Les 2: een ideaal inspireert - kijk waar je heen wilt

 

We hebben vele dromen nodig om levende mensen te blijven.

 

Rechter Tie.

 

Een goede beleidsnota start met een ideaal dat begrijpelijk en inspirerend is voor de mensen waar het beleid voor is bedoeld. Dat ideaal heeft een hoog abstractieniveau en is geformuleerd in termen van wat je wilt bereiken. Niet van wat je wilt vermijden. Want fixeer je blik tijdens het fietsen op dat ijzeren paaltje midden op het pad en je zit er al bijna tegenaan. Richt de aandacht dus op waar je wél heen wilt.

 

In een goede beleidstekst staat daarom als ideaal: gezonde lucht inademen, niet minder uitstoot van fijn stof. Of vrede en veiligheid, niet minder criminaliteit. Er is altijd een vertaling.

 

Voorbeeld. Het lijkt een voor de hand liggende formulering van nieuw verkeersbeleid en wordt ook zo gepresenteerd: een ‘dynamisch inhaalverbod voor vrachtwagens ter bestrijding van files’ met het bekende bord dat boven de weg oplicht, met in de linkerbaan een roodgekleurde vrachtwagen. Zowel de titel als het bord gaan uitsluitend over waar mensen een hekel aan hebben en wat de beleidsmaker niet wil: inhalende vrachtwagens en files. Je kunt ook zeggen wat je wél wilt: ‘truckers tijdelijk rechts’, voor veilig en vlot snelwegverkeer, ook als het druk is. Met op het bord een personenauto in het groen afgebeeld op de linkerbaan.

 

Het ideaal moet niet alleen gaan over wat je wél wilt. Het moet ook geloofwaardig zijn. Om geloofwaardig over te komen, moet de formulering van je ideaal eerlijk zijn en aansluiten bij het beeld dat de doelgroep van je heeft, of je dat beeld nu leuk vindt of niet. Een havenbedrijf is er om de haven te runnen, maar men denkt daar wel na over manieren om dat met zo min mogelijk schade voor de omgeving te doen. Dat is dus een geloofwaardig ideaal: een succesvolle haven die óók investeert in groen en frisse lucht. Niet andersom, dat gelooft niemand.

 

Oefening van het vooruit kijken

Ga naar een stad die je niet goed kent. Kies op de kaart een reisdoel en een route daarheen en zoek aan de hand van de kaart de juiste straten. Kijk goed op de naambordjes en volg de geplande route. Neem met afwijkingen van de route geen genoegen, zoek net zolang tot je de juiste straten hebt gevonden.

 

Stop hier halverwege mee.

 

Bepaal op die plek waar je reisdoel zich hemelsbreed bevindt. Zoek aanknopingspunten om die richting te kunnen onthouden, zoals de stand van de zon, een kerktoren of een hoog gebouw. Stop de kaart weg en kies op goed geluk straten die je in de juiste richting brengen.

 

Schrijf daarna voor beide situaties enkele steekwoorden op die je ervaring het beste weergeven. Maak dit briefje zo klein mogelijk. Gooi het bij voorkeur in een stromende rivier. Een prullenbak mag ook.

 

Een alternatief, of liever extra. Bedenk hoe je in één zin aan je zoontje of het dochtertje van je broer vertelt wat je wilt dat het beleid uit je nota oplevert. Doe dat vervolgens en schrijf die ene onmogelijke vraag die je als antwoord krijgt ergens op een willekeurige plaats in je agenda.