Dat je binnenkort maar iets interessants mag beleven
Op de avond van de dag waarop de Ryans twintig jaar getrouwd waren, voelde Ruby Anderson zich voor het eerst echt oud. Dat gevoel kwam bij haar op toen ze tot de ontdekking kwam dat zelfs haar grootste zwarte broek niet meer paste en die kon ze juist in noodgevallen altijd nog aan omdat de taille zo meerekte dat die zelfs makkelijk om een buikje kon dat rond was van alle chocola die ze bij wijze van troost naar binnen had gewerkt.
‘Nu is het officieel: ik ben negenendertigendriekwart jaar oud en een slons,’ zei ze somber tegen haar spiegelbeeld, waarbij ze de vreugdekreten van beneden negeerde die opklonken toen de oppas met de dubbele omkoopsom van een pizza en de dvd van Shrek 2 op de proppen kwam. Shrek was voor Ellie van negen en Lewis van zeven het summum van cultuur. Ruby wist dat ze dat zelf in de hand had gewerkt door ze niet eindeloos Mozart voor te schotelen toen ze nog in de baarmoe der zaten.
‘Wazzeijeda?’ brulde Tim vanuit de badkamer, waar hij duidelijk in de weer was met dat walgelijke epileerapparaat voor neusharen, een verjaardagscadeautje van zijn moeder. Zelfs de herrie die het maakte, was nasaal.
‘Ik pas niet meer in mijn kleren,’ brulde Ruby terug. Ze rommelde snel door de garderobekast, want ze waren toch al laat. ‘Mijn zwarte broek zit te strak.’
Dat ze dat hardop moest toegeven was al een nederlaag op zich. Het begon er echt op te lijken dat ze binnenkort geen taille meer zou hebben. En zij had geen geweldige benen om op terug te vallen, zoals haar moeder die zulke mooie kuiten had.
‘Trek dan een spijkerbroek aan,’ zei Tim door de herrie van het neusapparaat heen. ‘Het is een barbecue. Dan kun je toch gewoon vrijetijdskleren aan?’
Heel even laaide de woede op in Ruby’s ogen. Als ze haar normale kleren niet meer aan kon, dan zou ze in haar spijkerbroek toch ook niet op stel en sprong in een supermodel veranderen?
De bruine jersey tuniek die tot op de heupen viel en de bijpassende broek met elastiek in de taille – die ze in paniek had aangeschaft toen Lewis drie maanden was en ze nog steeds hoogzwanger leek – waren afgezien van sweatshirts de enige fatsoenlijke kleren die nog over haar heupen pasten. Het was een seksloos pak, moest Ruby zelf treurig toegeven. Ze leek gewoon op een stuk donkere chocola: massief en absoluut met een bittere nasmaak.
De tweede schok van de avond werd veroorzaakt door de Ryans zelf toen alle toespraakjes achter de rug waren. Ze hadden wijn en voedsel voorgeschoteld gekregen (heerlijke Chinese schotels van een prima cateringbedrijf, een hele vooruitgang vergeleken met het normale eten bij barbecues in hun straat), er was een jazzband en als klap op de vuurpijl echte kelners met een ogenschijnlijk onuitputtelijke voorraad drank. En net toen iedereen dacht dat het niet mooier kon worden, kwamen Deirdre en Lorcan Ryan met hun nieuws op de proppen.
‘We gaan naar Australië emigreren,’ zei Lorcan met een stralend gezicht. Deirdre stond zo breed te grijnzen dat je haar vullingen kon zien. ‘Het huis is verkocht en we vertrekken volgende maand. Naar Melbourne.’
Na het afgelopen kwartier vol zalvende uitspraken in de trant van bedankt dat jullie allemaal zijn gekomen en we willen ook graag onze familie bedanken, had Ruby het gevoel dat Lorcan een grapje probeerde te maken.
‘Australië? Deirdre en Lorcan?’
‘Laat ze maar lekker begaan,’ zei Tim naast haar. Hij had ruimschoots gebruikgemaakt van de diensten van de kelners en hij zag de hele wereld door een roze bril. Het feit dat de Ryans maar vier huizen bij hem en Ruby vandaan woonden, maakte alles nog fijner. Ze konden naar huis lopen wanneer ze wilden, zonder dat hij moeite zou hoeven te doen om een taxi te vinden. Het leven was mooi.
‘Maar ik had nooit gedacht…’ stamelde Ruby. De Ryans wa ren echt de laatste mensen van wie je zou verwachten dat ze zoiets opwindends deden.
Deirdre Ryan kon er een maand over lopen te piekeren of ze haar haar nu wel of niet in laagjes zou laten knippen. Waar kwam die wilde opwelling vandaan die haar en haar man ertoe had gebracht om halsoverkop te gaan emigreren?
‘Het is zo’n grote stap,’ vervolgde Ruby, terwijl ze jaloers dacht aan alles wat ze had gelezen over schitterende Australische huizen met dagelijks zonneschijn en een zwembad in de achtertuin.
‘Wacht maar tot ik jullie foto’s laat zien van het huis in Melbourne,’ zei Lorcan Ryan trots tegen iedereen over het heerlijke nieuwe leven dat hun te wachten stond. Hij babbelde geanimeerd over een tuin van tweeduizend vierkante meter, een veranda rondom, een eersteklas openbare golfbaan verderop aan de weg en de fantastische school waar de kinderen naartoe zouden gaan.
‘Sasha was aanvankelijk niet echt overtuigd, want ze is bijna zeventien en dan is het wat moeilijker om afscheid te nemen van al je vrienden, maar toen we haar vertelden hoe haar leven daarginds eruit zou zien wilde ze net zo graag als de rest van ons.’
Lorcan zag er ook anders uit, dacht Ruby verbaasd, alsof het nieuws een inwendig vuurtje bij hem had doen oplaaien. Hij en Deirdre deden iets met hun leven, ze maakten geen pas op de plaats. Zoals zij en Tim, besefte Ruby treurig, die ineens besefte dat al hun jeugdige verwachtingen langzaam wegebden. Het was dat tweede idee dat Ruby de nekslag bezorgde. Misschien moest ze morgen toch maar beginnen aan een dieet dat alle andere diëten overbodig maakte.
Ze stond net te aarzelen tussen de aardbeienschuimtaart en de citroenkwarktaart toen Hannah ineens opdook, een vrouw die acht huizen verderop woonde en een dochter had die bij Ellie in de klas zat.
Hannah was meestal zo’n moeder die op een regenachtige dag in een oude spijkerbroek en een T-shirt kwam opdraven om de kinderen op te halen. Vandaag zag ze er waanzinnig betoverend uit in een knalroze chiffon kaftan en een crèmekleurige linnen broek waar zij zelf, dat wist Ruby zeker, nog niet met één been in paste.
Hannah had een man bij zich die ze vrolijk aan haar voorstelde.
‘Hoi, Ruby, wat leuk dat je er ook bent. Dit is mijn vriendje, Simon.’
Aangezien Hannah al een echtgenoot had die Davey heette, waardoor het in theorie onmogelijk was om ook nog een vriendje te hebben, was Ruby even sprakeloos. ‘O… eh…’ was het enige wat ze uit kon brengen. Hannah en Davey wa ren kennelijk uit elkaar, maar dat had niemand haar verteld. Moest ze nu zeggen dat ze dat zo erg vond of moest ze het maar gewoon vergeten en net doen alsof ze het hartstikke leuk vond om die nieuwe vent te ontmoeten?
‘Hoi, hoe gaat het ermee?’ zei Simon opgewekt en hij stak zijn hand uit. Hij zag er veel beter uit dan Davey, dacht Ruby. Davey was stil en stevig gebouwd. Deze vent droeg een overhemd zonder das en van die leren bandjes om zijn hals alsof hij een popster was. In het borstzakje van zijn overhemd zat een RayBan. Hij was cool, of hoe die hippe jongelui dat tegenwoordig ook noemden.
‘Aangenaam kennis te maken,’ mompelde Ruby.
‘Wat een leuk feestje, hè?’ kwebbelde Hannah vrolijk. ‘Het eten is echt zalig en vind je het ook niet geweldig dat ze naar Australië gaan? Je kunt maar beter van het leven profiteren zolang het nog kan, hè?’
‘Eh… ja,’ zei Ruby.
Hannah zou wel denken dat Ruby heel kil was als ze niet over Davey begon en medeleven toonde omdat het huwelijk op de klippen was gelopen. Eigenlijk had Hannah daar iets over moeten zeggen toen ze hem voorstelde: ‘Dit is Simon, Davey en ik zijn nu uit elkaar. Het was vreselijk, maar ik ben er weer overheen en, joepie, nu heb ik een nieuwe vent!’
Ruby voelde zich geroepen om op de Juiste Manier te reageren.
‘Wat jammer van jou en Davey,’ fluisterde ze, zodat Simon het niet zou horen.
‘O, maar we zijn niet uit elkaar,’ zei Hannah luidkeels. ‘Simon is alleen maar voor de lol.’
‘Zo meteen hoort hij je nog!’ Ruby werd vuurrood van schaamte.
‘Hij hoort nooit iets, tenzij het over seks gaat, hè, lieverd?’
Ze sloeg een arm om Simons middel en hij glimlachte vaag.
‘We kunnen er maar beter vandoor gaan,’ voegde Hannah eraan toe. ‘We moeten nog ergens anders heen en we hebben nog van alles te doen.’ Ze gaf Ruby een knipoogje.
Ruby nam de schuimtaart én de citroenkwark om van de schrik te bekomen. Waar ging het naartoe met de wereld? Was zij de enige die bij haar verstand was?
‘Heb je dat vriendje van Hannah gezien?’ vroeg Brenda, een andere buurvrouw. Het feestje liep op z’n eind en de kelners deelden thee, koffie en gelukskoekjes uit.
‘God ja,’ zei Ruby, die niet kon wachten om er met iemand over te praten. ‘Ze stelde hem aan me voor en ik wist eigenlijk niet wat ik moest zeggen.’
‘Hij is echt een ongelooflijk stuk,’ zei Brenda, alsof dat alles verklaarde. ‘Ze stelt hem echt aan iederéén voor! Nou ja, dat zou jij toch ook doen?’ Brenda was elegant en net in de vijftig. Ze had twee volwassen kinderen en net een scheiding achter de rug.
Maar Davey dan? ‘Hoezo?’ vroeg Brenda schouderophalend. ‘Als Hannah behoefte heeft aan een beetje hartstocht, wie zijn wij dan om haar dat te ontzeggen? Daarom is het ook misgegaan tussen mij en Ronnie, zie je. We hebben het als twee bekrompen mensen jaren volgehouden om braaf getrouwd te blijven, want zo hoorde dat. Als ik een relatie was begonnen, dan was het misschien tot me doorgedrongen wat ik miste en dan had ik ermee kunnen kappen toen ik nog jong was, in plaats van bij Ronnie te blijven tot het voor ons allebei te laat was.’
Ruby was eraan gewend dat Brenda nergens doekjes om wond, maar dit ging toch wel heel ver.
‘Een gelukskoekje, mevrouw?’ vroeg een kelner, die hun gesprek onderbrak.
‘Dank je wel.’ Ruby pakte er een en trok het afwezig open.
‘De morgenstond heeft goud in de mond,’ las Brenda hardop voor. ‘Help me eraan herinneren dat ik een staatslot koop. Wat staat er op de jouwe?’
Ruby vouwde het papiertje open. ‘Dat je binnenkort maar iets interessants mag beleven. Alsof dat erin zit,’ mopperde Ruby. ‘Mijn leven is totaal niet interessant.’ Vergeleken bij dat van al die anderen, tenminste. Ze was een echte saaie piet en nog conservatief op de koop toe als ze zo geschokt reageerde op het feit dat Hannah een relatie had, terwijl zelfs Brenda, die minstens vijftien jaar ouder was dan Ruby, vond dat getrouwde vrouwen best een minnaar mochten hebben.
‘Ik vind dat geen gelukswens,’ zei Brenda nadenkend. ‘Wat mij betreft, heeft het zelfs meer weg van een vloek. Ik sta ervan te kijken dat ze dat in een gelukskoekje stoppen.’
Ruby stopte het briefje in haar handtas. Hoe kon het nou een vloek zijn om iets interessants te beleven? Een saai en vervelend bestaan, dat was pas een vloek.
Die avond lag Ruby in bed na te denken over alles wat er was gebeurd. Toen zij en Tim net getrouwd waren, hadden ze zoveel dromen gehad, zoveel hoop. Ze zouden de hele wereld veranderen, heel anders worden dan hun ouders, nooit een juskom ko pen en nooit tegen hun kinderen zeggen dat die moderne muziek zulke afschuwelijke teksten had en dat er geen melodie in zat. Nu las ze alles over de dromen en de hoop die andere mensen koesterden in Hello! en liet haar eigen leven voorbij sloffen terwijl haar buren allerlei interessante dingen deden. Zoals emigreren naar adembenemende landen of een hartstochtelijke relatie onderhouden met andere mannen dan hun eigen man. En ze pasten gewoon in hun kleren zonder de knoop van hun broek open te laten staan. Er was niemand die zat te wachten op een wilde stoeipartij met haar en zij zou zelf ook geen moment aan zoiets gedacht hebben, ook al leek het erop dat zij hier in de buurt de enige was. Het merendeel van haar kleren paste haar niet meer en ze kon zich ineens precies voorstellen hoe ze er over tien jaar uit zou zien. Als ze in de spiegel keek, stond daar een vrouw in praktische, saaie kleren, en dan vroeg ze zich af waar dat slanke meisje van vroeger was gebleven.
Zelfs de saaiste buren in hun straat hadden een spannender leven dan zij en Tim.
Ruby was parttimetypiste bij een administratiekantoor en het meest opwindende moment van de dag was wanneer ze moest kiezen of ze tijdens de koffiepauze een chocolaatje of een koekje zou nemen. Terwijl de Ryans naar de andere kant van de wereld gingen emigreren.
De flirts met punkmuziek, de tochtjes in een gehavend kampeerbusje om zich een paar dagen in de modder te wentelen bij het Glastonbury festival en haar Pilates-lessen waren allemaal vergeefs geweest: zij en Tim waren precies zo geworden als hun ouders. Ze waren oud. Zíj was oud.
Ruby ging met een ruk rechtop in bed zitten. Het leven ging langs haar heen. Haar gelukskoekje had toch gezegd dat er best iets interessants zou kunnen gebeuren? Misschien moest ze gewoon zelf het eerste duwtje geven.
Naast haar lag Tim tevreden snurkend de wijn van de barbecue weg te slapen.
‘Denk jij dat veel mensen vreemdgaan?’ vroeg Ruby de maandag daarna aan Cat, haar zus die bij de tv werkte en die alles wist. En als ze puur toevallig eens niet het antwoord op een vraag kende, dan had ze wel het mobiele nummer van iemand die het wel wist.
‘Op het werk doet iedereen dat,’ zei Cat achteloos. ‘Lange medialunches met massa’s drank zijn zogenaamd verleden tijd, maar dat is niet zo. Er zijn hier hotels in de buurt waar je kamers per uur kunt huren. De meeste mensen leren hun vriendjes of vriendinnetjes op het werk kennen, zie je. Dat is het nieuwe seksuele jachtterrein.’
Maar dat gold niet voor Carrickmines Secretarial Services, dacht Ruby. Het personeel daar bestond alleen uit vrouwen, dus tenzij ze lesbisch of bi werd, viel dat voor haar als jachtterrein af.
’s Middags bij het hek van de school kwam Hannah pas laat opdagen en rende weer weg zonder zelfs maar hallo tegen Ruby te zeggen.
Ze zag er fantastisch uit, dacht Ruby somber, die zich daardoor in haar roze gestreepte sweatshirt meteen een speklap voelde. Het zou niet moeilijk zijn om een minnaar te vinden als je er zo uitzag. Hoewel Ruby eigenlijk helemaal geen minnaar wilde, zei ze bij zichzelf. Het zou best leuk zijn als iemand eens probeerde om met haar te flirten en te doen alsof hij niet kon wachten om haar mee te slepen naar een hotel voor een portie kamer-per-uur-seks. Ze kon altijd nee zeggen. Maar het zou best fijn zijn als iemand het vroeg. Je zou toch weer veel gelukkiger zijn met je huwelijk als je wist dat er nog iemand was die naar je hunkerde?
‘Volgens mij gaat Hannah Timmons vreemd,’ zei ze die avond tegen Tim terwijl ze de lasagne uit de oven pakte.
‘Echt waar?’ mompelde Tim, die een probleem had met negen horizontaal.
‘Ik weet het zelfs zeker,’ voegde Ruby eraan toe.
‘O ja.’
Ze zette de pastaschaal met een klap op het aanrecht. Tim keek niet eens op van zijn kruiswoordpuzzel.
‘Lorcan en Deirdre gaan binnenkort naar Australië. Zo te horen is het daar gewoon fantastisch. Hoe zou jij het vinden om te emigreren?’ vroeg ze.
‘Wat?’ Tim liet van schrik zijn pen vallen. ‘Net nu mijn club het zo goed doet in de Champions League?’ vroeg hij ontzet.
Ruby leende een paar dieetboeken van haar collega Cilla. Cilla werkte al bijna net zo lang als Ruby voor Carrickmines Secretarial Services en ze had alle mogelijke diëten al een keer geprobeerd: Atkins, South Beach, GI…
Omdat je bij het GI-dieet niet ’s morgens, ’s middags en ’s avonds eieren hoefde te eten koos Ruby daarvoor. Het ging zo gemakkelijk als wat en na een paar weken kon ze weer in haar spijkerbroek gaan zitten zonder het gevoel dat iemand haar taille probeerde in te snoeren.
Doordat ze zes pond was afgevallen voelde Ruby zich een stuk beter. Nog steeds niet jong, maar beter. In ieder geval weer in staat om te flirten. Dat was wat ze wilde. Zoals Hannah hoefde nou ook weer niet, maar ze wilde ook niet onzichtbaar zijn.
Drie weken na het feestje bij de Ryans bracht ze op zaterdagochtend Lewis naar het zwembad en vervolgens Ellie naar balletles. Nu had ze anderhalf uur voor zichzelf en meestal ging ze dan naar de supermarkt om met een boodschappenkarretje door de gangpaden te lopen. Vandaag zou een heel andere vrouw het eten voor het gezin inslaan, een vrouw die zich niets van haar leeftijd aantrok en die uren had zitten experimenteren met haar eyeliner om een lijntje te krijgen dat net als bij Audrey Hepburn aan het eind iets omhoog wipte. Haar donkere haar glansde, er hing een wolk Eternity om haar heen en ze was helemaal klaar voor iets interessants.
De man achter de toonbank bij de delicatessenzaak in Market Street was echt een stuk. Grieks, had ze het idee, met een olijfkleurige huid en lippen die gemaakt waren om te kussen. Vrouwelijke klanten werden altijd op een flirterige manier geholpen.
‘Hoi.’ Ruby leunde tegen de toonbank, draaide een lok haar om haar wijsvinger en deed haar best om er sexy uit te zien.
‘Hallo. Waarmee kan ik u van dienst zijn?’ vroeg Adonis.
‘Nou, ik wou graag zes plakjes parmaham en een stukje brie van ongeveer vier euro.’
‘Geen problemo.’
Hij pakte het stuk brie op en begon er een stukje af te snijden zonder Ruby aan te kijken. Ze probeerde een provocerende houding aan te nemen, door één hand op haar heup te zetten en ervoor te zorgen dat haar met lipgloss behandelde lippen nog steeds vochtig waren. Hij bleef maar naar die brie kijken. Ze begon weer met een lok haar te spelen. Hemeltjelief, zou hij dan nooit opkijken?
Eindelijk overhandigde hij haar het stukje brie. Het was nu of nooit.
‘Hoe gaat het eigenlijk met je?’ Ruby probeerde het met een glinsterende blik en vervolgens wat heftig geknipper met haar wimpers. ‘Ik heb je in geen eeuwen gezien.’ Knipper, knipper.
Adonis hield zijn knappe hoofd schuin en keek haar bezorgd aan.
‘Hebt u iets in uw oog?’ vroeg hij behulpzaam. ‘Een vuiltje? Klanten mogen eigenlijk niet gebruikmaken van het toilet, maar als het een noodgeval betreft… Er is niets ergers dan een vuiltje in je oog.’
‘Nee, niets aan de hand,’ mompelde Ruby en ze keek naar haar voeten. ‘Alles is in orde. Luister eens, ik heb nogal haast, dus laat de ham maar zitten. Ik reken alleen die brie even af.’
Op de oprit van de Ryans stond een grote verhuiswagen toen ze weer thuiskwam met de kinderen. Het huis was kennelijk meteen verkocht zodra de makelaar de gegevens ter beschikking had, want er had nooit een bordje met TE KOOP in de tuin gestaan. Ruby dacht aan haar eigen huis en hoeveel daaraan gedaan zou moeten worden voordat iemand het zou willen kopen nog voordat er een bordje bij werd gezet. Er zaten allemaal sleetse plekken op de magnoliakleurige muren. Het huis van haar ouders had dezelfde kleur. Hoe had ze dat nu kunnen doen?
‘We moeten het huis opknappen,’ zei ze tegen Tim zodra ze binnen was. ‘Het is gewoon een ramp en eigenlijk ook ontzettend ouderwets. We moeten het wat opfleuren!’
‘Schilderen?’ vroeg Lewis blij. Hij was dol op schilderen, vooral als de juf hen liet vingerverven. ‘Dan kan ik best helpen.’
‘Ik ook,’ zei Ellie. ‘Mag ik dan een paarse slaapkamer in plaats van een roze? Ik vind roze helemaal niet leuk meer.’
‘Je mag elke kleur hebben die je wilt,’ zei Ruby terwijl ze haar dochter een kus gaf. ‘Van nu af aan gaan we overal in huis kleuren gebruiken. Het wordt vast heel leuk! Na de lunch gaan we meteen verf kopen.’
‘Vanmiddag?’ vroeg Tim, die een zware werkweek achter de rug had.
‘Stel niet uit tot morgen wat je vandaag kunt doen.’ Ruby vroeg zich af waarom ze hier niet eerder aan had gedacht. Zodra hun huis een opwindend woonhuis zou zijn in plaats van een aan magnolia’s gewijde tempel kon ze een boek over feng shui gaan halen en alles de juiste plek geven. Dan zouden er vanzelf allerlei interessante dingen gebeuren en werd het leven heel opwindend.
‘We zouden de hal gewoon wit kunnen schilderen, net als in een galerie, en overal foto’s ophangen. En dan kan de keuken knalrood of donkerblauw worden en maken we een muurschildering in de badkamer met als thema de jungle. Zou dat niet geweldig zijn?’
De hal was veel groter dan hij leek en om negen uur ’s avonds nog maar half geschilderd. Ruby werd al moe als ze eraan dacht dat ze morgenochtend weer verder moesten, maar dat kon niet anders. Eén helft was slonzig crème en de andere helft verblindend wit. Bovendien was ze bekaf en had ze zich te laat gerealiseerd dat het opknappen van je huis alleen draaglijk was als je maar vaak genoeg kon ophouden voor een kopje thee met een hoop suiker en een paar chocoladebiscuitjes.
‘Heb je zin om te vrijen?’ vroeg Tim hoopvol toen ze in bed vielen, nog steeds vol spetters witte verf. Hij drukte zijn neus teder in haar hals.
‘Ik zit op het GI-dieet,’ riep Ruby met de overtuigingskracht van een vrouw die zich biscuitjes en KitKats moest ontzeggen. ‘Als ik niets lekkers mag hebben, dan jij ook niet!’
Op zondag was de verf op. Om iedereen de kans te geven er even uit te gaan, omdat de spanning en de verflucht inmiddels de pan uit rezen, gingen ze met z’n allen op pad om nieuwe te kopen. Op de parkeerplaats bij de doe-het-zelfzaak zagen ze dat Davey Timmons, de man van Hannah, daar ook net zijn auto neerzette.
‘Duiken!’ gilde Ruby terwijl ze zich bukte.
‘Waarom?’ vroeg Tim.
‘Dat heb ik je toch verteld,’ siste ze.
Lewis en Ellie zaten allebei met hun neus tegen de raampjes van de auto.
‘Nietes.’
‘Welles.’
Ze reden naar een andere DHZ-zaak waar Ruby Tim nog een keer vertelde hoe de vork in de steel zat. Uit de medelijdende blik die op Tims gezicht verscheen toen hij het verhaal hoorde, bleek eens te meer dat hij de eerste keer gewoon niet had geluisterd.
‘Hè, wat triest,’ zei Tim terwijl hij Ruby’s hand pakte en er even stevig in kneep. ‘Geef ze nog een halfjaar, dan gaan ze uit elkaar. En kijk dan eens wat ze allemaal kwijtraken.’
Voor hen uit liepen hun kinderen de verf voor hun slaapkamers uit te zoeken, waarbij Lewis giechelend met allerlei poepkleurtjes voor Ellie aan kwam, die hem dat betaald zette met een collectie Barbieachtige roze tinten.
‘Ik heb die Hannah altijd al een stomme tut gevonden. Ze moet niet goed wijs zijn om haar gezin voor een zinloze flirt op het spel te zetten.’
Ruby kneep op haar beurt in de hand van haar man. ‘Dus jij denkt niet dat verandering van spijs doet eten?’ vroeg ze.
‘Nee,’ zei hij vastbesloten. ‘Jij wel?’
‘Nee,’ zei ze. Het klonk een beetje aarzelend.
Tim keek haar verwonderd aan.
‘Weet je wat het is? Brenda en ik stonden er die avond over te praten en toen vertelde ze me dat ze eigenlijk wenste dat ze aan een relatie was begonnen toen ze nog getrouwd was, omdat ze dan meteen had geweten dat zij en Ronnie niet bij elkaar pasten. Daar schrok ik echt van en toen schoot plotseling door mijn hoofd…’ Ruby hield even haar mond, omdat het ineens zo stom klonk. ‘Ik dacht dat ik precies zo was als mijn moeder en dat ik echt oud begon te worden, want mijn moeder zou daar ook van geschrokken zijn.’
Tim moest zo hard lachen dat Lewis en Ellie even ophielden met hun spelletje met de verf om nieuwsgierig naar hun ouders te kijken.
‘Wat is er zo grappig?’ wilde Ruby weten.
‘Ik hou van je moeder.’
‘Maar je zou toch niet met haar getrouwd willen zijn?’
‘Ruby, je bent echt uniek, weet je dat wel?’
Hij knuffelde haar.
‘Uniek op een goeie manier?’ vroeg ze, terwijl ze daar op de verfafdeling in zijn armen stond en Lewis en Ellie net deden alsof ze moesten kotsen toen ze zagen dat hun ouders elkaar kusten.
‘Uniek op een fantastische manier.’
‘Niet oud?’
‘Helemaal niet oud,’ beaamde Tim. ‘Zullen we dan nu die verf maar kopen en teruggaan, zodat we aan de tweede fase van het opknappen van ons huis kunnen beginnen?
Op dinsdag liep Ruby Deirdre in Main Street tegen het lijf. Had die niet allang in Melbourne moeten zitten, waar ze naast haar zwembad kon liggen of vanaf de veranda de tuin kon bewonderen?
‘Hoi, Deirdre.’ Ruby aarzelde even toen ze dichterbij kwam. Deirdre zag er ronduit ellendig uit. ‘Is alles in orde?’
‘O nee, Ruby, helemaal niet,’ jammerde Deirdre. En daar midden in Main Street begon ze zomaar te huilen, met dikke tranen.
Toen Ruby haar probeerde te troosten bleek dat Sasha, hun zestienjarige dochter, bij nader inzien helemaal niet blij was met de verhuisplannen en het vertrek naar Melbourne.
‘Ze heeft een vriendje,’ vertelde Deirdre al snikkend. ‘Ze wil hem niet achterlaten. Ze zegt dat wij vooral moeten doen wat we niet laten kunnen, maar dat ze niet met ons meegaat. Volgens haar kunnen we haar net zo goed wees maken, dat kan haar toch geen bal schelen.’
Ruby’s gezicht vertrok. Wat een afschuwelijke toestand. ‘Wat ontzettend vervelend voor je, Deirdre,’ zei ze. ‘Wat gaan jullie nu doen?’
‘Ik weet het niet. Het is één grote puinhoop,’ mopperde Deirdre. ‘Ik wist dat het een vergissing was om alles over een andere boeg te gooien. Ik heb ook tegen Lorcan gezegd dat je niet van het ene op het andere moment kunt besluiten om te gaan verhuizen, maar hij heeft me overgehaald. Hij zei dat we maar één keer leven – na zijn hartaanval blijft hij dat maar roepen – en dat we het gewoon moesten doen. En kijk nou eens wat er gebeurt!’
‘Misschien verandert Sasha nog van gedachten,’ opperde Ruby.
‘Ja, maar wanneer?’
Na een kopje koffie en een broodje was Deirdre weer voldoende opgeknapt om afscheid te nemen van Ruby. Maar de sporen van de tranen waren nog steeds op haar gezicht te zien. Iets interessants, dacht Ruby treurig. Die arme Deirdre.
‘Wat heb je gekocht?’ vroeg Tim die avond met een blik op een in vloeipapier verpakt voorwerp op de keukentafel. ‘Het zal wel weer iets met feng shui te maken hebben, hè?’
Ruby lachte en deed nog een flinke dot room in de soep. Ze had genoeg van het lijnen.
‘Nee,’ zei ze. ‘Het is een juskom. Ik vond dat we die nodig hadden.’
‘Ik dacht dat je dat soort onzin haatte.’
‘Dat dacht ik ook,’ zei Ruby. ‘Maar ik ben kennelijk erfelijk belast.’