WOORDENLIJST

Ik heb deze woordenlijst toegevoegd opdat je de betekenis en definitie van enkele van de moeilijkere termen uit dit boek makkelijk kunt opzoeken.

Uiteraard zijn dit mijn eigen definities en als zodanig een weerslag van mijn bemoeienis met wicca. Sommige wicca’s zullen er op bepaalde punten een andere mening op na houden. Dit is te verwachten, want de wiccareligie is individueel ingesteld. Ik heb echter hier geprobeerd zo universeel mogelijk te zijn.

De cursief gedrukte woorden verwijzen naar andere en verwante lemma’s in deze woordenlijst.

Aardekracht:
de energie die huist in stenen, kruiden, vlammen, de wind en andere natuurlijke voorwerpen en fenomenen. Aardekracht is gemanifesteerde goddelijke kracht en is te benutten voor magie om de gewenste verandering tot stand te brengen. Zie ook persoonlijke kracht.
Actieve hand:
de hand die gewoonlijk wordt gebruikt voor zaken als schrijven, schillen en het intoetsen van telefoonnummers. Symbolisch is dit het punt waar persoonlijke kracht het lichaam verlaat. In rituelen visualiseert men persoonlijke kracht als uitstromend vanuit de handpalm of vingertoppen ten behoeve van verschillende magische doelen. In deze hand houd je ook werktuigen als het athame en de toverstok. Tweehandige mensen kunnen zelf kiezen welke hand ze voor welk doel willen gebruiken. Zie ter vergelijking ook onder ontvangende hand.
Akasha:
het vijfde element, de alomtegenwoordige spirituele kracht die in het hele heelal aanwezig is. Uit deze energie zijn de elementen gevormd.
Amulet:
een magisch geladen voorwerp dat specifieke, meestal negatieve energie kan afbuigen. In het algemeen een beschermend voorwerp (vergelijk met talisman).
Athame:
een mes voor wiccarituelen. Het mes is meestal tweesnijdend en heeft een zwart heft. Met het athame kun je tijdens rituelen je persoonlijke kracht richten. Het wordt zelden (of nooit) gebruikt om echt mee te snijden. Het is onduidelijk waar het woord vandaan komt, en bovendien zijn er in wicca veel verschillende spellingen en nog meer manieren om woorden uit te spreken (met de klemtoon op de eerste, tweede of derde lettergreep) in omloop. Om verschillende redenen, die ik nu niet meer weet, besloot ik het woord ‘athame’ in mijn Schaduwboek der staande stenen te vervangen door ‘magisch mes’. Beide woorden en ook eenvoudig ‘mes’ volstaan.
Beltane:
een wiccafeest gevierd op 30 april of 1 mei (er zijn verschillende tradities). Beltane staat ook bekend als walpurgisnacht, cethsamhain, 1-meiviering. Beltane viert de symbolische vereniging, het huwelijk of de paring van de Godin met de God en is een voorbode voor de komende zomermaanden.
Bolline:
het mes met het witte heft, in wiccarituelen en magie gebruikt om kruiden of een granaatappel te snijden.
Brander:
een hittebestendig kommetje of potje waarin je wierook kunt laten smeulen. Ook: wierookbrander. Symbool voor het element lucht.
Cirkel, magische:
zie Magische cirkel.
Coven:
een groep wicca’s, meestal geïnitieerd en geleid door een of twee leiders.
Dagen van kracht:
zie sabbat.
Deosiel:
met de klok mee, de richting waarin we de zon door de hemel zien reizen. In de magie en religie van het noordelijk halfrond is een deosiele beweging (met de klok mee) symbolisch voor leven, positieve energie en goed. Het wordt veel gebruikt in tovenarij en magie, waar je ‘deosiel om de steencirkel loopt’.Sommige wiccagroeperingen beneden de evenaar, vooral in Australië, zijn omgeschakeld naar een beweging ‘tegen de klok in’, omdat de zon bij hen ‘omgekeerd’ door het hemelruim reist. Zie ook tegen de klok in.
Eenvoudige maaltijd:
een ritueel maal gedeeld met de Godin en de God.
Elementen:
aarde, lucht, vuur, water. Deze vier essenties zijn de bouwstenen van het universum. Alles wat bestaat (of het vermogen heeft te bestaan) bevat een of meer van deze energieën. De elementen zoemen in ons en zijn ook ‘vrij’ rondom ons aanwezig. Met behulp van magie zijn ze te gebruiken om veranderingen te bewerkstelligen. De vier elementen vormen de oeressentie van kracht, akasha.
Esbat:
een wiccaritueel, meestal plaatsvindend bij volle maan.
Evocatie:
het oproepen van geesten of andere niet-fysieke entiteiten om zichtbaar of onzichtbaar aanwezig te zijn. Zie ook invocatie.
Geesten der stenen:
de elementaire energieën die van nature horen bij de vier windstreken van de magische cirkel, in het Schaduwboek der staande stenen verpersoonlijkt als de ‘geesten der stenen’. Ze zijn verbonden met de elementen.
Geladen:
een voorwerp is geladen als het doordrenkt is met persoonlijke kracht. ‘Laden’ is een magische daad.
Goddelijke kracht:
de ongemanifesteerde, pure energie die bestaat binnen de Godin en de God. De levensenergie, de uiteindelijke bron van alles. Zie ter vergelijking ook aardekracht en persoonlijke kracht.
Graanpoppetje:
een figuur, vaak met een menselijke vorm, gemaakt van gevlochten tarwe of een andere graansoort. Het poppetje symboliseerde in vroeg-Europese landbouwrituelen de vruchtbaarheid van de aarde en de Godin en wordt nog steeds gebruikt in wicca.
Grimoire:
een magisch werkboek met informatie over rituelen, formules, magische eigenschappen van natuurlijke objecten en het voorbereiden van rituele werktuigen. Veel van deze werken bevatten een ‘catalogus van geesten’. Het beroemdste grimoire uit de oudheid is waarschijnlijk de Sleutel van Salomo. De eerste grimoires verschenen in de zestiende en zeventiende eeuw, maar de inhoud ervan is wellicht veel ouder en bevat delen van Romeinse, Griekse, Babylonische, laat-Egyptische en Sumerische riten.
Heks:
vroeger in Europa een beoefenaar van de overblijfselen van een voorchristelijke volksmagie met gebruik van kruiden, healing, bronnen, rivieren en stenen. Iemand die aan hekserij deed. Later werd dit woord bewust gebruikt voor demente, gevaarlijk en bovennatuurlijke wezens die zwarte magie bedreven en het christendom bedreigden. Deze verandering was een politieke, financiële en seksistische zet van de georganiseerde religie, geen verandering in het doen en laten van de heksen. Veel niet-heksen geloven nog steeds dat de laatste en verkeerde betekenis de juiste is. Verrassend genoeg gebruiken ook sommige leden van wicca de term ‘heks’ voor zichzelf.
Hekserij:
de kunst van de heks. Magie en vooral magie die gebruik maakt van persoonlijke kracht, verbonden met de energie van stenen, kruiden, kleuren en andere natuurlijke voorwerpen. Dit kan spirituele betekenis hebben, maar binnen deze definitie is hekserij geen religie. Sommige volgelingen van wicca gebruiken dit woord echter wél om hun religie aan te geven.
Houtvuur:
een vuur aangestoken voor een magisch doel, meestal buiten. Vuren zijn traditioneel tijdens yule, beltane en midzomer.
Imbolc:
een wiccafeest gevierd op 2 februari, ook bekend als lichtmis, lupercalia, feest van Pan, feest der toortsen, feest van het wassende licht, oimele, dag van Brigit enzovoorts. Imbolc viert de eerste oprispingen van de lente en het herstel van de Godin na het baren van de zon (de God) tijdens yule.
Initiatie:
een proces waarbij een individu wordt toegelaten tot een groep, vaardigheid of religie. Initiaties kunnen ritueel van aard zijn, maar ook spontaan ontstaan.
Invocatie:
een aanroep of verzoek aan een hogere kracht (of krachten) zoals de Godin en de God. Een gebed. Invocatie is eigenlijk een manier om bewuste banden te creëren met die aspecten van de Godin en de God die in ons huizen. In wezen laten we hen verschijnen of laten we hen zich kenbaar maken door ons van hen bewust te worden.
Kahuna:
een beoefenaar van het oude Hawaiiaanse filosofische, wetenschappelijke en magische systeem.
Kunst, de:
wicca, hekserij. Volksmagie.
Labrys:
een dubbele bijl, symbool van de Godin op het oude Kreta en bij sommige wicca’s als zodanig nog in gebruik. De labrys staat of leunt tegen de linkerkant van het altaar.
Lughnasadh:
een wiccafeest gevierd op 1 augustus, ook bekend als lammas of feest van het brood. Lughnasadh geeft de eerste oogst aan, als de vruchten van de aarde worden geoogst en opgeslagen voor de donkere wintermaanden en als de God ook op mysterieuze wijze zwakker wordt met het krimpen der dagen.
Mabon:
op of rond 21 september, de herfstevening, vieren wicca’s de tweede oogst. De natuur bereidt zich voor op de winter. Mabon is een overblijfsel van oude oogstfeesten die in de een of andere vorm ooit bijna over heel de wereld waren verspreid.
Machtigen, de:
wezens, godheden of aanwezigheden die vaak bij een wiccaceremonie worden aangeroepen (zie: invocatie) als getuigen of beschermers. De Machtigen worden geacht spiritueel hoogontwikkelde wezens te zijn die eens mens waren, of spirituele entiteiten die geschapen of van kracht voorzien zijn door de Godin en de God om de aarde te beschermen en te waken over de vier windstreken. Soms verbindt men hen met de elementen.
Magie:
het bewegen van natuurlijke energieën (zoals persoonlijke kracht) om een gewenste verandering teweeg te brengen. Alles bevat energie – wij, planten, stenen, kleuren, klanken, bewegingen. Magie is het proces dat deze energie opwekt, opbouwt en een doel geeft om haar daarna los te laten. Er is niets bovennatuurlijks of onnatuurlijks aan magie, al wordt dit weinig begrepen.
Magische cirkel:
de sfeer gemaakt vanuit persoonlijke kracht waarin wiccarituelen meestal plaatsvinden. Het woord verwijst naar de cirkel die de bol maakt waar deze door de aarde gaat, want de sfeer bestaat boven en onder de aarde. Je maakt de magische cirkel met behulp van visualisatie en magie.
Magisch mes:
zie athame.
Meditatie:
reflectie, contemplatie, het naar binnen keren of naar buiten naar het hogere of de natuur. Een rustige tijd waarin de beoefenaar bepaalde gedachten of symbolen kan overdenken.
Megaliet:
een zeer groot stenen monument of bouwwerk. Het bekendste voorbeeld is Stonehenge.
Menhir:
een staande steen, waarschijnlijk door vroege volkeren opgericht met een religieus, spiritueel of magisch doel.
Mes met het witte heft:
een gewoon mes om mee te snijden met een scherp lemmet en een wit heft. In wicca gebruikt men dit mes om fruit en kruiden mee te snijden, om tijdens de eenvoudige maaltijd het brood te snijden en voor andere doeleinden – maar nooit om te offeren. Soms noemt men het ook bolline. Zie ook athame.
Midzomer:
de zomerzonnewende, meestal op of rond 21 juni. Een van de wiccafeesten en een uitstekende nacht voor magie. Midzomer markeert de tijd van het jaar waarop de zon – en daarmee ook de God – symbolisch op het toppunt van zijn krachten is. De langste dag van het jaar.
Neopaganistisch:
letterlijk nieuw-heidens. Een lid, volgeling of sympathisant van een der nieuw gevormde paga-nistische religies die nu verspreid zijn over de wereld. Alle wicca’s zijn paganistisch (heidens), maar niet alle paganisten zijn wicca.
Ontvangende hand:
de linkerhand bij mensen die rechtshandig zijn, het omgekeerde voor linkshandigen. Dit is de hand die de energie ontvangt die het lichaam ingaat. Zie ter vergelijking de actieve hand.
Ostara:
dit feest ten tijde van de lente-evening rond 21 maart markeert het begin van de werkelijke, astronomische lente, als ijs en sneeuw plaats maken voor het lentegroen. Als zodanig is het een feest van vuur en vruchtbaarheid dat de terugkeer van de zon, de God en de vruchtbaarheid van de aarde (de Godin) viert.
Ouden, de:
een wiccaterm die vaak wordt gebruikt om alle aspecten van de Godin en de God aan te geven. Ik heb dit woord in deze context gebruikt in het Schaduwboek der staande stenen. Voor sommige wicca’s is het een alternatief voor de Machtigen.
Paganistisch:
eigenlijk heidens, van het Latijnse woord paganus, bewoner van het platteland. Tegenwoordig in het Engelse taalgebied een algemene term voor volgelingen van wicca en andere magische, sjamanistische en poly theïstische religies. Christenen hebben uiteraard hun eigen definitie voor een ‘heiden’. Het is te vervangen door neopaganistisch.
Pendel:
een hulpmiddel voor waarzeggerij bestaande uit een touwtje met daaraan een zwaar voorwerp zoals een kwartskristal, wortel of ring. Je houdt het vrije uiteinde in je hand met je elleboog rustend tegen een vlak voorwerp en stelt een vraag. De zwaaiende beweging van het zware voorwerp bepaalt het antwoord. Een draai betekent ja of positieve energie, het heen en weer slingeren het tegenovergestelde. (Er zijn vele manieren om de pendel te gebruiken. Kies de methode die voor jou het beste werkt.) De pendel is een hulpmiddel dat contact maakt met het psychisch bewustzijn.
Pentakel:
een ritueel voorwerp (meestal een rond stuk hout, metaal, klei of dergelijke) waarop een vijfpuntige ster (pentagram) is getekend, geschilderd of gegraveerd. Het vertegenwoordigt het element aarde. De woorden pentagram en pentakel zijn niet verwisselbaar, al veroorzaakt dit begrijpelijkerwijze wel de nodige verwarring.
Persoonlijke kracht:
de energie die ons lichaam in stand houdt. Uiteindelijk komt deze energie (of nauwkeuriger: de kracht erachter) van de Godin en de God. We absorberen deze energie eerst in de baarmoeder van onze biologische moeder en later uit voedsel, water, de maan, de zon en andere natuurlijke voorwerpen en verschijnselen. We laten deze energie gaan tijdens spanning, seks, conceptie en geboorte. Magie is vaak een beweging van persoonlijke kracht voor een specifiek doel.
Psychisch:
de staat waarin het psychische bewustzijn en het verstand aan elkaar zijn gekoppeld en in harmonie samenwerken. Ritueel bewustzijn is een vorm hiervan.
Psychisch bewustzijn:
het onbewuste of onderbewuste deel van ons denkvermogen waarin we psychische prikkels ontvangen. Het psychisch bewustzijn is aan het werk als we slapen, dromen en mediteren. Het is onze directe band met de Godin en de God en met de grotere, onstoffelijke wereld om ons heen. Andere verwante termen: waarzeggerij is een ritueel proces waarin het verstand probeert contact te krijgen met het psychisch bewustzijn. Intuïtie is een woord dat we gebruiken om de psychische informatie te beschrijven die onverwacht het verstand bereikt.
Reïncarnatie:
de leer van wedergeboorte. Het proces van herhaalde incarnaties (letterlijk: in het vlees komen, vert.) als mens ten behoeve van een ontwikkeling naar een geslachtsloze en tijdloze ziel.
Ritueel:
een ceremonie. Een speciale vorm van beweging, het gebruik van hulpmiddelen of innerlijke processen ten behoeve van een vooraf beoogd effect. In religie zijn rituelen gericht op vereniging met het hogere. In magie veroorzaken ze een bepaalde staat van bewustzijn die de magiër in staat stelt energie naar het gewenste doel te dirigeren. Een (tover)spreuk is een magisch ritueel.
Ritueel bewustzijn:
een bepaalde veranderde staat van bewustzijn die nodig is om met succes magie te bedrijven. De magiër bereikt deze staat door visualisatie en rituelen. Het geeft een staat van zijn aan waarin het verstand en het psychisch bewustzijn op elkaar zijn afgestemd en waarin de magiër energieën kan voelen en richten naar een magisch doel. Het is een verhoogde staat van bewustzijn, een bewustzijnsverruiming van de schijnbaar ontastbare wereld, een inhaken bij de natuur en de krachten achter elk concept van het hogere.
Runen:
stokachtige figuren. Sommige runen zijn overblijfsels van oude Germaanse alfabetten. Andere zijn pictogrammen. Deze symbolen worden thans weer volop gebruikt in magie en waarzeggerij.
Sabbat:
een wiccafeest. Zie beltane, imbolc, lughnasadh, mabon, ostara, samhain en yule voor aparte beschrijvingen.
Samhain:
een wiccafeest gevierd op 31 oktober, ook bekend als Allerzielen, feest der doden, appelfeest en in Engelstalige landen als November Eve of Halloween. Samhain markeert de symbolische dood van de zonnegod en zijn overgang naar ‘het land van de eeuwige jeugd’, waar hij wacht op zijn wedergeboorte uit de moedergodin tijdens yule. Wicca’s spreken dit Keltische woord uit als SOOwen, SOE-wen, SAM-heen of SAM-een of nog anders. De meeste wicca’s (en ook de Keltische druïden, vert.) kiezen voor de eerste uitspraak.
Schaduwboek:
een wiccaboek met rituelen, spreuken en magie. Vroeger werd dit boek met de hand overgeschreven na initiatie, maar tegenwoordig wordt het in sommige covens ook getypt of gefotokopieerd. Er bestaat geen ‘enig en echt’ schaduwboek, alle zijn relevant voor de gebruikers ervan.
Sjamaan:
een man of vrouw die kennis heeft verkregen van de subtiele dimensies van de aarde, meestal door perioden van veranderde staten van bewustzijn.Verschillende rituelen stellen de sjamaan in staat door de sluier van de fysieke wereld heen te prikken en de wereld van energieën te ervaren. Deze kennis geeft de sjamaan de kracht om door magie zijn of haar wereld te veranderen.
Sjamanisme:
de werkwijze van de sjamaan, meestal ritueel of magisch van aard, soms ook religieus.
Slecht:
dat wat leven vernietigt, giftig, destructief, kwaadaardig of gevaarlijk is.
Spreuk:
zie toverspreuk.
Staren:
het staren naar en in een voorwerp zoals een kristallen bol, een waterplas, spiegelingen of een kaarsvlam kan het verstand tot bedaren brengen en contact maken met het psychisch bewustzijn. Hierdoor kan degene die staart via andere dan de gewoonlijk aanvaarde zintuigen zich bewust worden van mogelijke gebeurtenissen nog voordat ze plaatsvinden, van voorbije gebeurtenissen of van gelijktijdige gebeurtenissen ver weg. Een vorm van waarzeggerij.
Steencirkel:
zie Magische cirkel.
Talisman:
een voorwerp als bijvoorbeeld een amethistkristal, ritueel geladen met de kracht om voor de drager ervan een speciale kracht of energie aan te trekken. Zie ook amulet.
Tegen de klok in:
een beweging tegen de beweging van de zon langs de hemel in. Op het noordelijk halfrond meestal gebruikt voor negatieve magische doelen en voor het verspreiden van negatieve energie of condities zoals ziekten. Op het zuidelijk halfrond kunnen wicca’s precies omgekeerd redeneren, zoals beschreven is onder deosiel. Hoe dan ook, beide bewegingen zijn symbolisch. Alleen strikte, bekrompen traditionalisten geloven dat het ongeluk brengt als je per ongeluk achteruit langs het altaar loopt. Het gebruik van rechtsom en linksom met de klok mee of ertegenin stamt van oude Europese rituelen van volkeren die de zon en de maan vereerden en aanschouwden in hun dagelijks omloop. De overgrote meerderheid der wicca’s schuwt nog steeds het tegen de klok in gaan binnen een rituele context, al gebruiken sommigen het soms om bijvoorbeeld de magische cirkel aan het einde van een ritueel te doen verdwijnen.
Toverspreuk:
een magisch ritueel, meestal niet-religieus van aard en vaak met gesproken woorden.
Trilithon:
een stenen boog gemaakt van twee staande stenen met daarop een liggende steen. Stonehenge heeft een aantal trilithons. In het Schaduwboek der staande stenen vind je een trilithonvisualisatie.
Verstand:
het analytische, op materie gerichte deel van ons bewustzijn. Dit deel gebruiken we als we ons belastingformulier invullen, theoretiseren of met ideeën worstelen. Zie ter vergelijking ook psychisch bewustzijn.
Visualisatie:
het proces van het maken van mentale beelden. Magische visualisatie bestaat uit het tijdens een ritueel vormen van beelden van gewenste doelen. Visualisatie richt ook persoonlijke kracht en natuurlijke energieën tijdens het voltrekken van magie voor verschillende doeleinden, zoals het laden en het vormen van de magische cirkel. Het is een functie van het verstand.
Waarzeggerij:
de magische kunst om het onbekende te ontdekken door willekeurige patronen of symbolen te interpreteren met gebruikmaking van hulpmiddelen zoals wolken, tarotkaarten, vlammen of rook. Waarzeggerij maakt contact met het psychisch bewustzijn door via rituelen en het gebruik van hulpmiddelen het verstand kort te sluiten of in slaap te sussen. Waarzeggerij is niet noodzakelijkerwijze enkel voor mensen die makkelijk toegang hebben tot hun psychisch bewustzijn, al kunnen dezen het wel beoefenen.
Wicca:
een eigentijdse paganistische religie met spirituele wortels in het sjamanisme en de eerste uitingen van eerbied voor de natuur. Tot de belangrijkste motieven behoren: verering van de Godin en de God, reïncarnatie, magie, het ritueel vieren van de volle maan, sterrenkundige en landbouwkundige verschijnselen en bolvormige tempels, gemaakt met persoonlijke kracht waarin rituelen plaatsvinden.
Wiccatraditie:
een georganiseerde, gestructureerde en speciale groep wicca’s die meestal met inwijdingen werkt en vaak unieke rituele praktijken heeft. Veel tradities hebben hun eigen schaduwboek en worden al dan niet erkend door andere wiccatradities. De meeste tradities bestaan uit een aantal covens en alleen werkende wicca’s.
Yule:
een wiccafeest gevierd op of rond 21 december dat de wedergeboorte van de zonnegod uit de aardegodin markeert. Een tijd van vreugde en viering tijdens de ontberingen van de winter. Yule valt samen met de winterzonnewende.