Hoofdstuk 7: Weten of je getikt bent
In dit hoofdstuk:
- Afwijkend gedrag definiëren
- Binding houden met de realiteit
- Je depressief voelen
- In angst leven
Het volgende voorbeeld is op een fictief iemand gebaseerd. Meneer Jansen bestaat niet en elke gelijkenis met bestaande personen berust op louter toeval.
Meneer Jansen is 30 jaar, getrouwd, vader van twee kinderen. Hij woont in een rustige buitenwijk. Hij werkt als chef vervoer bij een plaatselijk transportbedrijf. Hij is betrekkelijk gezond en wordt door de meeste mensen als een doorsneevent beschouwd. Ongeveer drie maanden geleden stelde meneer Jansen zijn vrouw voor om een beveiligingssysteem aan te schaffen. Vervolgens zei meneer Jansen dat hij camerabewaking om het huis heen wilde. Af en toe werd mevrouw Jansen in het midden van de nacht wakker en zag dan dat meneer Jansen met een verrekijker uit het slaapkamerraam tuurde. Hij werd woest toen ze hem op een keer om een verklaring van zijn gedrag vroeg.
Tot mevrouw Jansen op een dag een geweer vond toen ze met de schoonmaak bezig was. Toen ze haar man met het wapen confronteerde, zei hij dat hij het geweer had gekocht als bescherming tegen de buurman. Meneer Jansen zei dat hij de buurman een paar maanden had gadeslagen en dat hij ervan overtuigd was dat buurman in een onroerendgoedcomplot was betrokken en hun huis wilde inpalmen.
Is er iets mis met het gedrag van meneer Jansen? Moet zijn vrouw zich zorgen gaan maken? Of is meneer Jansen gewoon iemand die zijn eigendom verantwoord beschermt? De antwoorden op deze vragen maken deel uit van het werkterrein van de psychopathologie, de psychologische studie van afwijkend gedrag en afwijkende mentale processen. Maar wat is ‘afwijkend gedrag’?
Bepalen wie normaal is
Uiteraard doel ik met afwijkend op niet gangbaar, op iets wat buiten de gebruikelijke paden valt. Maar wie bepaalt wat normaal is en wat niet? Hoe wordt de standaard van normaal gedrag vastgesteld? Iedere maatschappij op deze wereld heeft bepaalde gedragsnormen die afgrenzen wat acceptabel en niet acceptabel gedrag is. Individuen, gezinnen en zelfs groepen kennen normen oftewel standaarden. Wanneer mensen buiten deze normen treden, etiketteert de maatschappij hetzij het gedrag hetzij de persoon als ‘afwijkend’. Er bestaan minstens vijf verschillende manieren of criteria om normaal versus afwijkend gedrag te definiëren:
- Normatief criterium. Mensen die dingen doen die afwijken van wat de meerderheid doet, of mensen die zich drastisch anders gedragen dan wat er wordt verwacht, gedragen zich abnormaal.
- Subjectief criterium. Soms hebben we het gevoel dat onze gevoelens anders zijn dan die van de meeste andere mensen, of willen we iets doen op een andere manier dan gebruikelijk. In dit beperkte opzicht wijken we dan van de middenweg af.
- Onaangepastheidscriterium. Helpt mijn gedrag me te overleven en met succes in de maatschappij te functioneren? Zo niet, dan is slecht aangepast gedrag volgens dit criterium afwijkend. Als ik het moeilijk vind om me aan de eisen van het leven aan te passen, is mijn gedrag onaangepast.
- Onverklaarbaarheidscriterium. Soms doen mensen dingen die onverklaarbaar zijn. We nemen meestal aan dat er een reden is waarom mensen zich op een bepaalde manier gedragen. Als we geen redelijke verklaring voor die gedragingen kunnen vinden, kunnen we dat soort gedrag het etiket ‘afwijkend’ opplakken.

Het is moeilijk om vol te blijven houden dat alles normaal is, welke definitie je ook hanteert. Ik besef dat sommige mensen van mening zijn dat iedereen vrij moet zijn om te doen wat hij wil, maar in de praktijk heeft elke maatschappij behoefte aan een bepaalde mate van orde. Of het nu een gezin, een stam of een natie is, overal zijn gewoonten en wetten nodig om een structuur en orde af te dwingen en te handhaven. Ik omschrijf afwijkend gedrag als slecht aangepaste gedragingen en mentale processen die schadelijk zijn voor het fysieke en psychologische welzijn van het individu.
Als iemand zich afwijkend gedraagt, betekent dat dan dat hij een geestesziekte of een psychologische stoornis heeft? Nee, niet noodzakelijk. Iemand kan zich om tal van redenen abnormaal gedragen. In feite geloofden de mensen in bepaalde tijden (en sommigen nog steeds) dat abnormaal gedrag werd veroorzaakt door bezetenheid door de duivel of door morele zwakheid. En een moord plegen? Is dat niet abnormaal? Feitelijk voldoet moord aan alle vijf criteria die we eerder hebben gebruikt om abnormaal gedrag te definiëren.

Het begrip geestesziekte is hoofdzakelijk afkomstig uit de psychiatrie. Psychiatrie is een tak van de geneeskunde die zich met mentale stoornissen bezighoudt. In de negentiende eeuw kwamen mensen die zich abnormaal gedroegen bij een arts terecht. Deze ‘gekke’ mensen werden als ziek beschouwd in plaats van moreel minderwaardig of door de duivel bezeten. Deze kijk op afwijkend gedrag was in feite een grote stap vooruit in de zorg voor deze mensen.

Het is van belang om onderscheid te maken tussen afwijkend gedrag dat het gevolg van een psychische stoornis is en ander afwijkend gedrag. Veel afwijkend gedrag wordt niet door een psychische stoornis veroorzaakt. Neem slamdancen bijvoorbeeld. Ik vind het behoorlijk abnormaal als je het leuk vindt om mensen omver te dansen en rond te stuiteren als een stelletje menselijke flipperkogels. Ja, dat vind ik afwijkend. Maar vind ik ook dat dit gedrag het gevolg van een psychische stoornis is? Dat hangt ervan af, maar voor het grootste deel: nee! Houd dus steeds in gedachten dat er net zo veel potentiële oorzaken van afwijkend gedrag bestaan als er mensen zijn.
Binding houden met de werkelijkheid
Wanneer iemand het contact met de realiteit volledig heeft verloren, is dat voor veel mensen een standaardvoorbeeld van een psychische stoornis. Wat bij meneer Jansen in het voorbeeld aan het begin van dit hoofdstuk bijvoorbeeld opvalt, is dat het complot van de buurman zich alleen in de fantasie van meneer Jansen schijnt af te spelen. Als iemand het contact met de objectieve realiteit verliest, zich dingen gaat inbeelden en op grond daarvan gaat handelen, zeggen we dat hij lijdt aan een stoornis die tot de klasse psychotische stoornissen behoort.
Psychotische stoornissen worden tot de ernstigste mentale stoornissen gerekend. Behalve dat lijders aan een psychose hun contact met de realiteit verliezen, hebben ze ernstige functionele gebreken die de elementaire zorg voor zichzelf (eten, onderdak en persoonlijke hygiëne), hun denken, hun sociale leven en hun beroepsuitoefening betreffen.
Schizofrenie
De bekendste vorm van psychose is schizofrenie. De psychiater Eugene Bleuler gebruikte de term schizofrenie om mensen te beschrijven die tekenen van ongeordende denkprocessen, een gebrek aan samenhang tussen denken en emotie vertoonden en een toestand waarbij binding met de werkelijkheid ontbreekt.
Tegenwoordig is het Diagnostic and Statistical Manual, 4th Edition (DSM-IV) het meest gebruikte classificatiesysteem om de aanwezigheid van psychische stoornissen op te sporen. De DSM-IV-criteria voor schizofrenie zijn de volgende:
- Wanen. Een waan is een overtuiging/idee waaraan men sterk vasthoudt of waarin men sterk gelooft, ondanks bewijzen van het tegendeel. Een bekend type waan is de paranoïde waan oftewel achtervolgingswaanzin, een intense angst dat men wordt gevolgd, afgeluisterd of anderszins door iets of iemand wordt bedreigd.
In het voorbeeld aan het begin van dit hoofdstuk lijkt meneer Jansen aan achtervolgingswaanzin te lijden. Hij ‘weet’ dat zijn buurman op zijn huis uit is! Een andere gebruikelijke waan is de hoogmoedswaanzin, waarbij iemand een uitzonderlijk overdreven gevoel van eigenwaarde, macht, kennis, identiteit of relaties heeft.
- Hallucinaties. DSM-IV omschrijft een hallucinatie als ‘een waarneming die door het individu als een werkelijke waarneming wordt opgevat, maar die zonder externe stimulatie van het relevante zintuig plaatsvindt’. Er bestaan gehoorshallucinaties (geluiden of stemmen horen), visuele hallucinaties (duivels of overledenen zien), smaakhallucinaties, reukhallucinaties en somatische hallucinaties (lichamelijke sensaties ervaren). De meeste hallucinaties zijn gehoorshallucinaties waarbij een of meer stemmen worden gehoord die op iemands gedrag commentaar leveren.
Als meneer Jansen hallucinaties heeft, kunnen dat bijvoorbeeld stemmen zijn die tegen hem zeggen: ‘Hij wil je pakken!’ Bevelshallucinaties zijn potentieel gevaarlijke vormen van auditieve hallucinaties omdat ze betrekking hebben op een stem (of stemmen) die de lijder opdragen dat hij iets moet doen, en vaak is dat gewelddadig of suïcidaal gedrag. ‘Maak er een eind aan!’
- Warrig spreken en denken. Heb je ooit met iemand een gesprek gevoerd waarbij je geen flauwe notie had waar de ander het over had? Was het brabbeltaal? Warrig spreken en denken worden gekenmerkt door taaluitingen die oppervlakkig (en grotendeels irrelevant) of langdradig zijn of van de hak op de tak van het ene onderwerp naar het andere overspringen. Deze abnormale manieren van communiceren kunnen op een denkstoornis wijzen. Een extreme vorm van een denkstoornis is de woordenbrij, waarbij iemands betoog zo onsamenhangend wordt dat het op een andere taal of op nonsens gaat lijken.
Als meneer Jansen aan een denkstoornis geleden zou hebben, had hij bijvoorbeeld gezegd: ‘Kijk, de buren voorbij, licht laat niet weten, doorkijken, maar Jan ook.’
- Ernstig ongeordend of katatoon gedrag. Wanneer mensen zich op een ongeordende manier gedragen, doen ze soms ongelooflijk raar of kinderachtig; ze raken snel in verwarring of geheel de draad kwijt, ze zorgen niet meer voor zichzelf, ze doen gekke dingen, zoals in zichzelf praten, of ze vallen in sociale situaties volledig uit de toon.
- Negatieve symptomen. Een
negatief symptoom heeft betrekking op de afwezigheid van
gebruikelijk of verwacht gedrag. De afwezigheid van dat gedrag is
abnormaal. Bij schizofrene mensen zie je de volgende drie symptomen
het vaakst:
- Gevoelloosheid. Wanneer een persoon geen enkele emotie toont.
- Alogia. Beschrijft een toestand waarin de denkprocessen van iemand vlak, geblokkeerd of in het algemeen verarmd zijn.
- Willoosheid. Wanneer een persoon niet in staat is om een handeling vol te houden. Dit oogt als een extreem gebrek aan motivatie.

Als mensen deze symptomen ervaren, lijden ze mogelijk aan schizofrenie. Waarom zeg ik ‘mogelijk’? Omdat mensen een of meer van deze symptomen om tal van redenen kunnen ervaren: na drugsgebruik, gebrek aan slaap en als gevolg van bepaalde ziekten. De diagnose schizofrenie is lastig en geen lichtvaardige kwestie. Hoe lang iemand al afwijkend gedrag vertoont, is van belang. Bovendien moeten andere mogelijke of plausibele verklaringen van het betreffende gedrag worden uitgesloten.
Meestal begint schizofrenie rond het twintigste jaar en heeft de stoornis zich tussen het vijfentwintigste en dertigste jaar geheel geopenbaard. Schizofrenie kan zich geleidelijk maar ook snel ontwikkelen en wordt soms afgewisseld met perioden van minder ernstige symptomen. Andere mensen zijn weer chronisch en constant ziek. Perioden van ziekte kunnen worden gekenmerkt door een duidelijk onvermogen om in het dagelijks leven te functioneren, wat vaak leidt tot mislukken op school, ontslag en relatieproblemen.

Laat je niet misleiden door het gemak waarmee men symptomen noemt en beschrijft, want het zijn ernstige symptomen. Mensen met schizofrenie hebben vaak enorme problemen in de maatschappij. Ze belanden vaak in gevangenissen, ziekenhuizen of soortgelijke instellingen of leiden vanwege hun ziekte een dakloos bestaan.
De oorzaken en de behandeling van schizofrenie
Lange tijd was dit een debat over de aloude vraag of schizofrenie aangeboren of aangeleerd was. Zijn de oorzaken van schizofrenie organisch (biochemisch/fysiologisch) of functioneel (het gevolg van ervaring)? Momenteel hebben organische verklaringen de overhand, wellicht vanwege de toegenomen status van de wetenschap, maar misschien is het beste antwoord een synthese van de twee gezichtspunten. Het is nog steeds een lastig probleem omdat er zoveel theorieën over schizofrenie bestaan die elk in meer of mindere mate door wetenschappelijk onderzoek worden ondersteund.
Schizofrenie is een van de lastigst te behandelen mentale stoornissen. Zowel de patiënt als zijn familie lijden vaak sterk onder deze stoornis. Er bestaan talrijke manieren om deze ziekte te behandelen, van medicijnen tot het aanleren van belangrijke vaardigheden zoals omgaan met geld of met de medemens.
- Antipsychotische geneesmiddelen zoals Haldol en Risperdal zijn meestal de eerste medicijnen die een arts voorschrijft aan schizofrenen of personen die aan verwante stoornissen lijden. Hoewel de patiënt er aanzienlijk baat bij heeft, worden deze geneesmiddelen als palliatieve geneesmiddelen beschouwd, aangezien ze de ziekte niet genezen, maar alleen de intensiteit van de symptomen verzachten.
- Psychosociale behandeling en rehabilitatie kan eveneens helpen. Patiënten leren sociale vaardigheden en manieren om voor zichzelf te zorgen, met het doel het aantal stressfactoren te verminderen.
- Hoewel ze enigszins uit de mode zijn geraakt (omdat ze te arbeidsintensief en daarom te duur zijn), hebben psychotherapieën (en dan vooral cognitieve therapieën) de laatste jaren enig succes geboekt door de patiënten te leren hun wanen uit te dagen en meer in de werkelijkheid te leven.

De recentste onderzoeken wijzen erop dat een combinatie van geneesmiddelen en therapie de doelmatigste behandeling is. Zo vroeg mogelijk ingrijpen en een goede sociale ondersteuning zijn eveneens factoren die een gunstige prognose bevorderen. Dankzij medicijnen, psychotherapie en steun vanuit hun omgeving zijn mensen die lijden aan schizofrenie in staat een productief leven leiden. Het probleem is dat hun symptomen vaak zo ernstig zijn dat ze moeite hebben het emotionele en gedragsmatige niveau te handhaven dat voor hun baan en hun sociale relaties noodzakelijk is. Bovendien is het onvermogen van schizofrenen om consistent hun medicatie in te nemen berucht, wellicht vanwege hun lage eigenwaarde, hun negatieve zelfbeeld en hun ambivalente opvattingen over relaties en succes in het leven.
In de put zitten
Ik vraag me af of er bluesmuziek zou bestaan als alle bluesmuzikanten onder psychotherapeutische behandeling waren. Bluesliedjes zijn overigens niet zozeer droevig, als wel barstensvol zelfmedelijden. Soms vraag ik aan mijn nieuwe cliënten of ze wel eens depressief zijn geweest. Soms geven ze dan als antwoord: ‘Ja natuurlijk, maar iedereen is toch wel eens depressief?’ Nee, dat is niet zo.
Verdrietig zijn is een normale menselijke emotie die we meestal na een verlies ervaren. Het verlies van je baan, je geliefde, je kind of je autosleutels kan je veel verdriet bezorgen. Maar goed, dat is droefheid en nog lang geen depressie. Depressie is een extreme vorm van triestheid die ook een aantal andere symptomen omvat. De meesten van ons zijn wel eens door een vriendje of vriendinnetje in de steek gelaten. Hoe voelden we ons toen? Bedroefd, moe, niet gemotiveerd, slapeloos, geen trek in eten. Maar al deze gevoelens verdwenen na een tijdje. We kwamen er overheen. Datzelfde kan gebeuren wanneer een naaste verwant of een geliefde sterft. We noemen dit rouwen of treuren. Maar ook als we aan het rouwen zijn, verschilt dat van een depressie. Depressie is iets heel anders.
Zware depressie
Wanneer iemand zo depressief is dat professionele hulp gewenst is, ervaart de betrokkene de meeste van de volgende symptomen van een depressieve stoornis:
- een depressieve stemming tijdens het overgrote deel van de dag en op de meeste dagen;
- anhedonia (geen interesse of zin meer in alle of praktisch alle activiteiten);
- aanmerkelijk gewichtsverlies of toename van gewicht zonder dat de persoon daarop uit is, en een sterk toegenomen of verminderde eetlust;
- moeilijkheden met slapen of overmatig lang slapen;
- lichamelijke gevoelens van agitatie of traagheid;
- vermoeidheid of een gebrek aan energie;
- gevoelens van waardeloosheid of bovenmatige schuld;
- moeilijkheden met de concentratie;
- terugkerende gedachten aan doodgaan of zelfmoord.

Als je drie of meer van deze symptomen ervaart, wordt het tijd om naar je huisarts te gaan! Soms kan depressie zo ernstig worden dat de betrokkene zelfmoordgedachten gaat koesteren. Over zelfmoord doen veel bakerpraatjes de ronde. Een van die bakerpraatjes is dat mensen die over zelfmoord praten, geen zelfmoord zullen plegen. Dat is niet waar! In de praktijk is praten over zelfmoord een van de duidelijkste aanwijzingen dat iemand het ook daadwerkelijk wil gaan doen. Alle opmerkingen over zelfmoord of zelfbeschadiging moeten serieus worden genomen. Als je je om iemand anders of om jezelf zorgen maakt, neem dan contact op met een professionele hulpverlener of bel een crisis- of zelfmoordlijn.

Depressie is een van de meest voorkomende psychische stoornissen in de Verenigde Staten. Ongeveer 15% van de bevolking heeft er last van. Een zware depressie kan zich een enkele keer in iemands leven voordoen, maar ook vaker en zelfs maandenlang, jarenlang of zelfs een mensenleven lang duren. De meeste mensen die aan periodieke depressie lijden, kennen tussenliggende perioden waarin ze geen of mildere symptomen ervaren. Depressie kan op elk moment van je leven optreden en maakt geen onderscheid tussen leeftijd, geslacht of afkomst.
De oorzaak en de behandeling van depressie
Afhankelijk van degene aan wie je het vraagt, kunnen de oorzaken van depressie in twee soorten verklaringen worden onderverdeeld:
- Biologisch. Biologische depressietheorieën geven de schuld aan de hersenen en wel specifiek aan de verstoring van de balans tussen bepaalde chemische stoffen.
- Psychologisch. Psychologische depressietheorieën leggen hoofdzakelijk de nadruk op het ervaren van een verlies.
De biogene aminehypothese is de populairste theoretische verklaring van de biologische oorzaken van depressie. Volgen deze hypotheses is depressie een functie van een disregulatie (beperkt vermogen) van twee neurotransmitters in de hersenen, norepinefrine en serotonine. Neurotransmitters zijn chemische stoffen in de hersenen die neuronen in staat stellen om via een synaps (de kloof tussen twee neuronen) met andere neuronen te communiceren. De hersenen bevatten een heleboel verschillende neurotransmitters die elk in bepaalde hersengebieden in een bepaalde concentratie voorkomen. Specifieke neurotransmitters helpen bepaalde hersengebieden om bepaalde menselijke activiteiten te regelen. De hersengebieden die door depressie het meest aangetast lijken te zijn, zijn de zones die met stemming, cognities, slaap, seks en eetlust te maken hebben.
Er bestaan diverse doelmatige behandelingsmethoden voor depressie. Antidepressiva zijn effectief. Tot deze groep medicijnen behoren bijvoorbeeld de geneesmiddelen Prozac en Seroxat. Ook psychotherapie, en dan vooral cognitieve gedragstherapie en interpersoonlijke psychotherapie, heeft zijn waarde in de praktijk bewezen. Verder heeft onderzoek uitgewezen dat ‘activiteit’ (fysiek flink actief blijven en over het algemeen steeds iets om handen hebben) depressie uiterst doelmatig kan bestrijden. Sommige onderzoeken hebben aangetoond dat regelmatige lichamelijke inspanning net zo doelmatig kan zijn als geneesmiddelen om symptomen te verlichten (volgens de verklaringen van depressieve patiënten zelf). De gebruikelijke behandelingsmethode omvat zowel medicijnen als psychotherapie.
Pillen tegen depressie?
Medicijnen tegen depressie (zogeheten antidepressiva) behoren in de Verenigde Staten, Nederland en België tot de vaakst voorgeschreven geneesmiddelen. Wat is hier aan de hand? Zijn we allemaal depressief geworden? In elk geval is het grote publiek zich van depressie bewust en draagt de reclame voor antidepressiva ook een steentje bij. Onthoud echter dat bepaalde vormen van psychotherapie op korte termijn net zo effectief kunnen zijn als medicijnen, en waarschijnlijk op langere termijn zelfs doelmatiger zijn dan geneesmiddelen. Het beste medicijn is misschien wel geen medicijn.
Bipolaire stoornissen
De bipolaire stoornis wordt meestal een manisch-depressieve stoornis genoemd. Het is een stoornis met heftige stemmingswisselingen waarbij zowel depressie als manie zijn betrokken. Een manie is een extreem opgewonden of prikkelbare gemoedsstemming die ongeveer een week duurt en van de volgende symptomen vergezeld gaat:
- opgeblazen eigenwaarde of hoogmoed (een oplossing aandragen om een einde aan de honger in de wereld te maken en vrede op aarde tot stand te brengen en dat allemaal net voor het avondeten);
- een verminderde behoefte aan slaap (een uitgerust gevoel hebben na drie of vier uur slaap per nacht);
- een extreme behoefte en aandrang om te praten;
- doormalende en snelle gedachten;
- een extreem korte concentratieperiode;
- een sterk toegenomen activiteitsniveau (met veel projecten bezig zijn of om twee uur ’s nachts het grasveld gaan maaien);
- overmatig bezig zijn met plezierige activiteiten die potentieel schadelijke gevolgen kunnen hebben (gokken met je huishuur, smijten met geld, seksuele uitstapjes).
Iemand die tekenen en symptomen van een bipolaire stoornis vertoont, moet minstens één manische episode in zijn leven hebben gehad en momenteel een manische, depressieve of gemengde periode (zowel depressief als manisch) ervaren. Dus om een bipolaire stoornis te diagnosticeren moet iemand zowel depressie als manie ervaren; vandaar de heftige stemmingswisselingen. Mensen die aan een bipolaire stoornis lijden, kennen meestal verscheidene terugkerende episodes. Het kan een verwoestende ziekte zijn, meestal vanwege de problemen die manische personen zich op de hals halen. Bij een manisch iemand zijn enorme schulden, verbroken relaties en zelfs onwettige of criminele handelingen niet ongewoon.
Deze stoornis is als een stampend schip dat heen en weer slingert tussen twee extreme emoties (soms bedroefd, soms opgewekt) die buiten alle proporties zijn. Deze stemmingswisselingen treden niet binnen een dag op en evenmin binnen een week. Een bipolaire stoornis verwijst naar stemmingswisselingen die zich over een lange tijdsperiode uitstrekken, bijvoorbeeld vier stemmingsepisoden (hetzij depressie, hetzij manie, hetzij gemengd) binnen een periode van tien jaar. Deze episoden kunnen een week duren, maar ook jaren. Sommige mensen lijden echter aan wat een snelle cyclus wordt genoemd; zij ervaren bijvoorbeeld vier of meer episoden binnen een jaar. Deze personen hebben een ongunstigere prognose vanwege de ontwrichting die met de episoden gepaard gaat. Ze hebben tussen twee perioden niet genoeg tijd om in hun leven weer orde op zaken te stellen.
De oorzaak en de behandeling van bipolaire stoornissen
De populairste theorieën over de oorzaak van bipolaire stoornissen zijn biologisch van aard. Onderzoek heeft neurochemische afwijkingen opgespoord in specifieke hersenzones die zowel van de neurotransmitter dopamine als serotonine gebruikmaken. Ander overtuigend bewijs is er niet.
Lang voordat de biologische studies op het toneel verschenen, gaven de psychoanalytici al een verklaring. Hun opvatting in zijn eenvoudigste vorm is dat manie een afweerreactie tegen depressie is. In plaats van door depressie overweldigd te worden, zet de geest een schakelaar om, waardoor die extreme droefenis in extreme blijdschap wordt omgezet. Het symbolische equivalent van dat idee is lachen wanneer een bemind persoon sterft. Het is een ernstige vorm van ontkenning. Wanneer een manische patiënt een psychoanalytische vorm van psychotherapie ondergaat, is deze afweerhypothese het belangrijkste aandachtspunt.
Men denkt ook dat stress bij de intensivering van de stemmingen binnen een bipolaire stoornis een rol speelt. Stress veroorzaakt niet per se manie of depressie, maar het kan de zaken verergeren of de komst van een nieuwe stemmingsepisode versnellen.
Bipolaire stoornissen worden om te beginnen met medicijnen bestreden. Met zogeheten stemmingsstabilisators wordt geprobeerd om de stemmingen van mensen gelijkmatiger te laten zijn en de kans op toekomstige crisistoestanden te verminderen. Bekende stemmingsstabilisators zijn Lithium en Depakote. Daarnaast kan psychotherapie de mensen met de negatieve gevolgen van hun manisch gedrag helpen om te gaan en de ernst van hun ziekte laten inzien. Cognitieve gedragstherapie wordt de laatste jaren in toenemende mate toegepast met het doel om de cliënt meer controle te geven over zijn gedrag en de eerste waarschuwingssignalen van een komende stemmingsperiode te kunnen onderkennen.
Bang zijn
Bij angststoornissen, het volgende hoofdtype mentale stoornissen, zijn er tal van eufemismen voorhanden. Stress, zorgen, zenuwen, zenuwachtigheid en angst zijn termen die we elke dag gebruiken, waarbij we in de waan verkeren dat we weten wat deze termen betekenen. Angst kan worden omschreven als het gevoel van een gegeneraliseerde vrees. Wanneer we iets vrezen, zijn we meestal bang. Bang voor wat? Dat hangt ervan af. Uitzoeken waarvoor iemand bang is helpt te bepalen van welke angststoornis er sprake kan zijn.

Afgezien van de gebruikelijke zorgen is de angststoornis waarschijnlijk de vaakst voorkomende psychische stoornis. Maar is bezorgd zijn wel een stoornis? Houd in gedachten dat alle gedragingen en mentale processen meer of minder normaal zijn. Piekeren kan dermate intens of hinderlijk worden dat het in principe een stoornis kan worden die professionele aandacht nodig heeft. Ben je nu al bang dat je een piekeraar bent? Haal dan diep adem en lees verder, want er zijn nog meer dingen die je moet lezen voordat je overhaast conclusie trekt en een psycholoog gaat bellen.
Tot de bekendste angststoornissen behoren:
- Algemene (gegeneraliseerde) angststoornis. Bovenmatige en voortdurende zorgen over een heleboel verschillende dingen.
- Posttraumatische stressstoornis. Een herbeleving van traumatische gebeurtenissen die levensbedreigend waren, plus een verhoogde mate van waakzaamheid en het vermijden van plekken en mensen die met het trauma verband houden.
- Obsessief-compulsieve stoornis. Obsessies (steeds weer terugkerende gedachten) en dwangmatig gedrag (een activiteit steeds weer uitvoeren, bijvoorbeeld je handen wassen).
In deze paragraaf zal ik dieper ingaan op een van de bekendste angststoornissen die onder de naam paniekstoornis bekend staat.
Sommige mensen zijn bang om hun huis te verlaten, en dat is niet omdat ze in een slechte buurt wonen. De mensen op wie ik doel lijden aan een fobie voor grote open ruimten (agorafobie of pleinvrees). Deze agorafobie is meestal gekoppeld aan een andere stoornis, de paniekstoornis, waarbij mensen een aanval van paniek of angst krijgen en bang worden voor aanvallen in de toekomst.
Doodsbenauwd
Mensen kunnen zich over allerlei zaken zorgen maken. Wanneer iemand voor een bepaald ding of een bepaalde situatie extreem bang is, noemen we dat een fobie. Er bestaan een heleboel verschillende soorten fobieën. Een sociale fobie is de angst voor andere mensen. Agorafobie (pleinvrees) is de angst om buitenshuis of in grote menigten te vertoeven. Angorafobie is de angst voor dikke truien of winterjassen. Deze laatste fobie is maar een grapje, maar er zijn wel degelijk honderden fobieën. Bijvoorbeeld:
- Acrofobie: hoogtevrees.
- Claustrofobie: angst voor afgesloten ruimtes.
- Nyctofobie: angst voor het donker.
- Mysofobie: smetvrees.
- Zoöfobie: angst voor een bepaald dier.
De definitie van een paniekaanval in DSM-IV luidt als volgt: ‘Een afzonderlijke periode van intense angst of ongemak waarin vier (of meer) van de volgende symptomen abrupt ontstaan en binnen tien minuten een piek bereiken’:
- hartkloppingen of een versnelde hartslag;
- zweten, trillen of bibberen;
- kortademigheid, een verstikkend gevoel of druk op de borst;
- misselijkheid, duizeligheid of een licht gevoel in het hoofd;
- een gevoel van onwerkelijkheid of afgescheidenheid van zichzelf;
- angst om de controle te verliezen, gek te worden of dood te gaan;
- een verdoofd of tintelend gevoel, koude rillingen of hete scheuten.
Mensen die herhaaldelijk paniekaanvallen hebben, kunnen aan een paniekstoornis lijden als ze zich voortdurend over nieuwe aanvallen zorgen maken, irreële angst over de gevolgen van een aanval koesteren of hun gedrag als gevolg van de aanvallen drastisch hebben gewijzigd. Een kenmerk van paniekstoornissen is de angst dat de paniekaanvallen een symptoom zijn van een ernstige ziekte, een hartaanval, krankzinnigheid of de dood. Dit symptoom kan ernstige vormen aannemen omdat het bovenmatige stress kan veroorzaken. Bang zijn voor de dood kan nogal wat stress opleveren; bovendien kan het leiden tot de ziekten waarvoor men nu juist zo extreem bang is.
De gebruikelijkste wijziging in het gedrag van een persoon die aan paniekaanvallen lijdt, is de ontwikkeling van agorafobie (pleinvrees). Deze fobie heeft betrekking op een intense angst om zich te bevinden op plaatsen of in situaties waarin het lastig zou kunnen zijn om te ontsnappen of zo nodig hulp in te roepen. Bekende voorbeelden van situaties die met agorafobie worden geassocieerd zijn liften, grote menigten, reizen in een drukke metro en soms zelfs rijden op een drukke weg.
Dit is slechts één aspect van een agorafobie. Het andere aspect heeft betrekking op de mensen die deze potentieel gevaarlijke situatie gaan vermijden en vaak hun huis niet meer durven te verlaten. Dit symptoom kan ongelooflijk veel stress opleveren voor de persoon die aan de paniekstoornis lijdt, maar ook voor de familieleden. Wat voor soort leven kun je leiden als je partner of een van je ouders het huis niet durft te verlaten? Huwelijksproblemen zijn bij deze patiënten dan ook niet ongewoon.
Onderzoek naar de oorzaak van paniekstoornissen
Er zijn minstens twee uitstekende verklaringen van paniekstoornissen voorhanden, te weten de biopsychosociale benadering van David Barlow en het cognitieve model.
Het idee van Barlow is dat paniekaanvallen het gevolg zijn van een al te sterke reactie wanneer de hersenen onder stress komen te staan. Sommige mensen hebben een fysiologische zwakke plek, waardoor hun zenuwstelsel soms te heftig reageert. Deze biologische zwakke plek gaat gepaard met een psychologische kwetsbaarheid die gevoed wordt 1. door het overdreven idee dat bepaalde lichamelijke gewaarwordingen gevaarlijk zijn en 2. door de onterechte indruk (althans dat hoop ik) dat de wereld in het algemeen gevaarlijk is.
Het cognitieve model (Beck, Emery en Greenberg, 1985) lijkt sterk op het model van Barlow, maar legt wat meer de nadruk op wat iemand gelooft. Het elementaire idee is dat paniekaanvallen het gevolg zijn van een verkeerde interpretatie van normale lichamelijke gewaarwordingen, waardoor meer angst ontstaat die op zijn beurt de gewaarwordingen versterkt, wat de misverstanden alleen maar vergroot. Het is een vicieuze cirkel. Mensen interpreteren iets als gevaarlijk of bedreigend; daardoor gaan ze zich zorgen maken en versterken ze zowel hun gevoel als hun angst ervoor.
Behandeling van paniekstoornissen
Paniekstoornissen worden zowel met geneesmiddelen als diverse vormen van psychotherapie behandeld. Tricyclische antidepressiva kunnen paniekaanvallen met succes bestrijden. Ook benzodiazepines (behorend tot de categorie kalmerende middelen) hebben succes opgeleverd.
Verder heeft gedragstherapie bij mensen met paniekaanvallen uitstekende resultaten geboekt. Misschien vind je het enigszins cru, maar gedragstherapie behelst het aanleren van ontspanningstechnieken, waarna mensen geleidelijk worden geconfronteerd met situaties die vroeger de paniekstoornis uitlokten, maar waarbij ze wordt geleerd de paniekaanval te verdragen totdat deze ophoudt. Dit lijkt op een kwelling, maar het werkt wél. Ook met cognitieve therapie kan het denken van ‘slachtoffers’ zodanig worden veranderd dat ze hun lichamelijke gewaarwordingen meer op de juiste waarde gaan schatten en niet meer tot ongehoorde proporties opblazen. De bedoeling is om de gedachte ‘jeetje en als nu ook nog ...’ te vervangen door de gedachte ‘en wat dan nog...?’ via informatie over fysiologische processen en met behulp van de beschikbare hulpbronnen (als dat nodig mocht zijn).