HOOFDSTUK 4

 

 

 

De twee weken die daarop volgden waren nogal koortsachtig voor Liane. Ze woonde nog een bal bij in de Club en een party die door Jim Berger gegeven werd ter gelegenheid van de verjaardag van zijn vrouw. Ze ging op bezoek in de mooie woning van de Van Galts, waar een uitmuntend diner voor de gasten bereid was. En bij al die gelegenheden had Lianes unieke gevoel voor de juiste kleding haar spontane complimenten bezorgd, en zelfs toen ze bij de barbecue van Mark en Kirsty gewoon in een pantalon en een overhemd gekleed was, kreeg ze nog lovende opmerkingen te horen.

Slechts één persoon toonde een volkomen gebrek aan belangstelling en dat was Alma. Niet eenmaal zei ze iets over wat Liane droeg. Niet dat Liane daar op wachtte; in feite was de verklaring van Kirsty, dat zij nu beschouwd werd als de bestgeklede vrouw om en in Ravensville, alleen maar iets dat haar in verlegenheid bracht. Zeker, ze hield ervan om goed gekleed te gaan en ze wist dat haar kleren bij haar pastten en dat ze ze met zelfvertrouwen droeg en ook met iets van levenskunst; hoedanigheden die ze verworven had door met haar baas op te trekken, maar ze had niet de behoefte iemand anders dan Richard te bekoren. Daarin was ze niet geslaagd en daarom betekende de lof van anderen niets voor haar. Flint echter toonde steeds zijn bewondering als ze elkaar ontmoetten.

‘Je ziet er weer prachtig uit!’ had hij eens gezegd en dat had Alma doen zeggen: ‘Ja, wat het model aangaat wel, maar wit is zo geesteloos, Flint.’

Een paar mensen die in de buurt stonden, hadden verbaasd opgekeken bij deze openlijke demonstratie van slechte manieren van de kant van Alma, maar vreemd genoeg hoorde Flint haar opmerking aan zonder te kennen te geven dat hij het een onbeleefde opmerking vond.

‘Flint lijkt meer dan ooit belangstelling te hebben voor Alma,’ zei Kirsty op de avond van de barbecue. ‘Ik hoop dat hij niet serieus met haar wordt, want ik zou het heel vervelend vinden haar als naaste buurvrouw te hebben.’

‘Ze hebben veel gemeen,’ zei Liane nadenkend en haar ogen bekeken de twee toen ze onder de bomen van de barbecue-oven stonden. ‘Ze zijn allebei opvallend knap.’

‘Dat is zo. Maar zij is zo’n harde.’

‘Dat is Flint, volgens jou, toch ook?’ herinnerde Liane haar nicht. ‘Ik denk dat ze het redelijk met elkaar zullen kunnen vinden.’

‘Mark denkt nog steeds dat Flint het niet echt meent met Alma.’

Toch werden de twee heel vaak samen gezien en er werd heel wat over ze gepraat. Er waren zelfs mensen die zeiden dat er vast en zeker binnenkort een huwelijksaankondiging zou komen.

‘Flints tante komt morgen aan,’ zei Kirsty tegen Liane toen ze op een avond in de tuin zaten van de Gimbulu Farm. ‘Ik ben doodnieuwsgierig hoe ze is, omdat ik me met geen mogelijkheid kan voorstellen dat Flint met iemand die zo oud is z’n geduld zal kunnen bewaren..’

‘Hoezo?’ vroeg Liane.

‘Dat kan ik niet uitleggen,’ antwoordde Kirsty. ‘Zo’n heel oude vrouw en Flint passen toch niet bij elkaar.’

‘Hij zei me dat hij een verjaardagspartijtje voor haar organiseert als ze hier is. Ze wordt eenentachtig en ze bezoekt hem geregeld,’ vertelde Liane haar nicht, ‘en ze is een oude vrijster.’

Kirsty keek haar met ronde ogen aan. ‘Heeft Flint je dat allemaal verteld? Hij is anders nooit zo openhartig. Maar tegenover jou dus wel.’

‘Eerst leek hij wel aardig,’ zei Liane, ‘maar de laatste tijd houdt hij zich op een afstand.’

‘Is er soms iets tussen jullie voorgevallen?*

‘Nee, natuurlijk niet.’ Liane keek haar nicht verwonderd aan. ‘Ik weet niet wat je bedoelt, Kirsty.’

‘Nou, als hij eerst aardig was en nu niet meer, dan moet er toch iets gebeurd zijn?’

Liane knikte, maar zei, dat ze niet wist wat dan wel. Nu ze er over nadacht was die verandering bij hem opgetreden op de avond van het diner-dansant in de Club, toen ze samen hadden gewandeld naar de waterval en hij haar gevraagd had naar haar leven thuis. Ze herinnerde zich nu ook hoe hij verschillende keren ongeduldig de adem had ingehouden toen ze vertelde dat ze nooit geaarzeld had eigen afspraken af te zeggen als haar baas haar nodig had, en dat zij met hem meereisde naar een andere stad, waar ze dan de nacht of soms meerdere nachten doorbrachten.

Verder nadenkend over die avond, vroeg ze zich nu af of ze haar baas, zonder het te willen, in een kwaad daglicht had gesteld. De gedachte daaraan deed haar pijn, want zoiets had ze beslist niet gewild.

Liane, die net als haar nicht gekleed was in een erg korte short en een shirtje, zuchtte. Toen verbrak Kirsty haar overpeinzingen met de mededeling dat ze eens in de keuken moest gaan kijken. Ze ging weg en Liane bleef lui achterover in een ligstoel liggen om nog wat te bruinen in de zon. Plotseling verbrak het geluid van een automoter de stilte en Liane keerde het hoofd en vroeg zich af wie er, op dit uur van de dag, op bezoek zou kunnen komen. Ze herkende de auto zodra deze in het gezicht kwam en haar ogen volgden hem tot de eigenaar, nadat hij de auto voor het huis tot stilstand had gebracht, lenig uitstapte. Hij wilde juist naar de voordeur lopen toen hij instinktief het hoofd omwendde, en er verscheen een glimlach om zijn mond toen hij Liane zag. Ze ging rechtop zitten, zich bewust van haar schaarse kleding en van het feit dat ze haar sjaal verschillende meters verderop had neergelegd.

‘Hallo!’ Zijn glimlach bleef, terwijl zijn grijze ogen met een soort loom welgevallen over haar hele lichaam gingen. ‘Je krijgt al een hoogst aantrekkelijke kleur, maar je moet wel oppassen dat je dat zonnen niet overdrijft.’

‘Ik doe het heel voorzichtig.’ Ze zweeg even. ‘Als je Kirsty zoekt, die is binnen. Mark is nog ergens in het veld bezig.’

‘Ik kwam alleen even langs om een boek te brengen, dat ik Mark beloofd had.’ Weer was het stil en terwijl Lianes ogen naar de sjaal gingen, zei hij, met iets grappigs in zijn stem: ‘Zal ik hem even voor je halen ... ik zie dat je je een beetje opgelaten voelt?’

Ze kleurde diep maar voelde zich niet uit het veld geslagen.

‘Graag Flint,’ zei ze lachend en ze voegde eraan toe, toen hij zich omdraaide: ‘Je hebt gelijk. Ik voel me zonder dat ding niet erg prettig.’ Hij nam de sjaal op en bleef staan waar hij was, en plotseling leek de lucht geladen te zijn van elektrische spanning. Het leek of ieder van hen verwachtte dat de ander iets zou doen en ze daarop beide wachtten.

‘Je ziet er lief uit, zoals je er nu bijzit,’ zei hij tenslotte en verbrak een stilte, die voor Liane eindeloos had geleken. ‘Maar, aangezien je dit ding wilt hebben, hier heb je het.’ Hij gaf het haar aan en keek toe hoe toe trok. Maar ook toen nog bleven zijn ogen over haar heengaan, naar haar benen en verder naar haar welgevormde enkels. ‘M’n tante komt morgen aan,’ zei hij na enige ogenblikken. ‘Zou je naar mij toe willen komen om kennis met haar te maken?’

Ofschoon ze verrast was door de uitnodiging vanwege de koelheid waarmee hij haar de laatste tijd had bejegend, nam ze hem aan en zei dat ze het een genoegen vond zijn tante te leren kennen.


Vlot gekleed in een wijde denim rok met een bijpassend bloesje met korte mouwen betrad Liane de volgende middag de tuinen van Kimara Lodge, en ze zag er aantrekkelijk en fris uit. Haar tred was licht, terwijl haar bruinrode haren om haar gezicht bewoog in de bries. Flint stond met zijn tante te praten bij een bloembed. Hij draaide zich om en wachtte tot ze hen genaderd was, waarna het voorstellen volgde.

‘Erg prettig u te ontmoeten ...’ Lianes stem klonk verwonderd, want ze had een kleine schok te verwerken door het uiterlijk van de oude dame. Ze had zich een gerimpelde, wat gebogen vrouw voorgesteld, maar inplaats daarvan keek ze nu vol bewondering naar een grote, rechte vrouw met krachtige gelaatstrekken en een opmerkelijk jeugdig figuur. Ze glimlachte vriendelijk en haar stem was zacht en muzikaal. Haar ogen stonden zacht en vriendelijk.

‘Ik vind het erg leuk je te ontmoeten, Liane. Flint heeft het al minstens een keer of tien over je gehad, sinds ik aangekomen ben ... en dat is nog niet eens erg lang geleden, zoals je zult begrijpen.’

Terwijl ze sprak, bekeek ze Lianes gezicht aandachtig, waarna haar ogen het tengere figuurtje in zich opnamen en vervolgens naar de goed gevormde benen af daalden en naar de enkels en de blauwe sandalen, die zo goed kleurden bij de rest van haar kleding. Liane was verwonderd dat Flint over haar had gesproken. Ze keek omhoog in zijn gebruinde gezicht en vroeg zich af waarom hij zo’n belangstelling voor haar had. De koele houding die hij, na die avond op de Club, aangenomen had, was geheel verdwenen en had plaats gemaakt voor de vriendelijkheid die ze in het begin bij hem had opgemerkt.

Nu was zijn gezicht een ondoorgrondelijk masker en Liane voelde dat hij zich ergerde omdat zijn tante verklapte dat hij over haar had gesproken.

‘Zullen we op de stoep wat drinken?’ vroeg hij.

Toen Flint even later wegliep om de drankjes te halen, zei de oude dame: ‘Je moet me tante Miriam noemen, kind. Ik kan er niet tegen als ze me Miss Dawson noemen. Flint vertelde dat je op vakantie bent bij je nicht en haar man.’

‘Ja, dat is zo.’

‘Mark ken ik natuurlijk, ik mag hem graag. Maar met zijn vrouw heb ik nog geen kennis gemaakt. Het was een verrassing toen Flint in een van z’n brieven schreef dat Mark getrouwd was. Ik neem aan dat mijn neef je al verteld heeft dat ik geen tijd heb om te trouwen?’

‘Ja, hij heeft wel zoiets gezegd.’

‘Nu, zo is het inderdaad, al gaat het alleen voor mijzelf op. Ik vind me er te goed voor, slaaf te zijn van een man die dat allemaal maar heel gewoon vindt. Als je me één goede reden zou kunnen geven waarom ik mijn leven zou hebben moeten opofferen voor een ander menselijk wezen, dan ben ik bereid te erkennen dat ik er m’n hele leven naast heb gezeten.’

Er was iets uitdagends in haar ogen en er sprak een vraag uit.

‘Als u van iemand zou zijn gaan houden,’ zei Liane, na een kort zwijgen, ‘dan zou u er wel anders over zijn gaan denken. Dan zou u getrouwd zijn, en wat graag, en u zou geen moment gedacht hebben aan de minder leuke kanten van een huwelijk.’

Plotseling op haar hoede draaide Liane haar hoofd om. Flint stond daar met een uitdrukking op zijn gezicht die ze met geen mogelijkheid kon peilen. Dat hij had gehoord wat ze gezegd had was duidelijk. Hij liep met het blad met de glazen op hen toe, zijn ogen geen ogenblik afwendend van Lianes gezicht.

‘O, dus je geloof wél in het huwelijk? Mij gaf je anders te kennen dat je er een afkeer van had.’

Liane bloosde, zich bewust van de blik van tante Miriam.

‘Ik zei dat ik nooit zou trouwen. Ik heb niet gezegd, dat ik een afkeer heb van het huwelijk in het algemeen.’

Tante Miriam keek van de een naar de ander, met een nieuwsgierige uitdrukking op haar gezicht.

‘O, dus je gelooft wél in het huwelijk? Mij gaf je anders te kennen dat je interessant. Maar mag ik zo nieuwsgierig zijn, Liane, en vragen waarom je zo nadrukkelijk verklaart dat jij nooit zult trouwen?’

De blos op Lianes wangen werd dieper.

‘Dat is iets persoonlijks,’ antwoordde ze op een ietwat verontschuldigende toon. ‘Ik zou er liever niet over praten.’

De oude dame leek dit te aanvaarden, maar het was toch duidelijk dat ze opkeek van Lianes standpunt over het huwelijk.

Flint gaf hen ieder een glas en ging ook zitten'.

Op de vraag van tante Miriam hoe lang zij hier nu al was, antwoordde zij dat dat drie weken was en dat ze nog drie weken tegoed had.

‘Heb je dan maar zes weken? Een hele reis voor een zo kort verblijf, vind ik.’

‘Ik heb een baan,’ antwoordde Liane, zich pijnlijk bewust van Flints grote aandacht. Ze had een vreemde, niet te peilen uitdrukking op zijn gezicht zien komen toen ze zei dat ze nog drie weken vakantie tegoed had. En plotseling vroeg ze zich af of hij graag zou willen, dat ze langer bleef. De gedachte leek volkomen ongegrond en toch merkte ze dat ze niet in staat was hem uit haar geest te bannen.

‘Wat is het voor een baan?’ vroeg de oude dame.

‘Ik werk op een kantoor.’

‘Is het leuk werk?’

‘Ja, bijzonder. Ik reis veel met m’n baas. Een paar weken geleden waren we nog in Parijs en daarvoor zijn we in Oostenrijk geweest.’ ‘Parijs is zalig,’ zei tante Miriam. ‘Daar zou ik best willen wonen, als ik het me kon veroorloven,’ voegde ze er met een grimas aan toe. ‘Je hebt wél geluk met een baan die je naar zulke boeiende plaatsen brengt.’ Vroeger had Liane er ook zo over gedacht, maar nu niet meer; als ze niet voor Richard Wilding zou zijn gaan werken, zou ze zich nu niet zo ongelukkig voelen.

‘Waar denk je aan, Liane?’vroeg hij op zachte, maar dwingende toon. Ze keek Flint over de tafel aan en zag iets van een rustige ironie in zijn gezicht, wat haar voor een raadsel plaatste.

‘Dat heb je me al eens eerder gevraagd,’ zei ze en ze slaagde erin iets luchtigs in haar stem te leggen, ‘ik zei je toen dat je je gedachten gelukkig altijd voor jezelf kunt houden.’

‘Je piekert teveel,’ zei hij tegen Liane.

Ze keek hem strak aan en besloot toen een ander onderwerp aan te snijden, en ze begon over Flints tuinen. En vandaar kwam het gesprek op haar flatje in Londen, op het feit dat haar ouders overleden waren, dat zij enig kind was en dat ze nog maar één oom ergens in Engeland had, die een broer van haar moeder was.

‘Ja, het is vaak triest te zien hoe familieleden, die elkaar ooit eens na stonden, elkaar later in het leven uit het oog verliezen.’ De oude dame keek naar haar neef. ‘Ik ben er erg dankbaar voor dat Flint steeds contact met me blijft houden; ik weet dat ik ergens naartoe kan, als ik bij iemand wil zijn van mezelf. En ik weet dat ik altijd welkom ben in dit prachtige huis .. .’

‘Tante Miriam,’ zei Flint resoluut, ‘zullen we niet iets interessanters aansnijden?’

‘Hij heeft nooit van complimenten gehouden,’ zei ze lachend tegen Liane. ‘Trots en stijfkoppig zo nu en dan... en dan die superieure houding erbij! Maar dat zul je al wel hebben opgemerkt, hè kind?’

Liane lachte alleen maar en het kon haar niet schelen of hij zich ergerde. Maar dat deed hij niet. Hij legde onverstoord uit dat tante Miriam, om zo te zeggen, maar een halftante was omdat ze de dochter was van zijn grootmoeder van moeders zijde uit een eerste huwelijk, terwijl zijn moeder voortkwam uit een tweede huwelijk.

‘En toch bekommert hij zich steeds om me, dat verbaast me iedere keer opnieuw. Als ik wilde zou ik bij hem kunnen gaan wonen, maar ik geef de voorkeur aan m’n onafhankelijkheid zolang dat kan.’

‘Verbaast het u dat ik me om u bekommer? Wat voor vent zou ik zijn als ik dat niet deed, in aanmerking genomen wat u voor m’n moeder gedaan hebt?’

‘O, dat,’ zei ze luchtig met een wegwuivend gebaar, ‘dat was niets, Flint.’

‘Niets?' Hij wendde zich nu tot Liane. ‘Toen ik zeven jaar oud was, werd mijn moeder weduwe en een jaar later werd ze invalide en tante Miriam, die toen al in de vijftig was, liet alles wat voor haar van belang was vallen en kwam hier om ons beiden te verzorgen.’

‘Flint, jongen -’

‘Ze is hier gebleven tot de dood van mijn moeder - toen ik bijna twintig was. En toen pas ging ze terug naar haar eigen huis in Pretoria en hervatte haar onafhankelijke bestaan, waar ze het daarstraks -over had.’

Tante Miriam bloosde een beetje, maar bleef even bedaard als in het begin.

‘Flint is altijd zo welbespraakt en zo vol overtuiging, Liane, maar ik verzeker je dat het echt geen offer voor me was. Ik heb al die jaren geen kosten hoeven maken en mijn huis bracht een mooie rente op in die tijd. Ik kreeg een hoge bankrekening en dat stelt me nu in staat om volop van het leven te genieten.’

Flint lachte even. ‘Als er iemand welbespraakt is en overtuigend, dan bent u dat wel, tante! Ik had al lang geleden horen te weten dat ik tegen u niet op kan.’

Ze praatten nu nog over de jaren dat de oude dame op Kimara Lodge had gewoond, en zo kreeg Liane inzicht in Flints jongenstijd. Zo hoorde ze ook over de jaren dat hij de volle verantwoordelijkheid kreeg te dragen van de uitgebreide landgoederen die hij geërfd had en dat hij nog een uitgebreid boscomplex bezat, ten zuiden van Ravensville, waar twaalf boys werk vonden en waarvan Lianes open plek met de waterval de begrenzing vormde.

Toen Liane afscheid nam, zei ze te hopen dat ze nog eens een gesprek met de oude dame zou mogen hebben voor ze weer terug zou keren naar Engeland.

‘O, dat gebeurt vast en zeker nog wel, kindje ..zei ze, maar haar stem stierf weg en Liane zag dat de reden daarvan iets was, dat ze op het gezicht van haar neef had gezien. Liane keek hem aan, zich ervan bewust dat een onbegrijpelijke stilte van zijn kant, gevolgd was op haar woorden over haar weggaan uit Afrika. En onvermijdelijk schoot haar zijn vreemde houding te binnen bij voorgaande gelegenheden, als ze het over haar vertrek had gehad en ze herinnerde zich ook, dat ze eens gedacht had dat hij misschien wel wilde dat ze langer zou blijven. Een vreemde verwarring vervulde haar en ze wendde zich even af onder het voorwendsel naar bloemen te kijken, die in sierpotten op de patio beneden hen groeiden. Zij voelde heel krachtig zijn aanwezigheid en er was iets in hem dat haar afstootte, dacht ze, en toen ze zich tenslotte weer omdraaide werd ze getroffen door de gespannen, bijna harde uitdrukking op zijn knappe gezicht.

‘Is er iets, Flint?’ De stem van zijn tante was een opluchting voor Liane, want de lucht rondom haar leek te zijn vervuld van een ondefinieerbare spanning. ‘Je ziet er zo aggressief uit!’

Zijn grijze ogen keken haar aan, met een ondoorgrondelijke uitdrukking erin.

‘Ik breng Liane terug naar Gimbulu,’ zei hij, haar opmerking negerend. ‘Ik ben vlug weer terug.’

‘Dan loop ik tot aan het hek met jullie mee,’ zei ze. ‘De beweging zal me goed doen.’

Toen Liane de goedgeklede dame voor zich uit zag lopen met een net zo trotse houding als haar neef, werd ze vervuld van bewondering en ze voelde dat het haar oprecht zou spijten als zij voor de laatste keer afscheid zou moeten nemen van tante Miriam.