El Raval

3

El Raval, eens een smerige woon- en industriewijk, heeft zich ontwikkeld tot een levendige buurt met onder meer enkele prestigieuze cultuurcentra voor contemporaine kunst en podiumkunsten (MACBA en CCCB). Die centra bevinden zich in het noordelijke deel, de Raval de Ponent. Dit is een eenvoudige maar levendige winkelbuurt, waar voornamelijk levensmiddelen en alledaagse gebruiksvoorwerpen worden verkocht.

Er zijn de nodige goedkope eetgelegenheden (comedores) en aardige cafés.

Het zuidelijkste deel van de wijk, vanaf de Carrer Hospital, heet Raval de Sant Pau. Deze buurt geniet onder de naam Barrio Chino oftewel ‘Chinese Wijk’ (Barri Xinès in het Catalaans) een dubieuze faam als de rosse buurt van Barcelona. Maar hoewel de aanblik nog altijd hier en daar deprimerend is, oogt El Raval beter dan ooit.

El Raval vroeger en nu

Toen in 1755 de muren langs de Rambla mochten worden afgebroken, begon het stadsbestuur met het onteigenen van de bezittingen van de religieuze orden, die het grootste deel van de grond in El Raval bezaten. Aan het begin van de 19de eeuw bereikte dit proces een hoogtepunt; de zich snel uitbreidende stad had de grond hard nodig voor huizenbouw. Tegelijkertijd vestigden er zich de eerste echte fabrieken van Barcelona; in El Raval stond de wieg van Barcelona’s industrialisatie. De smerige fabrieken en de woningen stonden er zij aan zij. In dit ongezonde leefklimaat ontstond een groot vermaakscentrum met cafés en bordelen.

In het laatste kwartaal van de 19de eeuw breidde Barcelona zich sterk uit. El Raval kwam in de stad te liggen in plaats van aan de rand ervan, en de industrieën verhuisden naar de buitenwijken. De wijk raakte overbevolkt met arme migranten uit de rest van Spanje die in Barcelona werk kwamen zoeken; El Raval werd het armste deel van de toch al arme Ciutat Vella. De woonomstandigheden waren erbarmelijk; criminaliteit, ondervoeding en ziekte bepaalden voor een groot deel het leefklimaat.

De uitgaanswijk ontwikkelde zich tot de Barri Xinès. Tot in de jaren zeventig van de 20ste eeuw was het een rosse buurt zoals je ze in alle grote havensteden kunt vinden. Met de prostitutie die er op grote schaal werd bedreven, hadden de wijkbewoners leren leven. Met de vreedzame coëxistentie was het echter gedaan toen de heroïne op grote schaal zijn intrede deed in El Raval. Het betekende de doodsteek voor de klassieke prostitutie. De criminaliteit nam toe, het aantal klanten nam af en drugsbenden namen de heerschappij in de straten over.

Het duurde tot de tweede helft van de jaren tachtig voordat de gemeente in staat was de problemen structureel aan te pakken. Er kwam meer politie op straat, terwijl de economische bedrijvigheid werd gestimuleerd. Tevens verbeterde de sociale dienstverlening.

De gevolgen zijn duidelijk zichtbaar. De prostitutie neemt af en ook de heroïne verliest terrein. Daarvoor in de plaats heeft de wijk enkele prestigieuze cultuurcentra gekregen. De huizen, waarvan er talrijke in een erbarmelijke staat verkeren, werden en worden grootscheeps vernieuwd of maken plaats voor sociale woningbouw. Wel protesteren buurtbewoners nog steeds tegen de aanwezigheid van hoeren. Nog in het najaar van 2006 lieten tal van spandoeken langs de Ronda de Sant Antoni (Putes no!) daar geen misverstanden over bestaan.

El Raval de Ponent

Sant Pere Nolasc

Aan de Plaça de Castella staat de Sant Pere Nolasc-kerk, die in 1710– 1716 werd opgericht als een eenschepige kerk met twee zijkapellen en tribunes. De koepel is bekleed met geel en groen geglazuurde tegels. De façade dateert uit 1948–1949, toen men een van de torens verhoogde, de porticus aan de voorkant aanbracht en de façade restaureerde. Het interieur is een mengeling van barok en neoclassicisme; er staat een aardig barok altaar. De kerk heeft geen vaste bezoektijden.

Dispensario Antituberculoso

Het voormalige consultatiebureau voor tbc, het Dispensario Antituberculoso, is het ontwerp van Josep Lluís Sert, Joan Baptista Subirana en Josep Torres Clavé. Het is een van de weinige monumenten van de nieuwe zakelijkheid in Barcelona. Het gebouw is in de jaren tachtig grondig gerestaureerd en biedt nu onderdak aan een bedrijf.

image DISPENSARIO ANTITUBERCULOSO, Carrer Torres i Amat, image lijn 1 en 2, Universitat.

La Paloma

Ruim een eeuw oud is de fantastische danszaal La Paloma (Carrer de Tigre 27), die zijn oorspronkelijke aanblik goed bewaard heeft. De zaal was de populairste van Barcelona en werd ook bezocht door de nodige celebrity’s, onder wie Salvador Dalí, Pablo Picasso, Pedro Almodóvar en Leonardo DiCaprio. Ga er dansen op donderdag-, vrijdag-of zaterdagavond en/of -nacht; er is muziek voor alle leeftijden en smaken. Drempelvrees? Kijk dan eens naar het indrukwekkende interieur met rood pluche en kroonluchters op www.lapaloma-bcn.com.

Pati Manning

In de Carrer Montalegre ligt op nr. 5 een aardige patio die bij het oude Casa de la Caritat hoorde. In de 14de eeuw bevond zich hier een klooster, maar dit werd ten tijde van de burgeroorlog in 1651 volledig vernield. Er werd een nieuw gebouw opgericht dat als armenhuis dienst deed. Rondom deze patio, Pati Manning, met zijn keramische tegels en gesjabloneerde muurdecoraties, is tegenwoordig een gemeentelijke culturele instelling gevestigd.

CCCB

Het eigenlijke Casa de la Caritat, op nr. 7, herbergt het Centre de Cultura Contemporània de Barcelona (CCCB), een groot cultureel centrum waar exposities worden gehouden en cursussen en voorstellingen worden gegeven. Drie wanden van de patio laten het oude gebouw zien, de vierde wordt in beslag genomen door de naar voren hellende glazen gevel van de prachtige nieuwbouw van Helio Piñón en Albert Viaplana uit 1994, die wonderschoon met het oude gebouw harmonieert en een stuk Raval reflecteert.

image CENTRE DE CULTURA CONTEMPORÀNIA DE BARCELONA (CCCB), www.cccb.org. Openingstijden exposities: ’s zomers di.–za. 11–20, zo. 11–15, ’s winters di., do. en vr. 11–14 en 16–20, wo. en za. 11–20, zo. 11–19 uur. image lijn 1 en 3, Catalunya, lijn 1 en 2, Universitat.

MACBA

Aan de nieuw gecreëerde Plaça dels Àngels heeft het Museu d’Art Contemporàni de Barcelona (MACBA) in 1995 zijn deuren geopend. Het is een stralend wit meesterwerk van Richard Meier, de architect van onder andere het stadhuis in Den Haag. Het gebouw heeft een rechthoekig grondvlak van 120 x 35 m met in het midden een ronde hal die verticaal door de vier verdiepingen omhoogrijst en aldus een verbinding vormt tussen de verschillende tentoonstellingsruimten. De verschillende verdiepingen zijn door hellende loopbruggen met elkaar verbonden. Langs de voorgevel bevindt zich een glazen galerij, een soort tweede gevel die zich over drie verdiepingen uitstrekt en waardoor het daglicht binnenstroomt. Licht speelt hier, net als in de andere werken van Meier, een hoofdrol.

De collectie bestaat uit werk van Catalaanse, Spaanse en buitenlandse kunstenaars vanaf ongeveer 1950. Daarnaast worden er tijdelijke exposities gehouden. Behalve een goed gesorteerde boek- en museumwinkel is er een gezellig restaurant.

image MACBA, www.macba.es. Geopend: okt.–juni ma., wo.–vr. 11–19.30, za. 10–20, zo. 10–15, juli–sept. ma., wo. en vr. 11–20, do. 11–24, za. 10–20 en zo. 10–15 uur. : lijn 1 en 3, Catalunya, lijn 1 en 2, Universitat.

Convent del Àngels

Aan de andere kant van de Plaça dels Àngels en in fraai contrast met het moderne museum ligt het Convent dels Àngels, een gotisch klooster uit 1566. Achter het renaissancistische portaal waarop de bewaarengel is afgebeeld, bevindt zich op dit moment een peuterspeelzaal, terwijl de kapel medio 2006 was omgetoverd tot een dependance van het MACBA: Capella MACBA (zelfde openingstijden).

Plaça de les Caramel.les, een prachtig nieuw plein, is een urbanisatieproject van Cristian Cirici. Het geeft een goed idee van hoe ingrijpend de stadsvernieuwing in deze wijk wordt aangepakt. De grote eucalyptusboom op het plein is afkomstig uit het Convent dels Àngels.

In de kerk van het Casa de la Misericórdia aan de Carrer d’Elisabets, een voormalig weeshuis uit 1583, is een buitengewoon goed gesorteerde boekhandel gevestigd: Central del Raval (www.lacentral.com; de hoofdvestiging, La Central, vind je in de Eixample, Carrer Mallorca 237). In de Carrer d’Elisabets vind je op nr. 18 Herbolari Llansa, een fraai oud kruidenwinkeltje.

Aan de Carrer Pintor Fortuny staat een beeldje van Marià Fortuny, die tot de belangrijkste Catalaanse schilders uit de 19de eeuw wordt gerekend.

De Mercat de Sant Antoni is een gezellige voedselmarkt. Op zondagochtend zijn er bovendien stalletjes met boeken, strips, cd’s en dvd’s; de voedselmarkt zelf is dan echter gesloten.

In een huis aan de Plaça Pedró kwam de populaire schrijver Manuel Vázquez Montalbán (image pp. 6465) ter wereld. Op de fontein (1826) aan dit plein staat een beeld van de heilige Eulàlia (image p. 83). Ingeklemd tussen gebouwen vind je hier ook de Sant Llàtzer-kapel, een 12de-eeuwse romaanse kapel met mooie apsis die bij een leprozenhospitaal hoorde.

Carrer del Carme

Op nummer 47–49 van de Carrer del Carme bevindt zich een groot gebouwencomplex. Op de kruising met de Carrer Egipciaques staat in een nis een 17de-eeuws beeld van Sant Pau, gemaakt door Domingo Rovira.

Als je het complex vanaf de Carrer del Carme binnengaat, ligt aan je linkerhand het Antic Col.legi de Cirurgia, uit 1762. Het college heeft zijn heldere vorm te danken aan de rationalistische geest van een wetenschapper – de chirurg Virgili, die het ontwierp – en de constructieve logica en vormkracht van een neoclassicistische architect – Ventura Rodríguez, die het oprichtte. Het sobere uiterlijk verbergt een mooi amfitheatertje (op wo. van 10 tot 12 te bezichtigen), waarvan de laagste ring wordt gevormd door de oorspronkelijke rococostoelen en die een galerij heeft met een smeedijzeren balustrade.

Aan de rechterkant, tegenover het college, ligt Casa de la Convalescència, uit 1629–1680, waar het Institut d’Estudis Catalans is gevestigd. Het portaal is in 1680 gedecoreerd met azulejos van de belangrijke keramist Lorenzo Passoles; de tegels laten scènes zien uit het leven van Sant Pau en het wapen van oprichter Pau Ferran (met een diagonale band met drie hoefijzers). Ook in de patio en andere delen van het gebouw zijn azulejos te zien. Het beeldhouwwerk is hoofdzakelijk van Lluís Bonifaç, ook het beeld uit 1677 van Sant Pau dat de binnenplaats domineert.

Hospital de la Santa Creu

Als je tussen de twee hiervoor beschreven gebouwen doorloopt, betreed je via een portaal de Jardins de Rubio i Lluch, een groene tuin met sinaasappelbomen die vroeger de binnenplaats van het Hospital de la Santa Creu vormde. Hier vind je ook een caféterras. Het ziekenhuis kwam in 1401 tot stand toen vier ziekenhuizen werden samengevoegd. Het werd naar middeleeuwse opvattingen ontworpen: in de vorm van vier vleugels van twee verdiepingen hoog rond een rechthoekige binnenplaats. In tegenstelling tot het oorspronkelijke plan bleef het ziekenhuis open aan de kant van de Carrer Hospital. Hierdoor kon men in de 18de eeuw in deze richting de binnenplaats verlengen. Aan deze zijde bevond zich eveneens de hoofdingang, waar nu nog het 16de-eeuwse platereske portaal te zien is. Begin 20ste eeuw was het ziekenhuis te klein geworden en kreeg Domènech i Montaner opdracht het Hospital de la Santa Creu i Sant Pau te ontwerpen (zie p. 195). In het oude complex vestigden zich verschillende culturele instituten, waaronder de Biblioteca de Catalunya. De Iglesia de Hospital wordt tegenwoordig als expositieruimte voor hedendaagse kunst gebruikt.

image HOSPITAL DE LA SANTA CREU, C. Hospital. Geopend: di.–za. 12–14 en 16–20, zo. 11–14 uur.

Aan de Plaça Sant Agustí ligt de Sant Agustí-kerk, die van 1728 tot 1752 werd gebouwd. De façade is opgericht naar een ontwerp van Pere Costa. Het is een sober voorbeeld van de academische barok, wat ook in het interieur is te zien. De interieurdecoratie ging bij branden in 1835 en 1936 verloren.

El Raval de Sant Pau

Dit deel van El Raval heeft zijn naam te danken aan de Sant Pau-kerk, een van de best bewaarde romaanse monumenten uit Barcelona. Het is tevens de Barri Xinès (Barrio Chino in het Castiliaans), de wijk waar zich de straathandel in heroïne heeft geconcentreerd en overwegend verslaafde prostituees hun zaken doen. Overdag kun je de wijk bezoeken – wat een aanrader is – maar let op je spullen. ’s Nachts kun je de buurt beter mijden.

In het hart van de wijk ligt de Rambla de Raval, die ondanks de nieuwbouw en de terrassen doordeweeks nog niet superaantrekkelijk oogt, maar in het weekend is het er een stuk levendiger door de marktkramen die van alles en nog wat aanbieden. Aantrekkingskracht op deze Rambla heeft vooral El Gato, een ontzagwekkende kat van de Columbiaanse beeldhouwer Fernando Botero.

Op nummer 11 van de Carrer de Sant Pau, een winkelstraat, staat de Fonda de España, een hotel waarvan de modernistische architect Domènech i Montaner in 1902 het interieur ontwierp. Als er niet gegeten wordt, krijg je toestemming om de eetzaal te bewonderen, met schilderingen van Ramon Casas.

Sant Pau del Camp

Hét monument van El Raval is zonder twijfel deze goed bewaarde romaanse kerk – in de vorm van een Grieks kruis, met tongewelven en drie apsissen – die waarschijnlijk in 1117 tot stand kwam. Het portaal is zonder overdrijving prachtig te noemen: de marmeren kapiteeltjes, de inscriptie op de bovendorpel, de rondbogen, de ‘Hand van God’ erboven, alles verkeert gezien de ouderdom nog in een uitstekende staat.

Naast de hoofdingang bevindt zich de uit de 13de eeuw stammende kleine kloosterhof, met een patio van 7 bij 7 m. Opvallend zijn de gelobde arcaden, gesteund door paarsgewijs opgestelde zuiltjes met buitengewoon mooie kapitelen.

In het klooster bevindt zich een tombe met de resten van een van de eerste graven van het Huis van Barcelona, Guifré II.

image SANT PAU DEL CAMP. Geopend: ma.–za. 10–14 uur.

Rond de kerk, en iets hoger gelegen, is in 1992 een park aangelegd, waar nog een eenzame fabrieksschoorsteen oprijst, een herinnering aan de tijd dat de Raval een industriewijk was.

Palau Güell

Herfst 1885 smeedden Gaudí en zijn vriend Eusebi Güell (image p. 197) plannen voor een stadspaleis op het terrein van een voormalige zuivelinrichting. Een merkwaardige locatie, vindt Gaudí’s biograaf Gijs van Hensbergen: ‘In de nauwe zijstegen is het vandaag de dag net zo normaal om een oneerbaar voorstel te krijgen van een platinablonde Colombiaanse transseksueel of een aanbod van goedkope cocaïne, als het destijds was om te worden binnengevraagd door een syfilitische wasvrouw voor een bijna dodelijke dosis absint of nog goedkopere seks.’ Maar achterafstraatje of niet, het Palau Güell kwam er, omdat Eusebi graag dicht bij zijn vader Joan (die een huis had op de Ramblas) wilde wonen.

image PALAU GÜELL, C. Nou de la Rambla 3-5, www.palauguell.cat. In restauratie tot medio 2010. Bij het ter perse gaan van deze gids waren slechts de begane grond en de kelder (gratis) te bezichtigen: di.–za. 10–14.30 uur. Een diavoorstelling toont de rest van het paleis.

De façade wordt geaccentueerd door de uitspringende erker van de piano nobile (het principe van de ‘dubbele façade’), waarmee Gaudí de wereldlijke bouwwijze van de Catalaanse gotiek toepaste. Tussen de twee toegangsbogen bevindt zich een cilinder van traliewerk, een meesterwerk van ijzersmeedkunst, dat verwijst naar het wapen van Catalonië – Güell was een Catalaanse nationalist. De toegangshekken zijn ingenieus geconstrueerd. De beweegbare onderste gedeelten zijn zo gevlochten dat men niet naar binnen kan kijken; het vaste bovengedeelte bevat de initialen van de eigenaar op een schild, omgeven door ijzerwerk dat aan de beweging van een slaande zweep doet denken; dit werd later een basismotief van de art nouveau. De toegangshekken sluiten de poorten af waardoor de koetsen de annex konden binnenrijden.

De voornaamste ruimte van de piano nobile is de grote salon. Deze maakt een overweldigende indruk, ondanks de bescheiden afmetingen van 9 bij 9 m. Vooral de hoogte van 17,5 m is verantwoordelijk voor de ruimtelijkheid; de salon loopt door tot de bovenste verdieping van het paleis. Hij wordt afgesloten door een parabolische dakkoepel, waarin gaatjes zijn aangebracht om het licht van buiten zacht te filteren. Ook de parabolische bogen in de salon zorgen ervoor dat het van buiten komende helle licht getemperd wordt.

Het dak is een essentieel onderdeel van het huis. Hier rijzen de schoorstenen en ventilatiekanalen van de lagere verdiepingen op. Voor het eerst gaf Gaudí deze de vorm van surrealistische beeldhouwwerken. Sommige zijn bedekt met kleurrijke tegelscherven, die hun krachtige expressie benadrukken. Ze zijn gegroepeerd rond de centrale kegel van de dakkoepel. Hierop staat het kruis van Sint-Joris.

Reials Drassanes

Topstuk van het Museu Marítim is de replica op ware grootte van het vlaggenschip van Don Juan van Oostenrijk, waarmee hij in 1571 bij Lepanto de Turken versloeg. Het scheepvaartmuseum is gevestigd in de voormalige koninklijke scheepswerven, de Reials Drassanes. Behalve dit bijna 60 m lange barokke, roodgouden vaartuig is ook de verdere collectie een bezoek waard: scheepsmodellen, originele boten uit allerlei tijdperken, boegbeelden, instrumenten en schilderijen. Daarnaast is het gebouw een van de mooiste voorbeelden van gotische civiele architectuur van Barcelona. De Drassanes zijn de meest complete middeleeuwse scheepswerven van onze dagen. Toch is de huidige vorm het resultaat van een bouwproces dat zich in verscheidene fasen, over tal van eeuwen verspreid, voltrokken heeft. Maar bij de uitbreidingen en verbouwingen borduurde men steeds voort op de oorspronkelijke opzet.

Bij een bezoek aan het museum hoort ook een bezichtiging van de schoener Santa Eulàlia uit 1918, die in de oude haven ligt.

image REIALS DRASSANES/MUSEU MARÍTIM, Av. de les Drassanes, www.museumaritimbarcelona.org. Geopend: dag. 10–20 uur. image lijn 3, Drassanes.