7

Ze slenterden met zijn achten door de sneeuw. Eigenlijk was het te koud, zo’n hele middag buiten, maar ze hadden zelf voor dit programmaonderdeel gekozen. Ze moesten een videofilm maken over milieuvervuiling. En die kon moeilijk binnen gemaakt worden.

Sanne was op tijd beter geweest. Ze had Barbara haar verontschuldigingen aangeboden voor haar onbeleefde gedrag. Barbara wilde er niets van weten, ze was immers ziek. Ze was allang blij dat Sanne mee was.

Dit was de tweede dag van de werkweek. Sanne had het tot nu toe niet erg naar haar zin. Het programma was wel interessant, met als overkoepelend thema de vervuiling van ons leefmilieu. Maar daar was dan ook alles mee gezegd. De groep was te groot, de jeugdherberg te klein, de leiding te streng, het eten niet lekker. Het loltrappen op de slaapzalen vond ze kinderachtig. En slapen… dat lukte niet als er tot diep in de nacht én ‘s ochtends vroeg keet werd geschopt. Toch wilde ze er het beste van maken. Ze wilde gewoon meedoen, net als iedereen. Dus deed ze mee.

Voor Sanne liep Monique. Ze hadden voor hetzelfde onderwerp gekozen. Monique deed heel gewoon tegen Sanne, net alsof ze niet al tijden niets tegen elkaar gezegd hadden. Ze liep gearmd met Hugo. Was het alweer uit met Pim? Ze hadden al een aantal opnamen gemaakt, maar nog lang niet genoeg voor de gevraagde tien minuten. De sneeuw bedekte veel sporen van vervuiling. Zonder die sneeuw waren ze waarschijnlijk veel eerder klaar. Sanne vond het prima: ze genoot van de sneeuw en de kou.

‘Hebben jullie het ook zo koud?’ Monique klappertandde. ‘Ik zou best een borrel lusten! Zullen we een kroeg opzoeken en daarna de film afmaken? Tijd zat!’

Iedereen stemde ermee in. Ze gingen een klein cafeetje binnen. In een hoek zaten een paar mannen te kaarten, lege bierglazen stonden voor hen op tafel. Een oude man met opgerolde hemdsmouwen tapte nieuwe glazen vol. Hij keek op en groette toen ze om de kachel gingen zitten. Ze maakten gekheid over de kitscherige lampjes aan de wand en de Perzische tafelkleedjes. Maar het was er in ieder geval lekker warm.

Nadat de barman de kaartende mannen hun bier had gebracht, kwam hij de bestelling opnemen. Bijna iedereen bestelde een borrel. Sanne aarzelde. Zou ze ook een borrel bestellen? Ze dronk bijna nooit alcohol, hooguit een glaasje wijn bij een verjaardag of zo. Maar ze had zich tenslotte voorgenomen met iedereen mee te doen. Gelukkig bestelde haar buurvrouw warme chocolademelk. Daar sloot Sanne zich bij aan. Zo viel ze niet in haar eentje uit de toon. Aan de andere kant van Sanne zat Boudewijn. Hij draaide voortdurend om haar heen. Ze vond hem wel aardig, daar niet van, maar ze ergerde zich een beetje aan zijn geflirt. Toch streelde het ook haar ijdelheid dat hij zo veel aandacht aan haar besteedde. Eerst Steven met zijn opmerking op het ijs en nu Boudewijn. Niet aan Steven denken. Dat doet alleen maar pijn. Steven is verleden tijd. Niet aan Roos denken. Roos is ook verleden tijd. Uit. Over. Afgelopen. Met de koorts waren ook de dromen over Roos verdwenen. En nu voorgoed, als het aan Sanne lag. Ze hield zich vast aan haar voornemen: ze wilde een gewoon meisje zijn. De werkweek was een uitstekende gelegenheid om te bewijzen dat ze niet langer het stille trutje was dat ze tot nu toe was geweest.

Sanne keek naar Monique. Ze leek wat ouder en haar gezicht was ronder geworden. Dat stond haar goed. Ze was een knappe meid. Haar blauwe ogen straalden. Monique straalde altijd. Ze had hoogrode wangen van de warmte. Als ze lachte, gooide ze haar hoofd achterover en gleed haar blonde haar over haar schouders. Ineens wenste Sanne dat zij die krullen even vast kon houden. Even voelen hoe zacht, hoe zijig ze waren. Ze herinnerde zich dat moment bij Monique thuis, samen op de bank, ergens in september.

Boudewijn trok aan haar mouw. ‘Hé, Sanne, waar zit je met je gedachten? Ik vroeg je wat!’

Ze keerde zich naar hem. ‘Sorry, wat zei je?’

Ze praatte met Boudewijn, maar haar gedachten waren nog bij Monique. Af en toe wierp ze steels een blik op haar.

Het sein tot opstappen werd gegeven. De film moest af. Ze hesen zich in hun jassen en pakten zich warm in met mutsen en sjaals.

De borrel miste zijn uitwerking niet. Het groepje was uitbundig vrolijk. Gearmd slierten ze door het dorp. Sanne liep tussen Monique en Boudewijn in.

‘Pas op, joh, niet zo duwen! Ik word helemaal gesandwiched,’ lachte Monique.

Na hun terugkomst in de jeugdherberg was het al gauw tijd voor het eten. Sanne schoof naast Monique aan tafel. Boudewijn en Hugo gingen tegenover hen zitten. Monique fluisterde Sanne grapjes in het oor over hun bewonderaars. Telde ze nu mee? Het leek er niet op dat Monique haar nu saai vond. ‘s Avonds was de presentatie van alle werkgroepjes. De vertoning van de videofilms was een lachwekkend gebeuren, want voor de meesten was het de eerste keer dat ze met een camera op stap waren gegaan en dus waren er interviews met mensen met een half hoofd, gekke close-ups en trillende landschapsbeelden in overvloed.

De rest van de avond draaiden ze muziek en kon er gekletst of gedanst worden. Sanne vroeg Monique of het uit was met Pim.

‘Ja, de klootzak!’ antwoordde Monique verontwaardigd. ‘Zomaar! Van de ene dag op de andere! Meneer kwam me even vertellen dat hij er genoeg van had! Dat hij niet meer verliefd op me was! Maar,’ voegde ze er na een korte stilte aan toe, ‘het liep al een poosje niet lekker meer. We waren een beetje op elkaar uitgekeken of zo. Bovendien had hij toen dat andere grietje al. Dat ontdekte ik later pas. Kwaad dat ik was!’ Monique snoof. ‘Ik vind het nu niet zo erg meer. Ik had al lang een oogje op Hugo. En jij, Sanne? Nog geen vriendje? Wordt het Boudewijn? Leuke jongen, hoor. Kan je mee lachen!’

Sanne voelde dat ze bloosde. ‘Ik weet het niet. Hij is wel aardig. Maar ja, ik weet het niet…’

‘Kom op, schijterd! Niet zo bang! Je bent een echte piekerkont, jij. Moet je niet doen. Dat bederft alle lol!’ Kon zij maar zo gemakkelijk over alles denken. Sanne wilde Monique vragen hoe het was gegaan met Hugo. Maar ze kreeg de kans niet, want Hugo en Boudewijn, opeens ook eensgezind, trokken hen de dansvloer op. Toch wel leuk zo, dacht Sanne onder het dansen. Ze ving veelbetekenende blikken van Monique op. Ze voelde zich ineens heel zenuwachtig.

Toen nam ze een besluit. Of misschien had ze die beslissing ‘s middags in de kroeg al genomen. Ze zou zichzelf, ze zou Monique, ze zou de hele wereld laten zien dat ze een normaal meisje was. Bovendien zou ze er Steven door vergeten.’ · Ze lachte uitdagend naar Boudewijn en draaide dansend om hem heen. Toen er een rustig nummer gedraaid werd en alle paren dicht tegen elkaar aan dansten, sloeg ze haar armen om Boudewijns nek. Net als de andere meisjes deden. Boudewijn legde zijn armen om haar heen en drukte haar tegen zich aan.

Langzaam bewegend voelde Sanne dat harde jongenslijf, voelde ze die bobbel tegen haar buik. Ze ondervond zijn lichaamswarmte, ze rook zijn geur. Was dit plezierig? Een hele ervaring was het zeker! Door haar wimpers gluurde Sanne naar Monique. Die had haar hoofd op Hugo’s schouder gelegd. Haar ogen waren gesloten. Hugo’s handen waren onder Moniques trui verdwenen.

Om halftwaalf moesten ze naar de slaapzalen. Monique kwam naar Sanne toe. ‘Bij Hugo op de slaapzaal hebben ze blikjes bier. Ga je straks mee naar de jongens toe? Dat hebben we gisteren ook gedaan. Vraag of Boudewijn ook komt.’ Sanne knikte. Ze zouden eerst in hun eigen bed kruipen en nadat de leraren gecontroleerd hadden of iedereen op zijn eigen plek lag, konden ze naar Hugo’s slaapzaal gaan. Dat moest wel voorzichtig gebeuren, want gisteren waren ze op de jongenszaal betrapt en de leraren zouden de slaapzaal van Hugo ongetwijfeld extra goed in de gaten houden. Ach, dat maakte het juist spannend!

Het duurde lang voor het rustig was. Sanne bekeek vanuit haar slaapzak de drukte van de andere meisjes. De leraren postten op de gang en riepen om de haverklap dat ze stil moesten zijn. Monique sliep op een andere zaal. Er waren maar acht bedden per kamer. Hoe wist ze nu wanneer ze erheen kon?

Toen stond Monique plotseling voor haar bed. ‘Ga je mee?’ fluisterde ze. Dat was aardig van haar! Zachtjes slopen ze weg. Ze hoorden de leraren praten op hun kamer, maar de weg was vrij. Monique wees in de richting waar het praten vandaan kwam. ‘Die gaan ook nog een feestje bouwen, dus waarom wij niet?’

Op Hugo’s kamer was het al vol. Er waren nog meer meisjes, allemaal in pyjama. Blikjes bier en zakken chips lagen op de bedden. Hugo rookte, terwijl hij uit het raam hing, een sigaret. Sanne klom op een bovenbed, naast Boudewijn. Hij sloeg onmiddellijk een arm om haar heen, fluisterde iets in haar oor wat ze niet verstond en drukte een onhandige kus in haar nek. ‘Jij ook bier, Sanne?’ Een van de jongens gooide haar een blikje toe. Ze had nog nooit bier gedronken en ze vond het niet lekker. Toch maar opdrinken.

De stelletjes op de andere bedden vrijden met elkaar. Moest zij dat nou ook? Gelaten liet ze Boudewijns liefkozingen over zich heen komen. Monique stond met Hugo bij het raam te zoenen.

Ze kreeg nog een blikje bier in haar handen geduwd. Ze had het koud. Ze luisterde maar half naar Boudewijn. Ze nam de ene slok bier na de andere, meer om haar hand iets te doen te geven dan dat ze het lekker vond. Haar andere hand lag wat onwennig op Boudewijns knie. Boudewijn frunnikte aan haar pyjama. Hij drukte haar steeds steviger tegen zich aan. Ze voelde zijn hand onder haar pyjamajasje omhoogkruipen, over haar blote rug. Moest ze dat allemaal goedvinden? Kon niemand anders haar blote rug zien?

Boudewijns hand gleed over haar buik en daarna omhoog naar Sannes borsten. Sanne verstarde. Kennelijk voelde Boudewijn dat, want hij trok zijn hand terug, duwde haar gezicht tegen het zijne en fluisterde: ‘Stil maar, ik doe niets wat je niet wilt. Ontspan je, Sanne.’

Sanne staarde hem aan. Waar had hij het over? Ze voelde zich ineens niet zo lekker. Waar was Monique? Nog steeds innig verstrengeld met Hugo voor het open raam. Ze rookten samen een sigaret.

Die vatten nog kou als ze daar blijven staan. Belachelijke gedachte. Wat was ze idioot bezig eigenlijk. Boudewijn zoende haar. Ze voelde zijn tong tegen haar lippen, hij duwde met zijn tong haar lippen van elkaar. Er ging een golf van misselijkheid door Sanne heen. Ze duwde hem van zich af.

‘Niet doen! Niet doen! Blijf met je poten van me af, akelig rotjong!’ Ze schreeuwde. Ze stompte hem. ‘Ik wil niet! Ik wil niet! Verdomme, hou je handen thuis!’

Van alle kanten werd Sanne aangestaard.

‘Sanne, wat is er met jou?’ Dat was Monique.

Sanne sprong van het bed, stapte over Rob heen die voor de deur zat en vluchtte de gang op. Vlug! De w.c.! Net op tijd hing ze boven de closetpot. O, wat voelde ze zich beroerd.

Haar maag keerde zich om. Tranen stroomden over haar wangen.

Een hand op haar schouder. Monique. ‘Gaat het, Sanne?’ Sanne kwam langzaam overeind. Ze voelde zich duizelig, maar de misselijkheid was over. ‘Ja, het gaat wel weer,’ zei ze met een schorre stem. ‘Wat is dat hier? Wat is er aan de hand?’ klonk een zware mannenstem achter hen. Van de Sluis! ‘Wat doen jullie hier? Monique, jij weer! Jullie komen natuurlijk van de jongensslaapzaal. Dat is al de tweede keer! Nu moet het afgelopen zijn!’

‘Sanne werd niet lekker, meneer,’ zei Monique. ‘Ik breng haar naar bed.’

‘Ik hoef zeker niet te vragen hoe het komt dat Sanne zich niet lekker voelt,’ beet Van de Sluis haar toe. ‘Vooruit! Naar bed, allebei! Morgen hoor je hier meer van!’

Van de Sluis liep naar Hugo’s slaapzaal. Daar waren ze al in beweging gekomen. ‘Morgen voor het ontbijt melden jullie je allemaal bij mij,’ hoorde Sanne Van de Sluis zeggen. ‘En nu opgedonderd! Ik wil niets meer horen!’

Met Moniques arm om zich heen liep Sanne naar haar bed.

Ze voelde zich akelig. Monique stopte haar als een klein kind in bed.

‘Ga nou maar lekker slapen,’ fluisterde ze, ‘en trek je maar niets aan van Van de Sluis. We hebben toch een prima avond gehad?! Welterusten!’

Maar Sanne kon niet slapen. Monique had misschien een prima avond gehad. Zij niet. Ze had het bedorven voor de anderen. Ze schaamde zich dood. Monique… Monique…

Sanne zag Monique voor zich zoals ze bij het raam had gestaan met Hugo.

Als ik Hugo was …Ik wou dat ik Hugo was… Met Monique zou ik bet wel willen. Geen Boudewijn. Nee, geen Boudewijn.

Sanne zag het voor zich, zij en Monique, bij het raam…



De volgende morgen wilde Sanne niet opstaan. Eén voor één verdwenen alle meisjes van de slaapzaal. Barbara kwam vragen wat er aan de hand was. Sanne zei alleen dat ze zich nog ziek voelde. Toen het sein voor het ontbijt klonk, ging Barbara alleen naar beneden.

Sanne wilde Boudewijn niet zien. Ze wilde de groep van gisteravond niet onder ogen komen. Het was haar schuld dat ze betrapt waren. Ze zouden straf krijgen en dat had zij op haar geweten. Ze had hun avondje verpest. Bovendien had ze een knallende koppijn.

Er klonken voetstappen op de trap. De deur van de slaapzaal ging open.

‘Waarom kom je niet ontbijten, Sanne?’ Mevrouw Verbeek, haar lerares wiskunde. Ze klonk vriendelijk. ‘Nou, Sanne?’

‘Ik ben ziek,’ antwoordde Sanne, ‘ik kom niet.’

‘Wil je het niet proberen? Wie weet knap je op van een kopje thee en een boterham.’

‘Nee, ik wil niet.’

‘Als je echt ziek bent, ben je waarschijnlijk al genoeg gestraft voor je gedrag van gisteravond. Wij gaan na het ontbijt naar het waterzuiveringbedrijf. Daar krijgen we een rondleiding. Ga je dan wel mee?’ ‘Nee.’

‘Dan blijf je hier wel alleen achter.’ ‘Geeft niets.’

‘Nou, je moet het zelf weten.’ Mevrouw Verbeek ging weg. Somber staarde Sanne naar de muur. De andere meisjes kwamen weer terug en gingen hun spullen opruimen. ‘Hé, Sanne! Wat is er? Kom je er niet uit?’ werd er geroepen. Sanne reageerde niet. Barbara probeerde het nog een keer. ‘Laat me nou, ik voel me niet lekker,’ wist Sanne uit te brengen.

Sanne hoorde de bussen vertrekken. Nu was ze dus alleen in het gebouw. Kon ze mooi nog wat slapen. Ze had bijna geen oog dichtgedaan vannacht.

Iemand kwam de zaal binnen. Ze was dus niet alleen. ‘Sanne?’ Dat was Monique!

Nu draaide Sanne zich om. ‘Ben jij niet weg? Jullie gingen toch naar dat bedrijf?’

Monique grijnsde. ‘We hebben corvee. We mochten niet mee. We moeten de hele jeugdherberg schoonmaken. Niks erg, hoor, wel gezellig eigenlijk. En dat water kan me gestolen worden. Ik geloof zo wel dat het water dat uit de kraan komt, schoon is. We zijn met zijn elven beneden. Met Van de Sluis, om toezicht te houden. Ik ben even weggeglipt. Petra en Wouter zijn de dans ontsprongen. Niet herkend, gisteravond.’ ‘Zijn ze boos op me?’

‘Helemaal niet! Dank zij jou hoeven we niet mee naar dat bedrijf. Ach joh, gepakt waren we toch wel. Die leraren zijn niet gek. Ze hadden heus nog wel een keer gecontroleerd. En we maakten ook steeds meer kabaal. We waren gewaarschuwd, gisteren, we wisten dat we straf riskeerden.’ ‘O, gelukkig.’ Dat was een hele opluchting. ‘Maar wat was er nou met je?’

Monique leunde tegen Sannes bed. Ze was heel dichtbij. ‘Ik werd ineens misselijk. Ik kon niet tegen dat bier.’ ‘Ja, dat snapte ik. Maar je schreeuwde zo tegen Boudewijn.

Die jongen was helemaal van slag. Deed hij iets wat je niet wou? Ging hij te ver?’

‘Ik weet het niet. Hij probeerde me te zoenen.’ ‘Nou en? Dat is toch heel normaal?’

Dat is het hem nou net! Ik ben niet normaal! Ik heb het geprobeerd, maar…

‘Ik vond het niet fijn. Ik wou het niet. Ineens moest ik hem niet meer.’

Monique trok een wenkbrauw op. ‘Je bent een rare. Het is toch lekker om te vrijen?’

‘Ik weet niet of ik het lekker vind.’

‘Hoe bedoel je?’ Monique keek Sanne onderzoekend aan. ‘Ik weet niet hoe ik dat bedoel,’ zei Sanne vermoeid. ‘Nou, ik ook niet. Wat moet ik tegen Boudewijn zeggen? Hij vraagt naar je.’

‘Zeg maar dat het me spijt en dat ik niks meer met hem wil.’ ‘Weet je dat zeker? Zo’n leuke jongen! Die kun je toch niet zomaar laten zitten?’

‘Ja, ik weet het zeker. Wil je dat alsjeblieft tegen hem zeggen?’ ‘Dat eerste wel. Het tweede zeg je zelf maar. Ik ga naar beneden, anders krijg ik ruzie met de rest. Beterschap, hè? Dag.’ Ze liep naar de deur. ‘Monique?’

‘Ja?’ Monique draaide zich om. ‘Nee, laat maar.’ ‘Zeg het nou maar.’ ‘Nee, nee, niks.’

‘O, nou. Maar eh…’ Monique aarzelde even. ‘Ik vind het leuk om weer vriendinnen te zijn. Dat zijn we toch weer, hè?’ Weg was ze.

Sannes hart bonkte. Nu sprak Monique uit wat zij net had willen zeggen. Ze legde haar hand op de plek waar Monique tegen het bed had gestaan. Die voelde warm aan. Weer vriendinnen! Als dat zou kunnen!