Inleiding
Van Bakoe tot Batoemi. Nou, dat klopt niet helemaal, maar dat allitereert zo lekker, vinden jullie niet? In Batoemi ben ik nooit geweest, maar het bestaat wel. Het is een lekker Sovjet-achtig vakantieoord aan de oever van de Zwarte Zee. Het is de hoofdstad van het semiautonome republiekje Adzjarië. Korte tijd was het onafhankelijk. Nu is het weer ingelijfd bij Georgië. Adzjarië is geen uitzondering voor de Kaukasus; in elke vallei zit wel weer een ander volkje met een eigen taal, dat korte tijd bezet is geweest door het volkje in de vallei ernaast.
Elk volkje zweert dat de beschaving van de mensheid in hun dorp is begonnen, en dat de ark van Noach bij hun berg is aangespoeld. De Romeinen hadden twaalf tolken nodig om handel te drijven in de Kaukasus, en dan moesten ze nog mazzel hebben om heelhuids uit de Kaukasus terug te keren. Niet alleen volkjes zijn met elkaar in oorlog, landen ook: Georgië, Armenië en Azerbeidzjan, ze hebben allemaal met een ander land nog een appeltje te schillen. En dan heb je ook nog het grote Rusland, dat een paar honderd jaar geleden heeft geprobeerd de Kaukasus in te nemen, wat maar half gelukt is.
Nu de Olympische Spelen in de Kaukasus worden georganiseerd, is het goed om eens te kijken wie hier nou precies wonen. Voor het eerst zijn al mijn reisverhalen van de Kaukasus gebundeld, met een nieuw verhaal over de reis erbij die ik voor de VPRO heb gemaakt. Ik wens jullie veel leesplezier, en wat betreft Batoemi: ga er zelf maar naartoe. Ik heb er goede dingen over gehoord.