HOOFDSTUK 2

 

 

 

‘Bay View’ was een van de vele hotels, die op een heuvel lagen met uitzicht op de haven en op de plaats Charlotte Amalie. Het lag ongeveer acht kilometer buiten de stad aan een steile, kronkelende weg.

Het was een groot hotel, maar op geen stukken na zo groot als het enorme complex van Marcus. Thea had omhoog gekeken toen de taxi haar naar het hotel bracht. Wat ze zag, was een groot, wit gebouw bovenop de heuvel. Ze hoopte maar dat ze die baan zou krijgen.

Een half uur later kreeg ze de kamer te zien die ze zou delen met het meisje dat haar het hele hotel liet zien.

Pauline Foster was een opgewekte, blonde Amerikaanse die er leuk uitzag. Haar oom leidde het hotel. Terwijl Thea luisterde naar haar vrolijke gebabbel, vond ze dat ze bofte. Ze had de baan gekregen die ze zo hard nodig had en bovendien kreeg ze een gezellige kamergenote.

‘Er is werkelijk niets aan,’ zei Pauline ernstig, toen Thea bekende dat ze absoluut niet wist wat ze zou moeten doen, maar blij was dat ze de baan had gekregen. ‘Als je maar nooit vergeet dat onze gasten hier met vakantie zijn en dat wij er voor moeten zorgen dat ze het hier zo veel mogelijk naar hun zin hebben. Er zullen best dagen bij zijn dat er niets te lachen valt, maar je moet proberen altijd vriendelijk te blijven. Ik zal wel zorgen dat je tegelijk met mij dienst hebt, dan kan ik je wijzen wat je moet doen.’

Thea verbaasde zich er over dat er nog meer receptionistes in dienst waren. Het hotel had veertig kamers en alles scheen van een leien dakje te gaan. Maar ze had er niet meer aan gedacht dat ze in wisselende diensten zouden werken.

‘Er is altijd iemand aanwezig,’ legde Pauline uit. ‘We hebben dagdienst en avonddienst. De avonddienst hoef jij voorlopig nog niet mee te draaien, dat komt pas als je de slag te pakken hebt.’

Het enige wat Thea nu nog hoefde te doen, was terug te gaan naar haar appartement en haar bagage te halen. Ze zou de volgende dag meteen kunnen beginnen.

Terug in de flat pakte ze haar kleren in de koffers en probeerde er niet meer aan te denken hoe heel anders het allemaal had kunnen worden. Ze wilde alleen aan de toekomst denken, een toekomst zonder Marcus om haar bij alles de helpende hand te bieden.

Pas toen alles ingepakt was, vroeg ze zich onzeker af hoe dat nu moest met Marcus. Eigenlijk hoorde ze hem nu op te bellen en te vertellen dat ze de baan had gekregen. Maar hij was vast niet in zijn kantoor. Hij was altijd op pad en zat niet graag stil. Ze haalde de schouders op. Goed, ze kon het in elk geval proberen. Als hij er niet was, zou ze wel een briefje voor hem afgeven als ze wegging.

Tot haar verbazing was hij inderdaad aanwezig. Ze vertelde hem hoe het gegaan was en deed haar best zo opgewekt mogelijk te lijken. Zijn lage stem riep allerlei herinneringen bij haar wakker die ze liever van zich af wilde zetten. ‘Ik weet zeker dat ik het daar naar mijn zin zal hebben.’

‘Wat zou je er van zeggen als we samen een hapje gingen eten om het te vieren?’ vroeg Marcus.

Thea slikte. ‘Het lijkt me beter van niet, Marcus,’ zei ze zacht. ‘Ik moet trouwens nog het een en ander doen.’

‘Wat dan wel?’ wilde Marcus weten.

Even wist ze niet wat ze zeggen moest. ‘Nou ja, ik moet nog het een en ander kopen. Ik begin morgen immers al.’

‘Goed, dan gaan we samen boodschappen doen, zei Marcus bedaard. ‘Ik kom je over een kwartier halen.’

‘Dat doe je niet!’ zei Thea vlug. Nu deed hij alweer alsof ze nog een klein kind was, dat hij onder zijn hoede moest nemen. ‘Ik heb gezegd dat ik voor mezelf zou zorgen en dat doe ik ook. Probeer het alsjeblieft te begrijpen. Ik ben je heel dankbaar voor alles watje voor me hebt gedaan, en ik zal je nooit vergeten.’ Bij die laatste woorden begon haar stem een beetje te trillen.

‘Het lijkt wel een overlijdensbericht,’ zei Marcus droogjes.

‘O, dat was de bedoeling niet,’ riep Thea uit. ‘Dat weetje best. Maak het me nu alsjeblieft niet zo moeilijk.’

Daarna bleef het aan de andere kant een hele tijd stil. Ten slotte kon Thea er niet langer tegen en zei bedeesd: ‘Marcus?’

‘Goed,’ antwoordde hij. ‘Als je dat werkelijk wilt.’

‘Ja, dat wil ik graag,’ zei ze vastberaden.

‘Veel succes dan maar met die baan,’ zei Marcus zacht. ‘Je weet waar je me kunt vinden.’ Daarna hing hij op.

Thea deed hetzelfde en ze had het gevoel alsof er zojuist iemand was overleden van wie ze veel had gehouden. Die opmerking over dat overlijdensbericht was er niet ver naast geweest. Nu Marcus uit haar leven was verdwenen was het net of de zon onder ging. Ze rechtte haar rug en liep naar haar koffers. De taxi kon elk ogenblik komen opdagen. Ze zette de bagage vast bij de voordeur. Ze zou een nieuw leven beginnen, helemaal in haar eentje. Er zat trouwens niets anders op.

De dagen daarop had Thea het erg druk en kreeg ze de kans niet na te denken over wat ze allemaal had opgegeven. Na een week kon ze de voortdurende toevloed van nieuwe gasten aardig aan, zonder dat Pauline haar steeds terzijde stond. Ze wist wat ze moest antwoorden op de diverse vragen die haar werden gesteld, over het hotel of over de bezienswaardigheden van het eiland.

Het werk beviel haar uitstekend. Pauline hielp haar de eerste dagen over haar onzekerheid heen en daarna begon ze er echt plezier in te krijgen. Het was wel iets heel anders dan haar vorige baan. Daar had ze voortdurend te maken gehad met angstige patiënten en ze verlangde er absoluut niet meer naar terug.

De vakantiegangers kwamen vrolijk en vol verwachting binnen. Dat werkte aanstekelijk. Alleen als ze vrij was, overviel haar een gevoel van mistroostigheid. Die eerste week was het Pauline die haar erdoorheen hielp, maar dat weekeinde voelde ze zich totaal verlaten. Paulines vriend had namelijk verlof. Hij werkte als hofmeester op een luxe zeeschip dat cruises maakte en nu in de haven lag.

Als het aan Thea had gelegen, had ze dat weekeinde veel liever gewerkt, want als ze alleen was, dacht ze telkens aan Marcus. De gedachte dat ze hem maar hoefde op te bellen om verzekerd te zijn van zijn gezelschap, maakte het allemaal nog erger.

De maandag daarop bracht Marcus een bezoek aan het hotel. Thea had juist een gast zijn sleutels overhandigd toen ze hem binnen zag komen. Vlug keek ze de andere kant op en probeerde haar gezicht in de plooi te krijgen.

Het was al zo moeilijk geweest hem te vergeten, de afgelopen dagen. Het werk had haar natuurlijk goed gedaan, maar ’s avonds als Pauline uit was, zat ze zich voortdurend af te vragen met welke exotische vrouw Marcus wel op pad zou zijn. Onwillekeurig moest ze dan ook telkens weer aan Sapphire denken.

Toen ze weer voor zich uit keek, stond hij plotseling voor haar. ‘En, hoe gaat het?’ vroeg hij bezorgd.

Thea slaagde er in hem recht aan te kijken, ondanks het feit dat haar hart wild begon te kloppen nu de man van wie ze zo zielsveel hield vlakbij haar was. ‘Prima,’ antwoordde ze effen. ‘Het heeft me een paar dagen gekost om me in te werken, maar ik geloof dat ik de slag nu wel te pakken heb.’ Ze hoopte maar dat er iemand zou komen om zijn sleutel te halen of haar iets te vragen, hoewel de kans groot was dat ze daar geen antwoord op wist. Ze werd nerveus omdat hij zo naar haar stond te kijken.

Marcus scheen het wel te merken en lachte tegen haar, zodat zijn sterke witte tanden zichtbaar werden. ‘Ik kwam toevallig hier voorbij en ik dacht, kom, ik ga eens even kijken hoe het gaat. Mocht je hulp nodig hebben, dan weet je me te vinden.’ Toen vertrok hij weer.

‘Wat wilde hij?’ Thea staarde nog steeds naar de deur waardoor Marcus net was verdwenen en schrok van Pauline’s stem.

‘Wie, Marcus?’ vroeg ze.

Daar keek Pauline nogal van op. ‘Noemde je hem echt Marcus of verbeeldde ik me dat maar?’ vroeg ze.

Thea had gehoopt dat Marcus haar zou uitnodigen voor een dineetje of een lunch of zoiets. Ze had hem tenslotte een hele week niet gezien. Hij had toch wel zoiets kunnen voorstellen, vond ze, ook al had ze zijn aanbod dan natuurlijk afgeslagen. ‘Zo heet hij,’ zei ze zacht. ‘Marcus Conan. Hij is de eigenaar van het Pirates’ Cove Hotel.’

Pauline keek haar met open mond aan. ‘Dacht je soms dat ik dat niet wist?’ vroeg ze verontwaardigd. ‘Hij zit ook in de Raad van Commissarissen van dit hotel. Ik vraag me alleen af waar jij hem van kent.’

Toen was het Thea’s beurt om Pauline met open mond aan te staren. Zat Marcus in de Raad van Commissarissen? Dus op die manier was ze aan die baan gekomen! ‘Waarom zou ik hem niet kennen?’ vroeg ze met opgetrokken wenkbrauwen. Ze was niet van plan uit te leggen hoe goed ze hem wel kende.

Pauline bleef haar maar aanstaren. ‘Omdat hij niet bepaald met ons soort mensen pleegt om te gaan. Ik weet niet hoe je hem hebt ontmoet, maar ik moet je aanraden uit te kijken en niet verliefd op hem te worden, want dat komt je duur te staan. Het is een knappe vent, dat moet ik toegeven, maar hij is keihard en verdoet zijn tijd vast niet aan meisjes zoals wij.’ Ze staarde Thea peinzend aan. ‘Ze zeggen dat hij zich net heeft verloofd met een Engels meisje, dat heeft hier heel wat sensatie veroorzaakt. Hij is bepaald geen romantisch type, maar een keiharde, nuchtere zakenman. Ik weet niet wie ze is, maar ze moet wel iets bijzonders zijn, anders had ze hem nooit gekregen.

Toen schoot haar iets te binnen. ‘Jij bent toch ook Engelse? Ken jij haar toevallig? Ze schijnt hier pas op het eiland te zijn, net als jij.’

Thea voelde er niets voor Pauline de waarheid te vertellen. Ze besloot tot een leugentje om bestwil. ‘Ik ken haar inderdaad.’

Pauline zette grote ogen op. ‘Echt? Is ze knap? Dat zal wel, natuurlijk is ze beeldschoon.’

Thea had er meteen spijt van dat ze net had gedaan of ze dat meisje kende. Maar het was nu te laat. Ze zou moeten uitleggen wat Marcus hier deed. Wie weet kwam hij nog wel eens terug. ‘Och,’ zei ze bedachtzaam. ‘Ik kan niet zeggen dat ze nu zo knap is. Het kan er mee door, meer niet.’

‘Je meent het! Dat is zeker de kif, hè?’

Thea slikte. ‘Ik heb haar ontmoet onderweg hier naar toe, in het vliegtuig. Ik ken haar niet echt, hoor, maar je weet hoe dat gaat tijdens zo’n lange vlucht.’

Tot haar opluchting nam Pauline genoegen met deze verklaring. Een groep nieuwe gasten die net waren gearriveerd uit Miami maakte een einde aan het gesprek.

De rest van die week hadden Thea en Pauline ’s morgens dienst van acht tot twee met daarna een vrije middag. Eerst had Pauline voorgesteld haar het eiland te laten zien. Dat leek Thea te gevaarlijk, want Marcus had haar overal mee naar toe genomen toen ze hier pas was. Aangezien het eiland maar ongeveer twintig kilometer lang was en nog geen vijf kilometer breed, had ze natuurlijk alles al gezien.

Ten slotte had ze maar gezegd dat ze al had rondgekeken voor ze een baan zocht, maar dat ze best ergens met Pauline naar toe wilde. Pauline had voorgesteld naar het Mountain View Hotel te gaan, dat op een heuvel lag met uitzicht op de Magensbaai. Dan konden ze daar wel wat gaan liggen luieren op het strand.

In een spijkerbroek en met een licht katoenen bloesje aan stonden ze een poosje later samen op het balkon van het Mountain View Hotel naar het prachtige uitzicht te staren. In de verte waren de Britse Maagdeneilanden nog wazig te zien. De landtongen die samen de baai omgaven, waren weelderig begroeid. Je kon je hier nauwelijks voorstellen dat het eiland maar zo klein was, want verderop waren nog andere baaien, allemaal met een mooi strand er bij.

Terwijl ze kleine teugjes namen van hun bananencocktail vertelde Pauline hoe een van de gasten had geweigerd te geloven dat dit verrukkelijke drankje zo sterk was. Hij had zelfs gewed dat hij er heel wat van op kon zonder ergens last van te krijgen. Het eind van het liedje was geweest dat hij in de eetzaal van het hotel een sluierdans had opgevoerd, maar dan zonder sluiers.

Dat soort verhalen vrolijkte Thea een beetje op. Ze was hier ook al eens met Marcus geweest, die haar bij die gelegenheid had verteld over de zeerovers die hier vroeger hun thuishaven hadden. De gedachte aan Marcus stemde haar verdrietig, maar Pauline was zo vrolijk en geestig dat die sombere stemming al snel verdween.

De week daarop zouden ze dienst hebben van twee tot tien, daar verheugde Thea zich echt op. Na tienen namen de portiers het werk over. Zoveel gasten kwamen er trouwens ’s nachts niet binnen.

Pauline vond het vooruitzicht tot tien uur te moeten werken minder leuk. Haar John had nog verlof tot het einde van die week. Maar verder had ze niet veel te klagen, want ze zou hem over veertien dagen al weer zien.

Thea vond de middagdienst prettiger dan de ochtenddienst. Nog afgezien van het feit dat ze ’s avonds niet meer alleen was op die manier, was er om die tijd ook veel meer te doen in het hotel.

Vanaf half negen ’s avonds zat de hal meestal vol mensen, die op hun taxi wachtten om naar een diner of naar een bal te gaan.

De dames waren altijd in avondjurk en Thea vond het leuk naar al die verschillende jurken te kijken, die de wat stijve hal zo’n fleurig aanzien gaven. Thea nam zich voor te vragen of ze niet permanent avonddienst kon krijgen. Dan hoefde ze ’s avonds niet meer aldoor aan Marcus te zitten denken. Hij had trouwens niets meer van zich laten horen, dus hij scheen er vrede mee te hebben dat ze nu haar eigen gang ging.

Vrijdags nam ze zich voor met haar verzoek naar de manager te gaan. Ze had er Pauline nog niets over gezegd. Die vroeg dan natuurlijk waarom ze dat wilde. Ze had ook al eens voorgesteld dat John wel een vriend mee kon brengen, zodat ze met zijn vieren uit konden als hij weer met verlof was. Dat was wel het laatste wat Thea wilde.

Toch wilde ze Pauline niet voor het hoofd stoten, daarom besloot ze haar die avond de waarheid te vertellen voor ze het aan de manager ging vragen. Tegen halftien zou ze tijd genoeg hebben voor een gesprek, rond die tijd was er toch niets te doen.

Maar even na negenen gebeurde er iets waardoor ze onmiddellijk van gedachten veranderde. Degene die toen binnenkwam was wel de laatste die Thea had willen zien.

Sapphire was nog net zo mooi als eerst en haar doordringende parfums bereikte Thea lang voordat zijzelf de balie had bereikt.

Eerst zag ze Thea niet maar liep ze naar het andere uiteinde, waar Pauline stond. ‘Zeg tegen Mr. Bois dat ik er ben,’ zei ze met haar hese stem, alsof ze het tegen een kwajongen had.

Pauline vroeg met een onschuldige blik uit haar bruine ogen: ‘Wie kan ik zeggen dat er is?’

‘Miss Durley!’ zei Sapphire snibbig.

Pauline trok een gezicht alsof ze zich diep gekrenkt voelde en belde haar oom op, terwijl Sapphire onder het wachten met haar hakken op de vloer tikte. Toen zag ze opeens Thea, die net deed of ze het erg druk had.

‘Zo zo, kijk eens wie we hier hebben,’ teemde ze. ‘Je hebt mijn raad dus toch opgevolgd. Heel verstandig! Ik heb Marcus nog gevraagd waar je naar toe was, maar hij scheen het niet te weten.’

Het klonk alsof het Marcus ook niets had kunnen schelen, maar Thea bleef Sapphire aankijken zonder een spier te vertrekken.

‘Ik denk dat ik de uitnodiging van Mr. Bois toch maar aanneem,’ vervolgde deze met haar harde stem. ‘Het zou best eens heel interessant kunnen worden.'

Thea keek naar Pauline die de vrouw vol afkeer aanstaarde en hooghartig zei: ‘Mijn oom verwacht u. U weet de weg naar zijn kantoor, hè?’

Sapphire knikte uit de hoogte tegen Pauline, wuifde in Thea’s richting en liep naar het kantoor van de manager.

Thea haalde diep adem. Wat een afschuwelijk mens was het toch. Nu had zij zich uit Marcus’ leven teruggetrokken en nog scheen het niet genoeg te zijn.

Pauline keek haar vragend aan en Thea wendde het hoofd af. Nu moest ze ook nog uitleggen waar ze Sapphire van kende. ‘Ik heb haar op een feest ontmoet,’ zei ze mat.

‘En toen heb je haar kennelijk tegen je in het harnas gejaagd. Dat verbaast me niets. Ze kan alleen goed opschieten met mannen. Vrouwen kan ze niet uitstaan, vooral niet als ze jong en knap zijn. Toen ik zei dat je bij Marcus Conan uit de buurt moest blijven, had ik voornamelijk haar op het oog; ze zit al jaren achter hem aan. Ze had het over hem, hè?’ vroeg Pauline peinzend. ‘Waarom heeft ze hem eigenlijk gevraagd waar jij was?’

Thea haalde achteloos de schouders op. ‘Omdat Mr. Conan belangstelling voor me heeft getoond, denk ik.’

‘Dat kan best. Dat zou voor haar een reden zijn zwaar geschut tegen jou in stelling te brengen. Ik vraag me af hoe ze het bericht heeft opgenomen dat hij zich met dat kennisje van je heeft verloofd. Ik denk dat ze door het dolle heen was! Als ik niet zo’n hekel aan haar had, zou ik met haar te doen hebben,’ zei Pauline met een ondeugende grijns.

Thea was blij dat er een paar gasten binnenkwamen. Ze hoopte dat Pauline er niet meer op zou terugkomen en dat Sapphire weg zou blijven tot haar dienst was afgelopen.

Maar het ergste moest nog komen. Want toen Sapphire kort daarop weer uit het kantoor te voorschijn kwam, ging ze in een fauteuil zitten en zei tegen Thea: ‘Doe geen moeite een taxi voor me te bellen. Ik word zo afgehaald.’

Pauline keek Thea veelbetekenend aan voor ze zich allebei weer aan hun plichten wijdden, en Thea was maar al te blij dat ze het druk had, want ze voelde dat Sapphire voortdurend naar haar keek. Ze had haar benen over elkaar geslagen en de split opzij van haar nauwsluitende avondjurk bood passerende mannen een fraai uitzicht op haar goedgevormde been.

Even later volgde de tweede schok, toen Marcus binnenkwam. Hij knikte even tegen haar voor hij naar Sapphire liep en vroeg of ze klaar was.

Thea wachtte Sapphire’s antwoord niet af maar zocht op haar gemak naar brieven voor een van de gasten. Tegen de tijd dat ze die had gevonden en zich weer had omgedraaid, waren Sapphire en Marcus verdwenen.

‘Gut, ik had gedacht dat hij wel bij zijn verloofde zou zijn,’ zei Pauline. ‘Nu ja, oude liefde roest niet.’

Thea zei niets, maar het feit dat Marcus kennelijk zijn vroegere levenswijze weer had opgevat, vervulde haar met bitterheid.

Ze was blij dat Pauline niet mee ging naar hun kamer, omdat John op haar zat te wachten. Thea verlangde er hevig naar alleen te zijn om te kunnen verwerken wat er die avond was gebeurd. Ze nam een douche, maar toen ze op het punt stond naar bed te gaan, bedacht ze dat ze toch niet zou kunnen slapen. In haar peignoir liep ze naar het venster en staarde naar de twinkelende lichtjes van de stad. Waar waren Marcus en Sapphire nu? Zouden ze naar Sapphire’s flat zijn gegaan? Ze huiverde, hoewel het niet koud was, en probeerde met kracht dat soort gedachten van zich af te zetten. Tenslotte ging het haar niet aan wat ze deden.

Vlug trok ze zich terug van het venster, als om haar gedachten het zwijgen op te leggen. Maar het hielp niet. Sapphire mocht dan een mispunt zijn, ze was ontegenzeggelijk beeldschoon. En Marcus was ook maar een man.

Hoe had ze ooit zo naïef kunnen zijn om te denken dat hij van haar hield? Thea dacht terug aan de vederlichte kussen van Marcus. Hij kuste haar alsof ze zo breekbaar was dat ze elk ogenblik in diggelen kon vallen. Toen dacht ze aan het huwelijk, dat bijna voltrokken was. Arme Marcus, dacht ze verbitterd, wat zou hij er tegen op hebben gezien. Nu, in elk geval had ze hem dat bespaard, hij was weer vrij om zijn aandacht aan andere vrouwen te wijden.

Verdrietig kroop ze in bed. Sapphire zou hij vast niet zo behoedzaam kussen. In gedachten zag ze Marcus al met Sapphire in zijn armen en ze kneep vol afschuw de ogen stijf dicht. Waarom moest ze zo nodig de uitnodiging van Mr. Bois accepteren om in het hotel te komen zingen? Pauline had gezegd dat er hier bijna nooit iemand optrad. In Charlotte Amalie was genoeg te beleven en de meeste gasten maakten liever zelf uit op welke manier ze vermaakt wilden worden.

Thea had Sapphire nog nooit horen zingen, maar ze scheen erg populair te zijn. Waarom had ze dan besloten in dit kleine hotel op te treden? Er waren zoveel hotels op het eiland met veel meer gasten dan dit hier.

Met een schok drong het tot haar door dat Sapphire misschien wel had geweten dat zij hier was, maar toen schudde ze het hoofd. Dat kon niet, ze was werkelijk verbaasd geweest Thea hier aan te treffen. Wat zou ze gelachen hebben dat Marcus haar kwam ophalen, voor de ogen van zijn ex-verloofde.

Maar Marcus wist immers dat ze hier werkte? En hij wist ook waar hij Sapphire moest afhalen. Natuurlijk kon hij niet hebben geweten dat ze dienst had, ze had evengoed nog de ochtenddienst kunnen hebben. Maar waarom had hij dan eerst naar haar gekeken en toen pas naar Sapphire? Had hij soms wel verwacht dat ze daar zat? Weer schudde ze het hoofd. Nee, dat had hij vast niet verwacht, want dat zou betekenen dat hij haar opzettelijk in verlegenheid had willen brengen, en daar achtte ze hem absoluut niet toe in staat.

Het moest een heel vervelende samenloop van omstandigheden zijn geweest. Thea vroeg zich af wanneer Sapphire’s contract weer afgelopen zou zijn en of ze kans zou zien haar te ontwijken. En Marcus ook natuurlijk, want de kans was groot dat hij Sapphire elke avond na haar optreden zou komen afhalen.

In elk geval zou ze niet vragen of ze soms voorgoed de avonddienst op zich mocht nemen. Ze moest zien dat ze zoveel mogelijk ’s morgens dienst had, zolang Sapphire hier nog rondhing. En als het te erg werd, ging ze gewoon weg. Dan zocht ze een baan aan de andere kant van het eiland, maar dan wel zonder Marcus’ hulp. Misschien was het maar het beste als ze dat nu direkt deed.