4 Horen, zien en zwijgen
John en Darlene bestonden echt! Hun manier van leven en liefhebben en hun oprechtheid waren me totaal vreemd. Er gaapte een enorme kloof tussen wat zij van me wisten en de geheimen die ik met me meedroeg. Ik wist dat ze me nooit zouden geloven. Ik dacht er een paar keer over na of ik John en Darlene iets zou kunnen vertellen, wat ik hun zou moeten vertellen, en of ik hun zou kunnen vragen mij te helpen. Maar al snel begreep ik dat ze me niet in de buurt van hun kinderen zouden willen hebben als ze wisten hoeveel boosheid er in me zat. Er was geen schijn van kans dat ze ooit zouden begrijpen of geloven dat ik samenwoonde met een moeder die tot de ergste kindermishandelaars uit de geschiedenis van Californië kon worden gerekend, als ze al niet de ergste was.
Het viel me zwaar te accepteren dat ze er geen woord van zouden hebben geloofd.
Die zaterdagochtend kleedde ik me vroeg aan en ging op zoek naar het huisnummer dat Darlene me had gegeven. Toen ik het had gevonden, liep ik naar de zijingang. In de achtertuin waren een heleboel mensen aan het werk. Ik liep de tuin in. Darlene zag me meteen en begroette me opgewekt.
Een man was graszoden aan het leggen, en zelfs op zijn knieën en met de rug naar me toe zag ik dat hij erg groot was. Toen Darlene me aan haar man John voorstelde, stond hij op, stak zijn hand uit en heette me welkom in onze buurt. Hij was langzaam overeind gekomen en hij bleek inderdaad enorm lang te zijn. Hij was een indrukwekkende man, minstens een meter negentig lang. Ik verwachtte een luide, bevelende stem, maar hij bleek net zo vriendelijk als Darlene, en gedroeg zich eigenlijk net zo. Hij kwam oprecht over en gaf me het gevoel echt welkom te zijn.
John werd door een jong stel geholpen dat als Kevin en Sandy werd voorgesteld. Ze leken net zo oprecht en positief. Het was alsof ze allemaal het geheim voor een tevreden en gelukkig leven kenden. Ik was diep onder de indruk.
De weken daarop gaven John en Darlene me het gevoel alsof ik deel van hun gezin uitmaakte. Vaak keken we samen met de kinderen naar een film; we deden van alles samen - als een echt gezin.
Wanneer ze me vroegen op de kinderen te passen, was ik dolgelukkig vanwege het vertrouwen dat ze in me stelden. Terwijl de zomer verstreek en de school begon bracht ik na schooltijd steeds meer tijd door bij de familie. Meestal rende ik van de schoolbus naar huis, bleef daar zo kort mogelijk en ging dan snel weer naar de familie Nichols.
Heimelijk vergeleek ik me met Wendy en Steve - de oudste kinderen van het gezin. Ik wist dat zij nooit ook maar iets zouden ervaren van wat ik allemaal had meegemaakt en voor hen verborgen hield. Ik wist best dat het weinig zin had me met hen te vergelijken - ik was bijna zestien en Wendy en Steve waren respectievelijk tien en negen - maar ik wilde begrijpen hoe het kwam dat ze zo goed met elkaar omgingen.
Ik herinnerde me een moment toen ik negen was en ik na een uitzonderlijk pak slaag van mama in een ambulance lag en naar het ziekenhuis werd vervoerd, en aan al die keren dat ik me als een dier in het souterrain van het huis in Daly City had verstopt.
Zij stotterden niet, wat ik wel had gedaan, en zij vonden het heerlijk om bij hun ouders te zijn. In feite waren Wendy en Steve zo volslagen anders dan ik zelf op die leeftijd was geweest, dat ik eigenlijk niets van die twee kinderen begreep. Het was beslist niet hun bedoeling, maar ze intimideerden me enorm.
Het was al snel zonneklaar dat mama overstuur raakte van het feit dat ik wat geluk bij de familie Nichols vond. Het duurde dan ook niet lang voordat ze kans zag tussenbeide te komen. Tot op dat moment had mama er goed voor gezorgd dat ze buitenshuis haar handen van me af hield. Maar ze wist dat ik nu zoveel mogelijk van huis was, en dat ontnam haar de mogelijkheid me mentaal of fysiek te mishandelen.
Ik had een soort routine met John en Darlene opgebouwd. Op vrijdagavond nam ik een zelfgemaakte pizza mee die we oppeuzelden terwijl we naar een film keken. Aanvankelijk verbijsterde het me dat er altijd films werden uitgekozen die voor alle leeftijden geschikt waren, maar langzamerhand werd me duidelijk dat ze ook hoge verwachtingen van hun kinderen hadden. Ik paste me snel bij hun keuze aan en keek met plezier, ook al waren ze soms wat saai.
Op zo'n vrijdagavond, vlak nadat ik uit school kwam, vertelde mama me dat ze Nichols had opgebeld, en er geen doekjes om had gewonden. Ze had gezegd dat ik niet moest denken me bij haar thuis zo vreselijk te gedragen, om er vervolgens vandoor te gaan en me bij hen te verschuilen!
Ik was verpletterd. Ze had Darlene gebeld, mijn Darlene, en me totaal voor schut gezet. Ik wist niet wat ze precies had gezegd en ik durfde er niet naar te vragen.
Zodra ik bij de familie Nichols binnen was, zei Darlene: 'Cathy belde en vertelde me dat je je thuis vreselijk gedraagt.' Ze zweeg even en vroeg toen of mijn moeder soms dronk. Ze had tijdens het gesprek gemerkt dat mama's stem had geklonken alsof ze flink had gedronken, maar omdat het vroeg in de ochtend was geweest, wilde Darlene het zeker weten.
'Ze drinkt inderdaad. Heel veel,' zei ik.
Ik was ervan overtuigd dat mama's drankzucht zich op mij zou afspiegelen en dat ze me nu met andere ogen zouden bekijken.
Maar tot mijn verbazing maakten John en Darlene me duidelijk dat ze al hadden vermoed dat mama dronk, en dat er tussen haar en mij 'onenigheid' bestond.
Ze probeerden elk op hun eigen wijze met mama en haar manier van leven in het reine te komen, maar zorgden er wel voor niet tussenbeide te komen. Als ze van mama's schizofrene gedrag hadden geweten, zouden ze haar en mij op afstand hebben gehouden, dat wist ik haast wel zeker.
Ik wist ook dat ik hun met geen mogelijkheid duidelijk zou kunnen maken wat er aan de hand was. Het was ook maar beter dat ze er geen flauw idee van hadden; dat was wel zo rustig. Het waren intelligente mensen, maar hun wereldje was mijlenver verwijderd van de wereld vol mentale en fysieke mishandeling waarin ik van jongs af aan had geleefd.
Al snel maakte mama er een gewoonte van John en Darlene minutieus van mijn doen en laten op de hoogte te brengen. Wanneer ik brutaal was of mijn poot stijf hield, of wanneer ik dingen deed 'die de familie Nichols beslist niet zou goedkeuren' zorgde zij er wel voor dat ze het te weten kwamen. Ze deed haar uiterste best een wig te drijven tussen mij en het gezin waarvan ik zoveel was gaan houden en waarvoor ik zoveel respect had. Ik schaamde me ervoor dat ze Darlene steeds maar weer belde en haar geduld op de proef stelde. Maar Darlene reageerde elke keer door vriendelijk te zeggen dat de Richard die mama haar voortoverde heel anders was dan de Richard die zij kende. 'Hij gedraagt zich nooit zo bij ons,' zei ze tegen mama.
In de paar weken dat ik hen kende kreeg ik van John en Darlene meer steun dan ik in mijn hele leven van mijn moeder had gekregen. Toen ze weinig succes had met haar pogingen me net zo ellendig te laten voelen als zij wanneer ik niet in de buurt was, sloeg ze een andere weg in.
Ik wist best wat ze John en Darlene allemaal had verteld, maar dat ze zo diep zou zinken kon zelfs ik niet geloven. Op een gegeven moment begon ze verhalen te verzinnen over vreselijke woordenwisselingen die uiteindelijk eindigden in handtastelijkheden, en dat ik haar mishandelde! Ze verzon ook van alles over mijn moraal, en over mijn seksuele uitspattingen. Niet dat ik nooit heimelijk met meisjes was omgegaan - ik had ze zelfs wel eens stiekem 's nachts mee naar mijn kamer gesmokkeld - maar wat zij vertelde was altijd ver bezijden de waarheid. Juist het feit dat ze nooit eerlijk kon vechten maakte me zo kwaad.
Mama was er inmiddels achter gekomen dat ik rookte en drugs gebruikte. En daarover verzon ze ook de wildste verhalen. Ze deed voorkomen alsof ik steeds vreselijk dronken was, en dat ik regelmatig zo stoned als een garnaal was, maar ze zat er altijd naast als het om de details ging. Altijd. Goed, ik gebruikte drugs omdat ik er troost in vond. De paar vrienden die ik op school had gebruikten het ook en het hield ons bij elkaar.
In het begin was het onschuldig en er was makkelijk aan te komen. Af en toe een jointje tussen de lessen door, en dat was het dan voor de hele dag. Maar met het verstrijken van de tijd, toen ze John en Darlene steeds meer hinderde, begon ze ook andere buren met haar verhalen lastig te vallen. En hoe meer ze haar best deed mijn leventje - voor zover daar nog sprake van was - te verpesten, hoe meer behoefte ik aan sterkere drugs begon te krijgen. Hoe meer mama over mijn drugsgebruik loog, hoe vastberadener ik werd haar in het gelijk te stellen.
Wat me het meest dwars zat was het feit dat ze er helemaal niets van begreep. Dat ze nooit een geloofwaardig verhaal wist op te dissen. Wanneer ik cocaïne gebruikte, dan was ik volgens haar aan de hasj. Wanneer ik met wat meisjes van school iets ging drinken, beweerde zij dat ik haar wodka stal en die zelf opdronk. Al snel hield ik ermee op John en Darlene duidelijk te maken dat mama geen idee had waarover ze het had, omdat ik merkte dat ze zelf prima in staat waren hun eigen conclusies te trekken.
Lang geleden had mama ervoor gezorgd hoe ze mijn leven zo ellendig mogelijk kon maken. En nu deed ze haar uiterste best mijn nieuwe leven onderuit te halen. Niets werd verzwegen. Alles wat ik deed werd doorverteld en enorm overdreven. Op een gegeven moment besloten John en Darlene dat ze haar niet langer wilden aanhoren en gaven ze mij de kans mezelf te zijn. Omdat ik met geen mens over mijn drank- en drugsgebruik sprak, hadden ze allebei geen idee dat mama op bepaalde punten wel gelijk had.
Ik leerde me bij het gedrag van hun kinderen aan te passen en zag hoe ze opgroeiden en zich op school en in het dagelijkse leven in een groot gezin ontwikkelden. Ik leerde uit de eerste hand wat broers en zusjes voor elkaar betekenden, en hoe ze met elkaar omgingen. Ik leerde eindelijk wat het was om 'normaal' te zijn.
Vlak voor mijn zestiende verjaardag vroegen John en Darlene of ik overwoog mijn rijbewijs te halen. Ze wisten niet dat ik daarover eindeloos woorden met mama had gehad. Aangezien ik nog geen achttien was, had ik haar toestemming voor een tijdelijk rijbewijs nodig, wat ze natuurlijk had geweigerd.
Darlene wilde weten waarom mama me er geen toestemming voor wilde geven. Ze belde mama op om te proberen haar ervan te overtuigen dat ik zo'n rijbewijs nodig had, en daarmee deed ze precies wat mama had gewild. Ik wist dat ze me zo zwart mogelijk zou afschilderen. Ik kon Darlene natuurlijk niet vertellen dat ik zwaar aan de drugs was, ook al had mama het wat betreft de soorten drugs volledig bij het verkeerde eind. Ik hield me gewoon van den domme en hoopte dat mama zich uiteindelijk zelf te schande zou maken.
Toen ik op een middag thuiskwam hoorde ik mama aan de telefoon. Ik vroeg me af of ze Darlene of John aan de lijn had om weer eens kwaad van me te spreken. Zodra ze in de gaten had dat ik in de kamer was, draaide ze zich abrupt van me af en zei: Jullie hebben gewoon geen idee hoe gewelddadig hij kan zijn. Het is veel te gevaarlijk hem achter het stuur van een auto te zetten. Hij is altijd wel onder invloed van het een of ander.'
Ik wist met wie ze sprak, en wat haar bedoeling was.
Dat ging maandenlang zo door. Ik trok me geleidelijk aan van de familie Nichols terug omdat ik me dood schaamde over de manier waarop mama hen benaderde. Het kwam zelfs zo ver dat ze hen vaker belde dan dat ze ruzie met mij maakte. Omdat ze voor de zoveelste keer een manier had gevonden me klein te houden en me depressief te maken, begon ik naar een andere uitweg te zoeken, een andere manier om de tijd door te komen.
Een paar leerlingen van de middelbare school hadden thuis dezelfde problemen, en het troostte me dat ik niet de enige in Sandy was die zo'n leven leidde. Bij veel van hen leek het erop alsof ze net als ik van dag tot dag leefden. Daar zagen ze ook naar uit: ze kleedden zich anders, ze spraken anders, en ze staken duidelijk af tegen de normale tieners die vrolijk en lachend met elkaar kletsten.
Andere leeftijdgenoten op school wisten dat de 'stoners' afweken van de andere groepjes en kliekjes. Iedereen ging ervan uit dat we pure hangjongeren waren - dat we spijbelden en tijdens schooltijd dronken en drugs gebruikten. Ze hadden ergens wel een beetje gelijk, alleen wisten ze niet waaróm we zo waren. Ik ging ervan uit dat de anderen zich wel eens afvroegen hoe het er bij ons aan toe ging, maar niemand nam de moeite het ons te vragen. Voor de leerlingen en de leraren waren we gewoon probleemjongeren. Dat waren we niet echt, we hadden alleen met problemen te kampen waarmee we geen raad wisten. Hoe er ook over ons werd gedacht - of we populair waren, of als macho's of weirdo's werden beschouwd, we leken op elkaar, stuk voor stuk.
Toen ik met meer leerlingen in contact kwam, kwam ik sociaal enorm onder druk te staan. Het duurde niet lang of ik volgde geen enkele les meer, ging overdag naar feestjes, en ging dan net op tijd weg om de schoolbus te halen. Verscheidene keren probeerde ik nieuwe drugs uit, en merkte toen dat ik de uitwerking daarvan met geen mogelijkheid kon verheimelijken. Ik snapte niet dat het anderen wel lukte. Tot dan toe had ik gedacht dat ik wat meisjes en alcohol betrof precies wist waarmee ik bezig was, maar al snel werd me duidelijk dat ik er geen flauw idee van had.
Ik kwam steeds minder vaak bij de familie Nichols, en na een tijdje sloot ik me aan bij een heel klein groepje leerlingen. Een ervan, Nathan Bennet, nam me onder zijn hoede. Zijn vader had jaren geleden de benen genomen, zijn moeder was aan de drank geraakt en was nauwelijks in staat hen beiden te onderhouden. Binnen de kortste keren was ik op de hoogte van de omstandigheden bij hem thuis, en vooral van de uitwerking van bepaalde hallucinogene drugs. Ik begon met veel meer drugs te experimenteren.
Ik had altijd een voorkeur gehad voor de combinatie van cocaïne en alcohol. Op school was ik vaak zo moe en beroerd dat ik me alleen met nog meer drugs op de been wist te houden. En zo zat ik in een vicieuze cirkel die alleen maar verkeerd kon aflopen.
Op school was ik zo achterop geraakt dat ik dat nooit meer kon inhalen, iets wat de directeur van de school niet ontging. Toen het duidelijk was dat ik met mijn cijfers nooit zou kunnen overgaan, belde de directeur naar huis en deelde mijn moeder mee dat ik de helft van het leerjaar heel wat lessen had verzuimd. Hij vertelde haar ook dat ik een paar keer naar huis was gestuurd omdat ik achter het gymlokaal had gerookt.
Dat speelde mama natuurlijk in de kaart. Nu kon ze me tegenover John en Darlene pas echt als een ernstig verknipte mislukkeling afschilderen. En ze verzuimde niet het ook aan Judy en Robert Prince te vertellen, andere buren die belangstelling voor mijn doen en laten hadden gekregen. Wanneer ik behoefte had met een volwassene over mijn problemen te praten, nam ik af en toe Judy in vertrouwen.
Net als Darlene en John had dit stel me ook in hun leven toegelaten, en tegelijkertijd probeerden ze me aan het verstand te brengen dat mijn huidige levenswijze veel te wensen overliet. Iedere keer dat ik met iemand wilde praten en me ervoor geneerde dat met John en Darlene te doen, was er Judy die me begreep en liet blijken dat ze zich heel goed om me kon bekommeren zonder me schuldgevoelens aan te praten.
In de zomer van 1981, tegen het eind van het schooljaar, merkte ik dat ik eigenlijk helemaal geen vrienden meer had. Het enige wat ons nog bij elkaar hield waren de eindeloze feestjes. Ik was zeventien, en had opnieuw het gevoel dat ik stuurloos in een eigenhandig veroorzaakt vacuüm van zelfvernietiging ronddobberde. Mama hoefde steeds minder te overdrijven als het om mijn tekortkomingen ging - die werden voor iedereen die me inmiddels kende steeds meer zichtbaar. Het kon me ook niet meer schelen wat mama de buren allemaal vertelde.
Niets kon me meer schelen. Ik wilde niet langer klem komen te zitten tussen de realiteit van mijn dagelijkse leven en mijn pogingen me bij de familie Nichols of Prince 'netjes' voor te doen, terwijl ik voortdurend in de angst leefde aan de kaak te worden gesteld en open kaart met John, Darlene en Judy te moeten spelen. Ik had er genoeg van, en het kon me trouwens ook niet meer schelen.
De meeste ouders begrijpen hun kinderen niet. Ze hebben er geen idee van hoe het is om een tiener te zijn, of ze zijn het domweg vergeten. Maar met haar uitzinnige verhalen sloeg mama alles. Het ergste was nog wel dat ik mijn uiterste best deed die verhalen in daden om te zetten. Hoe groter de leugen, hoe meer ik mijn best deed die waar te maken. Ik werd in bijna alle opzichten precies datgene wat zij aan iedereen die maar wilde luisteren over mij vertelde: een dief, een zuiplap, een junk. Alles waarmee ze me betitelde, maakte ik stuk voor stuk waar.
Het gaf me een gevoel van zekerheid om me bij de één totaal anders voor te doen dan bij de ander. Het gaf me macht en controle over wie ik was en over wat ik deed, en wanneer. Het was voor het eerst dat ik mijn leven zelf in de hand had - en dat bereikte ik door me volslagen onbeheerst te gedragen. Geen mens die me echt kende - ikzelf ook niet. Maar het viel niet mee die verschillende persoonlijkheden onder controle te houden.
Tegen Thanksgiving had ik voor eigen gebruik een aantal flessen wodka van 3,5 liter per stuk van mama gestolen. Een week later was er van de acht flessen nog eentje over. Ik werd weer vriendjes met dezelfde knullen van vorig jaar, en nam de draad van mijn toenmalige leven weer op. Ik verzeilde weer in de poel van oude vriendjes en bijbehorende meisjes. Wat mij betreft was er van moraal nog nauwelijks sprake. Het enige wat telde was drank, drugs en meiden. Ik werd een ellendig figuur - precies mama.
Ik vond betere drugs en betere feestjes. Mijn onervarenheid met meisjes behoorde tot het verleden; ik hoorde er nu echt bij. Ik bracht heel wat middagen in de slaapkamer van een vriendinnetje door, waarna ik vroeg in de avond naar een of ander feestje ging. Bij het verstrijken van de tijd werd het min of meer gewoon dat als ik met een meisje kwam opdagen, we door iedereen werden gepest met wat we 's middags hadden uitgespookt. Het was de sport wie per jaar de meeste meiden wist te pakken. Ik had geen enkele wroeging meer over het verlies van mijn trots, mijn moraal en mijn waardigheid. De hele groep meiden en jongens deelde alle lief en leed. Wanneer een verkering stukliep, zochten ze een nieuwe binnen de groep, soms zelfs iemand met wie ze al eens eerder verkering hadden gehad. Zelf had ik ook vaker met een aantal meisjes omgang gehad.
Net als de anderen gaf het lichamelijke contact me iets van troost.
Tegen de kerst hadden mama en ik heftige ruzies over mijn toenemende drugs- en drankgebruik gehad. Ze was inmiddels ook oma in Holiday in Utah gaan bellen om haar te vertellen wat een verschrikking ik wel was en dat ze niet meer wist wat ze met me aan moest. Ze had een andere uitlaatklep nodig, want de families Nichols en Prince schonken geen aandacht meer aan de ware of onware verhalen die mama over mij rondstrooide.
Als kind was Kerstmis voor mij tegelijkertijd heel fijn en heel erg. Ik herinner me nog goed de magie die om de Kerstman hing, en de traditionele rij waarin mijn broertjes en ik ons naar leeftijd in de gang vlak voor mijn kamer moesten opstellen, waarna we in optocht naar de voorkamer liepen, waar de bergen cadeautjes lagen die Santa voor de brave jongens had gebracht. Maar ik herinnerde me ook dat ik bij het ouder worden steeds minder kreeg en dat er voor mijn broertjes steeds meer was.
Toen kwam het jaar waarin me duidelijk werd wat Kerstmis echt inhield voor mij. Met mijn twee stripboeken tegen mijn borst geklemd, de enige cadeautjes die ik van de Kerstman had gekregen, had ik onder de kerstboom zitten huilen. Die Kerstmis maakte ze me heel duidelijk dat het alleen aan haar te danken was dat ik nog iets kreeg.
Ik dacht terug aan stralende herinneringen, en aan vreselijke teleurstellingen. Ze hadden me allemaal uit hun leven geband: mama, de oude buren, de oude school, de verpleegkundigen, de artsen die ik had leren kennen, en zelfs de Kerstman. Ze hadden allemaal gedaan alsof ik niet bestond. Ik bezwoer mezelf dat ik van mijn fouten zou leren, en dat ik nooit meer in iemand zou geloven.
Uit vroegere ervaringen had ik geleerd dat het beter was me tijdens de feestdagen van de familie te distantiëren.
In december van dat jaar ging ik vaak na het eten het huis uit en liep dan naar het Mesa Park dat aan het eind van de straat lag. Daar zat ik dan urenlang. Op kerstavond glipte ik via mijn slaapkamerraam naar buiten en zat ver na middernacht met een fles van mama's gestolen wodka in het park en dronk me lam.
Zonder dat iemand het ooit had gemerkt had ik heel wat nachten in het park geslapen. Ik wist precies wanneer de politie er de ronde deed, en ik wist ook precies waar ik me dan moest verstoppen.
Terwijl ik daar over mijn leven zat na te denken, drong het eindelijk tot me door dat ik nog meer dan vroeger iemand was geworden die ik verafschuwde: agressief en gemeen. Ik was vaker dronken dan nuchter en wist dat ik mijn toevlucht tot de alcohol nam om het gebrek aan zelfrespect te compenseren. Ik begon op mama te lijken, dat wist ik best. Het enige verschil dat ik op dat moment tussen haar en mij kon zien, was het feit dat ik een grotere verscheidenheid aan drugs gebruikte.
Om een uur of drie kwam de wodka me de keel uit, en bovendien had ik het stervenskoud. Ik werd steeds kwader bij de gedachte aan wat ik aan het doen was, en dat ik helemaal alleen was. Het was nog geen twee kilometer terug naar huis, waarover ik meestal een minuut of twintig deed. Bij mijn wandeling over Mulberry Way keek ik naar de kerstverlichting van de huizen in de vredig slapende straat, en de feestelijke gevoelens die het uitstraalde. Struikelend passeerde ik het huis van Rob en Judy en werd treurig maar ook kwaad toen ik voor me zag hoe zij zich op de kerst verheugden, en over de opwinding van hun kinderen wanneer ze ontdekten wat de Kerstman allemaal voor hen had gebracht. Ik zat op de stoeprand tegenover het huis van Rob en Judy aan de overkant, en vroeg me af wat hun tradities waren, en hoe opgetogen hun kinderen wel zouden zijn.
Algauw begon ik te huilen. Ik voelde me vreselijk eenzaam, wanhopig en onbegrepen. Ik was een heel eind verwijderd van de aardige knul die ik zo graag wilde zijn, heel anders dan wat anderen van me verwachtten. Ik krabbelde onhandig overeind, struikelde bij het opstaan, en viel. Ik rolde me om en keek omhoog - het was gaan sneeuwen.
Uiteindelijk liep ik verder naar huis, maar ik kon niet zeggen of de triestheid die bezit van me had genomen het gevolg was van mijn emoties of van de wodka. Het deed er eigenlijk ook niet toe. Niet voor het eerst besefte ik dat ik zo niet door kon gaan en dat ik hulp moest gaan zoeken.
De ellende was dat ik gewoon niet wist hoe ik de families Prince of Nichols duidelijk kon maken wat ik allemaal had doorgemaakt en hoe ik hun moest vragen me weer op het rechte pad te zetten. Ik wist dat ze met geen mogelijkheid zouden kunnen begrijpen wat voor leven ik de afgelopen twaalf jaar had geleid, en waarom ik opzettelijk en uit pure wanhoop bezig was mezelf in de vernieling te helpen. Zij leidden een zo volslagen ander leven, dat ze nooit zouden kunnen bevatten wat ik had doorgemaakt en dat ze gewoon niet zouden weten hoe ze me konden helpen, als ze dat al wilden.
Eerlijk is eerlijk, zelf wist ik ook niet wat ik aan mijn leven kon doen, dus hoe kon ik dan verwachten dat iemand anders het wél zou weten?