14 Op eigen benen

 

 

 

Het mag vreemd klinken, maar de drie moeilijkste jaren van mijn leven lagen tussen mijn vierentwintigste en mijn zevenentwintigste. Ik was geen kind meer. Ik was geen tiener. Maar ik was ook nog geen man. Ik wist nog steeds niet wie of wat ik was. Ik was een late tiener die ergens de weg kwijt was geraakt.

Ik stond op eigen benen en was verantwoordelijk voor mijn eigen daden en voor mezelf. Ik was nu echt alleen. Maar het was het begin van de verandering.

 

Het was bijna drie jaar geleden dat ik bij de familie Nichols was weggegaan. Ze waren naar een andere staat verhuisd en de paar vrienden die ik had gekregen waren gaan studeren. Ik moest het nu allemaal in mijn eentje zien te klaren. Ik had al een paar jaar niet met mama of een van mijn broers gesproken.

Het viel me niet moeilijk op eigen benen te staan. Ik had in Richmond een overheidsbaan als controleur voor maten en gewichten bij het ministerie van Landbouw. Het was een doodnormale baan van negen tot vijf. Er was niets bijzonders aan. Er was ook niets bijzonders aan mijzelf. Het was ergerlijk dat ik voortdurend aan mijn vrienden werd herinnerd die nu studeerden. Er was weinig kans op dat ik ook zou gaan studeren. Ondanks alle liefde en zorg die John en Darlene en de hele familie me hadden gegeven was ik niet zelfbewust genoeg om het zelfs maar te proberen.

Ik begon vaker afspraakjes te maken met een meisje dat ik op een vrijgezellenbijeenkomst had leren kennen, en al snel brachten Jennifer en ik de meeste avonden met elkaar door. Toen ik aan haar familie werd voorgesteld merkte ik dat ik er niet in thuishoorde. Ik had geen familie in de buurt wonen, en mijn echte familie was niet bepaald geschikt als gespreksonderwerp. Jens ouders vonden het maar raar dat ik nooit over mijn familie praatte. Iedere keer dat ze een familie-uitstapje planden, vroegen ze of ik mee wilde.

Ik leerde een heleboel van Jen: ik leerde dat eerlijkheid de beste tactiek is en dat als je een echte relatie wilt opbouwen er geen geheimen mogen zijn. Maar ik kon mijn ziel niet blootleggen en vertellen hoe ik was voordat ik haar leerde kennen. Helaas duurde onze relatie niet erg lang.

We hadden een normale platonische relatie. Vaak bleef ik na een late film of na een avondje samen in een logeerkamer slapen. De volgende ochtend stond Jen dan op en ging naar het werk, en ik deed hetzelfde.

Op een avond, nadat we allemaal naar bed waren, kwam haar vader Buddy ons controleren. Ik lag in de logeerkamer diep in slaap en Jen lag in haar eigen slaapkamer. Toen Buddy de deur van mijn kamer opendeed, schoot ik recht overeind, en toen hij binnenkwam week ik achteruit. Hij reageerde niet zomaar verbaasd. Hij was verbijsterd dat ik alleen door het geluid van een opengaande deur binnen een fractie van een seconde klaarwakker kon zijn.

Ik weet dat er nog meer eigenaardigheden waren die Jens ouders opvielen. Ze schermden Jen voor me af. Het was alsof ze op zoek waren naar mijn echte ik, naar wie ik werkelijk was.

Op een avond toen Jen en ik naar onze eigen kamers gingen was ik van streek. We waren steeds meer tijd met elkaar gaan doorbrengen. Ik raakte er emotioneel bij betrokken, en dat maakte me bang. Vanaf het moment dat mijn hoofd het kussen raakte kon ik alleen nog maar denken aan wat ik Jen en haar ouders over mijn verleden moest vertellen. Ze verdienden te weten wie ik echt was en wat ik doormaakte.

's Nachts was ik op een gegeven moment opgestaan en in een donker hoekje in de kamer gaan zitten. Ik had me als een foetus opgekruld, had alleen een onderbroek aan en een deken om me heen, en had mijn hoofd stijf in de hoek gedrukt.

Ineens hoorde ik scharnieren knarsen en ging de deur open. Ik wist dat Buddy me kwam controleren. Ik kon hem vanuit mijn ooghoek zien. Toen hij voor me neerknielde en vroeg of ik wel in orde was, wist ik niet wat ik moest zeggen. Hoe kon ik in vredesnaam uitleggen dat ik zo bang was geworden om bij Jennifer betrokken te raken dat ik slapend uit bed was gekropen en me in een hoekje had opgerold.

Dat was een van de vele keren dat ik het liefst in lucht was opgegaan om maar niets te hoeven zeggen.

 

Ik had Jen echt niets te bieden. Ik kon mijn ziel niet voor haar of haar ouders op tafel leggen. Ik wist nog steeds niet wat ik nu eigenlijk van het leven wilde, en bovendien had ik geen al te hoge dunk van mezelf. Het was wel duidelijk dat ik gewoon van de ene dag in de andere gleed terwijl Jen veel meer van een vriendje verlangde, en haar ouders verwachtten ook meer van mij. Maar ik was niet bereid of in staat mezelf een doel voor ogen te stellen.

Ik was nog nooit verliefd geweest. Op dat punt in mijn leven was liefde voor mij van geen enkele waarde. Ik genoot van het gezelschap van een vriendin en ik deed een hoop ervaring op, maar ik was nog niet zover dat ik mijn leven met iemand wilde delen.

Toen Jen me vertelde dat ze meer van een relatie verwachtte dan ik kennelijk kon bieden, begreep ik dat het was afgelopen. Het verbaasde me niet dat ze het uit wilde maken. Ik was vijfentwintig en moest nog steeds volwassen worden. Maar het ging nu om meer dan volwassen zijn, het ging om veel meer.

De ellende was dat ik niet wist wat ik moest doen om echt te veranderen. Het grootste deel van mijn leven tot dan toe was ik van omgeving, vrienden of baan veranderd als ik iets wilde veranderen. Ik had nooit echt nagedacht over hoe ik mezelf kon veranderen; hoe ik moest veranderen wat er binnen in me leefde, hoe ik mijn denkwijze kon veranderen, en hoe ik over mezelf dacht.

Ik moest een goede vriendin kwijtraken om eindelijk eens een blik op mezelf te werpen. Na Jen, en nadat ik al een paar maanden - vrijwillig - alleen was, kon ik me helemaal op mezelf richten, in mijn eigen tempo.

De mensen met wie ik samenwerkte wisten ook weinig van me af. In feite was er vrijwel niemand die ook maar iets van me wist: ze wisten niet waar ik was opgegroeid, ze wisten niets van mijn familie, en ze wisten niets van wat mij zo anders maakte. Ik was niemand in niemandsland. Het maakte niet uit hoe ik leefde of wat voor vrienden ik had. Als ik ervoor koos om afstand te nemen van de mensen om me heen, dan was ik alleen. Midden in een menigte was ik alleen, verloren in een leven dat van de ene dag in de andere dag sukkelde, een leven zonder enige richting.

 

Zo'n half jaar nadat ik Jen voor het laatst had gezien begonnen mijn bovenbuurvrouw en ik elkaar wat vaker te zien. Tot dan toe zat ik 's avonds meestal in mijn eentje op mijn voorveranda naar de zonsondergang te kijken, en zij op de hare.

Het viel me gemakkelijk me kameraadschappelijk en beleefd te gedragen, zonder bijbedoelingen, zonder te proberen indruk te maken of een vonkje te doen ontsteken. Dus toen ik ontdekte dat mijn buurvrouw Lara wel wat meer dan een vriendelijke groet van me wilde, besloot ik een relatie te mijden totdat ik de ware had gevonden.

Dat was gemakkelijk genoeg. Ik hoefde alleen maar 'nee' te zeggen. Dat simpele woordje voorkwam dat ik me afvroeg of ik nu wel of niet... Ik vond het prettig om haar, wanneer ik haar op haar veranda zag zitten, gedag te kunnen zeggen in de wetenschap dat we uitsluitend goede vrienden waren. Ik had me echter nog nooit echt opengesteld en me uitgesproken, zelfs niet wanneer ik dacht dat ik een relatie had. Voor een echte relatie is heel wat meer nodig. Ik bleek nooit in staat te zijn over de barrière te stappen die mijn kinderjaren van mijn volwassen jaren scheidde.

Ik wilde dolgraag iemand leren kennen die ik alles kon toevertrouwen, maar dat kon ik niet opbrengen. En toen Lara me zoveel over zichzelf begon te vertellen was het vreemd dat ik niet meer over mezelf wilde vertellen dan ze al wist, wat trouwens niet veel was. Met stilzwijgen wist ik de noodzakelijke afstand te bewaren. Enerzijds wilde ik me best openstellen en leren hoe een echte relatie aanvoelde die niet alleen op lichamelijke aantrekkingskracht stoelde maar ook op vertrouwen en begrip. Anderzijds wist ik dat als ik echt vertelde wat me op het hart lag, al die pijn en die schande die ik nog steeds in me meedroeg, niemand een relatie met mij zou willen aangaan. Dat was het meest verwarrende en frustrerende aspect van mijn jongvolwassen leven.

Ik begon manieren te ontdekken om mezelf bezig te houden en tegelijkertijd meer inzicht in mezelf te krijgen. Ik had er geen idee van wat ik graag zou willen doen, of wat niet. In de zomer van 1989 besloot ik regelmatig naar Virginia Beach te gaan, niet ver bij Richmond vandaan. Ik bracht er zoveel mogelijk weekends en avonden door, vastbesloten me eindelijk eens sociaal te gaan gedragen. Ik dwong mezelf dan ook mensen zomaar gedag te zeggen. Hoe vreemd het ook moge klinken, ik had nooit de kans aangegrepen om te leren me sociaal te gedragen. Ik leek nu genoeg zelfvertrouwen te hebben om daarmee een aanvang te maken.

Het doelbewust alleen willen zijn maakte een groot verschil. In het verleden was ik vaak met opzet alleen geweest zonder er reden voor te hebben. Ik had nooit begrepen dat je zelf lekker in je vel moest zitten als je wilde dat anderen je aardig zouden vinden. Ik had altijd gedacht dat ik op een goede dag wel iemand zou vinden die me zou veranderen en me tot de persoon zou maken die ik altijd al had willen zijn. Wat er met die redenering mis was, was het feit dat ik zelf niet wist wie of wat ik was. Ik zou toch moeilijk van iemand anders kunnen verwachten iets aan mij aardig te vinden dat er misschien niet eens was.

Toen het eindelijk tot me doordrong dat ik zelf de sleutel tot volwassenheid bezat, raakte ik erdoor gefrustreerd. Het bleek zo eenvoudig: het enige wat ik al die tijd nodig bleek te hebben was mijn ware ik, en geen vriendinnen op afstand. Het antwoord waarnaar ik zocht lag al die tijd voor het grijpen.

Het was het antwoord op die eeuwig terugkerende, simpele en toch zo indringende vraag die ik twintig jaar lang had weten te vermijden: Wie ben ik?

Ik zei tegen mezelf: Ik ben niet dat roodharige jochie dat me in mijn dromen achtervolgt.

Ik ben niet die oppervlakkige, stille tiener.

Ik ben nu een man.

Op het moment dat ik in staat was die tiener los te laten en uit mijn zelfverkozen sociale leegte te stappen kon ik eindelijk mijn nieuwe ik verwelkomen. Nieuwe kleren, een nieuwe aftershave en haar in een nieuw model geknipt maakten me van buiten een ander mens, maar van binnen had ik er nog wat problemen mee. Nadat ik een paar avonden lang op de veranda had zitten nadenken, vroeg Lara of ze me misschien kon helpen met wat me dwars zat.

Ik voelde me genoeg op mijn gemak om haar te vertellen waar ik mee bezig was, en waarom, en zij bleek in staat me te helpen hoe ik kon ontdekken wie ik nu precies was. De oplossing lag in de omgang met anderen. Ze kwam met het idee dat het beter was naar de bioscoop te gaan dan een film te huren en die thuis te bekijken. Nadat ik een paar maanden lang op allerlei manieren de muur had afgebroken die ik om mezelf had opgetrokken, merkte ik dat ik in staat was me bij mezelf op mijn gemak te voelen.

Ik kocht een set golfclubs en liep samen met andere spelers het parcours af. Uren van gesprekken en plezier om het spel hielpen me verder me open te stellen. Ik begon te beseffen dat het nergens voor nodig was al mijn geheimen, alles waarvoor ik me zo schaamde, op te biechten. Dat was zo lang het enige geweest dat ik had te vertellen dat ik dus maar niets vertelde. Ik hield me op afstand. Nu bezat ik ervaringen die ik met anderen deelde, en dat hielp me te begrijpen dat ik een normaal mens was. Ik was gewoon net als alle andere kerels.

Ik was inmiddels twee jaar clean geweest en zat lekker in mijn vel. Ik wist nu hoe ik sociaal moest zijn, en ik zag er zelfs goed uit. Ik rook lekker, ik deed aftershave op en gel in mijn haar. Ik was trots op mezelf, en genoot echt van mijn nieuwe ik.

 

De avond waarop Lara me vertelde dat ze me iets moest toevertrouwen, dat ze met een persoonlijk probleem zat waarbij ze mijn hulp nodig had, vervulde dat me met enorme trots. Iemand met wie ik geen seksuele relatie had wilde iets van me, iets van mij persoonlijk, iets dat gewaardeerd en gerespecteerd zou worden. Wat ik die avond leerde kon ik in feite maar moeilijk geloven.

Ze moest een besluit nemen, zei ze. Ze had omgang met een jongeman en werd tussen hem en een ander heen en weer getrokken. Ze vond die andere vent interessant, maar hij leek niets van haar te willen. Ik moest bekennen dat ik me nog nooit in zo'n situatie had bevonden, maar kon haar wel zeggen dat ik elk van die twee zou vragen wat hun gevoelens waren.

'Dat kan ik niet,' zei ze.

'Waarom niet?'

'De eerste vriend is degene met wie ik echt samen zou willen zijn, maar ik weet dat hij dat niet wil,' biechtte ze op.

'Hoe weet je nu wat hij wil? Heb je hem dat gevraagd?'

'De laatste tijd niet, nee.'

'Ik begrijp het niet. Hoe weet je nu dat die eerste vriend niets met je wil als je hem nooit om meer dan vriendschap hebt gevraagd?' vroeg ik.

'Jij hebt me dat vanaf het begin verteld - weet je nog?' zei ze recht voor z'n raap.

'Ik? Zou jij wat met mij willen?'

Dat was een schok. De vriendin bij wie ik een beetje mijn hart had gelucht, die ik had toevertrouwd dat ik er geen idee van had wie ik was, die ik te hulp had geroepen - en die me ook had geholpen mezelf te vinden  - diezelfde vriendin vroeg me nu meer dan gewoon vrienden te zijn.

Voor het eerst sinds de familie Nichols had ik het gevoel dat iemand me mocht om wie ik was. Ze wist dat ik dwalende was en toch wilde ze me helpen. Ze wist dat ik net begon mezelf te leren kennen, en dat ik er niets voor in ruil kon geven.

'Ik begrijp het niet,' zei ik.

'Ik ook niet,' bekende ze. 'Ik weet alleen dat ik je mag om wie je bent. Je bent eerlijk, en je bent niet bang voor je gevoelens.'

Ik besefte dat ze oprecht was. Ze mocht me echt graag.

'Ik moet bekennen dat het voor het eerst is dat ik over zoiets moet nadenken. Begrijp me niet verkeerd - ik vind je mooi en ik mag je graag,' zei ik, 'maar ik denk dat ik er beter aan doe eerst mezelf te vinden.'

Onder het praten besefte ik dat ik daarmee veel verder was dan ik had gedacht. Ik kon al over een eventuele relatie nadenken en accepteren dat ik er nog niet klaar voor was. Wanneer het zover was wilde ik meer van een relatie dan ik er in het verleden van had gekregen. Ik wilde meer van mezelf en meer van mijn partner. Ik wilde een echt liefhebbend gevoel van saamhorigheid. Ja, iets in me wilde meer van Lara dan 'gewoon vriendschap'. Maar nog liever wilde ik eerst mezelf vinden.

We besloten er een andere keer verder over te praten. Ik lag die nacht alleen in mijn kamer en dacht aan het meisje van boven. Ik was haar anders gaan zien; ik had haar eerder nooit anders dan als een vriendin gezien.

Dat is het, dacht ik.

Dat miste ik.

Het zal een uur of twee 's nachts zijn geweest toen ik bij haar aanbelde. Toen ze me zag deed ze de deur open en liet me binnen. Zij wist dat ik iets belangrijks te zeggen had, en ik wist wat me te doen stond. Ze pakte me bij de hand, liep met me naar de bank en wachtte tot ik mijn mond open zou doen. Ze droeg een heel dunne nachtpon. Het viel me niet mee mijn aandacht te blijven bepalen op wat ik haar moest zeggen, maar tegelijkertijd gaf het me een goed gevoel dat ik dit keer voorbij de fysieke kant aan gedeelde gevoelens en de emoties van een echte vriendschap kon denken.

'Het dringt nu pas tot me door hoeveel je me hebt geholpen. Je bent een echte vriendin,' zei ik. 'Ik kan het risico niet lopen daarin verandering te brengen, terwijl ik tegelijkertijd weet dat ik jou daardoor dwing afstand van me te nemen en verder te gaan met je leven.'

We praatten lang, waarbij ze mij het gevoel gaf dat ik waardevol was. Een paar kopjes koffie later, tegen zonsopgang, ging ik bij haar weg. Nooit eerder had ik me in een dergelijke situatie zo gevoeld als nu. Het was voor het eerst dat ik wegliep.

Ik voelde iets wat ik in jaren niet had gevoeld: iets van trots. Ik voelde me een man. Ik had controle over mezelf en over wat ik zei. Het voelde fantastisch me levensecht te voelen.

 

Ik verwachtte iets van onbehagen toen ik haar daarna op de veranda zag, maar het tegendeel was het geval. Door haar leerde ik beter begrijpen wat het wilde zeggen om vrienden te zijn. En we zagen er de humor wel van in dat we een beetje droevig waren niet meer dan vrienden te zijn.

We praatten vaak en veel als vrienden, vooral over haar omgang met haar nieuwe vriend. Ik vond het prachtig haar te kunnen helpen en daarbij mijn gedachten en gevoelens onder woorden te kunnen brengen. We zaten dan op haar bank te praten en soms, wanneer ze een kort, roze nachtponnetje droeg, was dat niet gemakkelijk. Vaak belde ze me als ik al in bed lag. Ik deed dan mijn schoenen aan en ging naar boven in wat ik aan had, wat vaak niet meer was dan een pyjamajasje en boxershort.

Het was fijn om zo'n vriendin te hebben. We deelden zoveel meer dan alleen vertrouwelijkheid, maar nu zou ik willen dat ik haar veel meer had verteld, dat ik haar over mijn verleden had verteld en over wie ik werkelijk was. Ik ben ervan overtuigd dat ze het zou hebben begrepen.

Toen ze me op een gegeven moment vertelde dat ze ging verhuizen deed me dat verdriet. Ze had besloten haar eigen raad op te volgen en naar huis terug te gaan om zichzelf te zoeken. Op de ochtend van haar vertrek gaf ze me een geschenk dat alleen zij me had kunnen geven.

'Ik zal je missen,' zei ze.

Ik kuste haar op de wang en we omarmden elkaar even. Wat ik toen voelde was meer dan ik ooit eerder had ervaren: ik had een echte vriendin.

Het was voor het eerst dat ik iemand moest laten gaan die op deze speciale manier belangrijk voor me was. Goed, ik had Ross, papa, David, de familie Prince en Nichols ook laten gaan, maar dit lag anders. Hier ging het niet alleen om iemand die me met mijn problemen had geholpen - hier ging het om iemand die bij me wilde zijn en me toch alle ruimte gaf. Zij was iemand met wie ik samen wilde zijn, maar wat dat ene belangrijke aspect betrof dwong ik mezelf me van haar af te wenden. Ze had veel en veel meer voor me kunnen zijn; ze was alles wat ik op dat moment nodig had. Ze was een ware partner, en toch liet ik die ontglippen.

Ik keek haar na toen ze wegreed, en liep vervolgens mijn appartement in. Ik was op mezelf aangewezen, en dat voelde geweldig. Ik had de herinneringen niet nodig die ik altijd met me mee had gedragen. Ik had die spookbeelden uit mijn dromen niet langer nodig. Ik had altijd gedacht dat ik door middel van mijn leven mezelf kon leren begrijpen, maar nu bleek ik tot mijn genoegen mijn leven opnieuw te kunnen opbouwen.

Ik was ver gekomen, en ik wist dat ik er na aan toe was een compleet persoon te worden. Ik wilde niets veranderen, niet onze relatie en niet mezelf. Ze was een wijze, eerlijke vriendin en vertrouwenspersoon. Dat wilde ik niet verknoeien.