31
Binnen een halfuur was het raak. Hoewel de afstand tussen haar huurauto en de gele Renault vijftig meter bedroeg, zag ze hoe Sanne ineens haar rechterarm naar de passagiersstoel uitstrekte. Ze pakte haar mobiele telefoon en keek heel even op het display. Bij de volgende kruising sloeg ze rechtsaf en gaf behoorlijk veel gas.
Sanne parkeerde haar auto op het terrein van La Luna, een groot appartementengebouw dat zich drie straten achter de boulevard van El Arenal bevond. Ze stopte de mobiele telefoon in haar tas en stapte uit. Met de nonchalante houding van iemand die de hele dag niets anders doet, liep ze de receptie binnen en knikte vriendelijk. De blik van de receptionist bleef gericht op het computerscherm recht voor hem. Ter begroeting stak hij zijn linkerhand op naar de zoveelste reisleidster die door een zieke, zwakke, misselijke of boze gast was gebeld. Hij wilde absoluut niet weten om welk probleem het ging. Tijdens elke dienst had hij al genoeg gezeur aan zijn hoofd.
Dagmar zag Sanne in de richting van het trappenhuis lopen. Zelf kwam zij met de tred van een toerist de hal van het complex binnen. Ze droeg een korte, witte broek, een roze T-shirt en groene slippers. Haar ogen en haren waren bedekt met een zonnebril en een baseballcap. Een toeristenoutfit die geen belangstelling bij de receptionist op zou wekken. De man keurde haar inderdaad geen blik waardig.
Eenmaal in het trappenhuis bleef ze staan en luisterde aandachtig. Het getik van Sannes hakken werd door de muren weerkaatst. Het was een zacht, bijna dof geluid, aangezien reisleidsters geen hoge hakken droegen. Dat het hen tijdens werktijden was verboden op gymschoenen of slippers te lopen, was voor Dagmar een meevaller. Zo snel en geluidloos mogelijk beklom ze de trap.
Ter hoogte van de tweede etage bleef Dagmar even staan. In plaats van de echo van de voetstappen hoorde ze enkel haar eigen ademhaling. Om dit geluid voor even te minimaliseren, haalde ze nadrukkelijk adem door haar neus en blies langzaam door haar mond uit. Het leek alsof Sanne ergens onderweg argwaan had gekregen toen ze even achterom had gekeken. Helemaal niet vreemd als je van haar situatie op de hoogte was. Dácht dat je daarvan op de hoogte was, corrigeerde Dagmar zichzelf. Tot het moment dat ze daadwerkelijk bewijs had, bleef het gissen.
Boven haar hoofd klonk weer het geluid van voetstappen. Sanne had haar weg vervolgd.
Dagmar haalde opgelucht adem door haar mond en liep verder. Nadat ze de tweede etage was gepasseerd, hoorde ze hoe een deur werd geopend. De echo van de voetstappen vervloog snel. De derde etage, ging het door haar heen. Sanne heeft het trappenhuis verlaten en loopt nu op de galerij. Ze zette aan voor een tempoversnelling.
Toen ze eenmaal de derde verdieping had bereikt, duwde ze de deur open. Ze stond in een vijf meter lange hal. Aan het eind ervan begon de galerij. Je kon er rechts- of linksaf slaan. Even en oneven nummers, meldde een bordje aan het einde van de hal.
Met grote passen liep ze naar de splitsing. Het was nu uiterst belangrijk om het contact met Sanne niet te verliezen. Ze wilde weten naar welk appartement de reisleidster was gestuurd.
Toen ze aan het eind van de gang kwam, keek ze naar links. Haar hart miste een slag. Sanne stond tien meter van haar vandaan voor de deur van een appartement. Voordat ze de kans kreeg haar goed te bekijken, sloeg Dagmar rechtsaf en mat zich een sloom loopje aan. Ze hoopte dat deze manier van lopen en haar kleding voldoende waren om Sanne te misleiden. Terwijl ze verder liep, prentte ze de deur in haar geheugen waar Sanne had gestaan.
Ze wachtte dertig tellen en draaide zich toen om. Sanne was verdwenen. Meteen keek ze op haar horloge en prentte de tijd in haar geheugen. Hierna versnelde ze haar pas. Toen ze dichtbij genoeg was om het nummer van het appartement te zien, bleef ze staan. Nummer 337. Het was ongeveer een minuut geleden dat Sanne hier naar binnen was gestapt. Althans, daar ging ze van uit. Dat leek het meest logische.
Dagmar draaide zich om en liep naar een portiek in het midden van de galerij, waar de even nummers zich bevonden. Het was een ruimte tussen de appartementen in waar grote afvalemmers stonden. Ze deed haar best de zure lucht te negeren en ging achter een afvalemmer op haar hurken zitten. Door haar bovenlichaam iets naar rechts te buigen, kon ze precies de voordeur van appartement 337 zien.
Toen Sanne weer naar buiten kwam, gaf haar horloge aan dat er weer twee minuten waren verstreken. Sanne was dus in totaal drie minuten binnen geweest. Ongeveer dezelfde tijd die Ingrid over haar ‘bezoekjes’ had gedaan. Ze wachtte tot de reisleidster de gang inliep en kwam daarna overeind.
In het trappenhuis hoorde ze meteen de regelmatige voetstappen van Sanne. Omdat ze nu vlak achter haar wilde blijven, daalde ze snel de treden af. Bij de receptie aangekomen knikte ze verveeld de man toe die enkel oog had voor zijn computerscherm. Hij maakte een gebaar dat iets weg had van een groet. Ze vond het prima. Hoe minder aandacht, hoe beter.
Ze zag hoe Sanne in haar auto stapte en in haar handtasje rommelde. Ze versnelde haar pas en liep in de richting van de uitgang van de parkeerplaats. Toen de Renault haar kant op kwam, ging ze recht voor de uitgang staan waardoor Sanne af moest remmen. Nadat de auto tot stilstand was gekomen, stapte ze naar links en trok het rechterportier open.
‘Hallo Sanne,’ zei Dagmar toen ze instapte. ‘Verrassing.’
In haar stem klonk zelfs geen zweem van enthousiasme door.