PROLOOG
Ik bevond me diep onder de grond, in een lange duistere gang. Ik wist niet of ik droomde of wakker was. De ene gang volgde op de andere. Als in een doolhof dwaalde ik verder, op de tast. Mijn handen schuurden langs de grillige rotswand die mijn enige houvast was. Na enkele uren dwalen op zoek naar een uitgang, ontwaarde ik licht in de verte. Vanuit de duisternis kwam een in het wit geklede figuur naar me toe lopen. De man wekte geen angst op, maar kwam me vertrouwd en wijs voor. In zijn handen had hij een boek en een ganzenveer.
‘Schrijf’, gebood de man.
‘Hoe bedoelt u?’
‘Door te schrijven ga je je de geschiedenis herinneren.’
‘De geschiedenis van wie?’
‘De geschiedenis van jezelf, van jouw volk en van jouw tijd. De geschiedenis van het Labyrint. Vooruitgang vindt alleen plaats door herinnering. Om te weten hoe je verder kunt, moet je terug naar het begin.’ Hij overhandigde me het boek en de veer.
‘Het wordt tijd dat je je missie ten uitvoer gaat brengen’, vervolgde de man in het wit.
‘Welke missie?’ vroeg ik nerveus.
‘Dat zul je zelf moeten uitvinden door te gaan schrijven. Dit is het Boek van Herinnering. Door het te schrijven vind je de toekomst. En dat is nodig want jullie wereld bevindt zich in een hachelijke situatie. Een moment waarop de beslissende keuze wordt gemaakt: zullen jullie overleven, of ten onder gaan? Dat is dezelfde vraag die ons destijds werd voorgelegd. Ook wij stonden voor dezelfde uitdaging. Helaas hebben we gefaald. Maar dat neemt niet weg dat we de kennis over onze cultuur en de geheime wetenschap over de dertien Stenen van Creatie hebben bewaard en doorgegeven. Ben je bereid deze taak op je te nemen?’
‘Wat zijn de dertien Stenen van Creatie?’ vroeg ik. ‘En waarom ík?’ voegde ik er snel achteraan.
‘Omdat je drager bent van de kennis’, zei de man, en hij verdween in de mist van de tijd.