
Ricardo Eshuis
Uitgever en ontwikkelaar bij uitgeverij Edu'Actief van leermiddelen in doorlopende leerlijnen voor vmbo-mbo-hbo. Dit zijn leermiddelen in de meest brede zin van het woord: naslagwerken in boekvorm,didactische concepten waarbij rekening wordt gehouden met leerstijlen, digitale en interactieve ondersteuning. Huidige situatieKun je de fase benoemen
waarin de uitgeverij zich bevindt?
“Wij zijn volop bezig met het inventariseren van keuzemogelijkheden
in een markt bestaande uit een aantal opleidingssegmenten, Algemeen
vormend, MBO, VMBO, HAVO, HBO? Wat zijn de ontwikkelingen en wat
wil onze markt? Wat voor keuzes worden daar gemaakt? Het zijn
allemaal segmenten met een eigen doelgroep, een eigen dynamiek. Het
is de kunst om daar overeenkomsten in te vinden. Behalve dat in
ieder segment de docent bepaalt waarmee ze willen werken,wordt
weinig rekening gehouden met wat studenten of leerlingen willen.
Deze verschillen en overeenkomsten maken het voor ons als uitgever
erg lastig.
We hebben deze inventarisatie al eerder meegemaakt, we hebben al
proeven, experimenten, maar ook echt harde commerciële projecten
neergezet, zoals ‘100% digitaal’, een leermanagementsysteem dat
geflopt is. Er was een paar jaar geleden sprake van flexibilisering
in het onderwijs, competentiegericht onderwijs, een prachtig
organisatiemodel waarbij theorie en praktijk op elkaar afgestemd
werden. Op die afstemming van leerstijlen, individualisering van
leertrajecten en rekening houden met leerstijlen is digitaliseren
het antwoord. Flexibilisering van leerroutes begeleid door docent
of coach, was voor ons de aanleiding om te starten met
digitalisering.
Dat competentiegericht onderwijs slecht is, is grote onzin. Het is
juist een perfecte kapstok om verschillende ontwikkelingen goed
neer te zetten Het is geen bezuiniging, maar een andere manier van
organiseren. Veel mensen denken echter dat competentiegericht
onderwijs gelijk is aan alles digitaliseren of dat studenten alles
zelf moeten doen. Niemand verplicht docenten en scholen om te gaan
werken met leerpleinen of lokalen in te richten met pc’s. Voorheen
maakte een schoolbestuur een keuze, niet gehinderd door enige
kennis voor totale digitalisering. Daar komen ze nu weer van terug
en nu zie je een mooie middenweg ontstaan. Het is nog te vroeg om
volledig alles te gaan digitaliseren, de docent werkt immers niet
met het materiaal, hij moet de begeleiding van de leerlingen doen.
Niettemin moet de docent moet wel weten waar de student mee werkt,
dat heeft namelijk hij (de docent, red.) bepaald. Het is een hele
gekke bedrijfskolom, degene die bepaalt, betaalt noch gebruikt (de
docenten, red.), degene die het gebruikt, betaalt en bepaalt niet
(de leerlingen, red.). En degene die betaalt, gebruikt en bepaalt
niet (de ouders, red.).”
Digitale ontwikkelingen
Wat voor impact hebben de
digitale ontwikkelingen op de organisatie?
“In scholen is regelmatig een strijd gaande, ICT-afdelingen leiden
meestal de keuzes die gemaakt worden voor leermateriaal in het VMBO
en MBO. Eigenlijk zou de rol van ICT alleen faciliterend moeten
zijn, maar nu bepaalt de ICT de grenzen waartussen de docent moet
kiezen. In het HBO is het vaak de bibliotheek die leidend is, zij
hebben een overzicht van wat welke aanbieder aanbiedt en adviseert
de docent. Kortom, de wereld op zijn kop.
Per segment moeten wij als uitgeverij dus bepalen hoe wij ons
materiaal digitaal ontsluiten en aanbieden. Dit moet en kan ook.
Als je namelijk blijft vasthouden aan het businessmodel gebaseerd
op fysieke boeken, dan loop je vast. Materiaal ontsluiten en
aanbieden binnen die ICT-grenzen, vraagt een hele andere
benadering, een andere investeringscapaciteit, een andere denkwijze
van de auteurs en een andere marktbenadering. Je richt je veel meer
op de leerbegeleiding en het effect wat je hiermee wilt bereiken
bij een leerling.
Neem de koksopleiding, aankomende koks willen eigenlijk zo snel
mogelijk de keuken in, maar ze moeten wel weten wat veiligheid is
en hoe het met de hygiëne staat. De gasten moeten het ook
overleven. Daarvoor kun je instructielessen maken, die zet je zowel
op papier als bied je via een brede waaier van digitale
mogelijkheden aan, zoals websites, PowerPoint, video’s etc. Je kunt
leermaterialen niet meer slechts op één manier aanbieden. Elke
uitgever is hier binnen zijn eigen segment mee bezig denk ik. Het
is geen vraag meer ‘wat gaan we doen’, het is ‘we moeten alles gaan
doen’. Doe je dat niet, dan doe je gewoon niet meer mee in de
markt. Wij proberen als uitgeverij zoveel mogelijk mogelijkheden te
creëren, maar dan moeten scholen zich ook aanpassen. Er zijn nog
steeds scholen die hun systemen op Windows 98 hebben draaien, daar
kunnen wij als uitgeverij niet zoveel mee.
Het is een uitdagende periode, de tijd van het boekje maken, naar
scholen opsturen met een factuur, hard wegrennen met het geld en zo
rijk worden is voorbij, definitief! Dit gaat ook niet meer
terugkomen. De wens van de docent is nu anders, de wens van de
lerende wordt straks veel dominanter. Nu bepaalt de docent nog,
maar ik voorzie dat de aankomende ‘wifi-generatie’ die straks op
het MBO en VMBO gaat komen, de boel op zijn kop gaat zetten. Die
aankomende generatie accepteert simpelweg niet dat hun
leermateriaal alleen op papier staat, zij accepteren geen computers
die zo langzaam opstarten dat je ondertussen een les lichamelijk
opvoeding kunt doen.
We gaan richting een ‘bring your own device’-tijd, of dat nou via
een iPad, een Kindle of wat voor apparaat dat ook is, dat maakt
niet uit. Een school kan dat wel verbieden, maar het gebeurt
toch. Ik vind digitalisering een heerlijke ontwikkeling. Het
geeft ons uitgevers de kans om zaken op allerlei manieren te
ontwikkelen, je komt eindelijk los van het juk van die ICT-afdeling
die van alles verbiedt en je kunt alles web-based aanbieden. De
docent gaat dan bepalen wat de didactische manier is waarmee ze
gaan werken en de student/leerling kan gaan bepalen met welk device
hij gaat werken en welke licentie hij hiervoor nodig heeft.”
Wat was het moment dat de
organisatie besloot om over te gaan tot
digitalisering?
“Medio 2008 merkte ik dat de markt begon te veranderen, doordat
mijn ‘100% digitaal’-project voor reizen en Leisure was geflopt.
Prachtige methode, maar het werkte niet. De docent die met dat
materiaal moest werken, snapte zijn rol niet. Die kon de
vertaalslag niet makenEr stonden nog steeds praktische opdrachten
in, maar ze werden digitaal aangeboden en daar ging het de mist mee
in, dat landde niet. De ICT-vaardigheden van docenten waren en zijn
beroerd, angst regeerde ook en ze wilden graag lesgeven en
vertellen. Zij vonden het maar niets dat de student of leerling
achter een computer zat. Het ging ook vaak fout omdat de
ICT-voorzieningen op scholen zo slecht waren ingericht, dat ons
leermateriaal er niet op kon draaien. Het schortte aan de
begeleidingskant, niet aan de materiaalkant. Uitgeven is timing,
als je te vroeg bent, mislukt het.
Binnen onze organisatie zijn we sinds die tijd bewuster geworden
qua digitalisering. We realiseren ons dat digitale ontwikkelingen
los moeten staan van de fysieke boekentak. Je moet dus anders leren
kijken en dat kost moeite, ook intern. Ik heb een vrije rol binnen
de uitgeverij als het gaat om digitalisering, ik ben op dit moment
dan ook de enige die op deze manier met digitalisering bezig is.
Het leeft wel binnen de organisatie. Het is voor een deel het
bewustzijn, dat we er iets mee moeten, maar wat weet nog niet
iedereen. Die vertaalslag en mindset van papier naar digitaal is
een enorme stap als uitgever. Er wordt intern veel gediscussieerd
over digitalisering. Wij hebben themabijeenkomsten en halen
regelmatig personen van buiten om te spreken over de huidige
trends.”
Toekomst
Nieuw initiatief
“Normaal gesproken ligt het auteursrecht bij de auteurs. Wij werken
altijd met auteursgroepen van soms wel 8 of 9 auteurs. Dat maakt
het voor ons complexer, soms duurt het 2 a 3 jaar om een product te
ontwikkelen waar mensen mee aan de slag kunnen, ongeacht of dat op
papier of digitaal is. Wat wel spectaculair is, is dat door ons
ontwikkelde producten, waar dus auteursrecht op zit, wordt
aangeboden aan scholen en vervolgens wordt aangepast door docenten
van de school. Hierdoor ontstaat een match met hun projecten en de
eisen van het lokale bedrijfsleven. Wat de docenten aanpassen,
plaatsen wij terug in een database en de leerling betaalt hiervoor
een licentievergoeding om een leerjaar mee te werken. Wij zijn de
eerste in Nederland die op deze manier werkt.”
Wat zal de toekomst brengen
voor jullie uitgeverij?
“Onderwijs moet op maat gemaakt worden, dat is de toekomst. En wie
kan dat nu beter bepalen dan de docent? Wij zorgen er als
uitgeverij voor dat alles is afgedekt, wij leveren alles aan, de
scholen kunnen het materiaal dan op de leerlingen afstemmen. Wij
worden een soort makelaar in rechten, want wij moeten ook
bemiddelen met onze auteurs. We worden daarnaast een soort
kennismakelaar door kennis op maat te leveren.
De scholen krijgen geen exclusief recht op het leermateriaal,
iedereen is vrij om er mee te werken. De rol van uitgever gooien
wij volledig op zijn kop en dat is volgens mij ook de bedoeling.
Uitgevers zullen in de toekomst veel meer kennismakelaars gaan
worden, welke kennis is waar aanwezig, wat kun je zelf aanbieden op
wat voor manier, is dit print of digitaal? De volgende stap is dat
scholen in samenwerking met ons lesmaterialen gaan ontwikkelen. Dit
kan ook een docent zelf zijn, die individueel met ons afspraken
maakt over het te maken leermateriaal. We gaan dus naar een kant
toe wat ‘leren on demand’ heet. Dit wordt intern bij ons wel als
heel moeilijk ervaren, je moet per school afspraken gaan maken,
auteurscontracten moeten worden geregeld, per project verschillend,
en dat is erg bewerkelijk. De mindset veranderen raakt alle
afdelingen intern, dit is heel hard leuren en zeuren.
Men moet intern goed en duidelijk blijven communiceren welke kant
de uitgeverij op gaat. Dit veroorzaakt vaak weerstand, aangezien
niet iedereen zit te wachten op deze nieuwe ontwikkeling. Men moet
men realiseren dat dit de nabije toekomst is, garanties krijg je
niet. Daarom is het zaak om te doen en succes te laten zien. Wij
hebben al scholen die op deze manier met ons samenwerken, dit
zullen er alleen maar meer worden. Ik heb binnen de uitgeverij een
voortrekkersrol als het gaat om digitalisering en flexibilisering,
daarom is het belangrijk om alles te documenteren en kennis te
delen, zodat het niet alleen van mij afhankelijk is. Wij zitten in
de ontwikkelfase hiervan, we zijn de experimenteerfase al voorbij.
De tijd is aangebroken dat het ‘en en’ is, en print en digitaal. De
verhouding tussen fysiek en digitaal is nu 80/20, maar ik voorzie
dit de komende 5 jaar naar een verhouding van 60/40 gaan. Voor de
periode daarna vind ik het lastig om in te schatten. Het onderwijs
gaat enorm veranderen, we gaan een grote uitstroom van docenten
krijgen in verband met de vergrijzing, plus de studenten worden
veeleisender. Het louter educatieve uitgeven zal worden losgelaten,
want het zal in de toekomst ook gaan voorkomen dat wij gaan leveren
aan de geïnteresseerde consument.
De focus op puur onderwijsinstellingen zal verbreden naar de
consumentenmarkt. Dat doen we nu nog niet, maar we zijn er wel aan
mee bezig qua voorbereidingen. Nieuwe markten aanboren is niet een
kwestie van risicospreiding, maar verbreden van de mogelijkheden.
Het blijft een kwestie van luisteren naar de markt, goede
oplossingen bedenken en kwalitatief goed materiaal blijven
aanleveren. De rol van marketeer zal zoals we hem nu kennen, gaat
verdwijnen. Auteursrechten worden nog belangrijker, dus zoals we nu
al doen, zal dat ge-outsourced worden en blijven.”
Is de rol van Social Media
iets blijvends voor jullie uitgeverij?
“De rol van Social Media binnen ons bedrijf is belangrijk. Gelukkig
hebben wij besloten om hier geen beleid op los te laten. In ieder
contract staat immers dat je geen bedrijfsgevoelige informatie mag
verspreiden, dus waarom dan een beleid maken voor Social Media? De
rol nu is kennis proberen te delen en te halen, voor mij werkt dit
heel goed. Ik zie ook dat dit enorm blijft groeien, mensen blijven
de behoefte houden om informatie te delen. Uitgeverijen moeten niet
alleen maar zenden,hun aanbiedingen promoten, maar ook laten zien
waarmee ze bezig zijn en waarom een product een bepaalde prijs
heeft. De rol tussen auteurs en uitgever wordt nog belangrijker,
het heeft geen zin om de zweep over de auteurs te halen. Zij moeten
de kennis blijven aanleveren en dit moet in goede harmonie gaan. Er
zal wel steeds meer ge-outsourced worden, zoals nu al gebeurd met
grafische ontwerpers, vertalers en juristen. Dienstverlening zal in
de toekomst steeds belangrijker worden voor ons, overnames is een
belangrijker onderdeel voor ons.”
Is innovatie belangrijk voor
een uitgeverij?
“Wij hebben op het moment 110 medewerkers, wij zijn niet zo
slagvaardig als kleine uitgeverijen, maar we zijn een platte
organisatie, dat is een groot voordeel. Iedereen binnen de
organisatie moet de vragen die er spelen per segment erkennen en
deze vragen ook kunnen beantwoorden. Pas dan kun je als uitgeverij
goed voorbereid de toekomst tegemoet ingaan. Innoveren om het
innoveren moet je niet doen. Beantwoord pas de vragen van de markt,
als deze er daadwerkelijk zijn en zorg ook dat je de antwoorden
hebt. Innovatie is onvermijdelijk, maar doe het bewust. Als je het
niet (bewust) doet, sta je over een paar jaar buitenspel. Je moet
nu al over de schutting durven te kijken, als je dat niet doet,
doen anderen het wel. Het is een vechtmarkt, het is ieder voor
zich.”
De markt
Hoe kijk jij op dit moment
naar de uitgeefmarkt?
“De uitgeefmarkt is niet één markt, er zitten verschillen in. De
consument is steeds kritischer en heeft maling aan de problemen
zoals die met auteursrecht. In ons segment is auteursrecht
makkelijker te flexibiliseren en toegankelijker. Auteurs stellen
zich dienstbaar op richting onderwijs. Dat is ons voordeel. Bij een
literaire uitgever zit dit anders, auteurs hebben daar een andere
rol. Daar draait het echt om de naam. Als die auteur geen e-book
wil, gebeurt het ook niet. Als bij ons een auteur bij ons geen
e-book wil, zoeken wij een andere auteur. Dit is een kwestie van
opvoeden, dit kan ook in de literaire markt. Het is raar dat
bijvoorbeeld een Kluun bepaalt hoe het boek er uit komt te zien, de
uitgever is toch de uitvoerende?
De markt is nu dynamisch, het is taak om te zorgen voor
verschillende antwoorden voor verschillende consumenten. Niet
iedereen ziet dat nog, er zijn teveel organisaties nog niet klaar
voor deze periode. Ontwikkelingen gaan heel erg snel momenteel,
terwijl uitgeverijen een businessmodel hebben dat sinds de
boekdrukkunst niet meer veranderd is. We staan aan het begin van
een enorme omslag, boeken krijgen een andere rol. Gaat het om een
verhaal, dan kan dit straks op verschillende apparaten. Over milieu
gesproken, is het uit te leggen dat we zoveel bomen omleggen om
maar alles op papier te krijgen? Dit is niet meer
milieuverantwoord.
Als uitgeverijen het niet zien zitten met e-books, moeten ze het
niet doen. Je kunt mij echter niet wijsmaken dat iedere klant van
die uitgeverij dan ook niet zit te wachten op e-books. Hoe kunnen
deze uitgeverijen dit zo stellig zeggen? Kennen zij iedere klant
van hen? Voor de algemene of literaire uitgeverijen wordt het een
zaak van het fysieke boek blijven aanbieden én het digitale boek
gaan aanbieden. Doe je het niet, dan zoekt de consument het elders.
Als uitgeverijen willen blijven wachten op het moment dat het
e-book daadwerkelijk doorbreekt, dan zijn ze al te laat. Dan moeten
ze ineens het businessmodel en verdienmodel naar die markt gaan
veranderen. Ze weten dat die vraag er gaat komen, waarom dan nu
geen actie ondernemen? Andere uitgeverijen doen het wel.
Er gaat veel veranderen in uitgeefland, de auteurswetgeving gaat
veranderen en dat zal behoorlijke impact hebben. De branche gaat
dan op de schop. Iedere uitgeverij zal zijn vak opnieuw moeten
uitvinden. Het is de grootste revolutie sinds de boekdrukkunst
heeft plaatsgevonden. De term uitgeverij zal ook gaan verdwijnen,
er zullen uitgeverijen gaan omvallen. Degenen die niet willen
meegaan, kunnen straks de investering niet meer opbrengen en zullen
gaan omvallen. De markt die het eerste in problemen komt is de
kleine educatieve uitgever. Zij kunnen niet meer op tegen de
veranderende markt. Dit geldt ook voor boekhandels, de meeste
educatieve boekhandels bestaan al niet meer.”
Gratis schoolboeken
Ben je hier voor- of
tegenstander van?
“Gratis schoolboeken zijn een doodzonde voor de educatieve markt!
Gratis zijn ze overigens niet, want er wordt nog steeds voor
betaald, het is een tegemoetkoming in de kosten, vanuit het idee
dat de beslisser betaald. De scholen krijgen een vergoeding vanuit
de overheid, van ongeveer € 316,- per leerling per jaar, inclusief
btw en boekhandelkorting. Wat blijft er van dat bedrag over? Het
gaat via een Europees aanbestedingstraject, wij moeten binnen dat
budget leermateriaal aanleveren. Niemand heeft baat bij gratis
schoolboeken. Voor de educatieve uitgevers gaat de prikkel weg om
te innoveren, er is immers geen geld meer voor. Er is te weinig
compensatie voor uitgevers om nieuw leermateriaal te ontwikkelen
als scholen hiervoor niet willen en kunnen betalen. De leerling
schiet er ook niets meer op, want krijgt straks hergebruikte
schoolboeken.
Als scholen het slim doen, kunnen ze geld verdienen. Ze kunnen
namelijk eenmalig boeken aanschaffen en hier 3 of 4 jaar mee
werken, maar ze ontvangen wel ieder schooljaar een nieuwe
vergoeding vanuit de overheid. Dat gebeurt nu namelijk al. Ik pleit
voor een vergoeding van € 150,-, maar benoem het dan ook als
zodanig. Zorg dat het niet op de grote hoop komt. Ik vind het
uitholling van het onderwijs. Je werkt het zo in de hand dat
docenten de opdracht krijgen om zelf materiaal te gaan maken, dan
kunnen scholen de vergoeding voor eigen doeleinden gebruiken. Ook
is het een kans voor andere uitgevers om in te gaan schrijven op
deze aanbesteding, je kunt dan van veel boeken ook onderwijsboeken
maken.
Wij spelen hierop in, door docenten te gaan begeleiden om hun eigen
materiaal te gaan schrijven. Dit klinkt vreemd, maar wij verkopen
dan een stuk dienst in plaats van de content. En als de docent goed
materiaal maakt en wij als uitgeverij geven dit uit, is dit dan
toch prachtig? Of als scholen al materiaal hebben liggen, maar de
eisen veranderen bijvoorbeeld vanuit het ministerie, dan kunnen wij
dit doen met onze eigen auteurs. Het is een ondoorzichtige markt,
maar dat vind ik heerlijk. Laat er een keuze zijn voor de
consument, ik daag iedereen er dan ook voor uit. Kom maar, kom maar
met een goed product. Dit prikkelt mij namelijk ook om een nog
beter product te creëren.”
E-books
Zoals we het e-book nu
kennen, is dat compleet?
“Op Manuscripta 2009 waren ineens veel presentaties en lezingen
over het e-book. Ik wil ook begin 2011 met ons eerste echte e-book
komen, met embedded video etc. Het e-book biedt heel veel kansen,
wij zijn druk bezig om het product e-book te ontwikkelen. We
richten ons als eerste op het HBO-onderwijs. In het VMBO en MBO
zijn ze daar gewoon nog niet klaar voor. Het gebruik van de iPad of
wat voor device dan ook in het onderwijs, daar geloof ik erg in.
Wij moeten gevalideerde kennis aanbieden voor de groep die digitaal
wil gaan leren. Het e-book is een vorm, misschien komt er wel een
database met content, het moet wel gevalideerd zijn om de kwaliteit
te waarborgen.
Denk aan de voordelen van kruisverwijzingen in een database, wat
een hoeveelheid kennis dan tevoorschijn komt. Dit kan beschikbaar
zijn voor leerlingen, maar ook voor de consument. Het huidige
e-book -de tekstversie- vind ik te eenzijdig. De ontwikkeling van
embedded video is voor ons een enorme kans, zeker op het gebied van
leren. Leerlingen lezen niet, als je hen het visueel kunt duidelijk
maken, het gaat om het doel wat je bij die leerling wilt bereiken.
Het moet gaan draaien om het prikkelen van de verschillende
zintuigen. Wij willen dan ook niet de standaard e-books, met alleen
tekst, gaan aanbieden. Over de technische keuzes kan ik nog niet
veel vertellen, omdat we midden in die keuzefase zitten”
DRM
Ben je voor- of tegenstander
van beveiliging op e-books?
“Op onze e-books, al dan niet met die embedded video’s moet in iedere geval geen DRM zitten, zoals wij DRM nu kennen. Als je zorgt om de toegevoegde waarde van de e-books, bijvoorbeeld met embedded video’s, dan heb je helemaal geen DRM nodig. Alles is te kraken, dat is het risico wat je als uitgever loopt. Het wordt lastig als jouw content op internet komt te staan, dat besef ik goed. Ik geloof in beveiliging, maar dan meer de Social DRM. Ik vind wel dat de content beveiligd moet worden. Volgens de auteurswet draagt een auteur het exploitatierecht aan ons (de uitgever) over, daar ontkom je niet aan. Een fysiek boek is toch ook niet te beveiligen tegen kopiëren? Waarom zou ik onze klanten, de studenten gaan pesten met dat soort beperkingen?
PiraterijWordt piraterij overschat of
onderschat?
“Ik denk dat piraterij op dit moment –gezien de huidige auteurswet-
goed wordt ingeschat. Er loopt waarschijnlijk nu een aantal
partijen geld mis, omdat hun content waar auteursrecht op zit op
internet rondslingert. Ik denk zelfs dat het misschien wel
onderschat wordt, het zou nog harder aangepakt moeten worden.
Gezien de huidige wetgeving begrijp ik hoe Stichting Brein zich
opstelt. Ik kan mij voorstellen dat zij met richtlijnen komen voor
uitgevers om piraterij te voorkomen. Of het handig is en of het wat
oplevert vraag ik mij af, je gaat piraterij in de hand werken.
Zo’n idee als Spotify voor e-books, wat heb je daar aan? Ik denk
niet dat dat werkt. Als je zorgt dat jouw product uit verschillende
componenten bestaat, dan maak je het nagenoeg onmogelijk om
illegaal precies die componenten te verzamelen om er een volwaardig
e-book van te maken. Het e-book hoef je dan niet te beveiligen,
alleen de extra’s hoef je lastig te maken om te hacken of illegaal
te downloaden. Piraterij is niet te voorkomen. De vraag is, wil je
het voorkomen? Dan hadden we ook nooit het kopieerapparaat moeten
uitvinden, of de videorecorder of USB-stick.
Het is soms slikken en weer doorgaan en zoeken naar betere
oplossing zodat de ‘normale’ klant gewoon bij jou blijft uitkomen.
Denk aan verschillende types van aanbieden van de content, of dat
nou in een enhanced e-bookvorm is, een kale tekstversie is, of een
mooi gedrukt boek. Zorg voor keuzes! Mensen willen toch graag de
mooie boeken in de kast houden, stimuleer dat met een goede
digitale versie. Voor kannibalisering ben ik niet bang. Stel dat
het e-book beter gaat verkopen dan het fysieke boek, dan ga je
lagere oplages maken. Vervolgens krijg je hogere prijzen, wat weer
ruimte creëert om mooiere boeken te maken.”
Prijs e-books
Wat is een goede prijs voor
een e-book?
“Ik vind het heel lastig om te bepalen wat nu een goede prijs voor
het e-book is. In ons segment, als het gaat om gevalideerde
content, met een didactische schil er omheen, moet je denken aan de
helft van de prijs van het fysieke boek. Ik vind het onzin dat de
huidige e-bookprijs gebaseerd is op 80% van het fysieke boek. Dit
komt puur voort uit angst, dit is niet willen accepteren dat de
consument voor het e-book zou kunnen kiezen. Het is gewoon
tegenwerken, wat uitgevers doen. Zij kijken naar hun netto-omzet,
die moet zo hoog mogelijk zijn. Ik daag ze uit om eens anders te
kijken, kijk eens als uitgever naar je rendement. Als dat intact
blijft, maar je hebt als uitgeverij een lage netto-omzet, dat kost
dat misschien een paar koppen.
Ik vind dat uitgevers momenteel de e-booklezer ontmoedigen om
e-books te blijven lezen en potentiële lezers ontmoedigen om er aan
te beginnen. Het is nu nog nauwelijks interessant om e-books te
kopen, je wordt dan ook nog beperkt in de manier waarop je er mee
wilt omgaan. Ik vind een goede prijs voor het e-book 50% van de
prijs van het fysieke boek, daarnaast moet de overheid dan ook nog
gaan meewerken aan het terugbrengen van het btw-tarief naar 6%. Dat
wil helaas Brussel nog niet en lijkt onmogelijk, daarom wordt nu
het e-book fysiek gemaakt, denk aan de e-bookstick.
Die e-bookprijs van 50% van de prijs voor het fysieke boek heeft
als consequentie, dat je waarschijnlijk de uitgeverij kunt gaan
halveren, als het e-book goed gaat verkopen. Immers, dat betekent
minder loonkosten, minder personeelsgedoe, alleen maar voordelen
dus. Binnen onze uitgeverij is het e-book tussen nu binnen 7 a 8
jaar een volwassen, volwaardig product dat een substantiële
bijdragen zal leveren aan de omzet. Ik weet ook zeker dat het
e-book definitief gaat doorbreken in Nederland, maar het heeft tijd
nodig. Dit heeft jaren nodig om aan de productenkant te accepteren
dat het nu eenmaal gevolgen heeft voor je handel. Het wordt een
andere manier van handelen.
Het is nu voornamelijk de roep van de voorlopers, de early adopters
die betere e-books willen, beter gebruik, betere faciliteiten. De
groep die er nog niets mee heeft, snap ik ook. Het is nu nog een
kleine groep die er mee bezig is, maar de consumentenwens gaat
wijzigen. Dat is ook logisch, de overgang is onvermijdelijk. De
snelheid van de markt gaat net zo snel als de gemene deler wil dat
het gaat, daar zitten de voorlopers en afremmers bij in. De
snelheid gaat precies goed nu, het geeft ons tijd om ons voor te
bereiden, zonder onze core-business te verwaarlozen.”
Zal het papier
verdwijnen?
“Ooit zal het papieren boek gaan verdwijnen, al was het maar omdat
we geen bomen hebben die we kunnen omkappen. Het kan snel gaan, het
kan zomaar zijn dat we over 30 jaar niet meer van papier lezen. Dan
vinden we het verouderd, papier doet niets, dan sluit dat niet meer
aan in die tijd aan onze wensen. Ik houd van boeken, het is echt
mijn ding, maar alles in zijn tijdgeest. Als het digitaal wordt,
dan wordt het ook digitaal, het is niet af te remmen. Een ander
voordeel is als papier verdwijnt, dat de problematiek met drukkers
ook zal verdwijnen, nooit meer vertraging. Een aantal
bedrijfskolommen zal verdwijnen, maar er zullen ook heel veel
nieuwe functies en bedrijven geschapen worden.
Beeldvorming
Lees je alles wat in de
media geschreven wordt over uitgevers en e-books?
“Ik lees niet alles wat over uitgevers en digitale ontwikkelingen
wordt geschreven. Dat doe ik bewust, je hoort en leest zo vaak
hetzelfde, altijd dezelfde personen die aan het woord komen.
Doorgaans is het hakken in het zand, de bevestiging zoeken dat zij
(andere uitgevers) het zo goed doen en dat ze vooral niet moeten
veranderen. Dat dezelfde personen altijd in het nieuws komen, is
enerzijds gebrek aan creativiteit bij de redacteuren binnen de
media, anderzijds zijn de mensen die echt aan het digitaal
pionieren zijn, te druk om zich druk te maken over deze negatieve
berichtgeving.
De e-bookmarkt is nu nog klein, dus wordt ook niet serieus genomen
door de media. Er zijn ook nog weinig succesvolle voorbeelden van
het uitgeven van e-books, dat speelt ook mee voor de negatieve
beeldvorming. Het schiet ook niet op met de berichtgeving over
e-readerfabrikanten die failliet verklaard worden. Daarnaast vind
ik het onzinnig dat Boekblad haar nieuws achter slot en grendel
heeft (betaalmuur, red.). Ik mis bij Boekblad de journalistieke
verdieping, de achtergrondverhalen. Ik zie artikelen die ik ook
elders op het internet kan lezen, waarom daarvoor betalen?
De media is nu eenmaal méér toegespitst op negatieve dan op
positieve berichtgeving. Negatief scoort nu eenmaal beter.
Bijvoorbeeld het competentiegericht onderwijs is heel negatief in
de media gekomen. Zeer suggestieve journalistiek waarbij de
journalist was vergeten dat de opleidingen die hij onder de loep
had genomen, helemaal niet werkten volgens de richtlijnen
competentiegericht onderwijs, maar volgens de oude systematiek. Het
feit dat lessen uitvallen, heeft niets te maken met
competentiegericht onderwijs. Hetzelfde geldt voor het gebrek aan
docenten. Toch werd ervoor gekozen om het competentiegericht
onderwijs hier op af te rekenen. Een journalist snapt vaak niet het
verschil tussen een boekhandel en een uitgever. Hij kan misschien
nog net het verschil maken tussen een drukker en een uitgever, maar
daar houdt het wel op. Zo ontstaat een verkeerde beeldvorming, want
er wordt niet gezocht naar achtergronden.”
Wat vind je van de huidige
blogcultuur?
“Ik volg blogs over e-books een beetje, maar momenteel schiet het
echt alle kanten op. Ik hoor vanzelf wel wanneer er iets zinnigs
boven komt drijven, tot die tijd ben ik zelf lekker bezig. De harde
afrekening van bloggers ten opzichte van uitgevers vind ik niet
terecht. Ik reageer maar zelden, de educatieve markt wordt niet als
volwaardig gezien. We worden wat dat betreft niet gezien als een
‘echte’ literaire uitgever en hebben dus schijnbaar minder recht
van spreken. Ik mis echt achtergrondinformatie, je moet momenteel
echt jouw eigen nieuws maken en de ontwikkelingen goed volgen.
Ik snap wel de harde kritiek over bijvoorbeeld de e-bookprijs en
DRM binnen de literaire markt. Aan de andere kant is de roep van de
consument om e-books ook weer niet zo massaal dat de noodzaak er al
is. Maar je weet wel dat die er gaat komen. De consument wordt
kritischer en dat wordt alleen maar sterker. Je hoort uitgevers
eigenlijk nooit, bijna niemand reageert, dit komt door onze rare
bedrijfskolom. Het wordt wel belangrijk om duidelijk te maken waar
je mee bezig bent, door openheid van zaken geven. Transparantie is
het woord. Als je dat kunt als uitgever en je kunt een breed scala
aan mogelijkheden aanbieden, dan is er nog hoop voor uitgevers.”
Bekijk
hier de reacties op Frankwatching.