HOOFDSTUK 1
Lianes aandacht werd getrokken door een aantal blauwe vlinders en haar peinzende ogen volgden hen net zolang tot ze opgingen in de duizelingwekkende kleurenpracht van de bloemen die een groot gedeelte van de tuin in beslag namen.
Ze stond een tijdje voor zich uit te staren en nadat zij zich bewust werd van een gevoel van eenzaamheid, wendde zij zich naar het huis dat, in de verte zichtbaar was tussen de bomen. Het was een lang, wit gebouw, in de stijl van de Hollandse huizen, die voor het eerst gebouwd werden in de wijngaarden van de Kaap. Aan de voorzijde en aan beide zijkanten bevonden zich schaduwrijke verhogingen, die elk voorzien waren van een latwerk waarover een massa subtropische bloemen een wonder van kleurcontrasten schiep en een zware geur verspreidde. De gladde groene gazons op het noorden, het oosten en het zuiden leken nog uitgestrekter door de breedgetakte eiken en mahoniebomen, die op ongelijke afstand van elkaar geplant waren en hun door de zon beschenen bladeren dansten in de wind. Op een groot betegeld terras dat om de aangelegde waterval was heengebouwd, stonden grote sierpotten die allerlei soorten palmen bevatten, waarvan sommige afkomstig waren van plaatsen als Barbados en het Midden Oosten.
Lianes grote, ver uiteenstaande ogen kregen een sombere uitdrukking toen er onprettige herinneringen in haar opkwamen, herinneringen aan een knap gezicht, een aantrekkelijke glimlach ... en aan haar onbeantwoorde liefde.
‘Liane! Kom je?’ De zorgeloze, vrolijke stem was die van Lianes nicht Kirsty die, toen ze met vakantie was in Durban, een Zuidafrikaner had ontmoet, zes maanden geleden met hem was getrouwd en nu de trótse meesteresse was van de Gimbulu Farm, een kleine maar welvarende boerderij in de vallei van een zijrivier van de Limpopo.
Liane slaagde erin een montere glimlach tevoorschijn te toveren toen ze ging zitten aan de keurig gedekte tafel, waar op salade en koud vlees klaarstond. Hiervoor had Sylvester gezorgd, de donkere huisjongen die samen met Lulu, het meisje dat drie keer in de week de was kwam doen en kwam koken, Kirsty alle huishoudelijke karweitjes uit handen nam. ‘Waar is Mark?’
‘Nog steeds is in de badkamer om al het zweet en het stof af te spoelen dat hij opdeed in het maisveld.’ Ze pakte de schaal met besmeerde broodjes en nodigde Liane zwijgend uit zich ervan te bedienen. ‘Hij zei dat we maar zonder hem moesten beginnen. ’
Liane nam wat brood en legde het op haar bord, voordat ze haar mes en vork ter hand nam.
‘Dat huis daarginds - Kimara Lodge - dat ziet er erg aantrekkelijk uit. Je vertelde dat het van een vrijgezel is die daar alleen woont, niet?’ Liane praatte enkel en alleen om maar wat te zeggen en om haar gedachten op het heden gericht te houden, in de hoop dat het verleden en de toekomst zich niet zouden opdringen.
‘Ja, dat is Flint Dawson, onze buurman. Hij bezit uitgestrekte landerijen en citrus-plantages.’ Plotseling twinkelden haar ogen vol pret, toen ze er aan toevoegde: ‘Zijn naam past goed bij hem, vooral als hij in een van z’n onverzettelijke buien is. En dat Flint-vuursteen past ook bij zijn ogen. Die zijn hard en donkergrijs van kleur en als je er diep inkijkt dan voel je dat de bezitter ervan zo hard is als graniet.’
‘Dat klinkt nogal onaantrekkelijk,’ was Lianes commentaar, terwijl ze zich zonder veel belangstelling concentreerde op het afsnijden van een stuk brood. ‘Zien jullie hem vaak?’
‘Ja, hij komt hier regelmatig heenrijden. Maar ik ben het er niet mee eens dat hij onaantrekkelijk is,’ ging Kirsty verder. ‘De vrouwen die in de Sunset Club komen in Ravensville, schijnen dol op hem te zijn. Begrijpelijk, want hij is natuurlijk een erg goede partij op een plek waar ongetrouwde mannen nogal schaars zijn.’
‘Heeft hij geen speciale vriendin?’
‘Alma Moulton, een schoonheid met een bleke teint, een slank figuur en een diepe, hese stem die voor mannen aantrekkelijk lijkt te zijn. Mij doet het meer denken aan een paard met ontstoken keelamandelen.’
Kirsty onderbrak zichzelf, toen Liane in lachen uitbarstte. ‘Er zijn er nogal wat die stellig beweren dat ze hem zullen strikken, maar ook anderen die zeggen dat hij hun type niet is. Nou ja, op dit moment zijn dat niets dan veronderstellingen, maar ik zeg dit: wie kans ziet onze knappe buurman aan de haak te slaan, zal er in moeten berusten dat ze goed onder de duim zal worden gehouden. Hij is verschrikkelijk bazig.’
‘Hij lijkt me nu nog onaantrekkelijker dan eerst.’
‘Nou, je kunt er morgen zelf over oordelen. Hij heeft ons uitgenodigd voor een borrel, morgenavond.’
‘O, ja?’ zei ze nu met een spoor van belangstelling. ‘Daar heb je me anders niets van gezegd.’
‘Dat wilde ik nog doen. Hij belde vanmiddag toen jij naar de rivier was. Hij zei dat het hem speet dat hij je niet had ontmoet en hij nodigde ons meteen uit om op Kimara Lodge te komen. Morgenavond, zoals ik al zei. Ga je mee?’
‘Natuurlijk. Wat trekken we aan?’
‘O, niets officieels, hoor; ’t is echt niet zo’n fabelachtig diner waarbij alle vrouwen elkaar proberen te overtroeven met lange avondjurken. Voor een borrelpartijtje als dit hoef je niet veel drukte te maken. Draag maar een van die leuke zomerjurken die je mee hebt gebracht.’ Er was, zonder dat zij het zelf wist, een zachtere toon in haar stem gekomen. Ze wist dat Liane ongelukkig was en daarom had ze met opzet haar best gedaan Lianes geest af te leiden van Richard. Flints uitnodiging had ze gretig aanvaard, omdat zo’n gezellig samenzijn een prettige afleiding zou zijn voor haar nicht. Liane keek haar aan over de tafel en, omdat ze de zachtere toon in de stem van haar nicht gehoord had, begreep ze dat Kirsty, ondanks haar vrolijke uiterlijk, werkelijk begaan was met Lianes lot.
Medeleven? Medelijden? Dat wilde Liane niet. Bovendien moest ze eerlijk bekennen dat ze dat ook niet verdiende. Het was stom geweest om op haar baas verliefd te worden, het was helemaal haar eigen fout geweest, aangezien Richard Wilding - voorzover Liane dat kon nagaan - haar niet éénmaal als vrouw had bekeken. Ze had hem eens horen zeggen dat Liane de meest efficiënte en bruikbare vrouw was die hij ooit had meegemaakt. En verder had hij nog gezegd dat hij bijzonder veel geluk had gehad toen hij haar als zijn sekretaresse kon aannemen.
Zes jaar lang was ze zijn sekretaresse geweest en het waren jaren geweest vol toewijding, dienstbaarheid en opoffering. Ze had nooit geaarzeld om een afspraak af te zeggen, als Richard haar nodig had. Zoals bijvoorbeeld bij die gelegenheid, dat ze haar zomervakantie al had besproken, maar die onmiddellijk had geannuleerd toen hij haar had gevraagd of ze hem wilde vergezellen naar een conferentie in het noorden van Engeland, die hij bij moest wonen. Liane wist nu dat alles wat ze gedaan had, als vanzelfsprekend door haar baas aanvaard was, maar ze wist ook dat hij hoogst aantrekkelijke kanten aan zijn karakter had en dat ze, als ze in staat zou zijn geweest door te dringen tot het innerlijk van de zakenman, alles zou hebben ontdekt wat zij van een echtgenoot verlangde. Het was de mooie en geraffineerde Mariene Saville gelukt het pantser van de man, die hét voorbeeld was van de geslaagde zakenmagnaat, te doorbreken en de schat erin te verwerven. Of Mariene al dan niet blij zou blijven met die schat dat was, voorzover het Liane aanging, een twijfelachtige zaak! Uiterlijk was Mariene perfekt, in de ogen van Richard. Hij was veertig geworden, zonder ooit betrokken te zijn geweest bij een serieuze liefdesaffaire, en onder de warmte van Marlenes aandacht werd hij een volkomen andere man. Maar Liane had het angstige vermoeden dat de man van wie zij hield, op zekere dag gedesillusioneerd zou achterblijven.
‘Je zit te dromen, kind.’ De zacht uitgesproken woorden van haar nicht brachten Lianes gedachten terug naar het heden en ze glimlachte vaagjes en nam nog een broodje. Het is nu eenmaal zo, Liane,’ voegde Kirsty er aan toe, ‘en het is maar het beste dat je het aanvaardt. Anders zul je een andere baan moeten nemen.’
‘Nou, zo diep zit ik nou ook weer niet in de put,’ verzekerde Liane haar.’ Het is eigenlijk zo dat ik de indruk heb dat ik m’n kans voorbij heb laten gaan. Je moet niet vergeten dat ik Richard zes jaar voor mezelf had ., .’ Ze onderbrak zichzelf en zuchtte spijtig. ‘Ik heb het niet slim gedaan, Kirsty. Zes jaar! Ik wist gewoon niet hoe ik hem ertoe kon brengen me als een vrouw te zien, en niet als een super-efficiënte robot die, zodra hij maar op een knop drukte, onmiddellijk in beweging kwam. Afgezien van heel wat moeite om me goed te kleden en daarom alleen datgene te dragen waarvan ik dacht dat het me flatteerde, heb ik maar heel weinig gedaan om zijn interesse te wekken op de manier die ik wilde. ’ Weer zuchtte ze en ze dacht aan de manier waarop Mariene er in was geslaagd om in een paar weken te bereiken waar zijzelf, sinds ze negentien was geweest, haar best voor had gedaan. En nu, nu ze vijfentwintig was, had ze zich erbij neergelegd dat ze een oude vrijster zou worden, aangezien ze zich met geen mogelijkheid kon voorstellen dat ooit een andere man Richards plaats in haar hart zou kunnen innemen.
‘Het komt omdat je geen vamp bent, dat is het,’ zei Kirsty. ‘Maar, Liane,’ ging ze verder, ‘als jij en Richard voor elkaar bestemd zouden zijn geweest, dan was hij, zonder enige aanmoediging van jouw kant, toch heus verliefd op je geworden. Dan zou hij heel gewoon vanzelf van je zijn gaan houden, zoals het ook met Mark en mij ging. En dat zou dan heel snel zijn gegaan.’
Liane knikte instemmend en verder werd er niet meer over Richard Wilding gesproken. Toch was Liane nog steeds van mening dat ze haar kans voorbij had laten gaan en ze was er zeker van dat ze nooit helemaal over de schok heen zou komen. Ze zou nooit vergeten, dat Richard haar, na haar terloops gevraagd te hebben op zijn kamer te komen, de instruktie had gegeven de aankondiging van zijn huwelijk in de krant te laten zetten. Liane had hem alleen maar aan kunnen staren en haar notitieschrift was uit haar trillende handen op de grond gevallen. Ze voelde dat er op dat moment iets in haar sprong.
‘We zijn de eerste twee weken in september weg,’ had hij eraan toegevoegd op die koele, onpersoonlijke toon die ze zo goed kende. ‘Maar je zult je wel op je gebruikelijke, slagvaardige manier weten te redden als er zich hier iets voordoet. Mariene wil dat ik kennis maak met haar moeder, die op Bermuda woont. Wil jij contact opnemen met een reisbureau en de vluchten en de hotels en verder alles wat je nog kunt bedenken, bespreken?’ Toen had hij geglimlacht op de manier die altijd een rilling van genoegen door haar hele lichaam had doen gaan. ‘Ik ben erg gelukkig, Liane, dat ik iemand als jij heb, die de verantwoordelijkheid voor al die dingen op zich kan nemen... O, tussen haakjes, wil je er ook voor zorgen dat m’n wagen wordt nagekeken? Bel Wrights op, maar zeg dat hij hem niet langer dan één dag mag houden.’ Hij had weer geglimlacht, maar op die dag, die ze nooit zou vergeten, hadden die glimlachjes haar zo’n hevige pijn gedaan, dat ze naar haar kleine flat in Kingston was gegaan en zich daar volledig had overgegeven aan haar diepe wanhoop. De rest van de avond had ze doorgebracht met te trachten tot het besluit te komen of ze haar baan zou opgeven om elders iets anders te zoeken, en dan ver weg, zodat ze niet het risiko liep ooit nog eens tegen Richard op te lopen ... of tegen zijn vrouw. Maar tenslotte gaf zijn afhankelijkheid van haar de doorslag, en zette ze de gedachte om haar ontslag in te dienen uit haar hoofd. Maar ze wilde wel dat er iets zou gebeuren, iets dat haar voldoende zou kunnen afleiden om haar door deze duistere periode heen te helpen.
En, alsof het een antwoord was op een gebed, was er nog geen week later een brief gekomen, waarin ze door haar nicht werd uitgenodigd een vakantie bij haar en haar man op hun farm in Zuid-Afrika te komen doorbrengen.
‘Kom maar wanneer je wilt, ik weet tenslotte dat die baas van je vast weer je normale vakantie in de war zal sturen, en blijf zo lang als je maar even kunt blijven. Je zult weg zijn van ons huis en zowel Mark als ik zullen het heerlijk vinden je bij ons te hebben.’
Liane was onmiddellijk begonnen alle achterstallige vakantiedagen die ze nog had, op te tellen. Richard had haar aangestaard alsof ze gek geworden was, toen ze hem kalm vertelde dat ze de uitnodiging van haar nicht had aangenomen en dat ze zes weken weg zou blijven.
‘Zes weken!’ had hij uitgeroepen, voor de eerste keer echte belangstelling voor haar tonend. ‘Hoe moet ik me dan in hemelsnaam redden?’ Zijn bruine ogen keken bijna smekend.
Bleek maar beheerst had ze doorgezet. Als hij haar plan niet zou goedkeuren, dan zou ze haar ontslag indienen. Dat zei ze hem op rustige, maar vastbesloten toon en ze had de woorden nog niet uitgesproken, of hij gaf toe en zei dat ze inderdaad een lange vakantie nodig had en dat ze die zeker moest nemen. Hij was zelfzuchtig geweest en onnadenkend en zijn oprechte excuses daarvoor kwamen tot uiting in een rijkelijke tantième, toen ze de week daarop haar salaris ontving, aan het einde van de maand en maar een paar dagen voordat ze naar Zuid-Afrika zou vliegen.
‘Veel plezier, Liane,’ had hij met een glimlach gezegd toen ze afscheid was gaan nemen en hij had er aan toegevoegd: ‘Ik moet je bekennen, Liane, dat ik erg blij zal zijn als je weer terug bent op kantoor.’
‘Liane, je ziet er geweldig uit!’ Kirsty was, na geklopt te hebben, de prettige wit en rose slaapkamer van haar nicht binnengekomen en bleef op een afstandje staan om haar met welgevallen te bekijken.’ Die tint blauw past prachtig bij je ogen! En dan die garnering! Ja, je had gelijk toen je zei dat je alleen droeg wat je flatteerde!’
De jurk van fris linnen met een garnering van brokaat in een bleker blauw dan de rest, stond haar inderdaad bijzonder goed. Het lijfje sloot strak om haar lichaam en de rok was tamelijk wijd. Het geheel accentueerde de gracieuze lijn van haar lichaam, terwijl de kleur de albasten blankheid van haar huid benadrukte, en het diepblauw van haar ogen.
‘Dank je, Kirsty,’ zei ze tenslotte rustig, om op haar beurt een waarderende blik te werpen op het aantrekkelijke beeld dat haar nicht vormde. Ze droeg een gebloemde tuniek over een witte rok en haar lichtbruine haar was weggeborsteld uit haar hartvormige gezicht en vastgemaakt met een strik van wit lint. ‘Nou, jij ziet er anders ook buitengewoon goed uit.’
De ander lachte en haar bruine ogen straalden. Haar volkomen gelukkige gezichtje was een genot om naar te kijken, dacht Liane .. . maar het deed haar ook weer denken aan zichzelf en aan haar hopeloze liefde voor Richard.
Kirsty’s man kwam ook al gauw. Hij was een man van gemiddelde lengte met genoegelijke, gebronsde trekken en brede, sterke schouders. Hij lachte vaak en innemend, hetgeen wees op een prettig karakter en een gelijkmatig temperament. Liane had hem, bij hun eerste ontmoeting, meteen gemogen en ze vond hem prettig gezelschap; hij was altijd opgewekt en heerlijk ongecompliceerd.
‘Zullen we door de velden gaan of met de wagen?’ vroeg hij aan zijn vrouw. Deze keek naar Liane, die zei dat het haar niet kon schelen hoe ze zouden gaan en vroeg of het gemakkelijker was om te wandelen.
‘Ik geloof van wel,’ zei Kirsty. ‘Het kost ongeveer vijf, zes minuten als we langs het pad door het veld gaan. Over de grote weg duurt het langer.’
‘Maar het kan wel regenen als we teruggaan, ’ waarschuwde Mark. ‘Je weet hoe snel hier een storm kan opsteken.’
‘Nou, dat riskeer ik dan maar,’ zei Kirsty. ‘En jij, Liane, en dat juweel van een jurk van je?’
‘Die zullen niet smelten als ze nat worden,’ lachte ze en zo werd besloten dat ze te voet door de velden zouden gaan.
De schemering begon al in te vallen toen ze bij Flint Dawsons huis aankwamen. Een tegelpad, omzoomd met bloemen, leidde naar het woongedeelte dat vanaf Gimbulu Farm niet zichtbaar was, in tegenstelling tot het andere gedeelte van de farm. Liane stond even stil en liet haar ogen vol welgevallen gaan over de gracieus gevormde gevel boven de vensters met de groene luiken, over de stoep met zijn decoratieve plavuizen en het met wijnranken begroeide dak waar een zachte, barnstenen gloed zichtbaar was.
Ze draaide zich om en wilde iets tegen haar vrienden zeggen, maar op dat moment kwam de eigenaar van het huis van ergens uit de tuin tevoorschijn. Hij was een grote, pezige Afrikaner, die gekleed was in een gemakkelijk wit jasje en een witte broek, en die met lange, ontspannen stappen de afstand die hen van elkaar scheidde aflegde met de gratie en de geluidloosheid van een roofdier.
‘Jullie zijn mooi op tijd.’ Hij stond voor Liane en zijn ogen gingen van haar opgeheven gezicht naar Kirsty, duidelijk wachtend om voorgesteld te worden.
‘Prettig u te ontmoeten, Miss Goulden.’ Zijn handdruk was stevig en automatisch keek ze neer op zijn vingers; die waren lang en slank en koffiebruin, evenals zijn gezicht, en ze toonden dat hij een man was die veel in de buitenlucht bivakkeerde.
Ze beantwoordde zijn groet en herinnerde zich dat ze hem als onaantrekkelijk had afgedaan. Dat wil zeggen, wat zijn manier van doen betrof, niet wat zijn uiterlijk aanging. Zijn stem was beleefd maar koel en zijn donkere ogen waren koud en onpersoonlijk, evenals zijn gelaatsuitdrukking en de snelle glimlach die hij haar schonk.
De drankjes werden door Kamau opgediend, Flint Dawsons bediende. Hij was een magere man van middelbare leeftijd, met wit haar en een stoïcijnse uitdrukking op zijn ingevallen gezicht, dat diepe lijnen vertoonde. Hij was al bij Flints ouders in dienst geweest; hij was bij hen gekomen toen hij nog maar twaalf jaar was.
Het gesprek was luchtig en Kirsty praatte veel. Het was opvallend hoe haar stem duidelijk geanimeerder klonk, wanneer zij het over haar man had. Liane merkte dat al gauw op. Het bracht een sardonische glimlach op Flints gezicht en ze vroeg zich af of hij cynisch stond tegenover liefde en huwelijk. Hij was vierendertig, had Kirsty verteld en hij had kennelijk geen haast gehad om zijn vrijheid op te geven.
‘Kirsty zei dat u hier maar voor zes weken zou blijven,’ zei Flint tenslotte op de beleefde manier van een gastheer en Liane, die had zitten kijken hoe de schemering de heuvels in het landschap deed vervagen, wendde haar hoofd naar hem toe en glimlachte hem langzaam en vriendelijk toe, terwijl ze zei dat dat inderdaad zo was.
‘Dat is niet lang genoeg,’ zei hij haar en ze knikte instemmend.
‘Ik ben al helemaal in de ban van alles hier,’ bekende ze. ‘Het is zo primitief en rustig en het is heerlijk om op de Gimbulu Farm te wonen.’
Kirsty bloosde een beetje bij deze lof en de uitdrukking op het gezicht van haar man was duidelijk trots.
‘Ja,’ antwoordde Flint terwijl hij zijn glas oppakte, ‘u hebt volkomen gelijk wat Gimbulu Farm betreft. Het is een heel aantrekkelijk landgoed.’
‘Maar het is toch niet van dezelfde klasse als dit hier,’ voelde Mark zich gedwongen op te merken, en Liane zag de plotselinge frons die Flints voorhoofd verduisterde. Hij bracht echter zijn glas naar de mond en dronk, waarna hij terugleunde in zijn stoel en zijn aandacht opnieuw op Liane vestigde.
‘Dus u vindt dit deel van ons werelddeel primitief, Miss Goulden?’
‘Het is zo volledig anders dan wat ik ben gewend. Ja, ik vind het primitief. Na nog maar drie of vier dagen merk ik al dat ik geobserdeerd word door het idee dat je hier, of in een land als dit, een leven kunt leiden zoals de natuur dat heeft voorbestemd.’
Ze sprak ernstig en was diep in gedachten, zodat ze de snelle, verblufte blikken van Mark en Kirsty niet opmerkte.
‘Wég dus van de betonblokken en de televisie-antennes, de waanzin van de grote autobanen en de wolkenkrabbers waarin de mens, het intelligentste dier van de schepping, zich opsluit?’ De vraag had iets scherps, maar was toch in ernst gesteld. Liane, even de andere twee vergetend, keek Flint aan en zei: ‘Dat is precies wat ik bedoel, Mr. Dawson. Waar moet het heen? Waarom hebben we afstand gedaan van de wijdsheid, zoals hier, en ons opgesloten in torenflats, terwijl zelfs de lucht rondom was vervuild is?’ Haar mooie, blauw-groene ogen schitterden van opwinding. Haar mond trilde een beetje, evenals haar handen. Zijn blik was op haar gezicht gevestigd met iets van belangstelling erin en dat was opvallend in tegenstelling met de koele, onpersoonlijke woorden bij de begroeting. Liane, nog steeds niet aan de andere twee denkend, werd zich plotseling bewust van Flints aandacht voor haar gelaatstrekken, alsof hij elk detail van haar verschijning in zijn herinnering wilde vastleggen.
‘Waar het heen moet?’ De herhaling van haar vraag werd op rustige, nadenkende toon uitgesproken.
‘De mens, Miss Goulden, wordt geobsedeerd door de materiële dingen in het leven. En voor de meeste zijn beton en plastic die materiële dingen ’
‘O, Flint,’ protesteerde Kirsty, die duidelijk genoeg had van zulke nuchtere en deprimerende opmerkingen, ‘wees nou niet zo pessimistisch! Straks ga je ons nog zitten vertellen dat de mensheid hals over kop naar zijn eigen ondergang holt, net zoals de voorspelling die je zo herhaaldelijk hoort uit de mond van zogenaamde geleerden die het volk, de massa, alleen maar kent als ‘zij’ en ‘hun’.’
‘De mens holt zéker vooruit,’ kwam Mark tussenbeide, ‘maar het lijkt mij dat hij dat doet om meer vrije tijd voor zichzelf over te houden.’ ‘Ik bedoel niet dat vooruit hollen,’ zei zijn vrouw en Mark knikte meteen en zei dat hij dat wist.
‘Het was alleen maar iets dat ineens in me opkwam,’ besloot hij, terwijl hij een blik op Flint wierp, alsof hij diens commentaar wilde horen.
‘Mark heeft gelijk,’ zei hij. ‘Al die inspanningen dragen er inderdaad toe bij dat de mensen over meer vrije tijd beschikken. Maar wat wordt er dan met de vrije tijd gedaan? Op een stoel voor de televisie zitten.’ ‘Terwijl men buiten in de frisse lucht zou kunnen zijn en de wijde, open ruimten zou kunnen ontdekken.’ Mark haalde de schouders op en voegde er met iets van onverschilligheid aan toe: ‘Maar waarom zouden we er ons druk over maken? We leiden het leven dat wij zelf gekozen hebben.’
‘Ja, jullie hebben dat geluk,’ zei Liane en er klonk onmiskenbaar iets van een zucht door in haar stem. ‘Mensen als wij...’ Ze spreidde de handen uit in een wat hulpeloos gebaar, ‘wij moeten nu eenmaal dicht bij een stad wonen, wij hebben geen andere keus, want daar werken we.’
‘Laten we over wat anders praten,’ zei Kirsty beslist. ‘Flint, klopt het dat er volgende zaterdagavond gedanst wordt in de Club?’
‘Ja, een diner-dansant. Komen jullie?’ Ofschoon zijn vraag tot Kirsty gericht was, waren zijn ogen op Liane gericht. Kirsty antwoordde bevestigend; ja, ze zouden er allemaal zijn. Ze zag de uitdrukking op Flints gezicht en was er zich van bewust dat hij waarlijk belangstelling had voor haar jonge nicht en het leek wel of hij elk lieflijk detail van haar verschijning in zich op wilde nemen; de lieve mond boven de spitse, wat ondeugende kin, de grote, wijd uiteenstaande ogen die, zoals de zee, van blauw in groen konden veranderen. Ze werden omlijst door lange, donkere wimpers die, op dit moment, aanbiddelijke schaduwen wierpen op haar albastblanke wangen. Flints ogen gingen, bijna onmerkbaar, van Lianes hoge, gladde voorhoofd naar de krans van roodbruin haar, dat glansde in het zachte licht dat door het baldakijn van wingerdranken scheen, uit de lamp die daartussen verborgen was. Weer werden zijn ogen naar haar toegetrokken, en nu naar haar mond en hals en haar aantrekkelijke rondingen en zelfs naar haar kleine, expressieve handen met de lange vingers en de volmaakt gevormde nagels. Kirsty, die zijn voorkeur voor onberispelijke kleren kende, twijfelde er niet aan dat hij ook de jurk had gezien die Liane aan had en die, zoals al haar kleren, distinktie en persoonlijkheid verried.
‘We moeten wel wat leuke dingen voor Miss Goulden organiseren, nu ze hier is,’ stelde Flint voor. ‘Ikzelf zal een paar diners geven en misschien een braaivleis organiseren.’
‘Dat zou reusachtig zijn!’ glimlachte Kristy. ‘Wij geven ook een diner, en misschien ook wel een braaivleis.’
‘En er zullen toch nog wel meer dansfeesten zijn in de Club, dacht je niet?’ zei Mark.
‘Mogelijk,’ antwoordde Flint nadenkend. ‘Ik geloof dat Jim Berger een party geeft voor de verjaardag van z'n vrouw. Als dat zo is, dan zijn we allemaal welkom. Het wordt een diner-dansant of, misschien, een koud buffet.’ Zijn blik was naar Lianes glas gegaan, dat bijna leeg was. ‘Nog zo een?’ vroeg hij met een glimlach. Liane dronk haar glas leeg en overhandigde het hem.
‘Ik heb echt al dat vertier niet nodig,’ protesteerde ze, toen er opnieuw over werd gesproken. ‘Ik ben dol op wandelen en daar is hier vast wel alle gelegenheid voor. Ik vind het alleen al heerlijk om door de tuin te wandelen. Ik ben met Kirsty naar Ravensville geweest en ik neem aan dat we nog wel eens zullen gaan, vaak zelfs. De tijd zal vast omvliegen.’ Deze laatste opmerking ging vergezeld van een verontschuldigende blik in Flints richting. ‘Het is erg aardig van u om aan me te denken, maar ik ben heel goed in staat om mezelf bezig te houden.’
‘U bent een opmerkelijk iemand, Miss Goulden,’ was Flints onverwachte antwoord en iets van een glimlach kwam op zijn lippen toen hij de verraste blik zag, die zijn woorden teweegbrachten op de gezichten van Kirsty en haar man.
‘Als je Flints tuin zou zien, dan zou je niet zo verrukt zijn van de onze,’ zei Kirsty. ‘Zijn tuin heeft het voordeel dat hij jaren geleden al door een deskundige werd aangelegd.’
‘Die van jullie groeit net zo mooi uit op den duur,’ zei hij en voegde er toen aan toe, ‘Miss Goulden, u moet echt eens de tuinen hier komen bekijken. Ik moet het wel eens zijn met Kirsty dat ze iets bijzonders zijn, ook al heb ik daar zelf de hand niet in gehad. Zoals u al wel begrepen zult hebben, werden ze ver voor mijn tijd aangelegd.’
Liane wierp hem een snelle blik toe en ze vroeg zich af waarom hij haar gevraagd had om de tuinen te komen bekijken. Ze vond hem vriendelijk, maar dat toch op een heel formele manier. Dat hij zo uit de plooi kwam dat hij haar uitnodigde bij hem thuis te komen, nadat ze niet meer dan een uur in zijn gezelschap was geweest, verraste haar inderdaad.
‘Dat is aardig van je,’ glimlachte Kirsty, ‘Liane kan altijd.’
Liane bloosde even om de gretigheid, waarmee Kirsty op zijn uitnodiging inging. Ze twijfelde niet aan de reden hiervan: Kirsty wilde dat Lianes dagen - en ook haar geest - zo vol afleiding zouden zijn, dat er weinig of geen gelegenheid zou zijn te piekeren over het aanstaande huwelijk van de man van wie ze hield.
‘In dat geval,’ zei Flint op prettige toon, ‘spreken we af voor morgenmiddag.’
Weer was Liane wat verrast en dit keer de snelle geestdrift waarmee Flint de afspraak had gemaakt.
‘Ik dank u zeer,’ was haar weerwoord. ‘Het is erg vriendelijk van u me uit te nodigen.’
Het gesprek ging nu in een andere richting en werd meer vluchtig en even stond Liane zichzelf toe zich er aan te onttrekken en zich in haar stoel te ontspannen om te genieten van de lieflijke, gedempte kleuren van het landschap, tot de schemering zich overgaf aan de vriendelijke invasie van de nacht. Verdoofd door de doordringende bloemengeur, die aangevoerd werd door het briesje, keek ze hoe de hemel zich tot een dieppaars kleurde in slechts enkele ogenblikken tijds en daarmee het moment aankondigde dat de sterren zouden verschijnen als lichtende slingers aan de hemel en zich zouden gaan spiegelen in het water van de fontein en de vijvers in Flints tuinen.
Hun gastheer sprak en Liane luisterde geboeid naar de heldere, aantrekkelijke klank van zijn stem. Ze wendde het hoofd om en wierp een kritische blik op zijn gezicht, een interessant gezicht met donkere, wat sombere trekken en een vooruitstekende kin die kracht en persoonlijkheid uitstraalde, een harde strenge mond, grijze waakzame ogen die nu onpeilbaar waren, maar enkele ogenblikken geleden nog loom hadden geleken, toen dé zware oogleden ze vernauwd hadden. Hij keek Liane onderzoekend aan, wakker geschud door haar scherp observerende blik. Hij glimlachte wat spottend, vond ze, en ze bloosde bij de gedachte dat hij gemerkt had dat ze hem zo opdringerig had zitten bekijken. Zijn reaktie op haar kijken verraste haar; ze vond dat een arrogant optrekken van een van die rechte wenkbrauwen meer op zijn plaats was geweest bij een zo edele en superieure persoonlijkheid. Maar inplaats daarvan keek hij haar alleen maar op een vagelijk verwarrende manier aan, alsof hij wachtte op wat ze zou gaan zeggen. Maar het was Mark die de stilte verbrak met een aantal vragen over de citruskweek.
‘Als je daarmee wilt beginnen, dan moet je er eerst wél goed over nadenken,’ zei Flint. ‘Het gaat toch goed zoals je nu werkt; met een gemengd bedrijf?’
‘Zeker, maar ik wou eigenlijk wel eens iets nieuws proberen.’
Flint knikte en praatte daarna over de verschillende aspekten - en risiko’s - van het veranderen van landbouwmethoden en produkten. Kirsty, die een poos had toegeluisterd, trok een verveeld gezicht tegen haar man en vroeg of ze niet over iets anders konden praten. Flint lachte en dat verwonderde Liane, die gedacht had dat hij juist zou fronsen om dan door te gaan met het onderwerp.
‘Dat verveelt je, hè, Kirsty? Mark, als je over zaken wilt praten, dan kom ik een dezer dagen wel even bij je langs om mogelijke veranderingen met je te bespreken.’
‘Graag Flint, ik zal je advies erg op prijs stellen.’
De avond verstreek en het werd tijd voor de bezoekers om huiswaarts te gaan. Flint liep met hen mee tot de poort. Het pad werd smaller; Kirsty en Mark liepen voorop en er ontstond een kleine afstand tussen hen en het paar achter heen, omdat Flint langzamer liep dan Mark. ‘Wat vredig is alles toch! ’ In vervoering door alles wat haar omringde de dromerige hemel, de slaapwekkende geuren die werden meegevoerd door de bries, de bush, vol van vreemde geluiden - ontdekte Liane dat ze fluisterend sprak. ‘Zo’n rust en zo’n plechtige sfeer heb ik nog nooit meegemaakt.’
Hij keek in het maanlicht op haar neer en hoorde de lichte aarzeling bij de woorden die ze sprak.
‘Vindt u de bush-bush plechtig?’ zei hij en Liane beaamde dat. Ja, ze vond de bush-bush plechtig en ook ontzagwekkend.
‘En het is zo dromerig, zo veraf,’ voegde ze er aan toe, bijna alleen tegen zichzelf, want ze dacht aan Londen en de drukte van mensen en gebouwen en verkeer en dat verstikkende gebrek aan ruimte en frisse lucht. Ze keek omhoog en het leek of de sterren nu laag stonden en verbijsterend helder straalden. Ze merkte dat denken aan Londen het beeld Richard en zijn verloofde weer in haar herinnering had gebracht en ze probeerde nu met alle macht zich bij het heden te bepalen, want hier heersten schoonheid en vrede, en beide zouden een ware balsem zijn voor haar wonden, als ze maar zo verstandig was ze op die manier te laten inwerken.
‘Als ik u zo hoor, dan zou ik zeggen dat u romantisch bent, Miss Goulden.’ Er klink iets van vermaaktheid door in zijn stem. Liane lachte even en wendde het hoofd zo snel om, dat het maanlicht haar haren ving toen die tegen zijn arm zwaaiden. Het glansde en ze merkte dat zijn ogen er naartoe werden getrokken, en daarna naar haar gezicht en haar ogen.
‘Iedereen die gevoel heeft moet het hier wel romantisch vinden,’ antwoordde ze gevat, maar het volgende moment had ze zich teruggetrokken en steeg er een blos op naar haar wangen, want Flint had met een vreemde intonatie in zijn stem gezegd: ‘Er zijn verschillende soorten romantiek en ik hoop dat de soort waar u het nu over heeft, niet beperkt zal blijven tot de natuur alleen.’
Probeerde hij met haar te flirten?
Ze weifelde en schudde het hoofd. Flint Dawson leek er haar de man niet naar om zijn tijd te verspillen met zulke frivoliteiten. Trouwens, hij had al een vriendin, Alma, het meisje met het slanke figuur en de hese stem.