Prelude

•••

Als Melchert Schuurman (1900-1967) zou hebben geweten dat er ooit een biografie aan hem zou worden gewijd, zou hij apetrots zijn geweest. Hij zou er dan van overtuigd zijn geweest dat het een epos was. Was hij immers niet de man die de Nationaal Socialistische Beweging (NSB) aan het zingen bracht en was hij ook niet degene die op de ijsvlakten rondom Leningrad de toekomst van Europa probeerde veilig te stellen tegen de communistische horden? Hij zou vol onbegrip hebben gereageerd als hij zou hebben geweten dat zijn leven zou worden beschreven als dat van een weliswaar muzikaal begaafd mens, die door zijn blinde geloof in het nationaalsocialisme zijn gezin in het ongeluk had gestort en allang vergeten was toen zijn levensverhaal werd gepubliceerd.

Melchert Schuurman leidde in veel opzichten een turbulent leven. Als componist van nationaalsocialistische strijdliederen en als zangleider verantwoordelijk voor het muziekleven binnen de NSB, zocht hij naar meer wegen om zijn idealen te dienen en meldde hij zich op liefst 42-jarige leeftijd aan voor het oostfront. Hij overleefde dit avontuur, maar minder fortuinlijk waren twee van zijn drie zoons die hun vader in de strijd volgden. Zij sneuvelden allebei, 18 jaar jong.

Hoe ging een NSB-gezin om met een dergelijk verlies, dat enkele duizenden gezinnen in de oorlogsjaren trof, waarvan zoon, vader en/of echtgenoot als lid van de Waffen-SS (Schutzstaffel) het leven liet? Wat dreef Schuurman om de keuzes te maken die hij maakte? Hoe vond hij na de oorlog, ondanks een opgelegde gevangenisstraf van tien jaar en na een detentie van vijf jaar, weer zijn plek in de Nederlandse samenleving en welke persoonlijke en politieke consequenties trok hij nadien uit zijn verleden?

Geenszins kan worden beweerd dat zijn leven exemplarisch was voor dat van veel NSB-gezinnen voor, tijdens en na de oorlog. Daarvoor was de zingende bard, zoals hij zichzelf omschreef, [1] een te extravagant figuur, hoewel er natuurlijk ook overeenkomsten zijn met de levens van andere collaborerende families. In ieder geval geven zijn lotgevallen en drijfveren meer inzicht in de geschiedenis van de collaboratie in ons land, zeker ook omdat het om iemand ging die weliswaar niet tot de rank and file, maar evenmin tot de top van de beweging behoorde. Over het leven van kopstukken als Mussert, Van Geelkerken, Feldmeijer en Rost van Tonningen is al het nodige geschreven, maar hoe zit het met die vele ambitieuze functionarissen die hun loopbaan begonnen als leider van een lokale groep of een kring en die vervolgens voortzetten op het landelijk hoofdkwartier? In het geval van Schuurman kon dat lukken omdat hij deskundig was op een terrein dat van groot belang werd gevonden binnen de NSB, namelijk de muziek. In deze biografie wordt dan ook de rol van de muziek binnen de NSB en aanverwante organisaties onder de loep genomen. Een goed klinkende melodie en pakkende tekst gaven formaties van de Weerbaarheidsafdeling (WA)vleugels, pepten SS-manschappen op in de kazerne en tijdens troepenverplaatsingen en de afwezigheid van zang tijdens partijbijeenkomsten zou even ondenkbaar zijn geweest als het niet zingen van psalmen en gezangen in de Gereformeerde Kerk. In die zin borduurt dit boek voort op de belangwekkende studie Zo zong de nsb van Gerard Groeneveld. [2]

Midden jaren negentig werd het Regionaal Archief Alkmaar benaderd door een handelaar die in ruil voor een ‘patatje met’, oftewel een kleine vergoeding, vele egodocumenten aanbood die ooit toebehoorden aan Melchert Schuurman. Hoe hij in het bezit daarvan was gekomen, zal helaas onduidelijk blijven, want de verkoper leeft niet meer. Mogelijk waren de documenten niet meegekomen toen zijn weduwe verhuisde van het bejaardenhofje, waar ze lange tijd woonde, naar het verzorgingstehuis. [3] Een eerste vluchtig onderzoek in de verworven documenten maakte duidelijk dat de archiefdienst uniek materiaal in handen had dat een goede basis vormde voor verder onderzoek. Het materiaal bestaat uit geschreven herinneringen, brieven, foto’s, liedteksten en tal van andere bronnen die een licht werpen op het leven van deze man. Toen later ook de enige nog in leven zijnde zoon van Schuurman, Ton, zijn eigen herinneringen aan zijn vader wilde delen en tevens de vele in zijn bezit zijnde familiepapieren ter beschikking stelde, bleken de puzzelstukjes steeds beter in elkaar te passen. Interviews en aanvullend onderzoek in diverse archieven, die zich onder meer in het Nationaal Archief en het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) bevinden, completeerden het beeld van een uiterst gedreven man, die een grote behoefte had aan erkenning en die, om dat te bereiken, uiteindelijk zijn gezin verwoestte.

•••

•••

[1] Melchert Schuurman, ‘Het lied in den strijd’, Volk en Vaderland, 12 december 1941.

[2] Gerard Groeneveld, Zo zong de nsb. Liedcultuur van de nsb 1931-1945 (Nijmegen 2007).

[3] Volgens de kleindochter van Melchert Schuurman waren deze stukken waarschijnlijk niet meeverhuisd naar het verzorgingstehuis en vervolgens in het bezit van de handelaar terechtgekomen.