3

Ik bereidde me voor op een seance. Qua decor was de kamer zo suf dat ik hem nooit in een film zou gebruiken. Geen sputterende kaarsen die griezelige schaduwen op de muren wierpen, geen beschimmelde schedels die een rituele kring vormden, geen kelken gevuld met iets waarvan het publiek zou aannemen dat het rode wijn was, maar stiekem zou hopen dat het bloed was.

Gebruikten ervaren necromancers wel kaarsen en wierook en dat soort dingen? Afgaand op het weinige dat ik over de wereld van het bovennatuurlijke te weten was gekomen, is een deel van wat we in films te zien krijgen echt waar. Misschien waren necromancers, heksen en weerwolven in het verre verleden heel gewoon en zijn de verhalen die wij kennen, zij het heel losjes, gebaseerd op oude waarheden.

Mijn methode - als je het een methode kon noemen, want ik had hem pas twee keer gebruikt - was proefondervindelijk ontwikkeld met behulp van een paar tips van Derek, die hij slechts met tegenzin had verschaft. Hij was pas zestien, maar volgde al vakken op universitair niveau, en daarom vond hij het erg belangrijk om zeker te zijn van zijn feiten. Als hij twijfelde hield hij liever zijn mond. Maar toen ik aandrong vertelde hij me dat hij weleens had gehoord dat necromancers geesten opriepen door bij het graf te gaan staan of een persoonlijke bezitting te gebruiken, zoals de sweater van Liz, en daarom zat ik nu in kleermakerszit op de grond met die sweater in mijn handen.

Ik riep een beeld op van Liz en stelde me voor dat ik haar uit de geestenwereld trok. Aanvankelijk deed ik niet erg mijn best. De laatste keer dat ik met al mijn kracht had geprobeerd een geest op te roepen, had ik er twee linea recta teruggestuurd naar hun begraven lichaam. Deze keer was ik niet bij een graf in de buurt, maar dat betekende niet dat hier nergens lijken lagen. Dus hield ik het wattage aanvankelijk laag en voerde ik het langzaam op, met toenemende concentratie, totdat…

‘Wat… Hé, wie ben jij?’

Mijn ogen vlogen open. Daar stond een jongen met donker haar van ongeveer mijn leeftijd, met de bouw, het uiterlijk en de arrogant geheven kin van een populaire quarterback. Dat ik uitgerekend in dit gebouw de geest van een andere tiener had gevonden kon geen toeval zijn. Er kwam een naam bij me op, die van een inwoner van Lyle House die voordat ik arriveerde zogenaamd was overgeplaatst naar een psychiatrisch ziekenhuis, net als Liz.

‘Brady?’ vroeg ik voorzichtig.

‘Ja, maar ik ken jou niet. En deze kamer ook niet.’

Wrijvend in zijn nek draaide hij om zijn as om de kamer te bekijken. Ik slikte mijn woorden in toen ik wilde vragen of het wel goed met hem ging. Natuurlijk ging het niet goed met hem. Hij was dood. 
Net als Liz. Ik slikte.

‘Wat is er met je gebeurd?’ vroeg ik zachtjes.

Hij maakte een sprongetje, alsof hij schrok van mijn stem.

‘Is hier nog iemand?’ vroeg ik, hopend dat hij Liz’ aanwezigheid voelde aan de andere kant van de grens, waar ik haar niet kon waarnemen.

‘Ik dacht dat ik iets hoorde…’ Met gefronste wenkbrauwen nam hij me op. ‘Heb jij me hiernaartoe gebracht?’

‘Ik… Dat was niet mijn bedoeling. Maar… nu je hier toch bent, kun je me misschien vertellen…’

‘Nee. Ik kan je niets vertellen.’ Hij rechtte zijn schouders. ‘Waar je het ook over wilt hebben, ik heb geen belangstelling.’

Hij wendde zijn blik af, alsof hij zo wilde bewijzen dat hij echt geen belangstelling had. Toen hij begon te vervagen, wilde ik hem eigenlijk laten gaan. In vrede laten rusten. Maar toen moest ik aan Rae, Simon en Derek denken. Als ik niet snel antwoorden kreeg op mijn vragen, zouden we binnenkort misschien allemaal bij Brady in het hiernamaals terechtkomen.

‘Ik heet Chloe,’ zei ik snel. ‘Ik ben een vriendin van Rae. Uit Lyle House. Ik zat daar samen met haar nadat jij…’

Hij vervaagde nog meer.

‘Wacht!’ zei ik. ‘Ik k-kan het bewijzen. Toen je in Lyle House zat… zocht je ruzie met Derek en gaf Simon je een zet. Alleen raakte hij je niet aan. Hij deed het met magie.’

‘Magie?’

‘Het was een spreuk om mensen mee weg te duwen. Simon is tovenaar. Alle jongeren in Lyle House…’

‘Ik wist het. Ik wist het wel.’ Hij vloekte binnensmonds en kwam weer tevoorschijn. ‘Al die tijd probeerden ze hun diagnose aan me op te dringen, en ik zei nog tegen ze dat ze de pot op konden, maar ik kon niets bewijzen.’

‘Je hebt de verpleging verteld wat Simon had gedaan, of niet?’

‘Verpleging?’ Hij snoof minachtend. ‘Veredelde bewakers. Ik wilde de echte baas spreken: Davidoff. Toen namen ze me mee naar een ander gebouw, dat eruitzag als een loods.’

Ik beschreef wat ik had gezien van het gebouw waar ik nu was, toen we waren aangekomen.

‘Ja, dat is het. Ze namen me mee naar binnen en…’ Hij trok een nadenkend gezicht. ‘Er kwam een vrouw met me praten. Een blondine.
Ze zei dat ze arts was. Bellows? Fellows?’

Tante Lauren. Mijn hart bonkte tegen mijn ribbenkast. ‘En die vrouw, dokter Fellows…’

‘Ze wilde dat ik zou beweren dat Derek was begonnen. Dat hij me had bedreigd, gestompt, geduwd, wat dan ook. Ik heb het overwogen. Om die arrogante eikel een lesje te leren. Ik was alleen maar een beetje met hem aan het dollen, toen Simon zich ermee ging bemoeien en me wegduwde met die spreuk.’

In de versie die ik had gehoord, had Brady Derek het bloed onder de nagels vandaan gehaald. Simon had een goede reden om tussenbeide te komen, want de laatste keer dat Derek een jongen had geslagen had hij diens rug gebroken.

‘Dus dokter Fellows wilde dat je zou zeggen dat Derek was begonnen…’

‘Dat vertikte ik. De gevolgen waren voor mij als ik terugging naar Lyle House, en daar had ik geen zin in. Toen kwam Davidoff binnen.
Hij sleurde haar de kamer uit, maar ik kon horen dat hij haar in de gang onder uit de zak gaf. Ze zei telkens dat Derek een bedreiging vormde, en dat Davidoff hem alleen jnaar wilde houden omdat hij niet wilde toegeven dat hij een vergissing had begaan door een type als Derek erbij te betrekken.’

‘Een type als Derek?’

‘Bij het experiment.’

Het was alsof zich een ijsklomp in mijn buik vormde. ‘Ex-experiment?’

Brady haalde zijn schouders op. ‘Meer zei ze niet. Davidoff zei dat ze moest oprotten. Hij zei dat hij met de anderen een vergissing had begaan, maar dat Derek anders was.’

De anderen? Bedoelde hij andere weerwolven? Of andere proefpersonen in het experiment? Was ik zelf een proefpersoon in het experiment?

‘Zeiden ze verder…’ begon ik.

Met een ruk draaide hij zijn hoofd om, alsof hij uit zijn ooghoek iets had gezien.

‘Wat is er?’ vroeg ik.

‘Hoor je dat niet?’

Ik luisterde. ‘Wat dan?’

‘Gefluister.’

‘Misschien is het Liz. Ze…’

Brady verstijfde. Zijn ogen rolden in hun kassen. Toen gooide hij zijn hoofd in zijn nek, zo ver dat de pezen in zijn hals zich scherp aftekenden en zijn botten kraakten. Zijn keel bewoog krampachtig en hij maakte een gorgelend geluid. Als vanzelf stak ik mijn handen uit om hem te helpen. Ik ging dwars door hem heen, maar ik kon de warmte van zijn lichaam voelen: een verschroeiende hitte die me verrast deed terugdeinzen.

Terwijl ik van de schrik bekwam, ontspande Brady weer. Hij liet zijn kin zakken en rolde met zijn schouders alsof hij de spanning eruit wilde werken. Toen keek hij op me neer. Zijn donkere ogen waren nu gloeiend oranjegeel. De kou in mijn buik verspreidde zich naar mijn ruggengraat.

‘Ben je bang, kind?’ De stem die uit Brady’s mond kwam was die van een vrouw, zo hoog en licht dat hij bijna meisjesachtig klonk. ‘Er is niets mis met je intuïtie, maar je hebt van mij niets te vrezen.’

‘W-waar is Brady?’

Ze keek neer op het lichaam waarin ze was binnengedrongen.
“Vind je hem leuk? Hij is best mooi, hè? Alle creaties van dokter Lyle zijn ontzettend mooi. Volmaakte ballen van volmaakte energie die elk moment kunnen ontploffen.’

In een oogwenk stond ‘Brady’ pal voor me, met zijn gezicht vlak bij het mijne, zodat ik werd overspoeld door een gloeiend hete adem, die merkwaardig zoet rook. De oranje ogen boorden zich in de mijne; de pupillen waren verticale streepjes, net als bij een kat.

‘De jongen kan je niet helpen, kind. Maar ik wel. Je hoeft alleen maar…’

Haar ogen rolden in hun kassen en kregen Brady’s bruine kleur; ze werden weer oranje toen ze grauwde.

‘Ze trekken hem terug naar gene zijde. Roep me, kind. Snel.’

‘R-roep…’

‘Roep me aan. Ik kan…’

Haar ogen rolden weer weg, en haar gegrauw verdiepte zich tot iets onmenselijks, een geluid dat het bloed in mijn aderen deed stollen. Ik deed een pas achteruit en botste tegen de muur. 

‘Roep me aan,’ zei ze, maar haar stem werd schor, zwaarder, als die van Brady. ‘Ik kan al je vragen beantwoorden. Roep me…’

Brady’s verschijning flakkerde en ging toen plotsklaps uit, als een tv-scherm wanneer de stekker eruit wordt getrokken. Eén witte lichtflits en weg was hij. Ik meende iemand op de deur te horen kloppen, maar ik kon me niet verroeren; ik kon alleen maar staren naar de plaats waar Brady had gestaan.

De deur ging open, en toen dokter Davidoff binnenkwam stond ik nog steeds met mijn rug plat tegen de muur.

‘Chloe?’

Wrijvend over mijn armen wankelde ik naar voren.

‘Chloe?’

‘S-spin,’ zei ik, wijzend naar het bed. ‘Hij is onder het b-bed gekropen.’

Dokter Davidoff probeerde een glimlach te onderdrukken. ‘Maak je geen zorgen. Ik zal iemand vragen er iets aan te doen terwijl wij weg zijn. We gaan een wandelingetje maken. Het wordt tijd dat je een fatsoenlijke rondleiding en fatsoenlijke uitleg krijgt.’