INLEIDING

In 2003 had ik een maand vrijgehouden om naar Peru te gaan. Al jaren reisde ik naar heilige plaatsen overal ter wereld, om kennis op te doen van de spirituele tradities van de wereld en inzicht te krijgen in de grote veranderingen van onze tijd (zie mijn boek De Zevende Poort). Twee maanden voor vertrek kreeg ik echter een verzoek: of ik in de bewuste maand in de Gazastrook wilde werken. Er was daar een theatergroep, Theatre Day Productions, die grote behoefte had aan persoonlijke begeleiding van hun acteurs. De voortdurende spanning van de oorlog met Israël eiste haar tol en de Palestijnse spelers hadden te lijden van stress, emotionele problemen en depressies. De groep maakte voorstellingen voor kinderen: meer dan twee derde van de anderhalf miljoen mensen die in de Gazastrook zitten opgesloten is minderjarig.

Ik besloot het aanbod aan te nemen en in mei 2003 ging ik voor het eerst door de kleine deur in de acht meter hoge muur de Gazastrook binnen. Achter deze muur vond ik een desolaat landschap van zand, brokken beton en kapot asfalt, met in de verte de contouren van een grauwe, sombere stad. Na een halve kilometer lopen bereikte ik de plek waar een Palestijnse taxi op me wachtte, en die me vervolgens naar het centrum van Gazastad vervoerde.

Zes jaar lang ging ik ieder jaar een week in mei naar de Gazastrook. Wat begon als een workshop voor drie acteurs, eindigde de laatste jaren met groepen van tachtig jonge mensen: dramadocenten, acteurs en actrices, de technici, de staf en de directie van het theater. De workshops, de verhalen en de ontmoetingen waren van een onbeschrijfelijke heftigheid. Regelmatig raakten deelnemers in psychose, of konden we alleen maar huilen om de afschrikwekkende verhalen die verteld werden. Maar tegelijkertijd met het erkennen en doorvoelen van de pijn, werd er een enorme band van liefde en verbroedering gesmeed. Ik leefde mee met de mensen, en leerde hun cultuur, hun religie en de situatie van hun leven in de Gazastrook van binnenuit kennen.

Dat maakte een enorme indruk op me, die ik maar moeilijk kon delen als ik weer terugkwam in Nederland. Ik schreef ieder jaar een artikel over mijn ervaringen, maar er was geen krant of tijdschrift die het wilde publiceren. Het leek niet te passen in de denkbeelden die de media in het Westen de mensen wilden voorschotelen.

Toen ik voor het eerst naar Israël vloog, had ik me voorgenomen om neutraal te blijven, maar dat werd gedurende de jaren steeds lastiger. Ik werd me bewust van de enorme ongelijkheid van het conflict en de grove oneerlijkheid waarmee de Palestijnen van hun land, hun dorpen en hun akkers waren verdreven, totdat ze nog maar een fractie overhadden van het land dat ze voor de oprichting van de staat Israël bevolkten. Daarbij kwam dat de Israëlische bevolking het in materieel en economisch opzicht veel beter had dan de Palestijnen. Door de voortdurende oorlog en de isolatie zakte de Gazastrook af naar het niveau van een grote openluchtgevangenis waar overleven iedere dag een uitdaging is.

Operatie Cast Lead, in december 2008 en januari 2009, waarbij het Israëlische leger de Gazastrook vrijwel dagelijks bombardeerde, was een ware nachtmerrie. Van de 1300 mensen die omkwamen waren er velen burgers, vrouwen en kinderen. Scholen, ziekenhuizen, ambulances, bedrijven, infrastructuur voor water, vervoer en elektriciteit werden gebombardeerd en beschoten, en het leven in de Gazastrook kwam zo goed als stil te liggen. De wereld keek toe, maar greep niet in. Ik kon 22 dagen niet slapen, bang dat mensen die ik kende omkwamen, en ik kon de angst en wanhoop tot in mijn botten voelen.

Ik verdiepte me in die zes jaar steeds meer in de Joodse geschiedenis. Ik ging verschillende keren naar het Joods Historisch Museum, ik bezocht het Anne Frank Huis, dat bij mij om de hoek ligt, en deed onderzoek naar de geschiedenis van de Joden in Europa gedurende de afgelopen tweeduizend jaar. Ik kwam tot de ontdekking dat de Holocaust slechts een apotheose was van een lange en eindeloze periode van vernedering, verbanning en moord. Overal waar de Joden kwamen werden ze opgejaagd.

Tegelijkertijd kwam ik erachter dat het Joodse volk een enorm rijke en spirituele cultuur heeft waar ik me zeer toe aangetrokken voelde, meer dan tot de islam. Ik begon ook te begrijpen hoe de onverwerkte pijn van het Joodse volk na tweeduizend jaar werd doorgegeven aan de Palestijnen. Steeds meer kon ik inzien dat niet zozeer veroordeling, vergelding of woede de oplossing was, maar inzicht, compassie en vergeving, hoe moeilijk ook. Daarnaast is een behoorlijke mate van reflectie en zelfonderzoek nodig. Als Europeanen zijn we namelijk bij lange na niet onschuldig in dit conflict.

Ik heb mijn ervaringen van de afgelopen zes jaar in het Midden-Oosten opgeschreven in de vorm van reisverslagen, levensverhalen, dromen, visioenen en channelings. Dat laatste vraagt om enige toelichting. Sinds mijn achttiende hoor ik ‘stemmen’; gidsen vanuit een andere dimensie die me onderricht geven, me helpen en me informatie geven over de geschiedenis, over mensen en over bepaalde plaatsen op aarde. Het duurde tien jaar voordat ik er gerust op was dat ik niet direct naar een opvangkliniek voor geestelijk gestoorden moest. Ik kwam erachter dat in iedere cultuur, in ieder tijdperk, er mensen zijn geweest die informatie en kennis doorkrijgen vanuit andere realiteiten dan de ons bekende. Priesters, sjamanen, medicijnmannen, profeten, zieners en anderen hebben er rijkelijk gebruik van gemaakt, en ook de Bijbel staat er vol mee. Allengs ben ik gewend geraakt aan het feit dat een lijntje met ‘boven’ helemaal niet zo ongewoon is als het in eerste instantie lijkt. Ik ging de kennis die ik doorkreeg gebruiken bij consulten, bij het schrijven van mijn boeken en in de workshops.

Op de momenten dat ik mijn workshops in de Gazastrook gaf, had ik soms het gevoel dat er een heel bataljon van beschermengelen meereisde en me precies influisterde wat ik moest doen. Zonder hen had ik het er nooit zo goed van afgebracht. Sterker nog, dan had ik er waarschijnlijk direct de brui aan gegeven.

Dit boek gaat over de reizen die ik in het Midden-Oosten heb gemaakt: zeven reizen naar Gaza, Jericho en Jeruzalem, een reis naar Jordanië en Syrië, plus zeven reizen door Egypte, twee reizen naar Ethiopië, en verschillende reizen naar Italië, Frankrijk en de Belgische Ardennen voor onderzoek.

Hoewel het verhaal zich voornamelijk in deze landen afspeelt, is de strekking ervan wijder dan het conflict in het Midden-Oosten. Ik zie de problematiek van de Israëliërs, de Palestijnen en de christenen als een uiting van datgene wat zich op wereldniveau afspeelt. De tektonische platen van de islam, het jodendom en het christendom schuren nergens zo hard tegen elkaar aan als in Israël, de bakermat van deze drie grote monotheïstische religies. Maar net zoals deze patriarchale religies deel zijn van het probleem, zo herbergen ze ook de sleutels voor de oplossing. Weliswaar verborgen, en soms bijna niet meer te onderscheiden door alle religieuze bombarie, maar wie goed zoekt zal overal puzzelstukjes van verwondering, wijsheid en inzicht vinden.

Een van de opdrachten die ons in deze tijd wacht, is terug te keren naar de oorsprong van deze wijsheidstradities en ze te ontdoen van de smet van machtsstreven, strijd en onderdrukking. Dan zullen we inzien dat we uiteindelijk allemaal uit dezelfde bron komen en afstammen van hetzelfde ras: het mensenras. Onder de oppervlakte zijn we allemaal hetzelfde – op zoek naar erkenning, liefde, respect en veiligheid, welke traditie, religie of cultuur we ook aanhangen.

Er zijn krachten die ons proberen van het tegendeel te overtuigen, en deze zijn niet te onderschatten, juist in tijden van chaos en verandering. Maar als er één uitdaging is in deze tijd van grote transformatie, dan is het wel deze: dat we het samen zullen moeten doen. We zullen het samen redden, of ieder apart ten onder gaan. Dat is waar dit boek over gaat.

Toen ik het eerste jaar na afloop van mijn bezoek aan de Gazastrook terug in Jeruzalem kwam, ging ik naar de Church of all Nations op de Olijfberg. Ik probeerde mijn ervaringen te begrijpen en ik vroeg om hulp en inzicht. Als antwoord kreeg ik een visioen: mij werd het beeld gegeven van een conferentie in Israël waar kennis over healing en genezing kon worden gedeeld, waar zowel westerlingen (christenen), als Palestijnen en Israëliërs aan deelnamen.

Het werd het begin van de jaarlijkse Healing Conferentie, waar ik veel leerde over de Essenen, hun technieken van genezing, maar waar ik ook inzicht kreeg in de oude kennis die opgeslagen lag in plaatsen als Qumran en Massada. De Dode Zeerollen waren hun erfenis geweest aan de mensheid. Pas een kleine tweeduizend jaar nadat ze in de grond waren gestopt, kwam deze kennis weer boven water en legde belangrijke fundamenten bloot van de wortels van het christendom.

Maar voordat ik de conferenties kon organiseren, moest ik een veilige plaats zien te vinden waar de bijeenkomsten plaats konden gaan vinden. Waar in vredesnaam vind je in Israël een hotel voor een Healing Conferentie? Dat is waar dit verhaal begint.

Ton van der Kroon