HOOFDSTUK 6
Tijdens de heerlijke maaltijd in de elegant gemeubileerde eetkamer begreep Gwayne dat Simon persoonlijke onderwerpen taktvol vermeed. Ze begon eraan te twijfelen of ze er goed aan deed hem de informatie te weigeren, die hij blijkbaar belangrijk vond. Misschien zou ze eens en voor altijd kunnen bewijzen dat ze niets met Judy Ashcroft gemeen had, behalve dat ze toevallig op elkaar leken. Maar stel eens dat dat niet waar was?
Toen ze opkeek, zag ze dat Regan haar over de tafel heen nadenkend zat aan te kijken. Ze schrok er haast van. Snel keek ze naar Simon. Eindelijk zonder het te willen sprak ze de vraag uit, die haar de hele morgen al op de tong had gelegen.
‘Jij denkt dat ik de dochter van Judy Ashcroft ben, niet?’ zuchtte ze.
Er volgde een geladen stilte, die sekondenlang duurde. Regans reaktie verbaasde Gwayne; hij leunde achterover in zijn stoel met een ondoorgrondelijke uitdrukking op zijn gezicht. Hij wachtte eenvoudig wat er nu zou gebeuren.
Simons ogen straalden van opluchting en misschien van dankbaarheid, dacht Gwayne. Toen hij sprak, klonk zijn stem zacht en zorgvuldig.
‘Het is volgens mij heel goed mogelijk dat je mijn dochter bent,’ zei hij.
‘O!’ Het was vreemd, maar dit was een konsequentie waaraan ze niet gedacht had.
‘Het spijt me als dat een schok voor je betekent,’ zei hij. Hij gaf een hartelijk klopje op haar arm. ‘Vind je dat idee zo verschrikkelijk?’
‘Verschrikkelijk?’ herhaalde ze verdwaasd. Met bevende vingers streek ze zich het haar van de slapen. ‘Nee, nee, dat niet, hoor. Het is alleen: er is toch helemaal geen bewijs?’
‘Maar volgens mij is er juist wel bewijs genoeg om dit aannemelijk te maken,’ sprak Simon haar tegen. ‘Het is nog niet zeker, maar we kunnen een en ander nagaan, nu we van jouw bestaan weten, zie je.’
Gwayne kreeg weer dat griezelige gevoel alsof de omstandigheden haar boven het hoofd groeiden. Snel kwam ze met een tegenwerping. ‘Maar hoe wil je dat doen?’ vroeg ze. ‘Ze weten zelfs niet wie mij bij het weeshuis heeft achtergelaten.’
‘Hm, dat maakt het misschien wel moeilijk, maar toch...’ Hij zweeg en keek haar aandachtig aan. ‘Toen ik je vanmorgen vroeg of er iets met je ouders gebeurd was, zei je dat ze je niet wilden hebben. Hoe weet je dat dan?’
Ze haalde de schouders op. ‘Nu ja, waarom zouden ze me anders daar...’
‘Gwayne!’ Het klonk haast bestraffend en ze beet zich schuldig op de lippen; ze vermeed het Regan aan te kijken. ‘Ben je dat briefje nu weer vergeten?’ zei hij.
Ze beantwoordde zijn blik. ‘Aangezien jij me er voortdurend aan herinnert, is dat niet goed mogelijk, wel?’ snauwde ze.
‘O, ja dat was ik zelf ook vergeten,’ onderbrak Simon snel voor Regan de kans kreeg om te antwoorden. ‘Wat stond er precies in?’
Met een laatste wrokkige blik naar Regan vertelde Gwayne: ‘Er stond mijn naam in en ook dat de afzender terug zou komen om me te halen, dat is alles.’
‘Juist,’ zei hij nadenkend. ‘En wanneer moet dat geweest zijn? Weet je dat?’
‘Op de een of andere dag in maart, hebben ze me verteld. Ik weet de datum niet precies.’
Simon en Regan keken elkaar aan en Gwayne riep: ‘En nu gaan jullie me zeker vertellen dat Judy Ashcroft in maart uit Sydney vertrokken is.’
‘Ja, dat is zo,’ zei Simon. ‘En ze is op de elfde gestorven.’
‘Dat bewijst natuurlijk niets,’ ontkende ze. ‘Het is gewoon niets meer dan een theorie.’
‘Maar een heel aannemelijke theorie, dat zul je toch met me eens zijn.’ Hij dacht even na en vroeg toen: ‘Heb je er nooit naar verlangd te weten wie je ouders waren, Gwayne?’
‘Och, nee,’ zei ze. ‘Als ze mij niet wilden, dan had het niet veel zin erachter te komen wie zij waren.’
‘Dat bedoel ik niet precies. Misschien heb ik me niet goed uitgedrukt,’ zei hij spijtig. ‘Ik bedoelde alleen of je nooit het gevoel gekend hebt, dat je je leven met je ouders wilde delen?’
Dat was een heel andere vraag en onwillekeurig gingen Gwaynes gedachten terug naar het verleden. O, ja, daar had ze wel naar verlangd. Maar toen ze ouder werd, had ze zulke verlangens leren onderdrukken.
‘Toen ik jonger was, wel, ja,’ bekende ze eindelijk. Ze hield de ogen op het wijnglas gericht, waarmee ze zat te spelen. ‘Maar toen ik zelfstandig werd, heb ik het feit aanvaard dat ik geen familie had en nu...’ Ze wierp hem even een blik toe. ‘Ik weet echt niet of ik...’
‘Of ik wel familie wil hebben?’ eindigde hij treurig.
‘Nee, dat was het niet wat ik wilde zeggen.’ Ik weet alleen niet of ik na al die tijd alleen nog wel in een familie zou passen.’
‘Maar zou je het wel kunnen proberen?’ drong hij aan.
Gwayne bood onbewust weerstand. ‘Ik weet het niet, zolang ik niet echt in die situatie terecht kom.’
‘Goed, dat kan ik begrijpen,’ zei hij en hij lachte ontwapenend. ‘Maar ik zal je eraan houden als blijkt dat ik gelijk heb.’
‘Als,’ zei ze en ze voelde dat ze zich nu kon ontspannen. Hij was eigenlijk erg aardig.
Aan het eind van de middag stegen ze weer op om naar huis te vliegen. Zodra ze het huis naderden, kwam Brad hen al tegemoet. Gwayne besloot hem niets te vertellen van wat er in Murramai gebeurd was. Dat vond ze beter.
Aan het diner zat ze op spelden voor het geval Regan erover zou beginnen, maar gelukkig deed hij dat niet.
Zodra ze die avond in bed lag, merkte ze dat ze niet zou kunnen slapen. Ze lag te woelen en uiteindelijk gaf ze het maar op. Misschien kon ze een wandeling maken: dat zou haar goed doen. Ze trok een korte peignoir aan en haar sandalen. Op dit uur zou ze wel niemand tegenkomen.
Ze liep om het huis heen en luisterde naar de nachtelijke geluiden. Er streek iets langs haar enkel, ze schrok ervan, maar zag toen dat het een kat was. Ze krabde het dier even achter de oren en liep door. Ze kon overal goed zien, het was volle maan en de hemel stond vol sterren. Dat alles werd weerspiegeld in het water van het zwembad. Even kwam ze in de verleiding om te gaan zwemmen, maar het verband op haar rug weerhield haar daarvan. Ze zuchtte en ging in een ligstoel, vlakbij het water, zitten.
Ze bleef een poosje rustig liggen met gesloten ogen, maar toen hoorde ze het geluid van een sigarettenaansteker. Vlakbij het hek zag ze Regans imposante figuur. Hij had het hoofd gebogen over de vlam, die hij bij zijn sigaret hield. Gwayne bleef onbewegelijk liggen in de hoop dat hij voorbij zou lopen zonder haar op te merken.
Gekleed in een bermuda en een gestreept polo-shirt, dat zijn gebruinde huid goed liet uitkomen, zag hij er heel aantrekkelijk uit Eigenlijk kon ze hem niet weerstaan en daarom gedroeg ze zich vaak onaardig tegenover hem.
Alsof hij de onvriendelijke stemming voelde, waarin zij verkeerde, draaide Regan zich om. Hij zag haar zitten en kwam met lange passen naar haar toe.
‘Wachtte je soms op mij?’ vroeg hij droog.
Gwayne beheerste zich, ze schudde haar hoofd. ‘Nee, ik wilde hier gewoon even zitten in mijn eentje.’
Maar Regan wilde haar blijkbaar niet begrijpen; rustig ging hij zitten en hij wierp haar een plagerige blik toe.
‘Kon je dat niet in je slaapkamer doen?’
‘Ik kon niet slapen,’ riep ze hem geïrriteerd toe. Ze trok haar benen in om zo ver mogelijk bij hem uit de buurt te blijven. ‘En jij?’
‘Waarom ik nog wakker ben? Ik besprak met Dan de manier waarop we die stier uit Murramai hierheen zullen halen.’ Hij zat haar rustig op te nemen. ‘Je was niet erg vriendelijk voor Simon vandaag, vond je wel?’
Gwayne sloeg haar armen stijf om haar middel. Eigenlijk wilde ze er helemaal niet over praten. ‘Och, dat gaat toch wel,’ zei ze. ‘Al heb jij een bepaalde overtuiging, daarom hoef ik die nog niet te delen.’
‘Hm, dat komt zeker doordat jij nu wraak wilt nemen voor al die jaren datje in het weeshuis bent geweest,’ zei hij uitdagend.
‘Hoe durf je!’ Gwayne stond half op, kwaad stak ze haar hand uit om hem een klap te geven. ‘Wat weet je er trouwens van?’
Regan gooide zijn sigaret op de grond en greep haar stevig bij de armen. ‘Ik raad je aan om dat nog niet eens te proberen, liefje. Een volgende keer kom je er niet zo gemakkelijk af.’
‘Laat me los,’ zei ze heftig en ze worstelde om los te komen. ‘Ik heb je helemaal niet naar je mening gevraagd. Je bent een vervelende bemoeial.’
‘O ja?’ Er klonk zoveel sarkasme in zijn vraag dat Gwayne er zenuwachtig van werd. Ze probeerde zich nog steeds los te rukken. ‘Als je dat vindt, kan ik me maar het beste echt met je bemoeien, geloof ik.’ Zijn grijze ogen hield hij op de hare gericht.
Hij bleef haar bovenarmen vasthouden en Gwayne kon alleen haar hoofd heen en weer bewegen. Plotseling voelde ze zijn mond op de hare. Woedend dreigde ze: ‘Laat me los, Regan, of ik zal zo hard gillen dat ze me in Jeedara kunnen horen.’
‘Ga je gang,’ zei hij kalmpjes. ‘Ik zal aan iedereen vertellen dat jij hier op me zat te wachten en dat je plotseling last van koude voeten kreeg. Zoals jij gekleed bent, is dat niet moeilijk te geloven.’
Gwayne werd steeds kwader. ‘Jij...!’
‘Bemoeial,’ vervolgde hij lakoniek voordat hij haar hartstochtelijk kuste.
Ze voelde zelf dat ze aan haar emoties wilde toegeven en daarom vocht ze wild om los te komen. ‘Nee, niet doen!’ Ze hield haar hoofd achterover. ‘Je doet dit alleen om Brad dwars te zitten.’
Hij keek haar aan en vroeg: ‘Welke Brad?’ Even liet hij haar los en pakte toen haar hoofd tussen zijn beide handen.
Gwayne begreep dat ze onbewust een fout gemaakt had. Toen hij zich er kennelijk niets van aantrok dat ze met haar handen tegen zijn borst duwde, greep ze hem met twee handen in zijn dikke haar. Maar tot haar schrik merkte ze dat Regans mond haar beroofde van haar weerstand.
Ze vlijde zich tegen hem aan, dat was het enige wat ze nog kon doen; ze had helemaal geen zelfbeheersing meer.
Toen hij zich eindelijk een beetje terugtrok, voelde ze een hevige teleurstelling. Maar hij deed dat alleen om zich beter te kunnen bewegen. Hij stak een arm onder haar knieën en de ander legde hij achter haar rug. Met haar lichaam in zijn armen stond hij op.
Ze spraken geen van beiden terwijl hij met haar naar het huis liep. Gwayne had niets kunnen zeggen, ook al had ze dat gewild. Haar keel zat dicht en voelde droog aan, haar ademhaling ging moeilijk. Ze hield haar armen om zijn hals geslagen, haar hoofd rustte tegen zijn schouder. Voorzichtig keek ze even naar hem vanonder haar wimpers. Zijn mondhoek trilde.
Regan duwde met zijn schouder de deur van haar kamer open en bukte toen om haar voorzichtig op het bed te leggen. Zijn lippen ontmoetten heel even de hare voor hij rechtop ging staan. Daarna liep hij in de richting van de deur.
Gwayne leunde half op een elleboog, ze volgde zijn grote gestalte met ongelovige ogen. Hij was toch zeker niet van plan om zo weg te lopen! Zou hij helemaal niets tegen haar te zeggen hebben? In haar verwarring riep ze hem.
‘Regan?’
Hij was halverwege de kamer, ze hoorde hem zuchten, hij stond stil en streek zich met een hand door het haar. Toen draaide hij zich om, zijn gezicht stond vragend. ‘Ja?’
‘Ik... jij...’ Haar stem stierf weg, verlegen begon ze met een knoop van haar .peignoir te spelen. Ze wilde maar dat ze niets gezegd had.
Regan deed een stap naar haar toe en stond weer stil, hij leek een en al zelfbeheersing. ‘Heb jij ooit met Brad geslapen?’ vroeg hij schor.
O hemel, dacht hij daarom dat ze zijn liefkozingen zo gemakkelijk aanvaardde? Omdat ze aan zulke dingen gewend zou zijn? Ze keek hem verontwaardigd aan.
‘Nee,’ barstte ze los. En om de situatie goed duidelijk te maken, voegde ze eraan toe: ‘Ik ben nog nooit met een man naar bed geweest.’
‘Dan kan ik mijn vertrek maar beter niet te lang uitstellen,’ zei hij gespannen. ‘Anders zou het wel eens de laatste keer kunnen zijn dat je zoiets beweert.’
Zijn bedoeling was hiermee duidelijk en Gwayne bloosde diep, ze sloeg haar ogen snel neer. Eigenlijk kon ze hier niets op zeggen. Toen ze eindelijk haar ogen weer opsloeg, was hij verdwenen. Ze zuchtte, half van opluchting en half van teleurstelling. Ze was er helemaal het type niet naar om zomaar een relatie aan te gaan, maar met Regan...
Ze stond op en begon naar sigaretten te zoeken. Goeie hemel, wat bezielde haar? Ze was al net zo erg als Donna. En Brad had haar nog gewaarschuwd. Brad! Plotseling was ze vol schuldgevoel. Hoe had ze hem zo gemakkelijk kunnen vergeten? Ze stak een sigaret op en liet zich weer op bed vallen. Ze wilde nadenken.
Er was al genoeg wrijving tussen Brad en Regan. Ze was Brad natuurlijk trouw verschuldigd. Bovendien had hij haar mee hierheen genomen en met hem zou ze teruggaan naar Sydney. Zijn neef vormde een komplikatie, waar ze geen behoefte aan had.
Ze deed haar best om niet langer aan Regan te denken en koncentreerde zich op dat andere probleem: de kwestie wie haar ouders waren. Voor zichzelf wilde ze wel toegeven dat er redenen waren om aan te nemen dat Simon Houghton haar vader kon zijn. Toch zou het nodig zijn dat iemand met bewijzen hiervoor kwam, al deden Simon en Regan nog zo overtuigend.
Als kind had ze vaak gebeden dat haar moeder terug zou komen, maar dat was nooit gebeurd en ze had geleerd haar gevoelens in dit opzicht te verbergen. Ze voelde er eigenlijk niets voor om die weer op te graven. Al wilde ze dat nog zo graag, toch kon ze Simon onmogelijk zonder meer als haar vader accepteren, want het zou onverdragelijk zijn als het niet waar bleek te zijn. Ze wilde het beslist zeker weten. Zolang er geen zekerheid was, moest de zaak maar blijven rusten. Ze zou het voorlopig alleen als een mogelijkheid beschouwen, verder niet.
Met een zucht drukte ze haar sigaret uit en langzaam begon ze de peignoir uit te trekken. Ze hoopte maar dat ze niet zou dromen. Er waren genoeg dingen waarover ze zich zorgen kon maken in de tijd dat ze wakker was, zonder daar ook mee bezig te moeten zijn, als ze sliep.
De volgende twee dagen kreeg ze niet veel van Regan te zien, want iedereen hielp mee bij het schapen scheren. Langzamerhand raakten de ruimten, waar de wol heen gebracht werd, helemaal vol. Uit alle hoeken van het terrein werden de schapen aangevoerd. Het geblaat verstoorde de stilte en hun onrustige poten deden het rode stof opwaaien.
Gwayne en haar vrienden konden de Range Rover niet lenen, want die was nodig voor het bedrijf. Ze brachten hun uren overdag door in en om het zwembad of op de tennisbaan. Aangezien er niet gepraat werd over wat er in Murramai gebeurd was, liet Gwayne die kwestie rusten.
Ze vertelde er niets over aan Brad of aan Donna, omdat ze nog niets met zekerheid wist. Donna zou zeker blij zijn voor haar vriendin en ze zou het nieuwtje niet voor zich kunnen houden. En voor de reaktie van Brad was Gwayne eigenlijk een beetje bang, ze wist helemaal niet hoe hij zou reageren.
Met de aankomst van de schapenscheerders werd het nog veel drukker en op de derde morgen ging Gwayne met Donna mee om naar het scheren te kijken. Donna was de afgelopen twee dagen bijna steeds in de schuur geweest, waar dit plaats vond. Gwayne bedacht bij zichzelf dat ze zeker hoopte daar Regan te ontmoeten en om die reden had zij zelf steeds geweigerd er ook heen te gaan. Ze had er veel belangstelling voor maar ze wilde niet dat Regan zou denken dat ze voor hem daarheen kwam en om die reden vond ze het beter helemaal weg te blijven. Maar deze morgen bleef Donna aandringen dat ze mee zou gaan en Gwayne begreep dat ze wantrouwig zou worden als ze bleef weigeren, dus gaf ze eindelijk maar toe.
Natuurlijk mopperde Brad dat hij er niets voor voelde, het schapen scheren was voor hem niet nieuw, maar omdat Donna zo aandrong, gaf hij toch ook toe. Ook Warren ging mee en met zijn vieren liepen ze na het ontbijt over de binnenplaats.
In de schuur waren ventilatoren opgehangen om de scheerders wat koelte te bezorgen, want het werd snel warm. Ze droegen een blauw hemd en een spijkerbroek. Ieder klemde een schaap tussen de knieën en liet de schaar ijverig door de wol glijden.
Eerst werd de wol van de buik afgeschoren, want die was korter en vuiler dan de rest. Daarna de hals en over de linker schouder naar de voorpoot, gevolgd door lange halen over de flank en de rug en als laatste kwam de rechterkant aan de beurt. In minder dan twee minuten werd het schaap beroofd van zijn vacht en weer losgelaten in een open stal. Tegen de tijd dat de wol naar de sorteertafel was gebracht, had de scheerder al een volgend dier te pakken om opnieuw te beginnen.
Terwijl ze stonden toe te kijken, voelde Gwayne hoe rusteloos Donna was en toen ze nog maar een half dozijn schapen hadden zien behandelen, drong deze al aan: ‘Ga mee, dan kunnen we kijken hoe de wol geperst wordt.’ Gwayne begreep al waarom.
Daar stond Regan te praten met de opzichter, een grote man met een vriendelijke lach, die voorgesteld werd als Ray Dickson. Hij beantwoordde Gwaynes belangstellende vragen terwijl hij ondertussen doorging met zijn werk.
Brad en Warren gingen naar de plaats waar steeds meer balen tegen de muur gestapeld werden. Daar namen ze plaats op een van de balen om te wachten tot de meisjes genoeg gevraagd hadden. Brad kon nauwelijks zijn ongeduld en ongenoegen verbergen.
Ray maakte een nieuwe baal los uit de pers en begon er letters en nummers op te stempelen met zwarte verf.
‘Wat betekent dat, Ray?’ Gwayne hield vragend haar hoofd scheef.
‘Nou,’ lachte hij en wees naar de bovenste letters. ‘R.D.F., dat zijn de initialen van Regan en Fairfax Downs is natuurlijk duidelijk genoeg. Dan komt drie keer een A, dat slaat op de kwaliteit van de wol. Het nummer geeft aan hoeveel balen van dat bepaalde soort wol er zijn. De andere letters aan de onderkant zijn van de agenten, waar het heen verscheept wordt. Er is maar een beperkt aantal wolfirma’s daarom is het niet nodig om hun naam volledig te vermelden. De meesten staan trouwens alleen bekend onder hun initialen.’
Ze knikte begrijpend. ‘Dank je wel. Het is een hele kunst, hè?’ zei ze lachend. Ze wees met haar hand naar een baal. ‘Zou die eerste wol ook ingedeeld zijn met drie A’s?’
‘O, nee,’ ontkende hij heftig. ‘Alle verschillende kwaliteiten worden apart tot balen geperst. Er zijn er met drie A’s en met twee, er is wol van de ram, wol van de buik, wol van de eerste of tweede keer scheren en ga zo maar door. Er komt meer bij kijken dan het scheren van de schapen en het persen van zoveel mogelijk wol in een baal.’
Ze lachte. ‘Dat begin ik te begrijpen. Maar er zijn zoveel soorten. Wordt het niet moeilijk om ze op de juiste manier te stempelen?’
Op dat moment keerde Regan zich om. Hij was met Donna in gesprek geweest en wendde zich nu tot Gwayne. ‘De wol wordt gebrandmerkt, niet gestempeld,’ verbeterde hij. Toen zij hem verbaasd aankeek zei hij: ‘Een baal wol wordt altijd gebrandmerkt, nooit gestempeld.’
‘O...’ Gwayne keek verlegen en trok even haar schouders op. Het kwam niet doordat hij haar verbeterde, dat ze zich nerveus voelde. Na die avond van hun bezoek aan Murramai vond ze het bijna onmogelijk om zich natuurlijk te gedragen in zijn bijzijn. ‘Ik weet er helemaal niets van,’ wist ze eindelijk uit te brengen. Ze zei het zo luchtig mogelijk. ‘Straks beschuldig je me er nog van dat ik aan Ray’s vakmanschap twijfel, omdat ik hem vroeg of het niet moeilijk was.’
Terwijl hij een nieuwe baal onder handen nam, zei Ray lachend: ‘Ik hoop van niet.’
‘Mijn hemel, natuurlijk niet,’ zei ze snel. ‘Ik bedoelde alleen dat...’
‘Zij heeft de gewoonte om zichzelf steeds te beschuldigen, maar nooit anderen,’ zei Regan langzaam. Gwayne wierp hem een boze blik toe en Donna keek stomverbaasd van de een naar de ander.
Op dat moment riep Brad: ‘Hebben jullie er nu nog niet genoeg van?’ Dat was een hele opluchting en Gwayne keerde zich om en knikte hem toe.
‘Ja, hoor,’ zei ze lachend.
Zonder verder af te wachten liep Brad naar de deur. Donna volgde hem met Warren, maar toen Gwayne ook mee wilde gaan, voelde ze een hand op haar arm en ze draaide zich verschrikt om.
‘Luister eens,’ Regans witte tanden schitterden in zijn gebruinde gezicht, ‘hoe heeft Brad dat nieuwtje opgevat over jouw mogelijke familierelatie met Simon? Je hebt het hem zeker heel voorzichtig verteld? Eigenlijk had ik verwacht dat hij het als een soort persoonlijke aanval zou beschouwen.’
Gwayne haalde de schouders op, maar die onverschillige houding kon ze niet lang volhouden. Regan legde zijn handen op haar schouders.
‘Nu begin ik er iets van te begrijpen. Je hebt het nog helemaal niet aan hem verteld, geloof ik?’
‘Och nee, waarom zou ik?’ ontweek ze. Haastig trok ze zich terug. ‘Het is immers niet na te gaan.’
‘Maar Simon wil dat toch proberen. En stel je eens voor dat het hem lukt erachter te komen? Wat dan?’
Zó ver had ze nog niet vooruit gedacht. ‘Ja, dan zal ik niet veel keus hebben, denk ik.’
‘Zou het alles niet veel eenvoudiger maken, als je er toch iets tegen hem over zei?’
‘Dat zou ik echt niet weten. Ik heb er nog niet genoeg over nagedacht.’
Regan keek haar ongelovig aan. ‘Leugenaarster! Je weet net zo goed als ik hoe Brad waarschijnlijk zal reageren.’ Hij kneep zijn ogen halfdicht. ‘Maar als dat de moeilijkheid is, ben ik direkt bereid het hem te vertellen.’
‘O, dat zal heus wel. Je zult dat met plezier doen, daar twijfel ik niet aan,’ spotte ze. Ze wilde in elk geval bewijzen dat ze zich niet in de war liet brengen door zijn aanwezigheid. ‘Maar het hoeft niet hoor, bedankt voor het aanbod, maar als het echt nodig is dat hij het weet, zal ik het hem wel vertellen. Tenslotte heb ik een band met hem, ik ben er de aangewezen persoon voor.’
Hij keek haar met spottende ogen aan. ‘Ja, dat weet ik,’ verzekerde hij haar ijzig. ‘Maar ik herinner me wel dat jij een paar avonden geleden je niet om die band bekommerde.’
Gwayne bloosde bij de herinnering, als er niet zoveel mensen in de buurt geweest waren, zou ze hem met plezier een klap in zijn gezicht geven. Maar nu klemde ze haar handen tot vuisten en haar ogen schitterden van woede.
‘Jij... jij...!’ stotterde ze. Eigenlijk was ze ook kwaad op zichzelf dat ze niet durfde te zeggen wat ze voelde. ‘Ik wilde dat we nooit hier gekomen waren.’
Hij keek haar sarkastisch aan. ‘Daar had je dan eerder aan moeten denken. Ik zal je met gelijke munt betalen, liefje. Als je je niet wilt branden, moet je bij het vuur uit de buurt blijven.’ Misschien was dat een goede raad, dacht Gwayne.
‘En dan moet ik je ook nog zeggen,’ vervolgde Regan op bijtende toon, ‘dat de enige reden waarom ik het aan Brad wilde vertellen is, dat ik hem wat beter ken dan jij. Zijn reaktie zal bepaald niet plezierig zijn.
Maar als jij die ellende aan wilt halen, moetje het zelf maar weten. Ik zal je niet tegenhouden.’ Hij zweeg even en keek haar aan. ‘Maar je moetje niet beklagen, als het niet goed afloopt.’
Onder zijn onderzoekende blik hief Gwayne trots het hoofd op. ‘Ik denk er niet over,’ riep ze verontwaardigd. ‘Als jij er niet over was begonnen, zou het niet eens bij me opgekomen zijn. Ik heb tot nu toe heel goed buiten de hulp van de machtige Fairfax familie kunnen leven en dat ben ik van plan zo te houden. De houding van Brad zal misschien niet zo prettig zijn, maar hij kan zich onmogelijk zo onaangenaam gedragen als jij zo nu en dan doet. Jij bent afschuwelijk arrogant.’ ‘O ja?’ Hij zei het heel zacht en Gwayne huiverde. ‘Ik zou er graag met je over praten, maar dit lijkt me daarvoor niet bepaald een goede gelegenheid. Ik geloof dat jij de rest van je verblijf maar het beste uit mijn buurt kunt blijven, anders zou je vakantie, die zo goedkoop leek te worden, je wel eens bijzonder duur kunnen komen te staan.’
‘Dat komt goed uit,’ zei Gwayne koel. ‘Als jij je tenminste aan die raad zult houden.’
‘Daar kun je op rekenen.’ Regan kneep zijn lippen op elkaar. Gwayne knikte even en draaide zich om. Ze wilde niets liever dan hem op een afstand houden. Maar was dat wel waar, wilde ze dat echt?