HOOFDSTUK 1

 

 

 

Thea John staarde uit haar slaapkamerraam naar het zonovergoten strand. Ze had net zo goed naar een poollandschap kunnen staren, want ze had het gevoel alsof er op de plaats van haar hart een klomp ijs zat.

Ze keek even achterom naar het klokje op het tafeltje naast haar bed. Nog een kwartier, dan zou Marcus haar komen halen.

Wat moest ze in vredesnaam tegen hem zeggen? Het had geen zin de zaak uit te stellen, of net te doen alsof er de avond te voren niets was gebeurd, alsof Sapphire dat afschuwelijke verhaal maar had verzonnen omdat ze zo jaloers was. Het verhaal dat ze haar had verteld toen Marcus haar na hun verlovingsfeest weer bij het hotel had afgezet.

Ze knikte grimmig tegen haar spiegelbeeld. ‘Je had toch ook niet gedacht dat een man als hij werkelijk verliefd op je zou worden?’

Vlug ging ze bij het venster vandaan, alsof ze op die manier de herinnering kon uitwissen aan Sapphire’s triomfantelijke donkere ogen, toen ze Thea’s wereld had doen ineenstorten. Langzaam ging ze op het bed zitten. Het zou nog lang duren voor ze dat ogenblik zou kunnen vergeten, als haar dat al ooit zou lukken.

Het was nu twee maanden geleden sedert ze naar St. Thomas was gekomen, het eiland dat behoorde tot het Amerikaanse deel van de Maagdeneilanden. Twee maanden, sedert ze had gehoord dat haar broer, voor wie ze helemaal uit Engeland was gekomen, dood was.

Ze herinnerde zich nog dat ze uit het vliegtuig was gestapt en op de zonovergoten landingsbaan om zich heen had gekeken of ze Michael soms ergens zag. Hij wist hoe laat ze aankwam en zou haar vast en zeker wel komen afhalen.

Haar blik dwaalde naar de prachtige smaragd op de ring die ze droeg. De fonkelende steen deed haar aan Marcus’ ogen denken, die ook groen waren. Die had ze ook wel eens zo zien fonkelen, toen hij woedend was geworden om de gedachteloze opmerking van een meisje, dat zijn aandacht op zich probeerde te vestigen en er slechts mee bereikte dat ze in het vervolg uit zijn vriendenkring werd gebannen.

Ze kon geen ogenblik stilzitten, haar gedachten dwaalden telkens af, dat mocht niet. Michael was er niet geweest om haar af te halen, maar wel een lange, buitengewoon knappe man met kastanjebruin haar, dat verbleekt was in de zon. Hij had zich aan haar voorgesteld als de baas van Michael en geopperd dat hij haar ergens mee naar toe zou nemen waar hij met haar kon praten.

Toen ze achter hem aanliep naar een grote, glimmende auto op de parkeerplaats, had ze geen flauw idee van het afschuwelijke bericht dat haar te wachten stond. Dat haar broer de avond daarvoor was omgekomen bij een auto-ongeluk.

Thea beet op haar lip. Waar ze Marcus nu ook van mocht beschuldigen, ze kon niet ontkennen dat hij haar door die vreselijke periode van haar leven had heen geholpen. Ook al was later gebleken dat hij zo zijn eigen redenen had om met haar begaan te zijn, maar dat kon ze hem wel vergeven. Wat ze hem niet kon vergeven, was wat er daarna was gebeurd.

Sapphire’s kille woorden waren als in haar brein gegrift. “Geniet er nog maar van zo lang je kunt”, had ze gezegd. Ze had Thea haar zinnen bijna in het gezicht gespuwd. ‘Je zult nog raar opkijken als je soms denkt dat hij verliefd op je is!’

Thea had zich over die venijnige aanval van Sapphire Durley niet al te veel zorgen gemaakt. Ze was verliefd op Marcus en voor zover Thea had begrepen, was ze hier al een tijdje. Thea had geredeneerd dat het van Marcus’ kant nooit ernstig geweest kon zijn, anders was hij wel met haar getrouwd. En een vrouw die zich vast had voorgenomen een bepaalde man te krijgen, legde nu eenmaal altijd de nadruk op onbetekenende gebeurtenissen, alleen om toch haar doel te bereiken. Ze had luchtig geantwoord en Sapphire goed laten merken dat het haar niet gelukt was Thea van haar stuk te brengen. ‘Denk je soms dat hij me op de trouwdag plotseling in de steek zal laten?’ had ze gevraagd.

Sapphire had haar met fonkelende ogen aangekeken. ‘Deed hij dat maar, dan kwam je er tenminste nog genadig af!’ had ze bitter geantwoord. ‘Maar maak je geen zorgen, hij trouwt wel met je. Naar zijn mening kan hij nu niet meer terug!’

De rillingen waren Thea over de rug gelopen toen ze Sapphire aanstaarde. ‘Hoezo?’had ze zo achteloos mogelijk gevraagd. ‘Hij lijkt me er bepaald de man niet naar om iets te doen wat hij eigenlijk niet wil.’ ‘Weet jij veel!’ had Sapphire haar toegesnauwd. ‘Iedereen met een klein beetje verstand zou al lang in de gaten hebben gehad waarom hij met jou trouwt. Neem maar van mij aan dat Marcus geen type is om te trouwen. En ik kan het weten! Maar jij hebt niets in de gaten, hè? Jij leeft in een soort sprookjeswereld, kind, en sprookjes zijn al lang uit de mode. Wat weet jij eigenlijk af van de dood van je broer?’ voer ze plotseling uit. ‘Of had je het zo druk met Marcus dat je je de tijd niet hebt gegund om daarover na te denken?’

Thea had haar met haar grijze ogen geschokt aangekeken, die voldoening smaakte Sapphire tenminste. ‘Wat bedoel je precies?’ had ze gefluisterd. ‘Wat heeft de dood van Michael te maken met Marcus en mij?’

‘Alles!’ antwoordde Sapphire triomfantelijk. ‘Als Marcus hem niet op dat onmogelijke uur had laten komen zou hij niet gestorven zijn. Zo zit dat.’

Thea probeerde die opmerking te verwerken, toen zei ze: ‘Maar het was toch niet Marcus’ schuld dat hij verongelukte? Michael heeft gewoon een bocht te snel genomen.’

Sapphire knikte grimmig. ‘En dat zou nooit gebeurd zijn als hij niet een beetje aangeschoten was geweest,’ zei ze veelbetekenend. En toen Thea haar nog steeds verbijsterd aankeek, vervolgde ze ongeduldig: ‘Kijk, Marcus vindt dat hij had moeten weten dat Michael op dat feest was. Hij wist het natuurlijk ook wel, maar hij wilde die plannen zien. Zelf werkt hij altijd tot diep in de nacht en hij denkt wel eens dat iedereen dat doet. En als Marcus een opdracht geeft, wil hij ook direkt resultaat zien!’

Thea schudde het hoofd als om orde te scheppen in haar chaotisch brein.’ ‘Toch begrijp ik nog steeds niet...’

‘Of je wilt het niet begrijpen,’ viel Sapphire haar heftig in de rede. ‘Lieve hemel, wordt toch eens een keer volwassen! Marcus heeft zich de dood van Michael erg aangetrokken, en dan komt het kleine zusje opdagen dat zojuist haar enige familielid heeft verloren.’ Ze haalde verachtelijk de schouders op. ‘Hij had zijn schuld ook best op een andere manier kunnen vereffenen, maar nee hoor, dat is niets voor Marcus. Die is zo gewetensvol, die moest zo nodig met je trouwen. Op die manier zou hij voor zijn gedachteloosheid boeten, en als ik boeten zeg, bedoel ik ook boeten.’ Ze raakte door het dolle heen. ‘Jij bent helemaal Marcus’ type niet, liefje, en dat zul je ook nooit worden. Goed, hij heeft je een ring gegeven, de grootste en duurste die hij kon vinden, en je kunt rustig van mij aannemen dat voor jou het beste nog niet goed genoeg zal zijn. Je krijgt een mooi huis, beeldige kleren, alles wat een meisje maar verlangen kan, behalve zijn liefde. En die zul je ook nooit krijgen. Kijk maar eens goed in de spiegel.

Ik ken zijn smaak en geloof me nu maar, zo’n boerentrien als jij is helemaal zijn smaak niet. Maar hij heeft genoeg ervaring om zijn ware gevoelens altijd voor je verborgen te houden. Diep in zijn hart heeft hij natuurlijk alleen maar medelijden met je!’

Thea had zichzelf eens goed in de spiegel bekeken nadat Sapphire haar appartement was uitgestormd. Door haar tranen heen zag ze maar al te goed wat Sapphire had bedoeld. Ze had naar haar kinderlijke gezichtje gekeken, naar haar gulle mond die zich nu vertrok tot een verbeten streep, en naar haar wipneusje, dat haar er veel jonger deed uitzien dan haar tweeëntwintig jaren. Haar rode haren waren ook al niet om over naar huis te schrijven want ze waren zo donker dat ze alleen goed tot hun recht kwamen als de zon er mee speelde.

Ze wendde zich enigszins af en bekeek zichzelf van opzij. Een figuur had ze nauwelijks! Ze was maar een meter zestig en zo mager als een lat! Toen ze aan de weelderige vormen en de fraaie lange benen van Sapphire dacht, sloot ze vol afschuw de ogen en maakte dat ze bij de spiegel vandaan kwam.

Ze onderdrukte een snik. Aan al die andere dingen die Sapphire had gezegd, wilde ze al helemaal niet meer denken. Ze balde haar vuisten. Sapphire had alle reden haar het leven zuur te maken. Ze hield van Marcus en probeerde uit alle macht te voorkomen dat hij in de netten van een andere vrouw verstrikt zou raken.

Ze klemde de kaken op elkaar. Geen woord wilde ze er van geloven. Het was niet waar, zoiets zou Marcus nooit doen! Maar meteen daarna dacht ze: het heeft toch allemaal geen zin. Het was waar, natuurlijk was het woord voor woord waar! Het verklaarde zoveel dat ze tot dusver niet had begrepen. Ze had niet de kans gekregen zich over te geven aan haar verdriet, daar had Marcus wel voor gezorgd. Marcus had overal voor gezorgd. Zelfs dit flatje was van hem, want het maakte deel uit van het enorme complex vakantiewoningen waarvan hij de eigenaar was. Haar broer Michael had er nog meer woningen voor ontworpen. De ontwerpen had hij naar Marcus willen brengen op de avond dat hij stierf.

Thea ging op haar bed zitten. Ze had zich nog nooit in haar leven zo kwetsbaar en zo dom gevoeld. Ze had moeten weten dat een man zoals Marcus Conan nooit zou hebben omgekeken naar een mager, jongensachtig meisje, als zij, als hij daar geen goede reden voor had gehad. Nu wist ze wat die reden was.

‘Hallo! Ben je klaar, schat?’ De stem van Marcus stoorde haar in haar gepeins. Ze schrok, kwam traag overeind en liep naar de kleine zitkamer.

Toen ze zijn lange gestalte zag in de witte poloblouse en de donkerblauwe ribfluwelen pantalon begon haar hart luid te bonzen.

Ze slaagde er in de blik uit zijn groene ogen te ontwijken terwijl ze bedaard zei: ‘Ik ga niet mee, Marcus.’

In het begin zou het niet bij haar zijn opgekomen zich te verbazen over de achteloze manier waarop hij haar begroette, maar nu waren haar de ogen opengaan. Dat was toch nauwelijks de manier waarop een aanbidder de vrouw van zijn hart tegemoet trad?

Zijn antwoord was navenant. ‘Goed, lieveling, dan gaan we niet naar dat strandfeest. Wat was je dan van plan? Wilde je soms liever wat luieren op het strand?’ vroeg hij geamuseerd. Net of hij het tegen een kind had, dacht ze boos.

Maar haar boosheid ging weer vlug voorbij. Ze had het allemaal alleen aan zichzelf te wijten. ‘Ik moet met je praten,’ zei ze kalm en keek hem nu recht aan. Toen nam ze bedaard de ring van haar vinger en legde die op het bijzettafeltje naast haar. Ze voelde Marcus’ blikken op zich gericht. ‘Ik geloof niet dat het goed is door te gaan met...’ Ze haperde even en vervolgde toen: ‘Ik voel er niets voor je geweten te sussen, Marcus. Ik wilde dat je vanaf het begin eerlijk tegen me was geweest.’ Ze zweeg; het had geen zin er verder op in te gaan. Hij wist vast wel wat ze bedoelde.

‘Kun je je niet wat duidelijker uitdrukken?’ vroeg hij. Ze schrok. Hij wilde er natuurlijk mee doorgaan tot het bittere eind.

‘Moet ik het soms voor je spellen?’ vroeg ze bot en keek hem aan. ‘Ik weet nu waarom je met me wilt trouwen. Vanwege Michael, hè? Omdat je het gevoel hebt dat jij verantwoordelijk bent voor wat er is gebeurd. Is het nooit bij je opgekomen dat ik op een dag toch wel achter de waarheid zou komen? Hoe denk je dat ik me dan gevoeld zou hebben, als ik wel met je was getrouwd?’

‘Tegen die tijd zou het geen enkel verschil meer hebben gemaakt,’ zei Marcus nors. ‘Daar zou ik wel voor gezorgd hebben.’

Aan de ene kant hinderde het Thea dat hij niet eens had geprobeerd haar beschuldiging te weerleggen. Maar aan de andere kant besefte ze ook wat hij bedoelde met die laatste woorden. Ze begon te blozen. ‘Ik geef toe dat ik wat traag van begrip ben,’ zei ze zacht, ‘maar zo traag nu ook weer niet.’ Ze dwong zich er toe kalm te blijven toen ze hem in de ogen keek. ‘Ik verwijt jou niet wat er met Michael is gebeurd, en ik zie ook niet in waarom jij het jezelf zou verwijten. Hij reed altijd harder dan hij wenste te doen. Ik denk dat het toch wel een keer gebeurd zou zijn, dat ongeluk bedoel ik,’ zei ze verdrietig. ‘Kunnen we het hier niet bij laten? Het lijkt me niet nodig er ruzie over te maken. Ik wil alleen nog zeggen dat ik dankbaar ben voor alles wat je voor me hebt gedaan ...’

‘Geef je me daarom de bons?’ vroeg Marcus boos en staarde haar doordringend aan. ‘Dan is het duidelijk datje mij inderdaad de schuld geeft.’

Thea zuchtte diep. Hij scheen er niets van begrepen te hebben. Hij was vast besloten haar te gebruiken om zijn geweten te sussen en zij was even vast besloten dat te voorkomen. ‘Dat is het niet,’ zei ze vlug; ze moest zich inhouden om niet te gaan schreeuwen. ‘Als je maar had verteld hoe je er over dacht, maar dat heb je immers niet gedaan? Je had me toch kunnen vertellen dat hij onderweg naar jou was met die ontwerpen die je wilde zien? En dat je me dat niet hebt verteld kan maar één reden hebben.’ Ze haalde diep adem. ‘Zoals ik al zei, ik zou er ten slotte toch wel achter zijn gekomen.’

‘Mag ik ook weten wie je dat allemaal heeft verteld?’

Thea schudde vastberaden het hoofd. ‘Nee.’

‘Zo,’ zei Marcus afgemeten. ‘En hoe moet het nu verder?’

‘Het gaat helemaal niet verder,’ zei Thea zacht. ‘Van nu af aan zorg ik voor mezelf. Daar ben ik heel goed toe in staat. Michael was heel vaak in het buitenland, en dan ging ik niet met hem mee. Ik ben alleen hier naar toe gekomen omdat hij besloten had zich hier voorgoed te vestigen.’ Ze slikte. ‘Ik heb nog geen tijd gehad plannen te maken, maar dat komt nog wel.’

‘Ga je terug naar Engeland?’ vroeg Marcus afwezig.

Weer schudde Thea vastberaden het hoofd. ‘Ik heb geen enkele reden terug te gaan,’ zei ze zonder een spoor van zelfbeklag. ‘Ik heb al mijn schepen achter me verbrand. Ik zal proberen of ik hier een werkvergunning kan krijgen en dan zoek ik een baan.’

‘Dat is vast niet zo moeilijk,’ antwoordde Marcus langzaam. ‘Ik kan je wel een baan bezorgen.’

‘Dank je wel,’ zei Thea bits. Ze had het gevoel alsof ze in een toneelstuk meespeelde en haar tekst slechts opkreunde. Ze probeerde niet te denken aan het feit dat Marcus niet eenmaal had geprobeerd haar over te halen toch maar met hem te trouwen. ‘Ik zei toch dat ik voor mezelf zou zorgen?’ Ze keek om zich heen. ‘Zodra ik ergens anders onderdak heb gevonden, ga ik hier weg. Evengoed bedankt voor je aanbod.’ Haar stem klonk bitter.

Marcus bleef een hele tijd naar haar staan kijken en Thea had wel willen gillen dat hij weg moest gaan, dat hij uit de flat en uit haar leven moest verdwijnen. Zijn blik gleed van haar naar de ring. ‘Neem hem maar weer mee,’ zei ze zacht, niet in staat hem aan te kijken. ‘Je zult hem waarschijnlijk nog wel eens kunnen gebruiken.’

Zijn gezicht verstrakte. ‘Houd hem maar,’ zei hij kortaf. ‘Misschien heb je hem zelf nog eens nodig.’ Hij draaide zich om en verliet het appartement.

Thea wachtte tot ze zijn auto hoorde starten, toen liep ze met knikkende knieën terug naar de slaapkamer. Eerst voelde ze zich opgelucht, omdat ze zich had weten te onttrekken aan een situatie die bepaald rampzalig had kunnen worden. Stel je voor dat ze pas een dag voor de bruiloft achter de waarheid was gekomen. Ze moest er niet aan denken. Waarschijnlijk zou ze liever met de hele zaak zijn doorgegaan, dan Marcus zo vreselijk voor schut te zetten. Vooral omdat hij alleen met haar had willen trouwen om de rol van Michael over te nemen en haar in de toekomst te beschermen.

Ze schudde versuft het hoofd. Hij had het helemaal verkeerd aangepakt. Ze zou hem dankbaar zijn geweest voor alle hulp die hij haar aanbood. Hij had helemaal niet hoeven doen alsof hij van haar hield. De tranen stroomden haar over de wangen en dat luchtte haar in zekere zin op. Sedert Sapphire haar zo venijnig had duidelijk gemaakt waarom Marcus eigenlijk met haar trouwde, had ze nog geen traan gelaten.

Nadat ze eens goed had uitgehuild, liep Thea naar de badkamer en bette haar roodbehuilde ogen. Het werd tijd dat ze zich beheerste en aan haar toekomst begon te denken.

Eerst moest ze een werkvergunning aanvragen. Het kostte haar de grootste moeite te voorkomen dat ze werd overvallen door droevige herinneringen. Een werkvergunning dus. En dan moest ze een baan zoeken. Ze was tandartsassistente van beroep, en er zouden toch zeker wel een paar tandartsen zijn hier op het eiland? Als ze niet in haar oude beroep terecht kon, ging ze misschien als receptioniste in een van de hotels werken. Ze had gehoord dat ze die altijd wel ergens nodig hadden. Banen genoeg, daar was ze van overtuigd. Maar eerst de werkvergunning.

Daarvoor zou ze steun nodig hebben van iemand die hier woonde. Had ze nu maar niet zo glashard tegen Marcus gezegd dat ze geen hulp van hem nodig had. Ze kende eigenlijk niemand anders die ze als referentie kon opgeven. En als het er op aankwam, kende ze Marcus eigenlijk ook niet eens, dacht ze verdrietig. Sapphire had gezegd dat ze van niets wist en dat bleek nu wel.

Ze herinnerde zich de dag dat ze Marcus voor het eerst had ontmoet, toen hij haar over Michael had verteld.

Wat er daarna was gebeurd, kon ze zich niet goed meer voor de geest halen. Ze wist nog wel dat ze van Marcus niet de kans had gekregen te gaan zitten kniezen. Eerst had hij haar in het flatje geïnstalleerd, dat deel uitmaakte van het hotelcomplex waarvan hij de eigenaar was. Het lag op een steenworp afstand van het grote hotel waar hij zelf woonde en werkte. Elke avond had hij haar mee uit dineren genomen in het een of andere exclusieve restaurant. Een dag of veertien later ging ze al met hem naar allerlei feesten, waar ze kennis maakte met zijn vrienden.

Toen er een maand verstreken was, was Marcus nog meer aandacht aan haar gaan besteden. Op een avond had hij haar welterusten gekust, een vluchtige kus op de mond. In de zevende hemel was ze geweest! Hetzelfde deed hij daarna elke avond, zodat Thea zich al bij voorbaat op het afscheid ’s avonds was gaan verheugen.

Nu ze er aan terugdacht, begreep ze zelf niet, waarom ze niet had beseft dat Marcus helemaal niet verliefd op haar was. Dat had hij ook nooit tegen haar gezegd, en Thea was zo dom geweest er ook nooit naar te vragen. Zelf was ze veel te verliefd op die knappe man, die zoveel aandacht aan haar besteedde.

Ze sloot de ogen en dacht terug aan de avond waarop hij haar een aanzoek had gedaan. Hij had alleen maar kortaf gezegd: ‘Trouw met me, Thea.’ Stomverbaasd was ze geweest maar ze had het heerlijk gevonden. En dat terwijl hij er verder geen woord aan had vuilgemaakt, laat staan dat hij had gezegd dat hij van haar hield.

Thea zuchtte. Wat een idioot was ze toch! Het leven was één verrukkelijke droom geweest, en de man op wie ze verliefd was, maakte deel uit van die droom. Hij bestond niet eens echt! Michael had zijn baas eens omschreven als een keiharde zakenman. Je moest ook wel hard zijn als je het zakelijk wilde overleven hier, had hij er aan toegevoegd. Michael had Marcus graag gemogen, maar hij had het niet gewaagd hem te dwarsbomen. ‘Dit is een pirateneiland,‘had hij geschreven, ‘en aangezien ik me in het hol van de piraten bevind, kan ik maar beter voor goede wapens zorgen!’

Thea had er wel om moeten lachen, maar tegelijkertijd had ze het gevoel gehad dat hij die opdracht beter niet had kunnen aannemen.

Maar de man die Thea had leren kennen was totaal verschillend van de man die Michael haar had beschreven. Dat was zeker niet iemand geweest die voor zijn zuster zou zorgen, omdat zijn geweten hem dat gebood.

Toen het haar gelukt was haar gezicht weer enigszins toonbaar te maken, keerde ze terug naar de zitkamer. Ze kromp ineen toen ze de ring zag liggen. Het leek wel een groen oog dat haar aankeek. Haastig borg ze de ring op in de la van de schrijftafel. Het was net of ze Marcus’ spottende woorden weer hoorde. ‘Je zult hem waarschijnlijk nog wel eens kunnen gebruiken.’ Met een klap schoof ze de la dicht.

Bedoelde hij soms dat ze nog wel eens gedwongen zou worden die ring te verkopen? Dat zou ze nooit doen. Had hij hem maar weer meegenomen. Het was een heel kostbare ring die ze liever kwijt dan rijk Was. Niet het soort ring datje bij speciale gelegenheden kon dragen, want dan zou er altijd wel iemand zijn die er in zijn onschuld naar vroeg, zodat Thea telkens herinnerd zou worden aan dingen die ze maar liever wilde vergeten.

Haar gedachten keerden terug naar Michael. Hij had Marcus niet echt gekend. Marcus had zich helemaal niet als een zeerover gedragen toen ze hem had verteld dat ze de verloving uitmaakte. Hij had niet geprobeerd haar van gedachten te doen veranderen, en gezien het feit dat ze hun verloving net goed en wel hadden gevierd, kon je rustig /.eggen dat hij zich uiterst kies had gedragen. Of hij nu schuldgevoelens had of niet, in elk geval moest het toch een hele schok voor hem zijn geweest.

Plotseling drong het tot Thea door dat ze bezig was een soort heilige van Marcus te maken. Voor haarzelf was het een schok geweest, niet voor hem. Met haar zouden zijn vrienden medelijden hebben, niet met Marcus. Waarschijnlijk was hij handenwrijvend teruggelopen naar zijn auto, blij dat hij van haar af was.

Hij had in elk geval een mooi gebaar gemaakt, dat zou wel genoeg zijn om zijn geweten te sussen. Hij zou de hemel wel danken dat hij er zo genadig was afgekomen. Ze was blij dat ze hem wat dat betreft niet had teleurgesteld.

Wat dom van haar om zijn hulp te weigeren. Daartoe was hij toch wel min of meer verplicht jegens haar? Anders had ze niets van hem nodig, en ze zou er wel voor zorgen bij hem uit de buurt te blijven zodra ze andere woonruimte had. De kans dat ze hem tegen zou komen, was trouwens niet erg groot, want zij zou vast niet verkeren in de kringen waarin hij zich bewoog.

Thea voelde zich al een stuk beter. Ze was dom geweest, maar dat zag ze nu tenminste zelf ook wel in, en als Sapphire er niet was geweest...

De telefoon rinkelde, net toen ze op het punt stond een krant te gaan kopen om de personeelsadvertenties door te nemen.

‘Ik weet toevallig een hotel waar ze een receptioniste nodig hebben,’ hoorde ze Marcus zeggen. ‘Tenminste als je bij je plan blijft,’ liet hij er zacht op volgen.

Thea had even tijd nodig om dat te verwerken. Toen zei ze bedaard: ‘Ik blijf bij mijn plan. Waar is dat hotel?’ Als het toevallig het hotel van Marcus was, zou ze weigeren.

Maar zijn antwoord maakte weigeren overbodig. Hij vertelde welk hotel het was en waar het lag.

Een paar minuten later belde Thea het hotel op en maakte een afspraak voor de volgende ochtend. De manager vroeg haar waar ze woonde en of ze er bezwaar tegen zou hebben in het hotel te komen wonen, omdat er sprake was van wisselende werktijden en ze liever hadden dat het personeel intern was.

Tevreden legde Thea even later de hoorn op de haak. Als het haar lukte die baan te krijgen zou ze niet eens meer naar woonruimte hoeven zoeken.

Het feit dat het Marcus was geweest die haar op de baan attent had gemaakt, overtuigde haar er van dat ze de juiste beslissing had genomen. Waarschijnlijk had hij ook liever dat ze hem zo veel mogelijk uit de buurt bleef.