant tenminste geen bezwaar zou hebben. Ze wist best dat hij nog steeds woedend was om wat ze had gezegd en klaar zat om haar opnieuw af te straffen.

‘Je hebt gelijk,’ zei hij zacht, als je denkt dat ik neem wat ik hebben wil. Ik ben tot alles in staat als ik het werkelijk belangrijk genoeg vind. Houd daar rekening mee. Ik zou zeggen dat ik degene ben die volwassen is geworden, en jij niet. Je zult die roze bril eindelijk eens moeten afzetten.’

Thea staarde naar haar handen, waarmee ze in het zand woelde. Als ze al een roze bril had gedragen, dan was ze die de avond tevoren wel kwijtgeraakt, toen ze er achter was gekomen hoe de wereld naar zijn mening in elkaar zat.

Marcus keek op zijn horloge en stond op. Voor Thea er erg in had, had hij haar ook overeind getrokken. ‘We hebben een afspraak om te lunchen,’ zei hij uit de hoogte.

Thea wist wel dat ze niet hoefde te proberen er onder uit te komen. Hulpeloos keek ze naar haar oude broek en toen weer naar Marcus.

‘Je ziet er prima uit,’ zei hij grijnzend. ‘Na de lunch kun je op het terras zonnebaden.’

Thea knipperde met de ogen. Hoe wist hij nu dat ze er een zonnepakje onder droeg?

Plagerig wees hij naar haar middel, en toen merkte Thea dat de lichtblauwe bovenrand van haar schort boven haar ribfluwelen pantalon uitkwam. ‘Er ontgaat me niet veel, wat jou betreft,’ zei hij hooghartig. Ze had hem wel een klap kunnen geven.

‘Ik moet Mrs. Welling vertellen dat ik niet thuis kom lunchen,’ zei ze boos. Hij moest maar leren dat er nog meer mensen op de wereld waren.

‘Dat hoeft niet,’ zei Marcus en trok haar mee naar zijn auto, die in de buurt van het huis geparkeerd stond. ‘Ik heb haar al verteld wat we vandaag van plan waren. En ik heb ook beloofd dat ik je niet te laat thuis zou brengen. Ze lijkt me echt zo’n kloek die pas tot rust komt als al haar kuikens binnen zijn.’

Thea wist niet wat ze hierop zeggen moest, maar het verbaasde haar dat Marcus de moeite had genomen Mrs. Welling in te lichten.

Toen ze in de auto stapte, vroeg ze zich af of ze hem soms verkeerd had beoordeeld. Tenslotte scheen hij toch wel een paar goede eigenschappen te hebben.

‘We lunchen met Mr. en Mrs. Smythe,’ zei hij toen hij de motor startte en behendig het hobbelige parkeerterrein afreed. ‘Ik weet niet of je je John nog herinnert. Hij bezit een hotelketen in Florida. Vorige week heb ik daar een bespreking met hem gehad. Hij wil iets opzetten aan deze kant van het eiland, net zoiets als Pirates’ Cove, en hij probeert mij zover te krijgen dat ik ook geld in die onderneming steek.’

Thea keek hem aan. Waarom vertelde hij haar dat eigenlijk? Uit beleefdheid vroeg ze: ‘En doe je dat?’

Marcus haalde de schouders op. ‘Ik heb het gevoel dat ik al genoeg hooi op mijn vork heb genomen. Ik denk dat ik hem wel financiële hulp aanbied maar meer ook niet. John is de aardigste kerel die ik ken. Met zijn vrouw is het wat anders.’

Thea had naar het landschap zitten staren maar keek hem nu nieuwsgierig aan. ‘Mag je zijn vrouw niet?’ vroeg ze.

‘Het is een domme gans!’ zei hij kortaf. ‘Zeis receptioniste geweest in een van zijn hotels, hoewel ze dat nu niet meer wil weten. Hij is op stel en sprong met haar getrouwd. Stapel is hij op haar, en hij doet net of hij haar tekortkomingen niet ziet. Ze lonkt naar elke vent die er een beetje mee door kan. Op een dag gaat ze net iets te ver. Zelfs bij een goedhartige man zoals John zijn er grenzen. Er komt onherroepelijk een ogenblik dat hij haar ziet zoals ze werkelijk is.’

Thea bestudeerde Marcus’ genadeloos harde gezicht. Dus dat was de reden dat hij haar meesleepte. Hij had hulp nodig, en de alledaagse Thea John moest hem te hulp komen. Tenslotte waren ze immers met elkaar verloofd geweest. ‘Wanneer heb ik die John eigenlijk ontmoet?’ vroeg Thea plotseling.

‘De avond voor we ons verloofd hebben,’ zei Marcus.

Toen ze dus nog in haar droomwereldje leefde, dacht Thea verdrietig. Wat zou die John wel denken van hun nieuwe verstandhouding? ‘Weet hij eigenlijk dat we ons veloofd hebben?’

Marcus keek haar spottend aan. ‘Nou en of. Ik denk dat hij je wel zal gelukwensen.’

Thea slaakte een diepe zucht. ‘Je hebt hem dus niet verteld dat het uit was. Dat vind ik niet aardig van je. Nu staat hij straks behoorlijk voor schut.’

‘Ik had er zo mijn redenen voor om het hem niet te vertellen,’ zei Marcus arrogant. ‘En ik wil dat het daarbij blijft. Ik heb je immers gezegd dat je mij nog iets schuldig was?’

Thea staarde hem aan. ‘Wanneer denk je dat ik mijn schuld heb afbetaald?’ vroeg ze woedend. ‘Ik vraag me af hoe vaak je me nog zult meeslepen voor dit soort karweitjes.’ Ze werd nog bozer toen hij begon te grinniken. ‘Ik reageer misschien wat traag, maar ik ben niet op mijn achterhoofd gevallen,’ zei ze scherp. ‘Je gebruikt mij natuurlijk om die vrouw van het lijf te houden, hè? Nu, als hij van plan is hier werkelijk een hotel te bouwen, blijven ze hier natuurlijk nog een hele tijd. Als ik jou was, zou ik maar eens op zoek gaan naar een andere verloofde. Ik ben niet van plan hier nog lang te blijven!’

‘Kalm aan, kindje,’ waarschuwde Marcus. ‘Anders zet ik de auto aan de kant en zorg ik er voor dat je wat volgzamer wordt. Ik geef geen cent om die Moira Smythe en als je soms denkt dat ik me achter jouw rokken wil verbergen dan ken je me niet. Ik weet precies hoe ik met dat soort vrouwen moet omspringen. Anders had ik het in mijn beroep ook nooit zover gebracht. Als je dan toch een reden wilt weten, zou je kunnen zeggen dat het een kwestie van trots is. Tenslotte gebeurt het niet zo vaak dat een man zich de ene dag verlooft en de volgende dag de bons krijgt.’ Hij was nu even woedend als Thea.

Thea wendde het hoofd af onder zijn furieuze blik en staarde naar haar handen. Ze slikte moeizaam. Hij deed het voorkomen alsof zij hem gemeen had behandeld. Maar het was haar schuld toch niet dat ze zo naïef was geweest om Marcus’ aanzoek niet te doorzien en dat ze het zonder meer had aangenomen? ‘Dat vind ik niet aardig van je. Je weet best waarom ik bij je ben weggegaan,’ zei ze zacht.

‘En nu weet je ook hoe ik er over denk,’ zei Marcus nors. ‘Maar ik denk dat je gelijk hebt. Zoals de zaken er nu voorstaan zullen we eerder een scheidsrechter nodig hebben dan een bruidsjonker!’

Thea balde haar handen tot vuisten. Dat zou me een gezellige lunch worden, dacht ze verbitterd. Als die John Smythe na afloop nog steeds dacht dat ze verliefd op elkaar waren, dan had hij inderdaad een bord voor zijn kop!