5

Toen dokter Davidoff klaar was met zijn verkooppraatje bracht hij me naar Rae, die nog steeds in het geïmproviseerde kamertje Zelda zat te spelen. Hij deed de deur open, gebaarde dat ik naar binnen moest gaan en deed hem weer dicht; we waren alleen.

‘Is m’n gametijd al om?’ vroeg Rae, terwijl ze zich langzaam omdraaide. ‘Mag ik dit spelletje nog…’

Zodra ze me zag sprong ze overeind, zodat de bediening op de grond kletterde. Ze omhelsde me, maar trok zich snel terug.

‘Je arm,’ zei ze. ‘Heb ik je pijn…’

‘Nee, hij zit in het verband. Er moesten een paar hechtingen in.’

‘Au.’ Rae nam me eens goed op. ‘Je moet nodig wat slapen, meid. 
Je ziet eruit als een opgewarmd lijk.’

‘Dat zijn gewoon de necromancergenen die zich laten gelden.’

Ze lachte en omhelsde me nog een keer, waarna ze zich op haar zitzak liet vallen. Ondanks onze lange nacht op de vlucht zag Rae er goed uit. Maar Rae was dan ook zo’n meisje dat er altijd goed uitziet: een smetteloze koperkleurige huid, koperbruine ogen en lange krullen die in het juiste licht ook een koperkleurige glans hadden.

‘Schuif maar een doos bij. Het liefst zou ik je natuurlijk een stoel aanbieden, maar die binnenhuisarchitecten van tegenwoordig…’ Ze rolde met haar ogen. ‘Zó traag. Maar als de renovatie eenmaal achter de rug is, ken je het hier niet meer terug. Stereo-installatie, dvd-speler, computer… stoelen. En vanaf morgen hebben we een Wii.’

‘Echt waar?’

‘ Yep. Ik zei: “Mensen, als jullie willen dat ik jullie help met dat onderzoek, wil ik er wel een beetje liefde voor terug. En een GameCube, daar doe ik het niet voor.”’

‘Heb je ook om een grotere tv gevraagd?’

‘Had ik wel moeten doen. Na dat fiasco in Lyle House struikelen ze zowat over hun eigen voeten in hun haast het ons naar de zin te maken. Wat zullen we hier verwend raken. Maar ja, dat verdienen we natuurlijk ook.’

‘Zeg dat wel.’

Ze grijnsde, en haar gezicht straalde. ‘Heb je het al gehoord? Ik ben een halfdemon. Een exoot… exustio. Dat is de hoogste klasse van vuurdemonen die er is. Vet, hè?’

Het was inderdaad vet om een halfdemon te zijn. Maar een halfdemon annex laboratoriumrat, balancerend op het randje van de dood? Absoluut niet vet. Maar hoe graag ik haar ook de waarheid wilde vertellen, ik kon het niet. Nog niet.

De avond tevoren had Rae nog op haar bed in Lyle House gelegen, terwijl ze probeerde met haar blote vingers een lucifer aan te steken, wanhopig op zoek naar bewijs dat ze een bovennatuurlijke gave had. Nu had ze ontdekt dat ze een bijzonder soort halfdemon was. Dat was belangrijk voor Rae om redenen waar ik niets van begreep, redenen die ik maar gewoon moest accepteren, tot ik meer bewijs had dat dit niet het beste was wat haar ooit was overkomen.

‘En zal ik je nog eens iets vertellen?’ vroeg ze. ‘Ze hebben me foto’s laten zien van mijn moeder. Van mijn echte moeder. Niet van mijn vader, natuurlijk, want die was een demon. Best wel griezelig, als je erover nadenkt. Demonen zijn niet bepaald…’ Voor het eerst verscheen er een zorgelijke blik in haar ogen. Ze knipperde hem weg. ‘Maar dokter D. zegt dat je daarmee niet automatisch slecht bent of zo. Maar goed, mijn moeder. Die heet Jacinda. Mooie naam, hè?’

Ik wilde instemmend antwoorden, maar ze rebbelde enthousiast verder.

‘Ze heeft hier gewerkt, net als Simons vader. Ze hebben foto’s van haar. Ze is beeldschoon. Net een fotomodel. En dokter D. zegt dat ze misschien zelfs wel weten waar ze haar kunnen vinden, en dat ze haar gaan zoeken. Speciaal voor mij.’

‘En je adoptieouders dan?’

Daar was die zorgelijke blik weer, en deze keer ging hij niet zo snel weg; ik voelde me schuldig omdat ik haar geluk bedierf. Eerst had ik Liz verteld dat ze dood was, vervolgens had ik Brady gedwongen zijn laatste avond te herbeleven en nu hielp ik Rae aan haar ouders herinneren… Ik wilde alleen maar antwoorden op mijn vragen, zodat ik ons allemaal kon helpen. Maar wreed was het wel, vond ik. 

Na een poosje zei Rae: ‘Zij zijn geen bovennatuurlijken.’
‘O?’

‘Nee, gewoon mensen.’ Ze zei het op schampere toon. ‘Ze zeggen dat mijn moeder alle banden met de groep heeft verbroken toen ze hier wegging. Om de een of andere reden ben ik ter adoptie aangeboden. Dokter D. zegt dat dat vast een vergissing was. Jacinda hield van me. Ze zou me nooit hebben afgestaan. Hij zei dat het verhaal dat mijn adoptieouders me hebben verteld, dat ze niet in staat was voor me te zorgen, gelogen was en dat de Edison-groep, als die van de adoptie op de hoogte was geweest, op zoek zou zijn gegaan naar
ouders die net zo waren als wij. Maar tegen de tijd dat ze me hadden gevonden was het al te laat, dus konden ze me alleen nog maar in de gaten houden. Toen ze ontdekten dat ik problemen had, hebben ze contact opgenomen met mijn adoptieouders en me een gratis plaats in Lyle House aangeboden. Ik durf te wedden dat het nog weken zal duren voor mijn ouders ontdekken dat ik daar niet meer ben, en dat ze dan een diepe zucht van verlichting zullen slaken.’

‘Ik denk niet…’

‘Ik ben bijna een maand in Lyle House geweest. Weet je hoe vaak mijn ouders op bezoek zijn geweest? Me hebben gebeld?’ Ze vormde een o met haar duim en wijsvinger.

‘Misschien mochten ze niet op bezoek komen. Misschien hebben ze berichten achtergelaten die jij nooit hebt gekregen.’

Ze trok haar neus op. ‘Waarom zou ik ze niet hebben gekregen?’

‘Omdat je adoptieouders geen bovennatuurlijken zijn. Het zou de zaken er alleen maar ingewikkelder op maken als zij zich ermee gingen bemoeien.’

Terwijl ze daarover nadacht, kreeg ze een afwezige blik in haar ogen. Vervolgens laaide er een vonkje hoop in op: hoop dat ze het mis had, dat de enige ouders die ze ooit had gekend haar toch niet in de steek hadden gelaten.

Toen schudde ze kort en fel haar hoofd. ‘Nee, ik was een lastpost, en mam was blij dat ze van me af was.’ Haar handen omklemden de zitzak stevig; toen ontspande ze zich en streek de plooien glad. ‘Het is beter zo. Voor mij is het beter zo.’

Beter een bijzondere halfdemon die op het punt stond een nieuw leven te beginnen dan een gewoon meisje dat werd teruggestuurd naar haar gewone leventje met haar gewone ouders. Ik boog me naar voren en pakte de bediening van de spelcomputer.

‘Hoe ver ben je gekomen?’ vroeg ik.

‘Denk je soms dat je het beter kunt dan ik, meid?’

‘Reken maar.’

 

Ik lunchte samen met Rae. Pizza. In tegenstelling tot in Lyle House leken ze het hier belangrijker te vinden om ons tevreden te houden dan om ons gezond te houden.

Misschien omdat ze toch niet van plan zijn ons in leven te laten ?

Nadat ik met Rae had gepraat en haar opwinding had geproefd, had ik genoeg afstand weten te nemen van de pijn en het verraden gevoel om een zeer reële, zeer verontrustende mogelijkheid onder ogen te zien.

Stel dat ik me vergiste. Over alles.

Ik had geen bewijs dat de mensen hier Liz en Brady inderdaad hadden gedood. Liz had ‘gedroomd’ dat ze in een soort ziekenhuiskamer lag, vastgebonden op een tafel. Voor hetzelfde geld was ze op weg hiernaartoe omgekomen bij een verkeersongeluk. Of had ze die avond zelfmoord gepleegd. Of hadden ze haar per ongeluk gedood toen ze haar probeerden in bedwang te houden.

Dus Liz en Brady zijn toevallig allebei per ongeluk omgekomen toen ze werden overgeplaatst vanuit Lyle House?

Oké, dat was onwaarschijnlijk.

En Rae’s biologische moeder en Simons vader hebben toevallig allebei onenigheid gekregen met de Edison-groep, waarna ze met hun kinderen, die allemaal proefpersonen waren in het onderzoek, op de vlucht zijn geslagen?

Nee, er klopte hier absoluut iets niet. Ik moest antwoorden zien te vinden, en dat zou me niet lukken zolang ik in mijn cel opgesloten zat. Bovendien had ik niet zoveel zin om terug te gaan naar dat wezen in mijn kamer.

Op het moment dat ik daaraan dacht, kwam dokter Davidoff me halen om me terug te brengen. Terwijl ik achter hem aan door de gang liep zocht ik verwoed naar een excuus om ergens anders naartoe te gaan, al was het maar om details toe te voegen aan mijn mentale plattegrond van het gebouw.

Ik overwoog te vragen of ik met tante Lauren mocht praten. Dan moest ik wel de indruk wekken dat ik het haar had vergeven dat ze me mijn hele leven had voorgelogen, me had verraden en me aan de genade van de Edison-groep had overgeleverd. Zo goed kon ik niet toneelspelen. En zo stom was tante Lauren heus niet. Er was een reden dat ze nog niet bij me op bezoek was geweest. Ze wachtte rustig af tot ik zo zou gaan verlangen naar een bekend gezicht dat ik elke smoes zou slikken. Tot die tijd bleef ze bij me uit de buurt.

Er was nog iemand met wie ik kon gaan praten…

Die gedachte stond me bijna net zo tegen als de gedachte dat ik tante Lauren terug zou zien. Maar ik moest op zoek naar antwoorden.

‘Dokter Davidoff?’ vroeg ik toen we bijna bij de deur van mijn kamer waren.

‘Ja, Chloe?’

‘Is Tori hier ook?’

‘Jazeker.’

‘Ik bedenk net… Ik wil graag even bij haar langs om te zien of het wel goed met haar gaat.’