2
“Hoe laat is het?”
“Bijna kwart voor elf,” antwoordt Maarten afwezig. Hij is verdiept in zijn iPad, zit al de hele avond zogenaamd geroutineerd over het scherm te vegen met zijn leesbril op het puntje van zijn neus.
Het apparaat is gloednieuw. Drie dagen geleden klonk een woeste schreeuw door ons huis. Maarten ontdekte tijdens het internetbankieren dat hij 250 euro in de Staatsloterij had gewonnen. Na jarenlang investeren eindelijk een prijs van formaat. Hij aarzelde geen moment en besloot zichzelf op het elektronische hebbeding te trakteren. Sinds de aankoop is hij nauwelijks aanspreekbaar.
“Doe die iPad weg, schat, we gaan naar bed. Ik wil nog een keer seks hebben als dertiger. Misschien kunnen we het wel twee keer doen, we hebben tot twaalf uur de tijd.”
Maarten kijkt verschrikt op en grijpt naar zijn leesbril, die van zijn neus dreigt te glijden.
“Mam!” roept Kim verontwaardigd. “Wil je dit voor je houden? Dit is goor. Dit wil ik niet weten.”
Mijn man staart me nog steeds ongelovig aan.
“Je hoorde het goed,” zeg ik.
Kim toetst iets in op haar mobiel.
Maarten ontwaakt uit zijn trance. “Niet op Twitter zetten,” waarschuwt hij zijn dochter.
“Mandy vindt het ook goor,” antwoordt Kim.
Ik sta op en trek de tablet uit Maartens handen.
In onze slaapkamer voldoet mijn man routinematig aan zijn echtelijke plicht. Zijn hoofd lijkt er niet helemaal bij. Na een kwartier is hij klaar en rolt hij zich van me af. Ik nestel me tegen hem aan, snuif zijn geur op en probeer zijn hand in de richting van mijn ongebluste verlangen te laveren. Maarten negeert mijn hint.
“Waar heb je mijn iPad gelegd? Ik wil niet dat de kinderen eraan zitten.” Hij komt overeind.
“Op je bureau. Zullen we samen douchen?” probeer ik liefjes. “Ga ik door mijn knieën voor je.” Het heeft iets onderdanigs en opwindends tegelijk om het geslacht van je man in je mond te nemen terwijl er warm water op je hoofd klettert en hij de restanten wast van wat ooit een weelderige haardos was.
Maarten geeuwt. “Ik was iets aan het installeren, dat wil ik nog even afmaken. Ga jij maar vast slapen. Morgen ben je jarig. Het wordt een drukke dag.”
Ik slik. Voor zover ik me herinner is dit de eerste keer dat Maarten een geheel belangeloos aangeboden stukje orale verwennerij aan zich voorbij laat gaan. Over drie kwartier ben ik veertig. Met de v van voorheen vond hij me verleidelijk.
“O ja, nog iets,” zegt mijn man. “Je krijgt dus een speciale verrassing van Jesper en Kim. Ik heb daar niks mee te maken, dat je dat vast weet. Om eerlijk te zijn, vind ik het een raar cadeau. Maar goed, zij zijn ervan overtuigd dat jij het geweldig zult vinden, dat het precies is wat je nodig hebt.”
Hij trekt zijn arm onder me vandaan en stapt uit bed.
Na de abrupte exit van mijn echtgenoot rol ik van mijn rechterzij op mijn rug. Ik vouw mijn handen achter mijn hoofd en slaak een diepe zucht. Hij meende wat hij zei en hij probeerde me niet op een dwaalspoor te brengen, er klonk onvervalste irritatie in zijn stem. De kinderen hebben een rare verrassing voor me in petto. De onbekende dolfijn die ik morgen hoopte te ontmoeten, blijft vooralsnog even onbereikbaar als Simon van Nick & Simon, voor wie ik stiekem een zwak heb. Hij zwemt als het ware langzaam bij me vandaan – de dolfijn, niet Simon. Niet dat ik niet met Simon zou willen badderen. Ik durf te wedden dat de winteraanbieding ‘Soppen met Simon’ een aanzienlijk grotere respons zou opleveren dan ‘Zwemmen met een tuimelaar’. Als ik een vrouwentijdschrift zou runnen, zou ik het wel weten. Mijn verjaardagsdolfijn schudt zijn feestmuts van zijn kop en gaat op weg naar een groepje soortgenoten dat verderop in het bassin dartelt. Ze doen een wedstrijdje wie het hoogst kan springen zonder hoepel. Terwijl de muts verlaten op het water dobbert, kijkt mijn tuimelaar nog een keer om, verontschuldigend bijna. Hij hoort bij hen, niet bij mij. Soort zoekt soort. Ik knik begrijpend en laat hem gaan. Dat is wat je moet doen als je de veertig nadert: loslaten. Al die hooggespannen verwachtingen doen uiteindelijk alleen maar pijn. Gij zult niet zwemmen met dolfijnen, noch met Simon.
Voor u mevrouw, komt ook Nick niet meer in aanmerking. Veertig met de v van verboden vruchten.