HOOFDSTUK 9

 

 

 

Brianna werd de volgende dag in zoverre in beslag genomen door Philippe dat ze Isabelle niet vergat, maar wel op de achtergrond schoof.

Na de dag die ze gisteren samen met Philippe had gehad, nodigde hij haar ’s middags uit om een wandeling in de tuin te gaan maken.

Tante Agathe, die blijkbaar niet zoveel ontging, reageerde enthousiast op het voorstel en zinspeelde er nog even op dat ze zich van Isabelle niets moesten aantrekken. Zij zou haar wel voor haar rekening nemen.

Dagdromen zijn dagdromen en het overkwam zelfs Brianna, hoewel ze gewoonlijk toch nuchter over de dingen kon nadenken.

Hoewel...

In ieder geval het geschiedde zoals het geschiedde en ondanks het feit dat Isabelle er zo nodig weer een hele toestand van moest maken, ging het onschuldige uitje in de openlucht toch door.

Niet dat het haar geen moeite kostte, want je zelf een pretje gunnen, wanneer je het idee hebt dat je daardoor een ander benadeelt, is niet zo gemakkelijk.

Brianna besefte echter terdege dat ze niet alleen voor haar zuster leefde. Het was alleen jammer dat, hoezeer ze haar best ook deed, ze het niet helemaal kon vergeten.

Ze genoot van de wandeling, vooral van het moment dat Philippe haar wederom in de armen nam.

Het was adembenemend en heerlijker dan ze zich ooit had kunnen voorstellen.

‘Dit is in ieder geval beter dan kussen in de auto, vind je niet?’ mompelde hij.

Ze moest even op adem komen en zei toen aarzelend: ‘Ik vind het wel, maar ik begrijp het allemaal nog niet zo goed!’

‘Denk je dat ik van je houd?’ vroeg hij.

‘Waarom zou je dat doen?’ was haar wedervraag.

‘Heb nog maar even geduld, mijn kleine! Spoedig zal ik je verklaren waarom!’ voegde hij haar toe en nam haar gezicht tussen zijn beide handen.

‘Het kost nog even tijd om onze haatgevoelens te vergeten, meer dan we denken misschien, doch er komt een tijd dat alles wat in het verleden gebeurd is, werkelijk tot de verleden tijd zal behoren.’

Het gesprek dat zich daarna ontwikkelde, werkte duidelijk verhelderend. Albertine en de anonieme persoon die Isabelle in het leven had geroepen, werden te berde gebracht en de reactie van Philippe loog er niet om.

Verblind zijn door de liefde is geen nieuws, doch Brianna was inmiddels wel zover dat ze kon zien of Philippe al of niet de waarheid sprak en als hij eromheen zou draaien, zou ze het op zijn minst gevoeld hebben.

‘Waar je het over hebt, snap ik, want het komt uit de koker van iemand anders’, was zijn reactie geweest. Daarna had hij haar opnieuw naar zich toegetrokken en gezegd:

‘Voor mij ben jij de enige vrouw en ik zal bewijzen dat er niemand anders in mijn leven is!’

Zijn kus, de zoveelste die dag, was een overtuigend bewijs. Maar... Haar hart twijfelde.

Om die reden wurmde ze zich ook los uit zijn omarming en vroeg timide: ‘Is er werkelijk geen andere vrouw in je leven? Ik meende toch begrepen te hebben dat ‘Denk je aan Albertine?’ viel hij haar in de rede. ‘Ik dacht dat het je al lang duidelijk was dat de relatie met haar uitsluitend in de gedachten van Madame Hubert-Benoise bestond. Als Albertine het nodig vindt haar grootmoeder te gehoorzamen, is dat haar zaak, maar ik beslis voor mezelf!’ verduidelijkte hij.

‘Dat bedoelde ik niet precies!’ verklaarde Brianna.

‘Ik kan je niet meer volgen. Wat bedoel je dan wel?’ vroeg hij.

‘Wel... Ik bedoelde Albertine niet, maar ... ’ ging ze aarzelend verder.

Hij trok zijn wenkbrauwen op en Brianna had inmiddels wel door wat dat zou kunnen betekenen.

‘Het wordt tijd dat je me uit gaat leggen wat je dan wel bedoelt. Of moet ik zeggen wie je bedoelt?’ zei hij geagiteerd.

Brianna wist niet hoe ze nu verder moest gaan. Ze had zelf het onderwerp aangekaart en dan zijn de consequenties uiteraard voor jezelf, maar dat doet natuurlijk niet zoveel af aan het feit dat het bijzonder moeilijk kan zijn de juiste woorden te vinden.

Ze bleef aarzelen en Philippe vond het nodig om voor de zoveelste keer te bewijzen dat ze voor hem de enige vrouw op aarde was.

Wat te doen?

Lang kon ze hier echter niet over nadenken, want zijn hele aanwezigheid hield haar zo in de ban dat verdere gedachten of uitspraken niet aan de orde konden komen.

 

Hij liet duidelijk doorschemeren, zij het op diplomatieke wijze, dat hij het niet zo leuk vond dat ze al spoedig zou vertrekken.

‘Natuurlijk moet je naar moeder in Parijs gaan ... Maar eerlijk gezegd, ik zal je verschrikkelijk missen!’

Wat ze had willen vragen over die andere vrouw in zijn leven was niet uit de verf gekomen. Ze had het voorzichtig aangestipt, maar daar was het bij gebleven.

Philippe had haar wel uitgehoord om er achter te komen of ze met Peter Arden inderdaad niets anders dan een platonische vriendschap had gehad.

Het antwoord dat ze op zijn vraag gegeven had, bleek hem aardig gerustgesteld te hebben. Niet dat ze niet zou hebben toegegeven dat Peter haar wel eens gekust had, doch dat er verder iets gebeurd zou zijn, ontkende ze ten stelligste omdat het de heilige waarheid was.

Wat ze nimmer had kunnen vermoeden gebeurde!

‘Ik denk dat het in het geheel niet slecht is om op een Engels meisje verliefd te zijn! Tenminste ... niet als jij dat meisje bent.’

En terwijl hij dit zei, ontdekte ze dat zelfs mannen kunnen blozen.

Thuisgekomen liepen ze met de armen om elkaar heen naar binnen en het schetste natuurlijk niemands verbazing dat Isabelle al van verre liet blijken dat ze aanwezig was.

‘ Joehoe! Ben jij daar Philippe?’ schreeuwde ze door de hal.

‘Dat kind!’ verzuchtte Philippe.

Opzettelijk liet hij blijken dat Brianna en hij het goed hadden samen en gaf Isabelle de opdracht koffie te gaan maken.

Isabelle reageerde niet en ging naar haar kamer.

De volgende ochtend was Isabelle niet te genieten en Brianna was ervan overtuigd dat het was omdat Philippe en zij het sinds kort beter konden vinden.

Ze probeerde het te negéren, maar het zette toch een domper op haar gevoel van geluk. In feite wist ze niet hoe ze Isabelle moest aanpakken en omdat ze begon door te krijgen dat haar zuster ook wel eens een oogje op Philippe zou kunnen hebben, maakte dat de zaak er niet eenvoudiger op.

Tot overmaat van ramp begon tante Agathe, die het niet was ontgaan dat Brianna en Philippe iets meer voor elkaar voelden dan verondersteld werd, zich ook tegen haar te keren.

‘Je had beter naar Dijon kunnen gaan, Isabelle!’ zei ze.

Brianna was haar wel dankbaar, doch aan de andere kant voelde ze medelijden met haar zuster en de opmerking van tante zou het gedrag van Isabelle zeker niet positief beïnvloeden.

Dat bleek trouwens al spoedig, want Isabelle zei op haar eigen ludieke wijze: ‘Daar zou u wel eens gelijk in kunnen hebben, tante! Vroeger was het hier nog leuk, maar tegenwoordig ... Sinds Brianna gekomen is, bevalt het maar matig hier in Huchet te vertoeven en dan spreek ik nog niet eens over de kinderen. Maar goed, die zijn nu weg..

‘Elke zomer zal weer anders zijn, mijn kind!’ merkte tante Agathe wijs op. ‘Alleen vraag ik me wel af of Philippe het dan nog op prijs zal stellen jou in zijn omgeving te hebben,’ ging ze droog verder.

Brianna hoorde dit alles aan, doch ze was te ver weg met haar gedachten om het werkelijk tot zich door te laten dringen.

Wat zal de volgende zomer mij brengen?

Later die middag kwam Isabelle, die zich eerst op haar kamer had teruggetrokken, naar de tuin om Brianna uit te nodigen voor een wandeling.

Brianna die bezig was onkruid te wieden, trok onmiddellijk haar jasschort uit en gaf gehoor aan de uitnodiging.

Iets in de stem van Isabelle had haar getroffen!

Spoedig waren ze een eind van de villa verwijderd en een smal pad ingeslagen dat de heuvel opvoerde.

‘Waar gaan we heen?’ vroeg Brianna.

‘Naar het bos. Er is een prachtige bron en misschien vind je het ook leuk om het kapelletje te zien,’ verklaarde Isabelle.

‘Dat lijkt me leuk!’ zei Brianna, die dacht dat het slechte humeur van haar zuster was overgegaan.

Isabelle was voor haar doen echter weinig spraakzaam en dat verbaasde Bri wel, omdat ze anders geen moment haar mond kon dichthouden.

Brianna vroeg zich af wat ze nu weer in haar schild voerde ...

Het pad dat ze ingeslagen waren, was zo smal dat ze achter elkaar moesten lopen. Het was er heerlijk koel door de schaduw van de bomen en dat deed erg plezierig aan na de hitte tijdens het beklimmen van de heuvel. Het weggetje kronkelde zich door de wilde braamstruiken heen en de bladeren die reeds waren afgevallen dempten hun voetstappen.

Brianna luisterde naar de vogels en plukte een bos wilde bloemen om mee naar huis te nemen. Kortom, dit uitstapje was zo slecht nog niet!

Isabelle had al die tijd haar mond niet opengedaan en dat was toch vreemd, vond Bri. Maar ach, ze moest niet op alle slakken zout gaan leggen!

Het pad liep ten einde en Isabelle sloeg een ander in. Brianna had er geen flauwe notie meer van waar ze zich bevonden, doch ze vertrouwde erop dat Isabelle de weg wel zou weten.

Plotseling bereikten ze een open plek in het bos en Isabelle stopte.

‘Hier is de kapel en de bron ligt een eindje verderop, als je die ook wilt zien tenminste?’ begon ze.

Wat ze te zien kreeg, was nauwelijks onder woorden te brengen. Het leek alsof geen mens ooit deze kapel betreden had. Behoedzaam, omdat ze het gevoel had op heilige grond te lopen, liep ze in de richting van de kapel. ‘Sainte Reine, Aides-nous'; ‘Heilige moeder, bescherm ons,’ prevelde ze voor zich uit.

Al dit moois had ze graag met Isabelle willen delen, doch deze zat ongeïnteresseerd op een steen en speelde met het riempje van haar sandaal zonder om zich heen te kijken.

Totaal onverwacht stak ze van wal: ‘Philippe en jij hebben gisteren de liefde bedreven, is het niet?’

Brianna voelde zich razend worden. De manier waarop Isabelle het verwoordde was werkelijk te gek en koud reageerde ze dan ook:

‘Hij heeft me gekust en dat was alles!’

‘Oh, Brianna! Voor mij hoef je je toch niet te schamen en vertel me niets over kussen. Daar weet ik namelijk alles van. Emile heeft me dat geleerd!’ was Isabelle’s reactie.

‘Je denkt maar wat je wilt. In ieder geval is dit iets tussen Philippe en mij en ik ben niet van plan daar met jou verder op door te gaan!’ gaf Brianna haar te verstaan.

‘Het zou toch beter zijn als je naar me luisterde. Er zit meer achter dan jij ooit kunt hebben vermoed,’ zei Isabelle met klem.

‘Wil je me nu eindelijk eens duidelijk uitleggen wat je van plan bent, jongedame?’ vroeg Brianna ongeduldig.

Dit alles begon haar stierlijk te vervelen en bovendien verstoorde Isabelle het prachtige uitstapje en dat nam ze haar niet in dank af.

Isabelle keek haar lichtelijk geraffineerd aan en stak toen haar verhaaltje af.

‘Wat jij niet weet, lieve zuster, is dat moeder een deel van “Clos des Anges” bezit. De bedoeling van Philippe is het in zijn bezit te krijgen, omdat het één van de vruchtbaarste wijnstreken is. Er is echter maar één manier voor hem om het zover te krijgen ... Begint het al een beetje tot je door te dringen? Maman met haar bepalingen ... Als hij op mij moet wachten, duurt het nog minstens twee jaar! Maar nu hij met jou aanpapt, zal hij het wel voor elkaar krijgen dat maman het land aan jou afstaat en dan heeft hij dus zijn zin.’

Brianna kon geen woord uitbrengen. Isabelle was een flapuit, maar het was toch onmogelijk dat ze alles uit haar duim zoog. Had Philippe haar dan inderdaad bedrogen?

Ze keek naar Isabelle, eigenlijk zonder haar te zien en fluisterde: ‘Het kan niet waar zijn!’

‘Trouw met hem en je zult er spoedig genoeg achter komen!’ merkte Isabelle koud op.

‘Trouwen... Hij - hij heeft er gisteravond over gepraat,’ prevelde Bri.

‘Je moet niet met hem trouwen!’ zei Isabelle op hysterische toon. ‘Waarom ga je niet terug naar Engeland, daar waar je hoort?’

Brianna, nog nauwelijks bekomen van wat ze te horen had gekregen, keek haar ongelovig aan.

‘Ik ga Philippe vertellen dat je naar Engeland terug wilt om met Peter Arden te trouwen. Het is een afschuwelijke zomer geweest voor iedereen en jij bent daar de schuld van! En als ik jou was, zou ik maar geen moeite doen om je te verzetten, anders zou je daar wel eens flink spijt van kunnen krijgen. Daar zal ik persoonlijk voor zorgen!’ besloot ze op venijnige toon.