Maandag 18 september 2006

Ik heb over Dinu gedroomd. En ik zou bij God met meer weten waarover, maar liet was heel fijn bij hem. Net op het moment dat ik hem bijna aan kon raken, maakt Liz me wakker, echt hoor... Verder moet ik nadenken over hoe ik mijn afscheid wil houden. Ja... en nu, ik weet het niet. Ooo en vanavond moet ik mijn moeder weer bellen. Ja... wat moet ik daar nou van zeggen?

Bindi is een maffe hond, altijd maar z'n tanden laten zien en de hele tijd bijten, vooral niet luisteren, echt hoor. Die hond spoort voor geen meter, net als zijn baasje.

En nu... ik weet het niet. Het leven brengt steeds onverwachte dingen met zich mee. Wanneer de mensheid één wordt, wordt het spirituele niveau omhoog gebracht tot een punt waar zelfs Hilmanda niet tegenop kan. Maar ja, dat zal wel nooit gebeuren. De mens is egoïstisch en zal nooit samen willen werken met de rest... Zo is het leven nou eenmaal... oké bye.

Toen kwam het moment om afscheid te nemen van India. Voor de kinderen hadden Liz en ik wel tweehonderd snoepzakjes gemaakt. Voor de nonnen en de leraressen hadden we iets anders lekkers om ze te bedanken. Die laatste twee weken heb ik veel gehuild. Natuurlijk kwam ook het moment dat ik afscheid moest nemen van Bindi. Ik heb hem geknuffeld en ik moest huilen. Hij snapte het niet echt volgens mij. Hij voelde vast wel dat er iets ging gebeuren, maar het blijft natuurlijk een hond en die kan niet bedenken dat ik weer terug moet naar Nederland. We brachten Bindi weer naar de boerderij van de schoonmoeder van Kutti, die even op hem zou passen terwijl Liz me naar het vliegveld bracht. Het laatste wat ik van hem zag, was dat die schoonmoeder hem vasthield en dat hij moest huilen. Niet echt een fijne herinnering. Ik ging hem zo missen, die hond wist alles van mij, dingen die mensen nooit van me zouden weten. Ik hield echt van Bindi en dat doe ik nog steeds, ook al zie ik hem niet. We hebben gewoon een band denk ik en als ik weer naar India ga, weet ik zeker dat hij me nog kent.

Mijn laatste avond was vreselijk. We gingen met alle leiding en meiden naar de hoofdstad om wat te eten en daarna naar het vliegveld. We gingen naar hetzelfde restaurant als waar we de eerste dag waren geweest. We moesten er eerst een hele tijd in de lobby zitten, voor er plek voor ons was op het dakterras. Ik wist niet meer waar ik het zoeken moest, ik voelde me bijna ziek en was hyper door de stress en de zenuwen. Het moment waar ik al zo lang tegen opzag was aangebroken. Ik zou teruggaan naar Nederland.

Ik heb bijna niks gegeten. Ik was zo zenuwachtig, ik had buikpijn, was het ene moment heel erg druk en het volgende moment wilde ik huilen. Ik voelde me weer leeg worden en ik probeerde mijn gevoel uit te zetten. Ik wilde niet voelen hoe het was om weg te gaan bij Liz en India te verlaten. Ik deed erg mijn best om niets te voelen, maar dankzij Liz lukte dat niet echt meer. Zij had er in al die maanden voor gezorgd dat ik weer emoties had. Voor haar heel fijn, want dat was ook iets wat ik moest leren. Voor mij wat minder want ik moest gaan voelen, voor het eerst echt voelen in vier jaar tijd. Ik vond het doodeng.

Ik zat naast Liz in het restaurant en ik hield haar de hele tijd vast. Dat zat niet echt gemakkelijk, maar ik durfde haar gewoon niet meer los te laten. Ik wilde haar de hele tijd knuffelen en dat deed ik ook. Ik voelde me zo eenzaam, net als eerst. Liz zou gewoon weg zijn over een paar uur. Mijn leven zou weer anders zijn, misschien weer net zoals eerst bij Manou. Ik weet niet hoe de andere meiden die teruggingen zich voelden. Ik was te druk bezig met mezelf, met mijn eigen verdriet en angsten. De tijd op het dakterras ging te snel voorbij. Ik zie me nog zo zitten, naast Liz, bijna bovenop Liz. Ik realiseerde me dat het echt over was en eigenlijk ook weer niet. Mijn emoties leken in een blender te zitten.

Na het eten gingen we naar het vliegveld. En die rit ging veel te snel voorbij. Ik dacht dat het de laatste keer zou zijn dat ik India zou zien en dat ik door die stad zou rijden. Heel dramatisch misschien, maar het voelde ook echt als het einde van de wereld. Bij het vliegveld was dan eindelijk het moment waar ik zo tegen op had gezien: AFSCHEID! We stapten uit de jeeps en haalden onze tassen uit de achterbak. Dorien vloog met ons mee naar Nederland. Dat was wel fijn, hoewel ik liever Liz had gehad, maar ja, dat kon niet.

Ik had van iedereen al afscheid genomen en toen was Liz aan de beurt. Dat was een vreselijk moment. Ik moest zo huilen en zij ook. Ik had zon spijt dat ik niet was gebleven, dat ik toch de keus had gemaakt om terug te gaan. Ik wou het nog zeggen maar ik kon niks meer zeggen. Ik moest huilen en was verdoofd tegelijk. Ik heb nog even met Liz staan knuffelen en toen moesten we echt naar binnen, anders zouden we niet meer in mogen checken. Zou voor mij geen probleem zijn geweest, maar ik moest toch echt terug. Ik weet nog dat ik door de deur liep, nog een keer naar Liz zwaaide en toen was ze weg. We liepen naar de eerste douane en meteen was het alsof ik nooit in India was geweest. Ik moest nog wel huilen maar het voelde heel... ik weet het niet, ik kan dat gevoel niet uitleggen. Als een herinnering aan iets wat ik ooit had gedaan een aantal jaar geleden.

Toen we door alle controles heen waren en eindelijk in het vliegtuig zaten, sliep ik. Ik heb het opstijgen niet meer mee gekregen. Ik was zo moe van alle stress die ik de afgelopen weken had gehad. Ik kon niet meer. Ik wilde weer weg zijn, niet meer nadenken of aan iemand denken. Ik heb de hele weg over India gedroomd en ik zag alles voor me, rook het eten en hoorde de mensen praten en de auto's toeteren, zag de mannen met hun snorren, Bindi bij me in bed. Dinu, Riaz, Kutti, de kinderen van Vidivelli. Iedereen die ik had leren kennen kwam in mijn hoofd voorbij. Het klinkt misschien heel overdreven allemaal, maar ik voelde me echt zwaar kut, om het zo maar te zeggen.