Han Menno Depeweg

Uitgever NRC Digitaal – NRC Handelsblad

Verantwoordelijk voor digitale uitgaven, vooral op commercieel vlak.

Huidige situatie

“NRC bevindt zich momenteel in een turbulente periode. We zijn net door de Persgroep aan een investeringsgroep doorverkocht. Het kost veel tijd om NRC uit de bestaande organisatie te ontvlechten: alle redacties moeten van de Persgroep worden losgekoppeld. Ook moeten we eigen systemen opzetten, zoals een eigen druksysteem en een archief. Voorheen maakten NRC, de Volkskrant en Trouw gebruik van hetzelfde archief, maar dat mag nu niet meer van de Nma. Dit komt allemaal niet ten goede aan de strategische aanpak. Ik schat in dat het een half jaar tot een jaar kost om NRC definitief van de Persgroep los te koppelen. We zijn van een grote onderneming naar een groot MKB-bedrijf gegaan. We moeten nu alles op eigen kracht doen.

Daarnaast verandert het medialandschap behoorlijk. Er wordt weleens geroepen dat het einde van de geprinte media is gekomen. Maar vergelijk het met een zeilboot. Die zijn er ook nog steeds, ondanks de motorboten. Zeilen is emotie, net als lezen van papier. Wij richten ons op de inhoud, het medium maakt niet uit. Maar de verandering heeft wel impact op onze organisatie.”

Wat was het moment dat de organisatie besloot te gaan digitaliseren?

“In 1995 begon NRC Handelsblad als eerste landelijke dagblad met een website. Onze lezersgroep noemen we AB1, de hoge welstandsgroep. Deze is te typeren als een man van 40 à 50 jaar. Hij is snel geïnteresseerd in gadgets, en is bijvoorbeeld ook de huidige iPad-gebruiker. Hij heeft namelijk geld voor dit soort apparaten. Studenten willen ook wel een iPad aanschaffen, maar hebben hier simpelweg het budget niet voor. Een krant is een vluchtig product, dus hoe sneller en efficiënter wij dit product bij de gebruiker krijgen, hoe beter. Onze lezers lopen voorop in de markt. Wij moeten dus continu met hen meedenken.”

Hoe wordt intern op de digitalisering gereageerd?

“Negentig procent van onze medewerkers zijn echte krantenmensen. Onze redactie produceert content en daarnaast zijn er afdelingen die iets met die content doen, zoals de digitale afdeling. Er is weinig aversie tegen digitalisering, want het generen van content staat voorop. Wat er daarna met deze content gebeurt, of dit nu in druk of digitaal verschijnt, is voor onze medewerkers niet zo belangrijk. Ons uitgangspunt is het nieuws dat in de papieren krant komt. Dit voorkomt discussie. Pas daarna verwerken we dit nieuws voor een digitale uitgave. Ik voorspel dat binnen nu en twee jaar tien procent van de oplage digitaal is. De gedrukte krant, nog altijd goed voor negentig procent, blijft onze corebusiness.

Over tien à vijftien jaar zal de kentering van print naar digitaal pas echt plaatsvinden. Zeker niet eerder, want de emotie van papier is nog nauwelijks digitaal na te bootsen. In de aanloop naar deze kentering krijgen redacteuren steeds meer werk. Digitalisering gaat een steeds grotere rol vervullen en het beleid moet hier continu op blijven inspelen. Gelukkig zien onze medewerkers het nut van digitalisering in en zullen daardoor makkelijker en sneller overschakelen.

De organisatie heeft er profijt van dat we al sinds 1995 onze artikelen digitaal verwerken en aanbieden. We zijn er dus aan gewend dat de content twee kanten op gaat: print en digitaal. Redacteuren mogen zelf bepalen of meer content, foto’s of filmpjes op digitaal vlak een toegevoegde nieuwswaarde hebben. Voor het ontwikkelen van nieuwe producten hebben we een speciaal mediateam van vijf ontwikkelaars, enkele redacteuren en commerciëel medewerkers. Ze hanteren een trial-and-errorprincipe: ze maken nieuwe producten en beoordelen daarna of het werkt of niet. We streven naar een groot aantal digitale abonnees. Door kleine stapjes te zetten kunnen we kijken hoe we dat doel kunnen bereiken.”

NRC heeft een nieuwe hoofdredacteur en een nieuwe investeringmaatschappij. Hoe staan zij tegenover digitalisering?

“Op 2 september hebben we een gesprek gehad met de nieuwe hoofdredacteur Peter Vandermeersch. Bij De Standaard heeft hij laten zien hoe belangrijk hij digitalisering vindt. Ik verwacht ook dat hij deze lijn bij NRC doortrekt. Dat betekent dat we nieuws brengen op papier en op de websites (digitale edities), en betaalde content voor mobile apparaten. De investeringsmaatschappij heb ik nog niet gesproken. Zolang wij onze inkomsten rendabel houden, verwacht ik weinig problemen.“

NRC en de e-reader

In 1998 is NRC Handelsblad gestart met een e-readeruitgave. Wat was daar de overweging voor?

“In 1998 heeft e-readerfabriekant Irex Technologies ons gevraagd of wij interesse hadden een digitale editie van de krant op hun e-reader aan te bieden. Wij hadden toen al een digitale versie van de krant in PDF en beschikten over een simpel systeem om een ePub-versie van de krant te maken. Als zoiets mogelijk is, waarom zou je het dan niet doen? We hebben toen ongeveer 2.000 à 2.500 e-readers verkocht. Dat lijkt nu weinig, maar in die tijd was dat heel veel.

Het aantal abonnees voor de digitale krant op allerlei devices voordat de iPad begon, steeg naar 8.500 à 9.000. Dit waren geen nieuwe abonnees, maar zij lazen NRC al. De abonnee die weinig tijd heeft of veel onderweg is, en die we dreigden te verliezen met de papieren krant, konden we door de digitale krant ineens weer bedienen. De samenwerking met iRex heeft goed uitgepakt.

Van het faillissement van iRex dit jaar hebben we geleerd dat je niet op één leverancier of platform in moet zetten. Persoonlijk ben ik geen fan van e-readers: ze zijn te traag en in zwart-wit. Dertig jaar geleden waren de kranten ook in zwart-wit. Met de e-reader wordt dus een stap terug in de tijd gezet. NRC heeft veel van de e-reader geleerd, maar ik ben blij dat we er niet groot op hebben ingezet. De e-reader bevindt zich in een transitiefase: ik zie de e-reader op termijn verdwijnen. Misschien enkele niches waar hij nog in gebruik blijft daargelaten.”

NRC en de iPad

Zal de iPad NRC verlossen of vermoorden?

“NRC op de iPad en de iPhone ziet er hetzelfde uit als de papieren versie. Daar zit een gedachte achter. Per maand verkopen we rond de 150.000 kranten voor de iPad. Sinds de iPad-versie van NRC is gelanceerd hebben we ongeveer 150 kritieken gekregen. 0,1 procent van de gebruikers vindt de iPad-versie dus niet toereikend. 99,9 procent is wel tevreden. We hebben eerder al geëxperimenteerd met een andere vormgeving en met een andere opzet. Maar het is al lastig om de dynamiek van de dag te verpakken in een voorpagina, laat staan om die digitaal over te brengen. Het bleek dat lezers door een digitale editie die anders was vormgegeven het gevoel met het NRC kwijtraakten: het was te onbekend.

Daarom bieden we nu de krant digitaal aan zoals die er op papier uitziet. Met kleine stapjes willen we dit format vervolgens aanpassen en verbeteren. Dit is voor ons de meest natuurlijke manier om uit te vinden wat wel en niet werkt. Inmiddels is de zestiende versie van de digitale editie actief, alleen zien lezers dat niet. Dat hoeft ook niet. Wel biedt deze versie meer opties dan negen maanden geleden, zoals meerdere foto’s en trailers bij filmrecensies. Maar het blijven hele kleine stappen om het product te verbeteren.

Ik geloof in de toekomst van mobiele apparaten zoals de iPad. Tablets zullen de komende jaren een belangrijke speler in de markt worden. Voor ons vormt dit een belangrijk onderdeel. Door deze tablets kunnen we namelijk een kant-en-klaarproduct afleveren. In tegenstelling tot andere krantensites die iedere minuut nieuws plaatsen, zijn wij er goed in één keer per dag nieuws te brengen. Met de apps geven we de lezer tegen betaling in een keer een volledig nieuwsoverzicht.

De klant vindt het fijn om het nieuwsoverzicht als een pakketje te ontvangen. Zo hoeft hij niet iedere minuut van dag het nieuws te checken, om te voorkomen dat hij of zij iets mist. Twee keer per dag ontvangt hij dit nieuws gebundeld. Lezers zijn bereid om hiervoor te betalen. Ze weten namelijk waarvoor ze betalen, dat is het psychologische effect. Dat lezers het prettiger vinden het nieuws in één keer te krijgen dan in brokjes verspreid over de dag, was voor ons een nieuwe ervaring. Wij gingen ervan uit dat lezers het nieuws liever in delen lazen, verspreid over een dag. Maar het nieuws stopt nooit. Om een informatieoverload bij lezers te voorkomen, kun je er als krant beter voor kiezen om dit nieuws goed te documenteren en daarna pas aan te bieden.

Daardoor kunnen wij ook beter de diepte in. Andere kranten doen dit niet en kiezen voor de snelheid: hoe sneller hoe beter en de inhoud komt later wel. Wij kiezen ervoor achtergronden bij de feiten te brengen. Het merendeel van de krantenlezers zal kiezen voor snel hapsnap nieuws. Wij zijn hier de krant niet voor. De Telegraaf is een grote krant, maar richt zich voornamelijk op roddel en achterklap. NRC richt zich op die lezer die dat niet wil. Wij hanteren het principe van ‘kies je niche’. Voor ons is die niche nieuws dat zorgt voor duiding en achtergrond.”

De NRC-app voor de iPad kost € 0,79. Hoe is deze prijs vastgesteld?

“Deze prijs heeft Apple zelf vastgesteld. Apple hanteert een staffelmodel: de eerste staffel is € 0,79 de tweede staffel is € 1,59. De papieren krant ligt voor € 1,80 in de kiosk. Het is erg lastig uit te leggen waarom de digitale editie bijna even duur is als de papieren versie. Zelf zouden we liever een prijs van € 0,99 hanteren, maar is dit is via Apple (nog) niet mogelijk.

De prijs blijkt een stimulans om de NRC-app aan te schaffen. In augustus hebben we 100.000 digitale kranten verkocht. Dit is minimaal een vervijfvoudiging van onze verwachting. Ter vergelijking: per dag leveren we rond de 250.000 papieren kranten. De digitale krant had in januri nog nul downloads, en acht maanden later 100.000 per maand. Wij schatten dat deze opwaartse lijn voorlopig omhoog blijft gaan.”

Verandert het brengen van nieuws door de komst van tablets of mobiele apparaten?

“Er komt een moment dat het nieuws op papier en het nieuws op tablets of mobiele apparaten niet meer gelijk is aan elkaar. Wanneer precies is moeilijk te voorspellen. Onze redacties moeten dan gaan kijken welk nieuws geschikt is om digitaal uit te brengen. Dit kan betekenen dat er nieuws online komt te staan dat niet op papier is verschenen en vica versa.

Ik geloof niet dat we het nieuws op maat moeten brengen, dus uitgesplitst per onderwerp of sectie. Krantenlezers zijn latente lezers. Zij hebben natuurlijk hun interesses, maar daarnaast lezen zij ook – het zij vluchtig – de overige onderwerpen en secties. Je betaalt als lezer dus voor het gemiddelde, niet voor een aantal specifieke onderwerpen. Uit lezersonderzoeken maken we op dat al onze secties gelezen worden. Daarom focussen we niet op één onderwerp of één sectie van de krant. Bovendien grijpen zaken vaak in elkaar: soms heeft een artikel in de cultuursectie bijvoorbeeld een raakvlak met een artikel in de economiesectie. We bieden dit allemaal aan, want NRC zet ook in op het latente lezen.

Wij zijn in gesprek met verschillende producenten van tablets. Het merendeel van de nieuwe tablets zal op besturingssysteem Android draaien. Ook hier moeten we klaar voor zijn en dat vergt voorbereiding. We hebben al een app voor Android, maar we zijn nog niet waar we willen zijn. Dit heeft te maken met de achterliggende techniek. Android is een afgrijselijk platform, want het heeft een open karakter. Elke telefoonbouwer voegt op zijn beurt ook nog eens zijn eigen specificaties aan het systeem toe. Android heeft geen eigen betaal- en afrekenmodel, zoals Apple. Dat moet de markt zelf maar uitzoeken, aldus Google. Android is zo open, dat het bijna onoverzichtelijk wordt. Het gesloten systeem van Apple werkt voor ons beter. Maar NRC moet zich toch gaan voorbereiden op de Androidgolf die eraan komt. Er zal een slagveld ontstaan onder concurrerende tabletaanbieders. We moeten op meerdere paarden tegelijk gaan wedden. De consument kiest uiteindelijk welke tablet hij gebruikt. We zitten nog maar aan het begin van de tablethype.”

Wat brengt de digitale toekomst voor NRC en nrc.next?

“We gaan voor NRC Handelsblad en nrc.next elk een eigen mobiele lijn uitzetten. De lezers van nrc.next zullen waarschijnlijk meer interactiviteit verwachten dan de lezers van de mobiele versie van NRC Handelsblad. Ik verwacht een kleinere piek in de nrc.next-app wanneer die wordt uitgebracht. De prijs blijft in ieder geval gelijk aan de prijs van de NRC-app. Nrc.next heeft een specifieke doelgroep: de lezers hebben gekozen voor nrc.next omdat het een ochtendkrant is, op tabloidformaat, kort en bondig. Het wordt nog een hele klus om deze lezers te overtuigen over te stappen op de digitale versie. Bij NRC Handelsblad is het nieuws uitgebreider en de lezers hebben deze krant vaak al jaren. Voor NRC Handelsblad is het belangrijk dat de lezer de krant op elk medium kan lezen, of dat van papier is of vanaf een scherm. Nrc.next-lezers lezen de krant vaak aan de ontbijttafel: de filosofie achter het lezen van de krant is heel anders.

Voor Nrc.next zal de multimedialiteit belangrijker worden, maar ik vind niet dat wij deze zelf moeten produceren. Nrc.tv is destijds ter ziele gegaan. Waarom zouden wij ook zelf filmpjes gaan maken als grote partijen als Reuters en ANP dit al doen? Wij voelen er meer voor om een selectie te maken en deze aan onze lezers aan te bieden. We kunnen ons van andere media onderscheiden door de filmpjes (of andere multimedia) die we uitkiezen en de duiding die we hieraan geven. Per artikel moet worden gekeken of filmpjes een toegevoegde waarde hebben. Het artikel bepaalt of er iets van multimedia bij komt.

Het zal ook belangrijker worden om de krant aan andere functionaliteiten te koppelen. We bouwen momenteel een barcodescanner in onze iPhone-applicatie in. Met deze scanner zijn alle boeken, dvd’s en cd’s te scannen. Meteen is de bijbehorende recensie te lezen en het artikel te bestellen. Dit is voor ons een inkomstenbron en kan tegelijk onze expertise duidelijk maken. Wij richten ons op gefundeerd nieuws en hebben hier ook de lezersgroep voor. Doen we dit niet, brengen wij te makkelijk nieuws, dan verliezen wij abonnees en zullen de experts die NRC lezen ons corrigeren. Dat wil je voorkomen.

Bij NRC moet het blijven gaan om onderzoeksjournalistiek. We streven ernaar de minste fouten te maken van de landelijke dagbladen. Op Koninginnedag 2009 wisten wij bijvoorbeeld wie de bestuurder was nog voordat GeenStijl het publiceerde. Wij wisten alleen niet zeker of het deze persoon ook echt was: het was nog niet geverifieerd. We hadden een megascoop, maar toch hebben wij ervoor gekozen die niet naar buiten te brengen. Vijf minuten nadat GeenStijl het nieuws online zette, publiceerden wij het. Aan de ene kant was het jammer van de scoop, aan de andere kant is dat onze manier van nieuws brengen ook niet: wij zijn niet van de scoops, maar van de feiten. De NRC-lezer betaalt voor feiten, niet voor scoops.”

Nieuws en internet

Op internet is het nieuws gratis. Is dit onomkeerbaar?

“Nieuws op de website van een krant heeft altijd een vleugje amateurisme. Dit gevoel van amateurisme geeft de gebruiker c.q. lezer het idee dat er niet betaald hoeft te worden. NRC plaatst zijn nieuws niet een op een op de website en zal dit ook in de toekomst niet doen. Het idee van de consument dat nieuws op internet gratis is, is onomkeerbaar. Kranten hebben te enthousiast gereageerd toen duidelijk werd dat de consument het nieuws op websites wilde volgen. Wij gingen hier zelf ook in mee.

Intern voeren we een discussie of we belangrijke nieuwsitems op de website moeten plaatsen. Kiezen we ervoor om een tweeregelig persbericht van ANP te publiceren? Dit nieuws heeft het risico dat het continu gecorrigeerd of bijgesteld moet worden. In principe willen we dit soort nieuws niet brengen, maar van een krant wordt verwacht dat die ook op internet schrijft. Waar we waarschijnlijk voor kiezen is dat we dit ANP-nieuwsbericht aanpassen. En zolang een aantal feiten nog niet niet zijn bevestigd, brengen we ze niet. Het is geen probleem voor lezers als het nieuws een aantal keren wordt geüpdatet, zolang we maar aangeven wanneer deze update is.”

Is een paywall (betalen voor online nieuws) de redding voor kranten?

“Het is geen optie om een betaalmuur rond de NRC-website te bouwen, want we kunnen niet op tegen de gratis nieuwsvoorziening van Nu.nl. Hoewel het geen directe concurrent van ons is worden we er toch op afgerekend. Door Nu.nl verwachten bezoekers ook bij NRC gratis nieuws en achtergronden. In de papieren NRC staan gemiddeld 330 artikelen, waarvan we er ongeveer tien op de website plaatsen. Wanneer lezers alles willen weten, moeten ze ervoor betalen. Dat is ons verdienmodel. De website van NRC fungeert voor ons vooral als etalage. Je kunt het ook een paywall noemen, maar doordat wij dit nooit zo naar buiten brengen valt niemand hierover. Onze abonnees hebben automatisch toegang tot de digitale edities. Zij merken het dus niet dat je moet betalen voor online nieuws.

Ik geloof niet in paywalls voor nieuws op internet. Het amateuristische imago van nieuws op een website werkt tegen. Alles wat lijkt op een website schrikt af zodra lezers moeten betalen. Lezers zijn niet bereid te betalen voor nieuws op websites en dat is niet meer te veranderen, daar is het te laat voor. Als ze een PDF downloaden geeft dat alweer een ander gevoel. Soms is het zo simpel: als je het niet laat lijken op een website zijn lezers wél bereid ervoor te betalen. ”

Social Media

Hoe gaat NRC hiermee om?

“Iedereen roept dat ‘social’ het toverwoord is. Er is wel een probleem, want hoe deel je een artikel dat in de digitale editie van NRC staat, en waar dus voor betaald is? Oftewel: hoe deel je betaalde content? Een papieren krant kun je kopiëren, dat is het probleem niet. Maar een papieren krant is niet massaal te delen, daar zijn natuurlijke belemmeringen voor. Dit vormt dus geen bedreiging. Het is veel makkelijker om digitaal te delen, bijvoorbeeld via Facebook en Twitter. Hoe maak je een krant ‘social’? Dat is iets waar ook wij mee worstelen.

Wij hebben er nu voor gekozen om betaalde content niet te laten delen. Een keerzijde hiervan is dat de druk van buitenaf groter wordt. Alles moet je kunnen delen: nieuws, interesses, muziek, ... Denk aan Apple’s iTunes en de muziek- en netwerksite Ping. Een oplossing kan zijn om te werken met ‘snippets’, waarbij bijvoorbeeld de eerste kolom van een artikel gratis te lezen is, en de rest tegen betaling. Maar ik betwijfel of dat werkt. Social media is voor ons lastig te combineren met betaalde content.

Een ander idee dat we hebben is een discussieplatform voor abonnees. Daarmee vorm je een soort community. Onder NRC-lezers leeft de behoefte om over bepaalde onderwerpen in gesprek te treden. Naar aanleiding van bepaalde artikelen krijgen we altijd veel post: e-mails, maar soms zelfs nog een handgeschreven brief. Het levert ons niet direct inkomsten op, maar we komen die abonnees wel tegemoet. Dat is dan onze toegevoegde waarde.

Ik geloof niet dat kranten Social Media hoeven te gebruiken voor het vergroten van hun zichtbaarheid. Twitter is belangrijk voor correspondenten om contact te houden met hun netwerk, maarniet voor de krant zelf. Het kan werken als marketinginstrument, maar we hebben hier geen specifiek beleid voor. We hebben nu een Twitterfeed om de headlines te delen en abonnees te werven. Voor een krant zijn social media geen vereiste, een krant kan zonder. Twitter is door de media opgepikt en daardoor wordt het sneller gehyped.

Genoeg mensen van buiten het mediavlak vragen zich af waarom er zo veel ophef over Twitter is, en terecht. Het is momenteel erg in, dat blijft voorlopig wel zo. Hetzelfde geldt voor Hyves. Ik vraag me alleen af of er daadwerkelijk zo veel actieve accounts zijn als naar buiten wordt gebracht. LinkedIn is niets anders dan een digitale visitekaartjesbak. Tel al deze vormen van Social Media bij elkaar op en structureel bereik je er weinig mee. Conclusie: Social Media wordt sterk overschat.”

De markt

Hoe kijk jij naar het krantenlandschap en de andere kranten?

“Het landschap is momenteel erg divers en tanende. Abonnees lopen weg en oplages lopen terug, geïnitieerd door de vergrijzing. De NRC-lezer is rond de 40 à 50 jaar. Het is nog niet gelukt de jongere lezer naar ons toe te trekken. Jongeren tot 30 jaar lezen überhaupt weinig. Het aanbod van media is zo groot en divers dat het lastig is die jongeren te bereiken. We moeten ze overtuigen waarom het handig en belangrijk is NRC te gaan lezen. Het grote probleem is dat bij deze jongeren het idee ‘nieuws is gratis’ moeilijk te bestrijden is. Ze weten niet beter dan dat nieuws online gratis is.

Gelukkig heeft Apple ons geholpen door deze jongeren duidelijk te maken dat er voor content ook betaald kan worden. Dat is een kwestie van wennen en het kan onze redding worden. Dan is het voor ons de kunst de jongeren daadwerkelijk bij NRC te krijgen en vast te houden. Deze groep zal een ‘toegevoegde waarde’ zoeken. Onze doelgroep is HBO+ (AB1). Om deze groep te bereiken zal de marketing belangrijker worden. We moeten ontdekken waar deze jongeren zich bevinden en wat ze willen. Wanneer dit niet lukt, zullen er ook hier een aantal werkplekken verdwijnen. Dat is onvermijdelijk.

Ik verwacht dat er de komende jaren een aantal kranten gaan verdwijnen. We hebben te veel kranten in Nederland: landelijke bladen, regionale bladen, plaatselijk bladen en dan ook nog gratis dagbladen. In totaal zijn er ongeveer zeventig kranten; dertig titels zou genoeg zijn. Ik verwacht ook dat er nog een van de gratis dagbladen gaat verdwijnen en dat Trouw en de Volkskrant als één krant verder zullen gaan. Het AD is al met een aantal regionale kranten samengevoegd. Het wordt voor kranten nog belangrijker om hun niche en doelgroep te kennen en te herkennen. ‘Massa is kassa’ geldt niet meer in deze tijd. De massa bestaat niet meer.

Dat zie je terug in de advertentietarieven. Zelfs Nu.nl verdient weinig aan advertenties, terwijl hun bereik heel groot is. De tijd van schieten met hagel en wachten tot je iets raakt, is voorbij. Dit zie je ook bij Nu.nl gebeuren. Al die nieuwe onderdelen (NuJij, NuZakelijk, etcetera) zijn niet zo succesvol gebleken. Het is niet hun corebusiness. Doordat ze succesvol zijn in kort en gratis nieuws brengen, kunnen zij met nieuwe onderdelen experimenteren. De kunst is om op tijd de stekker uit een niet werkend onderdeel te trekken.”

Beeldvorming

Wat vind je van het beeld dat van kranten wordt geschetst?

“Ik lees veel blogs, maar het valt me op dat veel mensen hetzelfde schrijven: kranten moeten veranderen, verbeteren, innoveren, etcetera. Ik nodig die mensen uit om eens een week met ons mee te lopen. Enerzijds snap ik de kritiek. Maar een nieuw krantenbedrijf kan zich snel aanpassen en in een bestaande omgeving met een lange historie is dit nagenoeg onmogelijk. NRC is een productiebedrijf waar elke 24 uur een krant gemaakt moet worden. Elke 24 uur is er dus een deadline. We kunnen hier niet mee stoppen en de tijd nemen om eens goed over innovatie na te denken.

Het verwijt dat uitgevers hebben liggen slapen is onterecht. Wie heeft bijvoorbeeld de impact van de iPad kunnen voorspellen? De e-reader beeldde alleen de krant af, er zat niets interactiefs aan. Bij de iPad is daarentegen alles mogelijk, en de gebruiker verwacht dan ook dat de krant hierop inspeelt. Dat maakt het lastig voor ons, want wanneer speel je waarop in? De voorbereidingen voor de Androidtablets zijn niet binnen twee weken afgerond. Mensen van buitenaf verkijken zich hierop en reageren kort door de bocht. De behoefte om te daartegenin te gaan heb ik niet meer, want je verstrandt snel in een ‘welles-nietesdiscussie’.

Technisch kun je van alles uittekenen, maar mensen vergeten dat het ook moet worden uitgevoerd. Bright komt binnenkort met een kwartaalblad speciaal voor de iPad. Zij hebben dus drie maanden de tijd om een magazine voor te bereiden, wij hebben 24 uur. Zij kunnen $ 9,99 rekenen, wij € 1,29. Dit zijn cruciale verschillen. Mensen moeten dat onderscheid inzien. Maar onze taak is het nieuws brengen, niet onszelf te verdedigen. Als je gevoelig bent voor kritiek, dan houd je het niet lang vol in het vak. Wij zouden willen dat er meer tijd lag tussen de grote ontwikkelingen en veranderingen in het vak. Helaas is dit niet het geval en moeten we ons hierop aanpassen. Ik ben dan ook blij dat de golf van nieuwe tablets voorlopig nog uitblijft, dit geeft ons de kans om even op adem te komen.“

Bekijk hier de reacties op Frankwatching.