10

Suzanne leunde achterover en draaide haar hoofd naar de zon. Voorzichtig legde ze haar gewonde voet op de stoel tegenover haar. De regen had het bos opgefrist en het rook heerlijk naar dennen. Suzanne sloot haar ogen. Ze begon steeds meer van het bos te genieten, tot haar eigen stomme verbazing.

Dat ze zich niet met de kinderen hoefde te bemoeien, speelde ook mee. Ze krabbelde Bud achter zijn oortjes. Het hondje lag bij haar op schoot te soezen. Hij kwispelde toen ze hem aaide.

Suzanne zette haar iPod aan en sloeg de Viva open, die ze van Rianne had gekregen. Het kamp was verlaten. De kinderen speelden op het veld even verderop en de rest van de leiding had de taak te voorkomen dat ze elkaar de hersens in zouden slaan.

De nieuwe groep was in niets te vergelijken met de kinderen die gisteren waren vertrokken. Daar waren misschien drie kinderen geweest die meenden de boel te moeten verzieken. In de nieuwe groep waren er drie die niet die intentie hadden. De leiding had er de handen vol aan.

Alle leiding min één. De dokter had erop gehamerd dat ze het toch zeker een paar dagen rustig aan moest doen. Deed ze dat niet, dan zou ze nog heel wat langer last houden van haar enkel. Iedereen had begrip getoond voor haar situatie en voorgesteld dat ze vandaag dan maar bij het hoofdgebouw moest achterblijven.

Iedereen, behalve Bianca.

Misprijzend had ze naar Suzannes verbonden voet gekeken, waarna ze de krukken zogenaamd per ongeluk een paar meter verderop tegen een muur had gezet. Gelukkig was het Chris die, precies onder Bianca’s neus, haar de krukken opnieuw had aangereikt.

Dat dan weer wel.

Verder had Chris geen enkel signaal gegeven dat hij haar bestaan überhaupt opmerkte. Geen opmerking over gisteravond, geen blik van verstandhouding, hij had zelfs niet naar haar enkel geïnformeerd. Ze begon zich af te vragen of ze zich hun moment samen soms had verbeeld. Had ze wel echt in zijn armen gelegen? Hadden haar lippen inderdaad op nog geen vijf centimeter van de zijne verkeerd?

Blijkbaar had het voor hem niets betekend. Het leek alsof hij dagelijks in zo’n situatie kwam. Hoeveel vrouwen zou hij op die manier al het hoofd op hol hebben gebracht? Misschien was het een trucje. Misschien beleefde hij er op een vreemde manier plezier aan om hulpeloze vrouwen aan zich te binden en ze vervolgens als bakstenen te laten vallen. Nou, dan had hij mooi de verkeerde voor zich.

“Hé, gaat het nog een beetje?”

Suzanne schrok op. De stem kwam boven haar muziek uit. Even keek ze gedesoriënteerd om zich heen, toen ontdekte ze een gestalte achter zich. Snel zette ze haar iPod af.

“Hé, Ed. Ja, het gaat best. Ik bedoel, het is natuurlijk wel pijnlijk.” Ze trok een moeilijk gezicht. Ed moest vooral niet merken dat de pijn eigenlijk best meeviel.

Hij keek meelevend. “Wat vervelend voor je. Net nu je een beetje begint te wennen, gebeurt er zoiets. Je zult wel flink geschrokken zijn.”

“Leuk is anders,” beaamde Suzanne, terwijl haar ogen alweer richting Viva gleden.

“Chris zei al dat je er gisteravond behoorlijk pips uitzag.”

Meteen was ze weer bij de les. “Oh ja?” vroeg ze zo terloops mogelijk. Ed hoefde niet te merken dat haar hart toch weer fanatiek tegen de binnenkant van haar ribben begon te bonzen, al had ze zich net voorgenomen Chris te laten merken dat zijn gedrag haar zogenaamd koud liet. “Wat zei hij dan?”

“Nou, dat. Je was behoorlijk wit. Hij was bang dat je zou flauwvallen.”

Suzanne smolt. Chris had zich dus wel écht zorgen om haar gemaakt!

“Maar dat kan natuurlijk ook komen doordat je niet gewend bent in het donker door het bos te lopen, zei Bianca toen. Je hoort natuurlijk allemaal konijnen enzo, dat kan ook best angstaanjagend zijn.”

Great. Bianca had Chris aangepraat dat zij, Suzanne, bang was voor het eerste het beste konijn. Mocht hij al heel even vergeten zijn dat hij niet van stadsmensen hield, dan had zij hem dat wel even haarfijn helpen herinneren. Vandaar dat hij haar natuurlijk straal negeerde.

Ed pakte een stoel en ging tegenover haar zitten. Hij begon een sigaret te draaien. Suzanne keek verlangend naar haar Viva.

Ed was best aardig, maar ze had zich verheugd op een middagje relaxen in de zon. Alleen.

“Ik wil niet onaardig zijn, maar kun je wel gemist worden daar?”

Ed grijnsde. “Wil je me weg hebben? Nee, toch? Die indruk had ik tot dusver niet.”

Shit. Shit, shitterdeshit. Haar versiertruc was iets té overtuigend geweest.

“Nee, helemaal niet,” zei Suzanne langgerekt, terwijl ze razendsnel nadacht over een manier om hem de ware aard van haar gevoelens duidelijk te maken. Meegaan in zijn geflirt was absoluut geen optie. Puck zou haar vierendelen.

“Mooi.” Ed stak zijn sigaret aan en inhaleerde diep. Daarna keek hij Suzanne onderzoekend aan. “Je ziet er wat gespannen uit. Is er iets?”

“Nee! Nee, niets. Hoe kom je erbij? Er is niets aan de hand. Wie zou er nou gespannen kunnen zijn in zo’n rustige omgeving. Nee hoor, ik ben relaxter dan ooit. Poeh, gespannen, het idee!”

Ed keek haar met grote ogen aan. “Juist.”

“Nee, echt!” Suzanne besefte dat ze te veel praatte, maar ze kon niet ophouden. Zolang ze praatte kon Ed niets zeggen en kon hij al helemaal niet vertellen dat hij blij was met haar eerdere versierpogingen, omdat hij al jaren wachtte op iemand als zij. “Er is niets aan de hand. Vertel eens, hoe is de nieuwe groep?”

Ze liet haar adem zachtjes ontsnappen toen Ed over de kinderen begon. Ze bevonden zich weer op veilig terrein. Hij vertelde over de grootste klieren uit de groep en hoe hij ze ging aanpakken. Suzanne luisterde maar half. Ze broedde op een plan om Eds aandacht van haar naar Puck te verleggen.

“Hoe doet Puck het?” vroeg ze tamelijk onsubtiel, midden in een zin. Ed keek verbaasd. “Eh…Goed, hoezo?”

“Ik vraag me altijd af hoe Puck zich staande houdt tussen allemaal vervelende jongens. Ze is tamelijk klein van stuk.”

“Maar ze heeft een natuurlijk gezag,” zei Ed. “Ze is een van de beste leiders die ik heb meegemaakt.” Ed sprak met bewondering over Puck, registreerde Suzanne. Dat was alvast een goed teken.

“Het wordt tijd dat ze weer een leuke man krijgt,” bracht Ed het gesprek precies op het terrein waar Suzanne heen wilde. “Puck moet iemand hebben die net zo klein, lief en vrolijk is als zij. Het tegenovergestelde van mij, dus!” Hij lachte hard om zijn eigen opmerking. Suzanne glimlachte als een boer met heel veel kiespijn. Dit zou nog een hele klus worden.

In de verte naderde een kleine, slanke gestalte. “Daar zal je haar net hebben,” wees Suzanne opgelucht.

Ed volgde haar blik. “Ze heeft een kind bij zich. Laten we hopen dat de oorlog nu niet echt is uitgebroken. Als ik ergens niet op zit te wachten, is het op een vechtpartij op dag twee.”

“Dat zal toch wel meevallen?”

Ed schudde driftig zijn hoofd. Hij begon te vertellen over een kamp, drie jaar geleden, toen twee kinderen elkaar elke dag meerdere malen in de haren hadden gezeten. Suzanne luisterde met een half oor.

“Wat is er met hem?” informeerde Ed, toen Puck hen dicht genoeg was genaderd.

“Bloedneus.” Puck trok haar wenkbrauwen op toen ze hem en Suzanne samen zag zitten. Haar gedachten waren duidelijk van haar gezicht af te lezen. Suzanne probeerde met gebaren duidelijk te maken dat het helemaal niet was wat het leek, maar Puck keek alleen maar achterdochtiger.

Uiteindelijk stond Suzanne met enige moeite op en zette Bud op de grond. “Ach, een bloedneus. Laat ik nou toevallig een expert zijn op dat gebied. Weet je nog, Puck, dat ik vroeger altijd zoveel bloedneuzen had?”

Puck keek niet-begrijpend. “Eigenlijk weet ik dat n  – ”

“Jawel!” weerstreefde Suzanne fanatiek, terwijl ze haar afschuw over de groezelige, bebloede zakdoek probeerde te verbergen. “Ik zal dit jongetje wel even helpen. Blijf jij maar hier zitten. Je hebt wel een beetje rust verdiend.”

Ze voelde haar maag rare sprongen maken toen ze met het kind mee naar binnen liep. Ze moest niets van bloed hebben en het zag ernaar uit dat ze er heel wat van te zien zou krijgen. Maar goed, dat moest ze dan maar voor Puck overhebben.

In de doucheruimte zette ze haar krukken tegen de muur en hinkte naar de wasbak. “Kom maar, dan zullen we eens even naar die bloedneus van je kijken.”

Het kind keek stuurs en bleef in de andere hoek staan.

“Kom dan,” wenkte Suzanne. “Je hoeft niet bang te zijn. Ik wil je alleen maar helpen.”

Schoorvoetend kwam het jongetje dichterbij. Puck had hem die ochtend nog aangewezen als een van de grootste stokers binnen de groep, maar van dat stoere gedrag was weinig meer te merken. Hij leek nu eerder een bang vogeltje.

Toen hij naast haar stond keek hij met grote ogen naar haar op. “Doet het pijn?”

Suzanne schudde haar hoofd. “Welnee.” Ze probeerde zich te herinneren wat ze in groep acht ook alweer op de EHBO-cursus had geleerd. Het was iets met dichtknijpen en het hoofd achterover. Of juist niet dichtknijpen en het hoofd voorover. Ze had het tijdens de EHBO-lessen altijd erg druk gehad met briefjes naar haar vriendinnen schrijven.

Zo te zien had Puck hem uitgelegd dat er toch dichtgeknepen moest worden, want het kind kneep zo hard dat zijn vingertoppen er wit van zagen.

Suzanne keek naar de modderige zakdoek. Ze pakte wat papieren handdoekjes en hield die omhoog. “We gaan die zakdoek vervangen door deze jongens hier. Je hoeft niet bang te zijn. Je merkt er niets van. Het enige wat jij hoeft te doen, is je neus dicht blijven knijpen, maar de zakdoek loslaten. Lukt dat?”

Het jongetje keek of hij er totaal niet gerust op was, maar blijkbaar had hij genoeg vertrouwen in haar om toch voorzichtig te knikken. Suzanne zette zich schrap. Ze vroeg zich af waar al dit verantwoordelijkheidsgevoel ineens vandaan kwam. Tot een week geleden zou ze met een grote boog om kinderen in het algemeen heen zijn gelopen, en kinderen die iets hadden in het bijzonder. Maar nu stond ze op het punt veel bloed te zien, en dat alleen maar omdat ze het niet over haar hart kon verkrijgen om dit kind nog langer met een zwart geworden zakdoek tegen zijn neus te laten staan. Nou ja, én omdat ze Puck na die klootzak van een Stijn een leuke man gunde. Vooral daarom.

“Oké, ik tel tot drie en dan laat jij de zakdoek los. Eén, twee, drie!”

Het jongetje liet los en Suzanne ving de zakdoek op. Ze zag een vlaag rood en propte de zakdoek snel in de prullenbak. Haar knieën werden week, maar ze hield zich staande.

“Super!” prees ze het jongetje, terwijl ze het overige bloed met de papieren doekjes wegveegde. “Weet je, het bloedt al helemaal niet meer. Zo meteen kun je je vingers wel weghalen. Zullen we dat eens proberen?”

Ze deed een schietgebedje dat het inderdaad niet opnieuw zou gaan bloeden en hoopte maar dat dat verhoord werd als je al in geen jaren een kerk vanbinnen had gezien.

Blijkbaar wel, want toen het jongetje voorzichtig een voor een zijn vingers weghaalde, gebeurde er niets. Gelukzalig keek hij haar aan, alsof zij hem persoonlijk had genezen. Zo voelde het dus om Florence Nightingale te zijn.

Ze ruimde de papieren doekjes op, waste haar handen en draaide zich om.

Haar hart sloeg over.

Chris stond in de deuropening met een geamuseerde trek om zijn mond. “Niet slecht.”

Suzannes tong voelde plotseling als schuurpapier. “Dank je,” zei ze, half fluisterend. “Hoe…Sta je daar al lang?”

“Lang genoeg. Ik kwam even kijken of Puck het redde, maar ze zei dat jij met Julian meegelopen was naar binnen. Mevrouw zelf zit buiten met jouw nieuwe vriend.”

“Wat?” Suzannes adem stokte in haar keel. Dit was niet goed. Zo hoorde het niet te gaan. “Wat bedoel je? Chris! Wacht even!”

Maar hij was al verdwenen. Zo snel als ze kon liep Suzanne naar buiten, maar tegen de tijd dat ze er was, kon ze nog net Chris de bocht om zien gaan, terug naar het speelveld. Ed was ook verdwenen, alleen Puck zat er nog. Ze glimlachte gelukzalig.

“Ze zijn alweer weg,” meldde ze volkomen overbodig. “Is er iets? Je ziet er een beetje verwilderd uit.”

“Chris denkt dat ik iets met Ed heb.”

“Nogal wiedes,” vond Puck. “Dat was toch ook de bedoeling.”

“Nee, Bianca was degene die dat moest denken, zodat ze zich op Ed zou concentreren terwijl ik Chris versierde. Maar nu…” Suzanne liet zich op een stoel zakken. “Nu denkt Chris dat ik iets met Ed heb, terwijl Ed denkt dat ik iets met hem wil. En de enige die het juist móest denken, weet dat ik nog altijd alleen maar Chris wil.” Suzanne keek haar vriendin ongelukkig aan. “Ik heb er, geloof ik, een beetje een puinhoop van gemaakt.”

 

“En hoe was jouw dag?” Bianca keek Suzanne vals aan, terwijl ze aardappels opschepte. “Je bent aardig bruin geworden van het in de zon liggen’. ‘Ik heb ongeveer drie kuub aardappels geschild,” diende Suzanne haar van repliek. “Geen dank, hoor. Graag gedaan.”

Bianca luisterde niet, maar bestudeerde een stukje aardappel aan haar vork. “Zei je geschild? Ik zie er weinig van.”

Sven schoot in de lach en Suzanne zond hem een vernietigende blik, waarvan ze wist dat hij angstaanjagend was. Sven hield dan ook verschrikt op en had ineens opvallend veel interesse voor de broccoli op zijn bord.

“Geschild, ja,” zei Suzanne. “Maar dat je het niet ziet, verbaast me niets. Misschien komt het door die operatie op je twaalfde. Omdat je hartstikke scheel was!”

Ze genoot van het effect van haar opmerking. Bianca staarde haar met open mond aan, niet eens in staat het gegeven te ontkennen. Suzanne had de interessante informatie een paar dagen geleden van Puck gehoord en slechts met uiterste krachtsinspanning had ze het juiste moment kunnen afwachten om Bianca ermee voor gek te zetten.

Het werd alleen maar leuker toen uitgerekend Chris zei: “Oh ja, ben jij aan scheelheid geopereerd?”

Suzanne genoot van Bianca’s gezichtsuitdrukking. Aan de ene kant probeerde die zo zorgeloos mogelijk te kijken, alsof de hele operatie eigenlijk niet nodig was geweest, maar aan de andere kant wilde ze duidelijk Suzanne genadeloos aanvallen.

Haar glimlach werd schijnbaar met elastiekjes bij elkaar gehouden toen ze haar gezicht naar Chris draaide en zei: “Inderdaad. Het was op puur medische gronden. Ik was heus niet…”

“Mijn zusje heeft dat ook gehad, alleen is het bij haar mislukt. Weet je nog wie het bij jou heeft gedaan? Het is namelijk hartstikke mooi geworden. Je ziet er niets van. Kijk me eens aan?”

Suzanne kreunde geluidloos toen Bianca’s gefakete glimlach in een echte stralende lach veranderde. Gretig keek ze in Chris’ mooie bruine ogen. Daarna draaide ze heel langzaam, om haar triomf nog langer te laten duren, haar hoofd naar Suzanne. Terwijl Chris nog mompelde dat het echt heel mooi was geworden, incasseerde Suzanne haar verlies door ineens, net als Sven, met hernieuwde interesse naar haar broccoli te kijken.

 

Suzannes ogen spoten vuur. “Ze doet het erom!” riep ze gefrustreerd uit. “Ze vindt Chris niet eens leuk, maar kijk eens hoe ze om hem heen draait. Net een krolse kat!”

“Chris, Kars, het gaat precies dezelfde kant op,” zei Puck mismoedig. “Mannen worden voor Bianca pas interessant als iemand anders een oogje op ze heeft.”

“Gelukkig voor jou kan ze zich maar op één man tegelijk concentreren. Nu ze zich op Chris richt, kun jij je mooi met Ed bezighouden. Jullie zaten vandaag wel gezellig samen buiten.”

Puck knikte. “Daar is dan ook alles mee gezegd.”

“Hoe bedoel je?” Suzanne draaide zich op één zij, waarbij ze haar gewonde voet in de lucht probeerde te houden. Nu, aan het eind van de dag, deed het toch wel behoorlijk pijn. Het voordeel daarvan was dat ze niet hoefde te helpen de kinderen naar bed te brengen. Puck had enorme hoofdpijn voorgewend, zodat ze nu samen in Suzannes tent lagen.

“Wat is je plan?” informeerde Suzanne zakelijk. “Je moet een plan hebben, anders wordt het nooit iets.”

“Sorry, maar ik geloof in dingen als ‘lot’ en ‘bestemd voor elkaar’.”

“Aandoenlijk. Maar als je gaat zitten wachten tot het lot dingen voor je regelt, kun je wel grijs en gerimpeld zijn tegen de tijd dat het een keer voor elkaar is.”

Puck aaide afwezig over Buds kop. Het kleine hondje lag luidruchtig tussen hen in te snurken.

“Wat is jouw plan met Chris dan? Als het waar is wat je zegt, moet je hem toch binnen twee weken aan de haak kunnen slaan.”

Suzanne rolde weer op haar rug en bleef naar de punt van de tent staren. “Ik had een plan, maar ik vrees dat het jammerlijk mislukt is. Ik moet iets nieuws verzinnen.”

“En snel ook.”

Suzanne slaakte een zucht. “Ik weet niet eens of Chris me wel leuk vindt. Het ene moment denk ik van wel, maar daarna doet hij weer zo afstandelijk.”

“Chris is niet iemand die zich heel makkelijk blootgeeft,” wist Puck. “Dat is altijd al zo geweest. Het heeft iets met zijn jeugd te maken, geloof ik.”

“Hm.” Suzanne sloot haar ogen en zag weer Chris’ gezicht voor zich. Zoals hij in het bos naar haar keek…“Ik dacht echt dat het wederzijds was.”

“Waarom?”

“Je had zijn blik moeten zien, Puck. Gisteren, in het bos. Het leek er echt op alsof hij me ging zoenen.”

“Mannen,” zuchtte Puck. “Je denkt dat je ze doorhebt, maar eigenlijk is er geen snars van ze te begrijpen. Ik dacht ook dat Ed me leuk vond, maar nadat we vandaag drie minuten hadden gepraat, liep hij alweer terug naar het speelveld. Drie minuten! Met iemand die je leuk vindt, praat je toch wel wat langer?”

“Hij zei anders heel aardige dingen over je. Dat je geweldig bent als leider en dat je van nature gezag hebt.”

“Handig als hij eigenlijk een meesteres zoekt,” zei Puck droog. “Misschien had hij iets over mijn fantastische lichaam kunnen zeggen, of mijn enorme sexappeal. Oh nee, want dat heb ik allebei niet.”

“Je weet best dat je woest aantrekkelijk bent. Ed is blind als hij dat niet ziet. Dan is hij je gewoon niet waard.”

“Lekker makkelijk.” Puck keek Suzanne aan. “Geloof jij het als ik datzelfde over Chris zeg?”

“Nee,” gaf Suzanne toe. “Dan denk ik alleen maar dat ik beter mijn best moet doen.”

Ze klaagden nog een paar uur over blinde mannen, vervelende collega’s en kinderen die het bloed onder hun nagels vandaan haalden. Tot Suzannes verbazing waren er een paar kinderen op het kamp die zelfs Puck graag achter het behang zag verdwijnen. En dat wilde wat zeggen, want Puck beschikte over engelengeduld.

Uiteindelijk kwam Puck een beetje stram overeind. “Ik ga maar naar mijn eigen tent. Het is al halftwaalf.”

Ze wenste Suzanne welterusten en ritste de tent open. Buiten was het aardedonker. Elke keer als ze op het kamp kwam, moest ze daar aan wennen. In Amsterdam was het nooit echt donker en stil. Hier hoorde je je oren suizen van de stilte.

“Hé!”

Puck sprong bijna een meter de lucht in van schrik.

“Oh, sorry,” zei dezelfde stem, nu een stuk vriendelijker. “Ik had niet gezien dat jij het was. Gaat het al beter met je hoofdpijn?”

“Ja, dank je.” Puck knipperde tegen het felle licht van de zaklamp, waarmee Ed recht in haar gezicht scheen. “Als je die lamp tenminste weg doet.”

“Sorry.” Hij knipte het licht uit, waarna het donker nog donkerder leek. “Ik wilde je niet laten schrikken. Ik dacht dat er een kind liep ofzo.”

“Dank je. Ik ben niet de grootste.”

“Sorry, opnieuw. Shit, zo bedoel ik het niet.” Ed stond er een beetje onbeholpen bij. “Ik bedoel…”

“Het is al goed.”

Ze zwegen allebei. Dit was typisch zo’n moment waarop je iemand gedag zei en doorliep, maar Puck wilde nog geen gedag zeggen. Hoe donker het ook was, met Ed in de buurt was het net alsof er binnen in haar een warm en knus lampje scheen.

Ook hij leek weinig haast te hebben om door te lopen.

“Hou je het nog een beetje vol?” informeerde hij uiteindelijk.

“Ja, best. Hoezo?”

“Met Suzanne, bedoel ik. Ze is niet bepaald gewend aan wat wij hier doen, nietwaar?”

Puck lachte. “Dat heb je nog zwak uitgedrukt. Suzanne houdt niet van modder en alles wat daarop lijkt. Liever blijft ze gewoon in Amsterdam, waar ze elk moment kan shoppen.”

“Wat doet ze hier dan?”

“Lang verhaal.”

Ed ging op een omgevallen boomstam zitten en klopte op de plek naast zich. “Ik heb geen haast.”

Puck aarzelde even. Ze had weinig zin om met Ed de ins en outs van Suzannes leven te gaan bespreken. Als hij dat zo graag wilde weten, moest hij het haar zelf maar vragen.

Ze deed haar mond open om dat te zeggen, maar alsof Ed haar gedachten had gelezen, zei hij: “Ik wil het eigenlijk helemaal niet over Suzanne hebben, maar over iets wat veel interessanter is.” Hij aarzelde even en zei toen:

“Jij.”

Puck voelde haar mond droog worden. “Zo interessant ben ik niet,” zei ze met een tong als cement. Het was waar. Suzanne was duizendmaal interessanter: ze beleefde meer, had sterkere verhalen en wist veel meer van de wereld.

“Ik vind van wel,” zei Ed stellig.

Puck wilde dat ze op dit soort momenten met een sterk antwoord kon komen, maar in plaats daarvan bleef ze alleen maar besluiteloos staan drentelen.

“Nou, kom je nog?” Ed klopte opnieuw op de plek, die hij bijlichtte met zijn zaklamp.

Snel ging Puck zitten. Ze strengelde haar vingers ineen en genoot van Eds nabijheid, al zou ze liever de levende oorwurmen van de bosgrond eten dan dat te zeggen.

“Waar denk je aan?” wilde Ed weten.

“Niets,” zei Puck te snel.

“Wel. Je kunt niet aan ‘niets’ denken. Alleen als je dood bent.”

“Ik bedoel, niets bijzonders.”

“Je wilt er niet over praten,” veronderstelde Ed.

“Jawel! Heus wel!” Dit ging helemaal de verkeerde kant op.

Ed draaide zich half naar haar toe en knipte de zaklamp uit. “Weet je wat het is, Puck? Ik kan geen hoogte van je krijgen. Ik probeer je al heel lang duidelijk te maken dat ik je veel leuker vind dan normaal is, maar jij…Ik weet niet wat je denkt.”

Zelfs al had ze iets kunnen bedenken om te zeggen, dan kon Puck nog niet haar ademhaling genoeg onder controle krijgen om woorden te produceren. Hallucineerde ze? Gebeurde dit echt? Of was dit zo’n droom waarin je ervan overtuigd was dat je niet droomde?

“Goed.” Ed stond op. “Ik denk dat het duidelijk is.”

“Nee!” Puck sprong ook overeind. “Het is niet…Ik bedoel, ik wil niet…Ik had dit niet helemaal verwacht.” Great, ze stond te stuntelen als de eerste de beste bakvis.

Ed wreef over zijn voorhoofd. “Dat hoor ik vaker.”

“Maar dat wil niet zeggen dat ik er niet heel blij mee ben.”

Nu was het Eds beurt om uit het veld geslagen te zijn. “Bedoel je dat je mij…”

“Ja, ik vind jou ook leuk. Leuker dan normaal is, zeg maar. Ik dacht alleen dat je Suzanne…Nou ja, laat ook maar.”

“Dat ik Suzanne leuk vond? Nou, nee. Jij bent het, Puck. Al heel erg lang.”

Ze voelde haar knieën knikken. Nu de zaken opgehelderd waren, was er eigenlijk nog maar één ding te doen. Gelukkig wist ook Ed dat. Heel langzaam boog hij zich voorover. Omdat hij lang was en zij juist niet, moest hij een beetje door zijn knieën zakken. Maar toen voelde ze uiteindelijk toch zijn lippen op de hare en leek het lengteverschil opgeheven te worden, doordat zij een paar meter boven de grond zweefde. In gedachten dan.

Zijn kus was zachter dan ze verwacht had, met meer tederheid. Het leek alsof hij bang was dat hij haar anders pijn zou doen. Ze kuste hem terug op dezelfde manier.

Toen Ed haar uiteindelijk los liet, was Puck alle besef van tijd kwijt. Ze wist alleen dat het veel te kort was geweest. En dat ze het nog heel vaak over wilde doen.

Ed liet zich op de boomstam zakken. “Dat was eh…”

“Ja.”

“Poeh.”

“Nou.” Puck ging naast hem zitten. “Ik  – ”

“Wat – ” zei hij op hetzelfde moment. Ze lachten en waren daarna allebei stil om de ander de gelegenheid te geven iets te zeggen.

“Ga jij maar eerst,” zei Puck uiteindelijk.

“Ik vroeg me af wat we nu tegen de anderen moeten zeggen,” zei Ed een beetje verlegen. “Ik heb eigenlijk geen zin in zogenaamd lollige opmerkingen.”

Puck knikte, al had ze zin om door het stille bos te rennen en alleen maar keihard te gillen. “Misschien kunnen we dan beter niets zeggen.”

Ed knikte opgelucht. “Ik ben voor.” Hij schoof een beetje naar haar toe en sloeg zijn arm om haar schouders.

Puck leunde nog wat onwennig tegen hem aan. Ze voelde de warmte van zijn huid door zijn shirt heen en bedacht ongegeneerd hoe het zou zijn die huid tegen de hare te voelen. Lang zou dat niet meer duren.