Lizzies avontuurtje

Lizzie staarde Oscar boos aan. Hij keek schaapachtig terug, met donkere spaniëlogen die hun best deden om er lief en gevoelig uit te zien in de hoop dat ze hem zou vergeven. Hij was pas zes maanden, maar slim genoeg om te begrijpen dat hij in moeilijkheden zat.

‘Stoute hond, Oscar,’ snauwde ze, voordat ze terug slofte naar de keuken om een paar oude handdoeken, de tapijtreiniger en een emmer water te halen. Toen ze terugkwam, had Oscar inmiddels de benen genomen. Maar het hoopje hondenpoep lag nog steeds op het nieuwe karamelkleurige haardkleedje en hoeveel luchtverfrisser ze ook rond zou spuiten, die lucht kreeg ze daarmee nooit weg.

‘Jason, Naomi, ik had toch tegen jullie gezegd dat jullie Oscar meteen naar buiten moesten laten!’ riep Lizzie. Ze trok haar neus op en begon de troep op te ruimen.

Haar kroost hield zich stil. Nou ja, stil… Vanuit Naomi’s slaapkamer denderde de muziek van Justin Bieber, maar de vraag wie-zou-ook-al-weer-Oscar-naar-buiten-laten riep een groot stilzwijgen op.

Lizzie boende woedend verder. Wat een manier om aan de maandag te beginnen. Ze had wel geweten wie voor die verrekte hond op zou moeten draaien toen haar man Scott de afgelopen kerst ineens thuiskwam met dat zwarte pluizenbolletje.

‘Ik heb geen tijd om voor een hond te zorgen!’ had ze tegen hem gezegd.

‘Wij zorgen wel voor Oscar,’ had Naomi trots en verontwaar digd geroepen.

‘Nou vooruit, dan zal ik je maar geloven,’ had Lizzie glimlachend gezegd terwijl ze door het donkere haar van haar achtjarige dochter woelde.

‘Ze wilden al zo lang een hond,’ zei Scott, dolblij met de uitwer king van zijn kerstcadeautje.

Naomi’s ogen straalden van blijdschap en Jason, een rustig brildragend jongetje van twaalf dat normaal gesproken niet weg te slaan was van zijn PlayStation, rolde over de grond met de pup en wilde weten wanneer ze met hem mochten gaan wandelen.

‘Dat had je eerst wel eens met me mogen overleggen,’ siste Lizzie met gedempte stem.

‘Ik dacht dat je van honden hield,’ protesteerde Scott die zijn uiterste best deed om eruit te zien als de vermoorde onschuld.

‘Dat is ook zo en daarom heb ik medelijden met een hond die de hele dag alleen moet blijven en die nooit uitgelaten zal worden als het regent of als het koud is. Ik werk tot vier uur, jij werkt tot god mag weten hoe laat en de kinderen zitten de hele dag op school. Wie gaat er dan voor hem zorgen en wie ruimt de rotzooi op?’

‘Doe niet zo negatief,’ had Scott geërgerd gezegd. ‘We steken allemaal de handen uit de mouwen.’

‘Ja, ja. We steken allemaal de handen uit de mouwen,’ mopperde Lizzie nadat ze Oscars presentje had opgeruimd. Meestal deed hij braaf zijn behoefte in de tuin, maar dan moest wel iemand hem naar buiten laten.

‘Kinderen! Beneden komen en ontbijten!’ riep ze. ‘Anders komen jullie te laat op school.’ Het was al kwart voor acht en om tien over moesten ze de deur uit zijn. Ze vloog de keuken rond met het gemak van iemand die eraan gewend is om vier dingen tegelijk te doen en maakte toast, koffie, boterhammen die de kinderen voor tussen de middag mee konden nemen en warme melk voor de cornflakes van Naomi. Warme melk met cornflakes was de laatste bevlieging. Volgende week zou het vast yoghurt worden.

Naomi, die er snoezig uitzag met haar blauwe schooluniform en haar lange haar dat door een meisjesachtige haarband met kleine bloemetjes uit haar gezicht werd gehouden, at haar ontbijt met keurige kleine hapjes terwijl ze ondertussen over Oscars zachte kop aaide. Jason kwam pas vijf minuten voordat ze weg moesten de keuken in en schrokte zijn cornflakes en een geroosterde boterham zonder te kijken naar binnen, volledig verdiept in een of ander computerblad.

Lizzie liet hen aan hun lot over en liep naar de slaapkamer van Scott en van haar om haar spulletjes te pakken. Ze wierp alleen in het voorbijlopen een korte blik op de spiegel. Ze vond het deprimerend om uitgebreid in de spiegel te gaan kijken als je die ochtend geen tijd meer had gehad om je haar te wassen. Als het pas gewassen en geföhnd was, zwierde haar schouderlange kastanjebruine haar glanzend om haar hoofd. Ze was vanmorgen te moe geweest om het te föhnen en dus zou het de hele dag slap en afschuwelijk zitten. Lizzie wilde de schuld van hoe ze zich voelde op haar haar schuiven. Ze durfde er niet aan te denken dat de twee pond die ze dat weekend weer was aangekomen (plus de acht kilo die ze al te veel woog) de reden vormde dat ze zich ongeveer even aantrekkelijk voelde als een sumoworstelaar. Het lag gewoon aan dat haar. Ze rolde het in een knotje en prentte zichzelf in dat ze in de auto maar een beetje make-up op moest doen. Terwijl ze haar jas pakte voor het geval april deed wat hij wilde en haar grote uitpuilende schoudertas mee griste, riep ze tegen de kinderen: ‘Kom op, we gaan.’

Ze hield de deur open toen ze het briefje zag dat Scott haastig had gekrabbeld voordat hij die ochtend om zes uur de deur uit was gegaan: ‘Ben pas laat terug, blijf maar niet op.’

Lizzie maakte er een prop van. Heerlijk. Dat zou de zesde keer in twee weken zijn dat Scott pas na elf uur weer thuis was. Als je met een loodgieter getrouwd was, kreeg je je man vrijwel nooit te zien. Misschien moest ze maar eens een brief vol advies sturen naar de ‘Lieve Lita’-rubriek van haar vrouwentijdschrift: Hoe je moet vermijden dat je die lieve echtgenoot van je te vaak onder ogen krijgt: trouw met een loodgieter. Die zal de hele dag met zijn knappe gezicht lopen te flirten met andere vrouwen en hen helemaal ondersteboven krijgen door de vakkundige manier waarop hij met een moersleutel kan omgaan, zodat hij voor jou geen minuut tijd meer overhoudt. Ideaal voor vrouwen die geen behoefte hebben aan genegenheid.

‘Vooruit, kinderen!’ schreeuwde Lizzie nog luider. ‘Schiet eens op.’

Het verkeer zat tegen, maar niet voldoende om Lizzie de kans te geven een beetje oogschaduw of lipstick aan te brengen terwijl ze in de file stond. Dus toen ze van het parkeerterrein naar het indrukwekkende kantoorpand holde waarin Oak Leaf Life Assurance Inc. was ondergebracht, kwam ze hijgend, met een bloot gezicht en nog net op tijd binnen, waardoor ze ook geen kans meer kreeg om even snel bij de kantine langs te gaan om een kop koffie te scoren.

Buiten was ze nog bijna gestruikeld over een stapel planken van het bouwterrein naast het kantoorpand. De bouwvakkers die net bezig waren met hun eerste pauze van de dag keken haar onbewogen na. Er was er niet één bij die floot of haar iets nariep.

Niemand fluit naar een slonzig mens van over de veertig, dacht ze treurig terwijl ze het bordes op liep en voor het gemak maar vergat dat ze het vroeger, toen ze jonger en slanker en zelfverzekerder was, altijd vreselijk had gevonden als bouwvakkers haar nariepen of -floten. Met haar strakke kleren waarin haar welvingen goed uitkwamen en genoeg mascara om de nadruk te leggen op haar glanzende blauwe ogen had Lizzie bouwvakkers vaak genoeg zover gekregen dat ze fouten maakten bij het mengen van zand en cement.

‘Fijn weekend gehad?’ vroeg haar vriendin Margaret, toen Lizzie op de vierde verdieping op haar stoel neerviel en haar computer aanzette.

‘Dat wil je niet weten. Scott was vrijwel continu weg. Aan het werk, volgens hem. Ik weet het niet. Als hij niet aan het voetballen is, dan zit hij bij zijn vriend thuis naar Sky Sports te kijken. Ik bedoel maar, ik zie hem tegenwoordig vrijwel nooit meer.’

‘O,’ zei Margaret. ‘Ik begrijp het. Hoor eens, ik ben hier al sinds halfacht en ik heb massa’s werk verzet, dus ik ga nu even koffie halen. Moet ik ook een kopje voor jou meebrengen?’

Lizzie lachte, voor haar gevoel voor het eerst die dag. ‘Je bent echt een engel, Mags. Wat zou ik zonder jou moeten beginnen?’

‘Sterven wegens gebrek aan cafeïne,’ zei Margaret voor de grap.

Terwijl Margaret naar de lift liep, tikte Lizzie zichzelf op de vingers omdat ze zo ontevreden was. Per slot van rekening had zij nog steeds een man en kinderen. Die arme Margaret had kind noch kraai. Ze was pas gescheiden en kon niet wachten om na een eenzaam weekend het huis uit te komen; vandaar dat ze op maandagochtend altijd uren te vroeg op kantoor zat. Zij zou het heerlijk vinden om omringd te zijn door een stel kinderen en honden, zelfs honden die gloednieuwe wollen haardkleedjes onder poepten. Met een schuldig gevoel stortte Lizzie zich op de stapel werk die vandaag af moest.

Haar e-mails waren de gebruikelijke litanie van problemen: een vrouw in het kantoor in Donegal ergerde zich omdat een van haar polishouders al een jaar lang te veel moest betalen en nog steeds geen verontschuldiging had gehad, laat staan een restitutie. Een of andere vent die in het kantoor in Galway werkte, had een e-mail gestuurd om zich voor te stellen. Het was een lollig berichtje, veel gezelliger dan de meeste die ze ontving.

Nick, zo heette die nieuwe vent, klonk amusant op een aandoenlijk jongensachtige manier. Hij sloot zijn e-mail af met de opmerking: ‘Komt het personeel van Oak Leaf wel eens bij elkaar voor een feestje? Het zou leuk zijn om een paar van mijn collega’s te ontmoeten. Ik heb het gevoel dat ik hier op kantoor de jongste ben. Voor de rest zit hier een stel honderdjarigen!’

Lachend, omdat ze alle mensen uit Galway had ontmoet en dat waren allesbehalve stijve harken, drukte Lizzie op BEANTWOORDEN, maar ze aarzelde voordat ze begon te tikken. Ze dacht aan het soort e-mails dat zij geschreven zou hebben toen ze midden twintig was, ongeveer dezelfde leeftijd als Nick nu. Ach, waarom ook niet, dacht ze…

Ja, hoor. Jij bent kennelijk degene die altijd leven in de brouwerij brengt, Nick, net als ik. Tja, voor ons jonkies is het bij Oak Leaf niet altijd dolle pret. Ik bedoel maar, er wordt altijd gezeurd als ik op maandag wat later ben, omdat ik het hele weekend ben wezen stappen. Wat moet je anders? Een meisje moet toch op de een of andere manier haar brood verdienen. Als jij de opvolger van Elaine bent, kunnen we het beter over het werk hebben, anders worden we allebei nog ontslagen.

Lizzie

Scott kwam die avond pas om halfeen thuis. Lizzie werd wakker toen Oscar fanatiek begon te blaffen, maar ze was te slaperig om een gesprek te beginnen toen Scott naast haar in bed glipte.

‘Hallo,’ mompelde ze en ze kroop nog dieper weg onder het dekbed. Binnen een paar minuten lag Scott al te snurken. En uiteraard was Lizzie toen ineens klaarwakker. Ze bleef tanden knarsend wakker liggen en zag nog net op de wekker dat het twee uur was voordat ze in een onrustige slaap viel. Toen ze de volgende ochtend om zeven uur met moeite opstond, was Scott alweer weg en voelde zij zich een zombie. Zo zag ze er ook uit en ze zou nog een dagje langer met ongewassen haar moeten rondlopen.

Nick in Galway was die ochtend heel wat kwieker.

Leuk om iemand van mijn leeftijd te ontmoeten. Je klinkt echt als een lekker ding, Lizzie. Zou je niet een keer voor het werk naar Galway kunnen komen? Ik wed dat ik helemaal je type ben: negenentwintig, sportief en ongetrouwd.

Lizzie bloosde toen ze zijn e-mail las. Het was niet haar bedoeling geweest om zo flirterig over te komen, maar ze begreep nu dat dat wel het geval was geweest. Nick dacht dat ze even oud was als hij, een jonge meid die van uitgaan hield in plaats van een vrouw die tegenwoordig geen bikini-onderbroekjes meer kocht, omdat die grotere heupslips haar achterste beter bedekten.

Ze wilde hem net een e-mail terugsturen, waarin ze hem vertelde dat hij zich vergiste, maar ineens veranderde ze van gedachten. Ach verrek, dacht ze zonder zich in te houden. Het was toch alleen maar een onschuldig lolletje. Ze tikte:

Wel riskant om me zomaar een lekker ding te noemen, hè? Je weet nooit wat voor vlees je in de kuip hebt, voordat je iemand ontmoet. Voor zover jij weet kan ik net zo goed een saaie, getrouwde ouwe tut zijn, die zweert bij thermisch ondergoed en wollen maillots.

Nick antwoordde meteen. Ja, maar ik snapte meteen dat jij dat niet bent.

Hou je gedeisd, Tijger, antwoordde Lizzie. Haar ogen sprankelden. Ze voelde een schuldige rilling over haar rug lopen: ze hoorde dit helemaal niet te doen, maar het was zo leuk. Nick viel op haar. Het was een leuk idee dat er nog íémand was die haar helemaal zag zitten. En trouwens, niemand hoefde dit ooit te weten. Per slot van rekening was het allemaal heel onschuldig.

‘Ik ga lijnen, Mags,’ verkondigde Lizzie. ‘Ik moet afvallen, anders pas ik niet meer in mijn zomerkleren.’

‘Dat hebben we allebei vorige maand ook al gezegd,’ zei Mags somber. Ze was halverwege een stukje appeltaart.

‘Maar nu meen ik het echt,’ zei Lizzie vastberaden. Ze kon toch niet net doen alsof ze een lekker jong ding was, als ze niet een beetje haar best deed.

Scott moest ook in april heel vaak overwerken, maar Lizzie zeurde daar niet over. In plaats daarvan maakte ze iedere avond een stevige wandeling, waarbij ze in een flink tempo vierenhalve kilometer aflegde, tot grote vreugde van Oscar. Na die inspanning kroop ze in bed en was al voor halfelf onder zeil, meestal een uur voordat Scott thuiskwam. Ze liet haar haar ook knippen, een kortere, fellere coupe tot net onder haar kaak, die ’s ochtends gemakkelijker in model te brengen was en haar op de een of andere manier jonger deed lijken. Op een zaterdagochtend verfde ze thuis haar wimpers en Margaret merkte op dat ze ervan stond te kijken hoeveel verschil dat maakte voor Lizzies prachtige ogen.

‘Dan hoef je niet per se mascara op te doen,’ legde Lizzie uit, hoewel ze dat tegenwoordig wel deed.

Begin mei was ze zeven pond afgevallen. Ze had haar veerkracht terug en voelde zich een stuk vrolijker.

‘Het ligt niet alleen aan dat afvallen,’ zei ze tegen Margaret. ‘Ik voel me een stuk beter, opgewekter, alsof ik mijn leven weer helemaal in de hand heb.’ Ze begon niet over het gevoel dat haar bewonderaar op afstand er ook iets mee te maken had. Want eigenlijk had Nick er helemaal niets mee te maken.

Op een ochtend schreef hij dat hij twee weken lang met een stel vrienden naar Marokko zou gaan. Lizzie antwoordde opgewekt dat zij en de andere meiden erover dachten om in juni twee weken een appartement op Ibiza te huren.

Ik weet niet of de plaatselijke jongelui het wel aan zullen kunnen. Stel je voor, die krijgen ineens te maken met vijf mooie Ierse meiden die van wanten weten!

Nicks antwoord klonk een beetje weemoedig.Klinkt geweldig. Kunnen jullie bij dat reisje ook nog een vent gebruiken?

In haar lunchpauze ging Lizzie op een holletje naar het centrum om te winkelen. Naomi was de week erna jarig en ze had gezegd dat ze het allerliefst een cadeaubon wilde hebben voor Planet TweenGirl, een nieuwe, trendy winkel vol snoezige T-shirt jes en katoenen jurkjes met opgeborduurde bloemetjes. Toen Lizzie zich met de cadeaubon terug naar kantoor repte, met wapperende haren en haar dunne roze linnen rok die door het hardlopen omhoog schoof over haar stevige dijen, brak voor de bouwvakkers ernaast alarmfase één aan.

‘Kom maar hier, schat!’ schreeuwde een van hen. ‘Jij zou deze ouwe kerel maar wat gelukkig maken!’

‘Laat hem maar kletsen!’ riep een ander. ‘Ik ben de ware jakob.’

Lizzie lachte en wierp hun een kushandje toe. Mannen, pfft.

In juni vertelde Nick haar somber dat hij een andere baan had gevonden.

Nu zullen we elkaar vast nooit ontmoeten, schattebout. Jammer, we hadden samen echt pret kunnen maken.

Lizzie vond het echt jammer dat hij wegging. Hij had veel voor haar betekend, meer dan hij ooit zou weten. Ze antwoordde meteen.

Het was hartstikke leuk, maar het leven gaat gewoon door, Nick. Als we elkaar ontmoet hadden, zou alles verpest zijn. Pas goed op jezelf.

Met een licht gevoel van spijt, maar niet meer dan dat, drukte ze op VERZENDEN. Nick was leuk geweest, een stuk beter dan Prozac, dat stond vast. Zijn bewondering op afstand had haar weer levenslust gegeven. Ze wist dat het raar was, maar iemand die op die manier in cyberspace met haar flirtte, was precies geweest wat ze nodig had gehad. Een opkikkertje. Iets wat haar eraan herinnerde dat ze meer was dan een moeder en een echtgenote. Ze was een persoon, misschien zelfs wel een lekker ding. Ze had een man van wie ze hield en kinderen die ze aanbad, maar ze was nog steeds een persoon op wie iemand verliefd kon worden.

Het weekend erna kwam Scotts moeder oppassen terwijl hij met haar uit eten ging. Hij had haar iets bijzonders te vertellen, zei hij.

Lizzie, die er gezond en betoverend uitzag in een nauwsluitend grijs jurkje dat ze in geen jaren had gedragen, vond dat de arme jongen er doodmoe uitzag. Zijn knappe gezicht was bleek, omdat hij geen moment de tijd had gehad om van de zon te genieten en hij leek ouder dan zijn tweeënveertig jaar. Arme schat, dacht ze, terwijl ze zijn hand streelde. Hij was echt aan vakantie toe.

‘Ik weet dat ik ontzettend hard heb gewerkt en dat dat voor ons allemaal niet gemakkelijk was, en zeker niet voor jou, liefste.’ Hij keek Lizzie onderzoekend aan. ‘Ik wilde je er pas mee verrassen als ik zeker wist dat ik het me kon veroorloven, maar ik heb geprobeerd om wat extra geld te verdienen omdat een paar jongens op ons werk een vakantiehuisje in Frankrijk willen kopen en ik moest mijn aandeel eerst bij elkaar zien te krijgen. Maar,’ hij aarzelde even, ‘we doen het alleen als jij het ook een goed idee vindt, Lizzie. Het spijt me dat ik het geheim heb gehouden, maar ik wilde je geen luchtkastelen beloven tot ik zeker wist dat ik het zou redden…’ Zijn stem klonk onzeker en hij maakte zijn zin niet af.

Lizzie nam zijn beide handen in de hare en schonk hem een glimlach die recht uit haar hart kwam. ‘Ik hou van je,’ zei ze. ‘En ik vind het een geweldig idee.’

Margaret had een exemplaar van de nieuwsbrief van het bedrijf en ze zat de roddelrubriek op de achterpagina te bekijken, waar meestal foto’s op stonden van bedrijfsfeestjes. ‘Hier staat een foto van die aardige vent met wie jij contact had in Galway,’ zei ze tegen Lizzie. ‘Het was zijn afscheidsfeestje. Ze schijnen hem een gelukstelegram te hebben gestuurd dat afgeleverd werd met een kus.’

Lizzie bekeek de foto over Margarets schouder. Het personeel van het kantoor in Galway zag er behoorlijk aangeschoten en heel vrolijk uit, zoals ze daar op een hoopje bij de tapkast stonden te zwaaien met bierglazen en ballonnen. Lizzie speurde de foto af naar Nick. Ze herkende iedereen, met uitzondering van één persoon: een gezette vent van achter in de dertig met een glimmend gezicht, die alle pogingen om zijn haar te behouden kennelijk had opgegeven en ook de strijd tegen een uitdijende taille had verloren. Hij keek stralend in de lens met een vol glas Guinness in zijn ene hand. Zijn andere arm was om een meisje geslagen dat een politie-uniform droeg, in combinatie met voor de politie bijzonder ongebruikelijke netkousen.

Lizzie las snel het onderschrift. Daar stond het zwart op wit: de knappe, jonge, levenslustige Nick was in werkelijkheid een vent van dik in de dertig met een lief gezicht.

‘Wat grappig,’ zei ze glimlachend. ‘Hij is precies zoals ik me hem had voorgesteld.’