HOOFDSTUK 2

 

 

 

Brianna was naar haar kamer verdwenen om haar bagage in te pakken. Niet dat ze gelegenheid had gehad om veel uit te pakken onder de gegeven omstandigheden. Ze had er geen moment bij stil gestaan dat ze hier niet kon blijven; dat begon pas tot haar door te dringen toen Henriette de kamers met bezemen ging keren. Het appartement begon er uit te zien alsof er nooit een levend mens zijn tijd had doorgebracht. De gordijnen waren eraf gehaald en de kamers zagen er onwerkelijk leeg uit.

Het werd tijd dat ze eens over een aantal dingen ging nadenken en ze wilde dat ze dat gisternacht gedaan had in plaats van zich te laten meeslepen door haar verwarde gevoelens. Ze had het onbehaaglijke gevoel dat als Philippe en zij wederom een gesprek zouden hebben, hij haar linea recta naar Engeland zou terugsturen.

‘Maar dat hoef ik toch niet te accepteren?’ vroeg ze zichzelf hardop af.

In gedachten verzonken, begaf ze zich naar het raam en keek uit over zonnig Parijs. Nietsvermoedend was ze hier heengekomen en al spoedig bevond ze zich in een moeilijke situatie! De grond was als het ware onder haar voeten weggenomen, alle hoop verdwenen en dan ook nog met inachtneming van de kosten die ze gemaakt had... Een hele nieuwe garderobe om niet te veel uit de toon te vallen ...

Ik heb maling aan je, Philippe d’Hellier! Ik blijf, al was het maar om Isabelle.

Ze hoorde zichzelf hardop lachen. Geloofde ze werkelijk dat Philippe haar zou uitnodigen op zijn landgoed Huchet-les-Anges? Hij had niet zo’n beste mening over Brianna Gaze ...

Ze schrok op toen er op de deur geklopt werd.

‘Ben je daar, Brianna?’ klonk de zo gehate stem.

‘Jawel! Waar zou ik anders moeten zijn?’ zei ze zachtjes voor zich uit. Doch hij had inmiddels de deur geopend en het wel degelijk opgevangen.

‘Wel, je zou een ritje met de metro kunnen zijn maken!’ zei hij met een sarcastische klank in de stem.

En vóór ze kon protesteren tegen dit idiote antwoord vervolgde hij: ‘We gaan uit om te lunchen! Er is een klein restaurant op de hoek waar je redelijk kunt eten. Hoe lang denk je nodig te hebben om je ervoor te kleden?’

‘Vijf minuten!’ zei ze prompt. Maar toen hij weg was, vroeg ze zich af waarom ze in vredesnaam op dat voorstel was ingegaan, na zijn beledigende manier van optreden.

Isabella zien, was vragen om een gunst van hem en daarom was het misschien wel het beste.

Ze kleedde zich vlug om en bekeek zichzelf kritisch in de spiegel. Aan het ontbijt had ze een eenvoudige blouse op een bijpassende broek gedragen en nu was ze gekleed in een groene jurk, die niet opzichtig was, doch opviel door zijn uitstekende pasvorm die haar figuur op zijn voordeligst liet uitkomen. De beige schoenen en tas maakten er een smaakvol geheel van. Ze had tevens speciale aandacht aan haar make-up geschonken en de ogenschaduw paste niet alleen wonderwel bij de kleur van haar jurk maar gaf haar ogen een diepe glans die aan de goudkleur van koper deed denken.

Ik heb niets van de aristocratische Franse vrouw, dacht ze, vergetend dat de Engelse vrouw niet minder, zelfs vermoedelijk wel meer aristocratisch was.

Een tikje gevoel voor humor had het echter wel en een beetje opgefleurd begaf ze zich tien minuten later naar beneden.

Philippe stond met zijn rug naar de kamer gekeerd uit het raam te staren toen ze haar entrée maakte.

‘Het spijt me, maar ik heb meer tijd nodig gehad dan ik had aangekondigd!’ viel ze met de deur in huis.

‘Je hoeft je niet te verontschuldigen. Ik had het al verwacht! Niet speciaal van jou, moet ik erbij zeggen, maar van iedere vrouw die belang stelt in haar uiterlijk!’ haakte hij erop in.

Hij nam haar van het hoofd tot de voeten op, zonder verder commentaar.

Zelfs een compliment kon er niet af en diep in haar hart had ze dat toch wel verwacht, na de moeite die ze zich getroost had er zo goed mogelijk - voor Franse begrippen - uit te zien.

Wat niet is, kan nog komen!

Zo probeerde ze zichzelf moed in te spreken om zich niet opnieuw het hoofd op hol te laten brengen door de verwarde gevoelens.

Het gevoel van teleurstelling kon ze echter nauwelijks onderdrukken.

‘Zullen we maar gaan?’ stelde hij voor.

Geen van beiden sprak een woord terwijl de lift hen naar beneden vervoerde. Hij nam haar niet bij de arm, raakte haar zelfs niet aan toen ze zich te voet naar het restaurant begaven. De dag werd gelukkig minder somber door de heerlijke warmte van de zon, bedacht ze.

Ze kon zich niet herinneren ooit in dit restaurant te zijn geweest. Het was een pretentieloze plaats en nog verzonken in gedachten bestelde Philippe vis, salade en een karaf witte wijn, zonder ook maar te vragen wat haar voorkeur was.

‘Zo kan het er wel mee door!’ merkte hij op toen de ober het maal geserveerd had. ‘Het is een eenvoudige maaltijd, maar uiteindelijk hebben we ook niets te vieren!’

Een rilling trok door haar heen. Was haar terugkomst in Frankrijk dan van zo weinig belang voor iedereen?

Hij schonk voor elk een kleine hoeveelheid witte, frisse wijn uit de karaf in de glazen. Zijn elegantie en de verzorgde manier van dit gebaar gaf haar een week gevoel en als ze nu zou hebben moeten opstaan, zouden vermoedelijk haar knieën het begeven hebben. Een onbekend gevoel maakte zich van haar meester.

Ze dronk een paar slokjes van de wijn, in de hoop dat het haar zelfvertrouwen enigszins zou opvijzelen.

‘Zo!’ begon hij zelfingenomen. ‘Nu we alleen zijn, kunnen we doornemen wat ik alzo voor je verblijf heb geregeld!’

‘Zou je denken?’ reageerde ze. ‘Ik had begrepen dat je een beetje voor me zou zorgen, maar dat is toch niet hetzelfde als dingen voor me uitstippelen, neem ik aan?’

‘Zo zou je het kunnen formuleren!’ ging hij onverslagen verder. ‘Ik heb daar zo mijn eigen gedachten over en die zijn onder andere dat je er niet onderuit kunt bepaalde dingen te doen!’

‘Denk je dat werkelijk? Is het de bedoeling dat ik uitsluitend doe wat jij bedacht hebt en wat jou goeddunkt?’ vroeg ze verbaasd.

‘Natuurlijk!’ vervolgde hij.

De ober had inmiddels de hoofdmaaltijd geserveerd en Philippe maakte een einde aan de conversatie door vork en mes ter hand te nemen en vol overgave op het eten aan te vallen.

Verbijsterd zweeg ze!

Nadat hij enkele happen had genomen, begon hij: ‘Het is voor mij absoluut geen geheim dat je Frankrijk en de Fransen in het geheel niet mag! Zit ik er erg ver naast als ik veronderstel dat je alleen gekomen bent vanuit een soort van plichtsgevoel?’

‘Hoe kom je op het idee?’ antwoordde ze verontwaardigd. ‘Jij hebt de dingen georganiseerd en... en, ik heb niet eens de kans gekregen om behoorlijk gedag te zeggen. Waarom zou ik me schuldig moeten voelen over iets wat ik niet kan helpen?’

‘Goed, goed! Rustig nu maar! Feitelijk kun je het mij ook niet verwijten. Ik heb al geprobeerd uit te leggen dat het zelfs voor mij onverwacht kwam. Je moeder, die weet hoe gevoelig je bent, wilde je niet al te veel verontrusten, daarom liet ze je niet eerder weten dat haar gezondheidstoestand niet zo best was! Ze heeft geprobeerd je een eerlijke kans te geven en ik vind dat het nu jouw beurt is daar iets mee te doen... ik bedoel dat is eigenlijk het enige dat ik zou willen ... watje zou moeten doen!’ verklaarde hij op een redelijker manier.

‘Ja?’ vroeg ze, bedaard door de verandering in zijn stem. ‘Wat is volgens jou dan het enige wat ik zou kunnen doen om mijn moeder te plezieren?’

Ze stopte daarna haar mond vol vis om voorlopig maar niets te hoeven zeggen en om haar verlegenheid door de verandering van sfeer tussen hen beiden te verbergen. Zo diep had ze nog nimmer gebloosd!

Ze proefde niet eens wat ze at en de stilte die was ontstaan nadat ze dit gezegd had, maakte haar zo mogelijk nog meer verlegen.

‘Een mogelijkheid is... ’ ging hij verder alsof hij niets gemerkt had, ‘dat je mee gaat naar Huchet-les-Anges en probeert voor de verandering eens aardig te zijn voor de familie van je moeder. Tante Agathe is er - je zuster, Marie-Claude en de twee kinderen van Paul en Micheline... en ik natuurlijk!’

‘Wat?’ Ze staarde hem verwezen aan. Hij bood haar aan wat ze hem nauwelijks had durven vragen.

Bijna was ze in lachen uitgebarsten; als ze niet tegelijkertijd kwaad op zichzelf geweest was dat ze hem haar had laten vóór zijn, had ze dat vermoedelijk ook gedaan.

Omdat ze bleef zwijgen, vroeg hij: ‘Ben ik niet duidelijk genoeg geweest?’

‘Zeker!’ reageerde ze koel. ‘Ik kan het alleen niet verdragen dat anderen voor mij beslissen wat ik wel of niet moet doen en me het gevoel geven dat ik een stuk onbenul ben, dat zelf niet kan bedenken wat goed is om te doen!’

Hij haalde zijn schouders op en zei ietwat verveeld: ‘Het is niet zo als je denkt! Ik vind je soms een kip zonder kop, maar aan de andere kant reken ik op je gezonde verstand, dat je ongetwijfeld bezit! Wat ik duidelijk wilde maken, is dat het nergens voor nodig is om overhaast naar Engeland en je geliefde vriend terug te snellen om het bestaan van de familie d’Hellier voor de zoveelste keer te ontkennen!’

‘Wel, ik ben er zeker van dat het me niet licht zou vallen om jou te vergeten!’ zei ze uit de hoogte. ‘Laat ik jou trouwens duidelijk maken dat het niet uitsluitend de Fransen zijn die weten wat voor mensen het beste is om te doen! Voorts was ik geen moment van plan te vluchten naar Engeland, noch naar mijn geliefde vriend zoals jij dat zo smeuïg opmerkte.’

‘Ach! Wil je soms beweren dat het toeval was dat ik met de moeder van je vriend achterbleef terwijl jij thee zette?’ merkte hij ongeduldig op.

Brianna raakte in de war. Zou mevrouw Arden hem verteld hebben dat zij en Peter huwelijksplannen hadden? Maar dan nog, wat zou hem dat kunnen schelen? Zoveel belangstelling had hij nu ook niet voor haar aan de dag gelegd!

‘Je denkt maar wat je niet laten kunt! Voorlopig heb ik geen plannen om naar Engeland terug te gaan. Ik wil mijn zuster zien en tenminste aan een paar d’Helliers duidelijk maken dat... ’ en hier aarzelde ze even om daarna moedig verder te gaan:

‘Wel, toen ik veertien was, heb ik me slecht gedragen; dat wil niet zeggen dat ik daarom een monster ben! Dat jij je niet wilt laten overtuigen is jouw zaak en eerlijk gezegd kan het me weinig schelen, eerder vind ik het te betreuren dat jij deel uitmaakt van de familie. Met andere woorden, het kost me veel moeite jou aardig te vinden!’

Over de tafel heen keken ze elkaar strak aan en Brianna weigerde om haar ogen neer te slaan of een andere kant uit te kijken. Toen vertrok hij zijn mond in een sardonische grijns en zei op zijn beurt: ‘Het komt goed uit dat we in dit opzicht hetzelfde gevoel hebben!’

De rest van de maaltijd was in diepe stilte gehuld.

Brianna nam zich voor met hem naar Huchet-les-Anges te gaan en net te doen alsof het gesprek nooit had plaats gevonden. Voorts zou ze hem mijden waar mogelijk was!

‘Zullen we gaan?’ onderbrak hij haar gedachten.

Zonder te antwoorden, stond ze op en begaf zich naar de deur.

 

Ze genoot van de lange rit naar Huchet-les-Anges ondanks de gespannen sfeer die tussen haar en Philippe hing. Het platteland van Frankrijk was haar onbekend en ze was verbaasd door de uitgestrektheid van het landschap en variatie van gewassen. De kleine steden en dorpen zagen er allemaal even natuurlijk uit. De wijnstruiken van Bourgondië gaven het land zelfs een poëtisch tintje.

Wel duizend vragen had ze willen stellen, doch ze durfde niet door de conversatie die zo onfortuinlijk was uitgepakt. Hij had haar gevoelens diep gekwetst en ze voelde zich miskent!

Uiteindelijk draaiden ze een secondaire weg in die voerde naar Armette.

‘Armette is de dichtstbijzijnde stad!’ verduidelijkte Philippe.

De manier waarop hij sprak, deed haar vermoeden dat hij zich verstoord voelde door haar zwijgen en omdat ze nog steeds niets zei, vervolgde hij:

‘Tante Agathe doet meestal haar boodschappen hier, wat me trouwens doet denken ... luister je eigenlijk wel, stiefzuster?’

‘Natuurlijk luister ik!’ zei ze gebelgd omdat hij haar stiefzuster noemde.

Opnieuw bloosde ze en ze haatte zichzelf erom dat ze dat in zijn bijzijn niet kon voorkomen.

‘Goed, laat ik dan verder gaan! Als je iets te doen wilt hebben tijdens het verblijf hier... een mogelijkheid is dat je met Isabelle inkopen gaat doen en haar tegelijkertijd iets van jouw taal bijbrengt. Ze krijgt Engels op school, maar eerlijk gezegd is ze wat lui en leert ze er weinig van. Daarbij komt dat Isabelle jou iets van onze taal kan bijbrengen, want het lijdt geen twijfel dat je je beter zal kunnen aanpassen als je meer van onze taal begrijpt!’

‘Dat ben ik met je eens!’ zei ze stijf.

Waarom zou ze hem ook vertellen dat ze de laatste jaren hard aan haar Frans had gewerkt? Hij zou het vanzelf wel ontdekken!

‘Dat is fijn om te horen!’ zei hij opgewekt.

Wat Brianna niet kon uitstaan, was dat hij haar uitsluitend in het Engels toesprak en geen enkele moeite deed om haar te laten bewijzen dat ze zich in het Frans best redelijk verstaanbaar kon maken. Het kwam zelfs niet eens bij hem op dat ze hem zou kunnen verstaan als hij zijn moedertaal gebruikte.

‘Je zou tante Agathe ook kunnen helpen met de kinderen! Ze wordt er niet jonger op en het is een hele klus voor haar. Micheline had hen niet bij haar achtergelaten als ze niet geweten had dat er iemand zou komen helpen!’ zei hij autoritair.

Brianna viel van de ene verbazing in de andere.

‘Isabelle en Marie-Claude zijn er toch, is het niet? Ik kan me nauwelijks voorstellen dat ze op mij gerekend heeft!’ riep ze uit.

Tegelijk besefte ze hoe ondankbaar dit moest klinken. Bijna had ze gezegd dat ze er spijt van had, doch ze hield zich bijtijds in. Ze hield van kinderen en het zou bovendien een leuke tijdvulling zijn. Ze was hier echter niet gekomen om indruk op Philippe te maken en als hij haar daar wilde hebben, moest hij maar genoegen nemen met zoals ze was.

Ze waren Armette uit en draaiden een smalle landweg in. Deze weg liep tussen lage heuvels door en de wijngaarden werden afgewisseld door flora, variërend van een eenvoudige klaproos tot de mooiste orchidee. Na de laatste bocht belandden ze in een uitgestrekte open vlakte, met in de verte een dorp met kleine schilderachtige huizen en de spits van een kerktoren.

‘Dat is Huchet!’ zei Philippe met een warme klank in zijn stem.

Het was overduidelijk dat het stadje een warme plek in zijn hart innam.

Huchet-les-Anges!

‘Huchet-les-Anges,’ herhaalde ze hardop. ‘Waarom noemen ze deze plaats het Huchet van de engelen?’ vroeg ze Philippe, hoewel ze zich voorgenomen had te zwijgen als het graf.

Wat ze zag, was echter zo overweldigend dat ze niet langer stil kon zijn.

De naam is ontleend aan de grootste wijngaard uit de omgeving! De Clos des Anges!’ verklaarde hij.

‘De jouwe?’ reageerde ze nieuwsgierig.

‘Nee! De Clos des Anges is jaren geleden al verdeeld en heeft op het moment vele eigenaren!’ ging hij verder.

Na een korte stilte vervolgde hij: ‘Les Fleurons is van mij! Een stuk kleiner, maar erg gunstig gelegen en de druiven groeien er welig.’

Brianna dacht, terwijl ze hun weg voortzetten over de hoofdweg door de vallei, dat ze een romantischer plaats als deze met het spel van de zon door de wijngaarden en de gouden gloed van de aarde nooit eerder had mogen aanschouwen.

Aan de rand van het dorp gekomen passeerden ze een groot oud huis.

‘Hoort dit huis bij de Clos des Anges?’ vroeg ze, terwijl ze nog eens over haar schouder keek.

‘Nee! Dat is het eigendom van mevrouw Hubert-Benoise!’ antwoordde hij zonder verder commentaar.

Het dorp was klein met nauwe straten, wat echter niets af deed aan de charme. De huizen zagen er vrolijk uit en zo af en toe onderbrak een imposant oud huis het monotone van de omgeving.

Philippe draaide een zijweg in en hoewel de omgeving er niet minder indrukwekkend was, viel haar wel op dat het gebrek aan licht en de massale hoge poorten bij de huizen een melancholieke atmosfeer ademden.

Ze had verwacht dat zijn huis net zo romantisch was gelegen als het indrukwekkende huis dat ze gepasseerd waren en waarvan hij geen verdere uitleg nodig had gevonden.

Het huis was bijzonder indrukwekkend, dat wel! Twee verdiepingen telde het en de bouw was typisch Bourgondisch met zijn pannen dak, de warm getinte muren en de grijze raamluiken.

Als de zon er niet zijn warme tinten aan verleende, zou het er somber uitzien! Vreemd, want het had verder alles om een droomhuis te kunnen zijn. De houten balkons aan de kamers op de bovenste verdieping, het terras...

Voor de tweede keer bij haar aankomst in Frankrijk was er niemand om haar te begroeten.

‘Word... word ik wel verwacht?’ vroeg ze nerveus toen ze uit de auto stapte en Philippe haar bagage verzamelde.

Hij schonk haar een ironisch glimlachje en zei toen: ‘Natuurlijk word je verwacht. Ik heb de familie laten weten dat ik met jou zou aankomen! En als ik dat zeg, bedoel ik dat ook. Bovendien zou ik het tante Agathe nooit aandoen onvoorbereid gasten mee naar huis te nemen.’

Hij knikte in de richting van het huis en ging verder: ‘Loop gerust achterom! Over de bagage hoef je je geen zorgen te maken, daar zorg ik wel voor.’

Verlegen ging ze in op zijn uitnodiging.

Philippe opende de deur naar een gang waarvan de ingang half bedekt was door een struik met zachtgeurende groene vruchten. Veel deuren kwamen op deze gang uit; het huis was groter dan ze aan de buitenkant had kunnen opmaken.

‘Tante Agathe zal waarschijnlijk wel bij de kinderen zijn!’ vermeldde Philippe en bijna op hetzelfde moment klonk een lieve, helder klinkende stem haar in de oren.

‘Ben jij het?’ vroeg de stem, zonder moeite te doen de opwinding in haar stem klonk te verbergen.

Een seconde later zag ze de vrouw die bij de stem hoorde!

Dit kon onmogelijk tante Agathe zijn! Het was een fragiele, jonge vrouw die uit één van de kamers aangesneld kwam.

Nog voor Philippe haar had voorgesteld, begreep Brianna dat dit Isabelle moest zijn. Het was weliswaar lang geleden dat ze haar gezien had en wat er nu voor haar stond was geen kind meer, maar een jonge vrouw! Je kon haar gerust een schoonheid noemen met haar korenblonde haar en dansende lichtjes in de donkere ogen.

‘Hallo, Brianna!’ zei ze haastig en gaf haar op beide wangen een vluchtige kus.

Het was duidelijk dat Isabelle andere dingen aan het hoofd had dan de aankomst van haar zuster. Het middelpunt van haar belangstelling bleek Philippe te zijn en zich naar hem toewendend, ging ze in het Frans verder: ‘Ik ben een apéritief voor je aan het bereiden! Het recept heeft Violette me gegeven - perzikschilletjes, gebrande suiker en een massa rode wijn - morgen moet er water bij en voila!

Een heerlijk drankje staat voor je klaar! Kom mee naar de keuken om te kijken.’

‘Ach loop heen met je apéritief!’ zei hij ongeduldig. ‘Breng liever Brianna naar haar kamer zodat ze zich kan verfrissen. Ik raad je tevens aan gelijk maar met je Engels te gaan oefenen!’

Brianna vond het toch wel sneu voor Isabelle dat hij op zo’n manier met haar omging.

‘Waar is Marie-Claude eigenlijk?’ ging hij op dezelfde toon voort.

‘Ze is Louis bezoeken! En tante Agathe is wandelen met de kinderen. Ik wilde hier blijven om op je komst te wachten!’ verklaarde Isabelle.

Hierna draaide ze zich om naar Brianna en zei: ‘ Viens? Ik zal je naar de chambres d’amis brengen!’

Ze schonk Philippe een coquet glimlachje en liep met haar Engelse zuster de trappen op naar boven.

Isabelle had duidelijk maling aan wat Philippe had gezegd, want ze begon in het Frans: ‘Marie-Claude werkt hard aan haar Engels! Begrijp je wat ik zeg?’

‘Uitstekend!’ antwoordde Brianna in dezelfde taal.

Brianna vond het een goed teken dat Marie-Claude zoveel zorg aan het Engels besteedde, misschien zou dat een nieuwe mogelijkheid zijn om met een lid van de d’Hellier familie in contact te komen.

‘Zo, dus je spreekt Frans!’ onderbrak Isabelle haar gedachtengang.

‘Nu ja ... niet zo ontzettend goed!’ antwoordde ze bescheiden.

‘Philippe beweert dat je het helemaal niet spreekt!’ vervolgde Isabelle vinnig.

Inmiddels hadden ze de logeerkamer bereikt en Isabelle deed een stap opzij om haar naar binnen te laten.

‘Het gastenverblijf!’ kondigde ze aan.

Het was een kleine kamer die voornamelijk met blauwe tinten was ingericht - zacht blauw met een tintje grijs - de gordijnen, de beddensprei en het wollen tapijt. Het plafond was iets dieper blauw en de muren waren wit gepleisterd. Het raam keek uit op de smalle straat waardoor zij het dorp waren binnengereden.

Isabelle liet zich met een plof op het lage bed vallen, met het vreemde ronde kussen dat Brianna destijds zo had gehaat omdat het niet te vergelijken was met de comfortabele Engelse kussens.

Wel! In ieder geval zou ze daar geen problemen meer mee hebben. Alles wat nu anders was, vond ze even boeiend!

Ze liep naar het raam en keek over de heuvels achter de huizen, die op dit moment van de dag door de ondergaande zon de meest wonderlijke kleuren aannamen.

‘Frankrijk lijkt in het geheel niet op Engeland!’ zei ze hardop voor zichzelf.

‘Herinner jij je nog iets van Engeland?’ vroeg ze vervolgens aan Isabelle.

‘Nee, totaal niets!’ was het onverschillige antwoord.

‘Zou je dan nooit eens terug willen?’ vervolgde Brianna.

‘Nee! Waarom zou ik? Dit is mijn land!’ reageerde Isabelle fel.

‘Vreemd! Vind je ook niet?’ Brianna draaide zich van het venster af en ging op het voeteneinde van het bed zitten. ‘Jij bent Frans en ik ben Engels en toch zijn we zusters!’

‘Met dat idee ben ik nog niet vertrouwd!’ zei Isabelle. ‘Ben je eigenlijk van plan lang te blijven?’

Brianna wist niet zo snel wat daarop te antwoorden. Haar verblijf was van een heleboel factoren afhankelijk!

‘Ik zou graag blijven tot moeder terug komt uit Zwitserland. We hebben elkaar in Parijs maar even gezien en de dag van haar vertrek had iedereen het zo druk dat ik nauwelijks een woord met haar heb kunnen wisselen!’ verklaarde ze.

Isabelle zweeg in alle talen!

‘Ik wist niet dat moeder zo ernstig ziek is geweest!’ merkte Bri op.

‘Ik wist niet dat jou dat iets zou kunnen schelen!’ was het onplezierige antwoord.

Brianna beet op haar lip en Isabelle gebruikte deze gelegenheid om er nog eens een schepje bovenop te doen.

‘Je maakt niet bepaald onderdeel uit van onze familie, is het wel? Je hebt ons al die jaren niet bezocht en je bent nu alleen gekomen omdat moeder je heeft uitgenodigd hier je vakantie door te brengen!’

‘Mijn grootmoeder dacht dat het te ingrijpend voor me zou zijn zolang ik nog op school was en toen ik daar eindelijk vandaan kwam, ging mijn grootmoeder met haar gezondheid tobben, dus was ik daar nodig!’ verdedigde Brianna zich.

‘Wel... Als je toch mijn mening vraagt? Papa was deel van jouw familie - de Engelse kant. Philippe zegt dat ik Frans ben en ik moet je zeggen dat me dat niet spijt. Ik zou geen Engelse willen zijn!’ zei ze, terwijl ze haar neus optrok.

Brianna bekeek haar gedrag met stijgende verbazing, waarom deed ze zo uit de hoogte? Zij had haar toch niets kwaads gedaan? Maar... riep ze zichzelf tot de orde, zij was toch zelf ook jong geweest en had ze het er toen veel beter af gebracht?

Wat moeilijk te verteren bleef, was echter dat ze Philippe voor veel verantwoordelijk achtte en diep in haar hart het zichzelf kwalijk nam dat ze hem niet een eerlijke kans kon geven!

‘Ik denk dat ik beter naar beneden kan gaan om mijn koffers te halen! Vermoedelijk is tante Agathe thuis. Ik hoor een kinderstem in de hal,’ zei Brianna haastig om van onderwerp te veranderen.

‘Ja! Dat is Olympe. Ze is bijna drie jaar en kan geen moment haar mond dichthouden. Als ze allemaal uit zijn, is het een stuk vrediger in huis. Maar goed! Nu jij hier bent, is het jouw beurt om op de kinderen van Micheline te passen ... zei Philippe!’ was Isabelle’s reactie, die niet helemaal ontbloot was van leedvermaak.

Brianna lachte zuurzoet. Niet omdat ze deze taak niet op zich wilde nemen, maar omdat het al de zoveelste keer was dat Isabelle haar probeerde duidelijk te maken dat Philippes wil hier wet was.

Isabelle was blijkbaar niet van plan van het bed op te staan en terwijl Brianna zich naar de deur begaf, vroeg ze dan ook: ‘Kom je niet mee naar beneden om me aan tante Agathe voor te stellen?’

‘Waarom zou ik? Philippe heeft gezegd dat we je niet als een gast hoeven te behandelen! Je bent alleen mijn zuster, dus je kunt gerust naar beneden gaan en jezelf voorstellen!’ zei Isabelle met een verveelde uitdrukking op haar gezicht.

Bri staarde haar verbijsterd aan.

‘Oh, wel!’ ging Isabelle verder met toch wel iets van spijt in haar stem. ‘Als ik naar beneden ga, moet ik vast weer voor de fles van Jean-Cristian zorgen of een ander vervelend karweitje opknappen!’

‘Ik beloof je dat ik je in dat geval zal helpen - als je me tenminste wijst wat ik moet doen!’ zei Brianna glimlachend.

‘Okay!’ Isabelle hees zich omhoog. ‘Ik moet trouwens toch naar mijn apéritief kijken.’

 

Tante Agathe was een kleine, slanke vrouw. Al verder gevorderd in leeftijd en gekleed in het traditionele zwart, doch uitermate verzorgd qua kapsel en make-up.

Het viel Brianna meteen op dat ze zeker wel wat hulp kon gebruiken bij de verzorging van de kinderen.

Tante Agathe bleek echter ook uitstekend te kunnen organiseren en binnen de kortste keren had ieder zijn taak, zodat zij haar handen vrij had om de warme maaltijd voor het hele gezin te bereiden.

Voordat Brianna met Isabelle en Jean-Cristian naar de keuken vertrokken om zijn fles klaar te maken, vroeg tante haar: ‘Spreek je Frans, Brianna?’

‘Ja, maar niet zo erg goed en ik begrijp het zolang u niet te vlug praat!’ legde ze uit.

‘Mooi! Dan krijgen we in ieder geval geen misverstanden! Het komt me prima uit als je je nu wilt ontfermen over de kleine Jean, dan houd ik mij in die tussentijd met Olympe bezig. Zij is nog enigszins verlegen en als ze mensen voor de eerste keer ziet, dat is voor haar altijd even eng!’ besloot tante het gesprekje.

Brianna had de baby in haar armen genomen terwijl Isabelle de fles klaar maakte. Enkele ogenblikken later kwam Philippe binnen met een mooie, donkerharige vrouw, waarvan ze in eerste instantie vermoedde dat het zijn vriendin was. Tot ze zich plotsklaps realiseerde dat het Marie-Claude moest zijn, het meisje dat haar destijds het leven zo ondraaglijk had gemaakt! Wat had ze haar daarom gehaat!

‘Natuurlijk herinner ik me Marie-Claude!’ antwoordde ze op Philippe’s vraag en glimlachte haar vriendelijk toe.

Marie-Claude lachte terug, doch Brianna kon niet peilen of dit slechts uit beleefdheid was. Weloverwogen begroette ze het d’Hellier meisje in het Frans en was erg in haar sas toen ze ontdekte dat deze haar ogen opensperde van verbazing door het bijna accentloze Frans, waar ze zo lang op geoefend had.

Ze voelde de onderzoekende blik van Philippe op haar rusten.

Wat zou er nu weer verkeerd zijn? vroeg ze zich af, onderweg naar de aangrenzende kamer om Jean te voeden. Toen de kleine echter vol overgave van zijn fles genoot, leek de wereld haar ineens weer vredig en ze ontspande zich.

Dit duurde echter niet lang want bijna direct kwam Philippe de kamer binnen en begon haar met half dichtgeknepen ogen te observeren.

‘Dus je spreekt Frans! Was het je bedoeling om dat voor mij te verbergen?’ begon hij het verhoor.

Brianna trok haar wenkbrauwen op en sprak: ‘Doe niet zo verbolgen! Je hebt gewoon aangenomen dat ik geen Frans sprak... net zo goed als je er vanuit bent gegaan dat ik nog dezelfde was als vroeger!’

‘Helemaal niet!’ corrigeerde hij haar. ‘Ik ben niet stekeblind en het is mij wel degelijk opgevallen dat je in een aantal opzichten veranderd bent. Je puberteitsvet is verdwenen en je bent nu een knappe vrouw die weet hoe ze zich moet kleden! Je hebt ook geleerd om je gracieus te bewegen en daarom is het erg jammer dat, ondanks je kennis van het Frans, je nog niet geleerd hebt je gepast uit te drukken.’

‘Je schijnt er schik in te hebben mij voortdurend beledigingen naar het hoofd te slingeren, is het niet? De bedoeling zal wel zijn om me het gevoel te geven dat ik steeds tot het vijandelijke kamp behoor!’ antwoordde ze vinnig.

‘Wel, wel! Je weet je bijzonder goed uit te drukken!’ sneerde hij.

‘Voor een Engelse, bedoel je?’ merkte ze schamper op.

‘Het was niet de bedoeling dit te zeggen, maar als je het zo hebben wilt? In ieder geval schijnt wat ik zeg weinig indruk op je te maken!’ grinnikte hij.

‘Daar zou je wel eens gelijk in kunnen hebben!’ zei ze, hem recht in de ogen kijkend.

Hij begon te schateren. ‘Oh, oh! Als je me zo aankijkt, krijg ik het gevoel dat je me haat, maar sinds lang weet ik dat als vrouwen zo kijken precies het tegenovergestelde waar is. Bewaar die blikken maar voor je Engelse verloofde, want ik ben niet in het minst geïnteresseerd! Bovendien ken ik vrouwen genoeg die me naar waarde weten te schatten!’

 

Brianna was woest en de conversatie aan tafel maakte het er niet beter op. Zonder haar mening over wat dan ook te vragen, werd beslist over haar tijdpassering voor de komende dagen. Isabelle voerde hierbij het hoogste woord en Philippe speelde de grote triomfator. Als Brianna iets wilde inbrengen, kreeg ze daar nauwelijks de gelegenheid toe en dat stoorde haar temeer omdat ze toch al zoveel inspanning nodig had om het gesprek te volgen. Na afloop was ze dan ook bekaf en uiterst teleurgesteld.

Eindelijk kon ze naar haar kamer om wat te rusten. Dat hier niet veel van terecht kwam, zal wel duidelijk zijn!

De gebeurtenissen van de dag bleven in haar gedachten rondspoken en het gesprek aan tafel had zeker geen kroon op de dag gezet. Oh, wat haatte ze die man!

Hij deed geen enkele moeite haar het verleden te helpen vergeten! Juist het tegendeel kon gezegd worden.

Uitgeput begaf ze zich naar bed en probeerde in slaap te komen, wat haar niet gemakkelijk viel...