zoveel meer gegund, maar ik kan nog niet op lange termijn kijken. De psycholoog belooft contact op te nemen met collega’s in Groot Ik ben puur aan het overleven.

Klimmendaal in Arnhem voor een klinische, secundaire revalidatie op het gebied van wonen, werken en welbevinden. Dit om mensen Die avond kijken we naar de verontrustende beelden rond de dood met hersenletsel zo goed mogelijk te laten re-integreren in de maatvan Van Gogh. Ik probeer me erop te concentreren, maar het lukt schappij. We besteden er nog niet veel aandacht aan, want daarvoor niet echt.

is deze stap veel te heftig.

De revalidatiearts noemt mijn beslissing een week later, moedig. Klotezooi

Ze begrijpt met hoeveel verdriet dit gepaard gaat. Ze stelt voor om Stilletjes lopen we na het gesprek door de vertrouwde gangen. door te gaan met revalideren in de Maartenskliniek totdat Theodoor Theodoor brengt me naar de bus. Hij heeft de hele dag nog therapie. naar Groot Klimmendaal in Arnhem gaat. Hij moet daar eerst door Wanneer ik hem terug naar binnen zie lopen en zijn dappere rug de intakeprocedure komen. Ze schrijft een eerlijke en duidelijke brief 90

91

Ik wil al mijn ellende er niet steeds bij vrienden uitgooien, maar zie, begin ik te huilen. De mensen in de bus kijken me aan. Ik zet zoveel mogelijk zelf doen.

mijn zonnebril op, terwijl de tranen blijven stromen. Van de terugreis kan ik me niet veel meer herinneren. Wel weet ik Twee weken later ben ik weer bij de maatschappelijk werkster in de dat ik bij Simone langsgegaan ben, of beter gezegd, bij haar naar Maartenskliniek. Ze wil weten of ik nog steeds hetzelfde denk over binnen ben gestrompeld. Zoveel verdriet, ik schreeuw het uit: anders wonen. Ja, het plan begint zelfs in mijn hoofd meer vorm aan

“Het doet zo’n pijn, Simone. Ik wil dit gewoon helemaal niet. te nemen. Ik zie geen andere uitweg. Ik zie zelfs voorzichtig een Klotezooi, klote, klote hersenletsel! Simone kan alleen maar mee lichtje aan de horizon, wanneer we elkaar meer ruimte gaan geven. huilen, me vasthouden en koffiezetten.

Op 2 november 2004, iets voor 9 uur in de ochtend, horen we op de Wanneer Theodoor aan het eind van de middag thuiskomt, is hij radio in de taxi naar de Maartenskliniek dat Theo van Gogh is neerverbaasd en vooral boos. Ik zeg dat ik het er nu niet over wil praten geschoten. Ik ben er met mijn hoofd niet bij. Samen hebben we zo en ga koken. De sfeer is om te snijden. Dat weekend komt het eruit, dadelijk een gesprek bij de psycholoog. Vandaag ga ik Theodoor vermaar ik krijg het niet uitgelegd. Hij blijft herhalen: “Dus je flikkert tellen hoe ik in de toekomst verder wil. Ik heb die nacht geen oog me gewoon het huis uit? Waarom? Wat doe ik dan verkeerd?” Dit dichtgedaan.

thema gaat een jaar duren.

Na een samenvatting van ons leven in de afgelopen vijftien maanden, geef ik voorzichtig aan hoe ik de toekomst zie. Ik leg mijn hand op De kinderen reageren rustiger. Ze vinden het niet leuk voor hun Theodoors knie: “Ieder een eigen plekje, waardoor we niet meer zo vader, maar willen ook niet dat hun moeder onderuitgaat. Steeds erg op elkaars lip zitten. Theodoor, ik kan niet meer.”

meer kiezen ze voor hun eigen leven. Ik moedig ze daarin ook zoveel Stomverbaasd kijkt hij me aan. Het blijft een poosje stil. Ik zie de mogelijk aan. Hoe anders is dit in vergelijking met anderhalf jaar tranen in zijn ogen. “Marjan, ik doe toch zo mijn best.”

geleden. Toen vormden we een ontspannen gezin met grote saam “Dat weet ik jongen, dat weet ik,” en ik huil met hem mee. horigheid. Ik vertrouw erop dat Theodoor en ik de basis voor ze De psycholoog is ook stil en zegt dan: “Maar jongen toch...” Hij heeft gelegd hebben, de basis van een goed gezin. Ik had de kinderen zo met Theodoor te doen.

zoveel meer gegund, maar ik kan nog niet op lange termijn kijken. De psycholoog belooft contact op te nemen met collega’s in Groot Ik ben puur aan het overleven.

Klimmendaal in Arnhem voor een klinische, secundaire revalidatie op het gebied van wonen, werken en welbevinden. Dit om mensen Die avond kijken we naar de verontrustende beelden rond de dood met hersenletsel zo goed mogelijk te laten re-integreren in de maatvan Van Gogh. Ik probeer me erop te concentreren, maar het lukt schappij. We besteden er nog niet veel aandacht aan, want daarvoor niet echt.

is deze stap veel te heftig.

De revalidatiearts noemt mijn beslissing een week later, moedig. Klotezooi

Ze begrijpt met hoeveel verdriet dit gepaard gaat. Ze stelt voor om Stilletjes lopen we na het gesprek door de vertrouwde gangen. door te gaan met revalideren in de Maartenskliniek totdat Theodoor Theodoor brengt me naar de bus. Hij heeft de hele dag nog therapie. naar Groot Klimmendaal in Arnhem gaat. Hij moet daar eerst door Wanneer ik hem terug naar binnen zie lopen en zijn dappere rug de intakeprocedure komen. Ze schrijft een eerlijke en duidelijke brief 90

91

naar Arnhem met de vraag of Theodoor kandidaat is voor het Brain Ik zucht maar weer eens flink.

Integration Program. Zoals altijd krijgen we een kopie van die brief thuisgestuurd. Ik vind het prettig dat correspondentie die over ons Ondertussen zijn we nog volop bezig in de Maartenskliniek. Ik heb gaat, ook bij ons terechtkomt en zeg haar dat ook later. Voor haar is veel steun aan de gesprekken met de maatschappelijk werkster. Ik dit de normaalste zaak van de wereld.

kom er iedere keer heel opgelucht vandaan. Bij de psycholoog gaat het gesprek steeds over Arnhem en apart wonen.

Klein wereldje

Mijn optimistische man ziet het wel zitten. In Arnhem gaat hij weer Eind december krijgen we met de post een uitnodiging voor het bouwen en bijleren. Misschien dat Marjan dan ook weer bijdraait. intakegesprek in Arnhem. Daarbij zullen aanwezig zijn: de revalidaIn Arnhem zal de revalidatie staan in het teken van wonen, werken tiearts, een arts-assistent en de psycholoog. Ik schrik: het is de artsen sociaal emotioneel welbevinden. Theodoor zal iedereen een poepie assistent van de Tolbrug die de blunder met de laxerende middelen laten ruiken. Reken maar dat hij gaat werken en zelfstandig kan maakte en die zo arrogant wegliep toen ik een verzoek had met het wonen. Ik weet inmiddels dat tegenspreken niet veel zin heeft. Dan Sinterklaasfeest. Tjonge, wat een klein wereldje is het toch. zit ik zelf met de gebakken peren.

Gelukkig hebben we een dag later samen een gesprek bij de psycho’s Nachts huil ik. Ik moet Theodoor voor een heel stuk gaan loslaten loog van de Maartenskliniek. Aan hem kan ik advies vragen. Hij zal en dat doet ontzettend veel pijn. Ik heb nooit geweten dat het van wel weten hoe je hier het beste mee kunt omgaan. Ik leg de psychobinnen letterlijk zoveel pijn kan doen. Ook zie ik ertegenop om weer loog de situatie rond de arts-assistent uit en vertel dat ik nog steeds naar een nieuwe setting te gaan. Ik voel me veilig en vertrouwd in de boos op haar ben. Hij adviseert om de revalidatiearts in Arnhem te Maartenskliniek. We hebben goede mensen om ons heen en een fijn bellen en te vragen om een gesprek met de arts-assistent. Ik vind dat contact met mederevalidanten. Kortom, ik zie als een berg op tegen een logisch advies.

deze verandering.

Een paar dagen later bel ik de revalidatiearts in Arnhem. Het is moeiOp kerstavond staat onze taxichauffeur op de stoep met het grootste lijk om aan zijn secretaresse uit te leggen dat ik hem echt even zelf kerstpakket dat ik ooit gezien heb. Wat een verrassing: er zit voor wil spreken. “Nee, ik wil niet zeggen waarom.” Eindelijk word ik ieder van ons gezin iets speciaals bij. Wat een lieve mensen. De feest doorverbonden naar een norse arts, die mijn verzoek maar niet lijkt dagen komen we zo goed mogelijk door, maar ik loop op mijn wenkte begrijpen. “Dus u wilt haar niet als behandelaar?”

brauwen. Bas, inmiddels 16 jaar, steekt traditiegetrouw vuurwerk af

“Nee,” zeg ik, “dat is het niet. Ik wil iets met haar uitpraten. We hebben bij de voordeur. Voor Theodoor is dit een grote aanslag op zijn verbij de Tolbrug enkele vervelende ervaringen met elkaar gehad.” Het is draagzaamheid.

duidelijk dat deze revalidatiearts hier niet veel voor voelt, maar uiteindelijk zwicht hij. Kortaf zegt hij dat hij het aan haar zal doorgeven. Intake

Een week later belt de arts-assistent terug. Ze kent ons nog. Ik vertel De eerste vrijdag van januari is het intakegesprek in Arnhem. We haar over het Sinterklaasincident en hoe ik dat ervaren heb. Ze kan er gaan er met de taxi naar toe en het is even zoeken. Het revalidatiezich helemaal niets van herinneren. “Nee, zo zou ik nooit reageren, ”

centrum ligt in een afgelegen gebied, en heeft veel verschillende zegt ze heel stellig. Ik blijf rustig. Over de laxerende middelen durf ik klinieken. “Wat een oud en somber gebouw,” is het eerste wat ik niet meer te beginnen. We moeten tenslotte de intake nog ingaan. denk. We zitten in een koude en armoedige wachtkamer, met boekjes 92

93

naar Arnhem met de vraag of Theodoor kandidaat is voor het Brain Ik zucht maar weer eens flink.

Integration Program. Zoals altijd krijgen we een kopie van die brief thuisgestuurd. Ik vind het prettig dat correspondentie die over ons Ondertussen zijn we nog volop bezig in de Maartenskliniek. Ik heb gaat, ook bij ons terechtkomt en zeg haar dat ook later. Voor haar is veel steun aan de gesprekken met de maatschappelijk werkster. Ik dit de normaalste zaak van de wereld.

kom er iedere keer heel opgelucht vandaan. Bij de psycholoog gaat het gesprek steeds over Arnhem en apart wonen.

Klein wereldje

Mijn optimistische man ziet het wel zitten. In Arnhem gaat hij weer Eind december krijgen we met de post een uitnodiging voor het bouwen en bijleren. Misschien dat Marjan dan ook weer bijdraait. intakegesprek in Arnhem. Daarbij zullen aanwezig zijn: de revalidaIn Arnhem zal de revalidatie staan in het teken van wonen, werken tiearts, een arts-assistent en de psycholoog. Ik schrik: het is de artsen sociaal emotioneel welbevinden. Theodoor zal iedereen een poepie assistent van de Tolbrug die de blunder met de laxerende middelen laten ruiken. Reken maar dat hij gaat werken en zelfstandig kan maakte en die zo arrogant wegliep toen ik een verzoek had met het wonen. Ik weet inmiddels dat tegenspreken niet veel zin heeft. Dan Sinterklaasfeest. Tjonge, wat een klein wereldje is het toch. zit ik zelf met de gebakken peren.

Gelukkig hebben we een dag later samen een gesprek bij de psycho’s Nachts huil ik. Ik moet Theodoor voor een heel stuk gaan loslaten loog van de Maartenskliniek. Aan hem kan ik advies vragen. Hij zal en dat doet ontzettend veel pijn. Ik heb nooit geweten dat het van wel weten hoe je hier het beste mee kunt omgaan. Ik leg de psychobinnen letterlijk zoveel pijn kan doen. Ook zie ik ertegenop om weer loog de situatie rond de arts-assistent uit en vertel dat ik nog steeds naar een nieuwe setting te gaan. Ik voel me veilig en vertrouwd in de boos op haar ben. Hij adviseert om de revalidatiearts in Arnhem te Maartenskliniek. We hebben goede mensen om ons heen en een fijn bellen en te vragen om een gesprek met de arts-assistent. Ik vind dat contact met mederevalidanten. Kortom, ik zie als een berg op tegen een logisch advies.

deze verandering.

Een paar dagen later bel ik de revalidatiearts in Arnhem. Het is moeiOp kerstavond staat onze taxichauffeur op de stoep met het grootste lijk om aan zijn secretaresse uit te leggen dat ik hem echt even zelf kerstpakket dat ik ooit gezien heb. Wat een verrassing: er zit voor wil spreken. “Nee, ik wil niet zeggen waarom.” Eindelijk word ik ieder van ons gezin iets speciaals bij. Wat een lieve mensen. De feest doorverbonden naar een norse arts, die mijn verzoek maar niet lijkt dagen komen we zo goed mogelijk door, maar ik loop op mijn wenkte begrijpen. “Dus u wilt haar niet als behandelaar?”

brauwen. Bas, inmiddels 16 jaar, steekt traditiegetrouw vuurwerk af

“Nee,” zeg ik, “dat is het niet. Ik wil iets met haar uitpraten. We hebben bij de voordeur. Voor Theodoor is dit een grote aanslag op zijn verbij de Tolbrug enkele vervelende ervaringen met elkaar gehad.” Het is draagzaamheid.

duidelijk dat deze revalidatiearts hier niet veel voor voelt, maar uiteindelijk zwicht hij. Kortaf zegt hij dat hij het aan haar zal doorgeven. Intake

Een week later belt de arts-assistent terug. Ze kent ons nog. Ik vertel De eerste vrijdag van januari is het intakegesprek in Arnhem. We haar over het Sinterklaasincident en hoe ik dat ervaren heb. Ze kan er gaan er met de taxi naar toe en het is even zoeken. Het revalidatiezich helemaal niets van herinneren. “Nee, zo zou ik nooit reageren, ”

centrum ligt in een afgelegen gebied, en heeft veel verschillende zegt ze heel stellig. Ik blijf rustig. Over de laxerende middelen durf ik klinieken. “Wat een oud en somber gebouw,” is het eerste wat ik niet meer te beginnen. We moeten tenslotte de intake nog ingaan. denk. We zitten in een koude en armoedige wachtkamer, met boekjes 92

93

die totaal versleten zijn. Koffie en snoep kunnen we tegen betaling geen gesprek over verwachtingen, invulling, niets. We moeten met uit de automaat halen. Alle revalidanten zitten stil te wachten op hun een door naar de kamer van de psycholoog. Daar moet Theodoor een therapie. Er heerst een sombere en negatieve sfeer. handtekening zetten voor deelname aan het wetenschappelijk onderzoek dat aan het Program is verbonden. We krijgen een haastige Na een poosje worden we gehaald. We komen in een groot, luxe rondleiding. De psycholoog heeft verder geen tijd. Ik zie twee groekantoor, helemaal paars met lila. De revalidatiearts is een kleine man, pen, ongezellige huiskamers, een-en tweepersoonsslaapkamers: een strak in een (maat)pak, een witte blouse met grote puntkraag en pikechte klinische setting. De psycholoog moet alweer rennen naar zijn zwart achterovergekamd haar in glanzende gel. Achter hem hangt volgende afspraak.

een foto van zichzelf op audiëntie bij de paus. Verbijsterd sla ik deze entourage gade: waar zijn we nu toch terechtgekomen?

Theodoor wordt meegenomen voor allerlei psychologische onderzoeken. Ik ga naar de wachtkamer waar ook een afgesloten rookruimte Naast de revalidatiearts zit de bewuste arts-assistent en de psycholoog. is. Ik rook een sigaretje en zit tussen enkele jonge mensen met herDe revalidatiearts begint met de vraag of ik een goed gesprek heb senletsel. Het is vrijdag, ze zijn blij dat ze vanmiddag naar huis kungehad met de arts-assistent. Ik was het al haast vergeten. “Ja hoor,”

nen. Ik praat met ze en stel allerlei vragen.

zeg ik, “we hebben het uitgepraat, het is goed nu.” Laat maar, denk ik.

“Mevrouw, het is hier verschrikkelijk, de regels, je krijgt de hele dag Dan begint de revalidatiearts zijn vragen op Theodoor af te vuren. op je donder. De winkels zijn ver weg en we kunnen nergens naarTheodoor klapt dicht, zie ik, de nieuwe omgeving, de spanning. toe. We zijn hier opgesloten.” En zo gaat het maar door. Na een Hij wil zo graag aangenomen worden. Hij kijkt me angstig aan. poosje begint de rookruimte me te benauwen, de verhalen trouwens

“Wat is er?” vraag ik zachtjes.

ook. Ik ga naar buiten en wandel wat rond in mijn eentje. Ach, dat

“Het lijkt wel een sollicitatiegesprek,” zegt hij benauwd. Dat breekt de mensen het zo ervaren, zal wel komen door het hersenletsel. het ijs een beetje en de vragen worden wat minder snel afgevuurd. Zo probeer ik mezelf moed in te praten.

“Wat komt u hier doen?”

“Mijn vrouw wil apart wonen. Ik wil weer aan het werk gaan en mijn Het is een donkere, sombere en ijskoude dag. Ik loop het bos in en leven opnieuw opbouwen,” verklaart Theodoor.

voel me verschrikkelijk. “Mevrouw, heeft u het wel geprobeerd?” Het De revalidatiearts en de psycholoog kijken elkaar snel aan. De revalizinnetje blijft door mijn hoofd spoken. Ik voel me hier zo ver weg datiearts richt zich tot mij en vraagt streng: “Maar wat komt ú hier van huis. Helemaal verkleumd ga ik Theodoor weer ophalen. De taxi dan doen? Mevrouw, heeft u het wel geprobeerd?”

komt pas over een uur. Is hier een plek waar we koffie kunnen drinIk leg uit dat ik een wandelend revalidatiecentrum ben geweest en ken en een broodje eten? We worden verwezen naar een personeelshet niet meer kan. “Dus u wilt niet meer samenwonen?”

restaurant. Daar kijkt het personeel ons vreemd aan: dit is blijkbaar

“Ik kán het niet,” is mijn antwoord. “Theodoor accepteert mijn begeniet de gewoonte. Theodoor moet naar het toilet. Hij is gedesoriënleiding en aansturing niet.” Ik vertel erbij dat ik ons leven anders wil teerd en moe van alle belevenissen. Ik help hem de weg zoeken en inrichten en wil vertellen van mijn lijstjes. Daar is echter geen tijd wacht op hem. Stilletjes drinken we onze koffie.

voor, en de arts legt de procedure uit: We komen op de wachtlijst. In de taxi naar huis kan ik alleen nog maar huilen, huilen en huilen. Theodoor mag deelnemen aan het Brain Integration Program, maar Mart, de taxichauffeur, zegt dat ik wel een sigaretje mag roken. we moeten nog ongeveer drie maanden wachten. Verder geen uitleg,

“Dan gebruik ik straks wel een spuitbus.” Ook Mart is deze rit stil. 94

95

die totaal versleten zijn. Koffie en snoep kunnen we tegen betaling geen gesprek over verwachtingen, invulling, niets. We moeten met uit de automaat halen. Alle revalidanten zitten stil te wachten op hun een door naar de kamer van de psycholoog. Daar moet Theodoor een therapie. Er heerst een sombere en negatieve sfeer. handtekening zetten voor deelname aan het wetenschappelijk onderzoek dat aan het Program is verbonden. We krijgen een haastige Na een poosje worden we gehaald. We komen in een groot, luxe rondleiding. De psycholoog heeft verder geen tijd. Ik zie twee groekantoor, helemaal paars met lila. De revalidatiearts is een kleine man, pen, ongezellige huiskamers, een-en tweepersoonsslaapkamers: een strak in een (maat)pak, een witte blouse met grote puntkraag en pikechte klinische setting. De psycholoog moet alweer rennen naar zijn zwart achterovergekamd haar in glanzende gel. Achter hem hangt volgende afspraak.

een foto van zichzelf op audiëntie bij de paus. Verbijsterd sla ik deze entourage gade: waar zijn we nu toch terechtgekomen?

Theodoor wordt meegenomen voor allerlei psychologische onderzoeken. Ik ga naar de wachtkamer waar ook een afgesloten rookruimte Naast de revalidatiearts zit de bewuste arts-assistent en de psycholoog. is. Ik rook een sigaretje en zit tussen enkele jonge mensen met herDe revalidatiearts begint met de vraag of ik een goed gesprek heb senletsel. Het is vrijdag, ze zijn blij dat ze vanmiddag naar huis kungehad met de arts-assistent. Ik was het al haast vergeten. “Ja hoor,”

nen. Ik praat met ze en stel allerlei vragen.

zeg ik, “we hebben het uitgepraat, het is goed nu.” Laat maar, denk ik.

“Mevrouw, het is hier verschrikkelijk, de regels, je krijgt de hele dag Dan begint de revalidatiearts zijn vragen op Theodoor af te vuren. op je donder. De winkels zijn ver weg en we kunnen nergens naarTheodoor klapt dicht, zie ik, de nieuwe omgeving, de spanning. toe. We zijn hier opgesloten.” En zo gaat het maar door. Na een Hij wil zo graag aangenomen worden. Hij kijkt me angstig aan. poosje begint de rookruimte me te benauwen, de verhalen trouwens

“Wat is er?” vraag ik zachtjes.

ook. Ik ga naar buiten en wandel wat rond in mijn eentje. Ach, dat

“Het lijkt wel een sollicitatiegesprek,” zegt hij benauwd. Dat breekt de mensen het zo ervaren, zal wel komen door het hersenletsel. het ijs een beetje en de vragen worden wat minder snel afgevuurd. Zo probeer ik mezelf moed in te praten.

“Wat komt u hier doen?”

“Mijn vrouw wil apart wonen. Ik wil weer aan het werk gaan en mijn Het is een donkere, sombere en ijskoude dag. Ik loop het bos in en leven opnieuw opbouwen,” verklaart Theodoor.

voel me verschrikkelijk. “Mevrouw, heeft u het wel geprobeerd?” Het De revalidatiearts en de psycholoog kijken elkaar snel aan. De revalizinnetje blijft door mijn hoofd spoken. Ik voel me hier zo ver weg datiearts richt zich tot mij en vraagt streng: “Maar wat komt ú hier van huis. Helemaal verkleumd ga ik Theodoor weer ophalen. De taxi dan doen? Mevrouw, heeft u het wel geprobeerd?”

komt pas over een uur. Is hier een plek waar we koffie kunnen drinIk leg uit dat ik een wandelend revalidatiecentrum ben geweest en ken en een broodje eten? We worden verwezen naar een personeelshet niet meer kan. “Dus u wilt niet meer samenwonen?”

restaurant. Daar kijkt het personeel ons vreemd aan: dit is blijkbaar

“Ik kán het niet,” is mijn antwoord. “Theodoor accepteert mijn begeniet de gewoonte. Theodoor moet naar het toilet. Hij is gedesoriënleiding en aansturing niet.” Ik vertel erbij dat ik ons leven anders wil teerd en moe van alle belevenissen. Ik help hem de weg zoeken en inrichten en wil vertellen van mijn lijstjes. Daar is echter geen tijd wacht op hem. Stilletjes drinken we onze koffie.

voor, en de arts legt de procedure uit: We komen op de wachtlijst. In de taxi naar huis kan ik alleen nog maar huilen, huilen en huilen. Theodoor mag deelnemen aan het Brain Integration Program, maar Mart, de taxichauffeur, zegt dat ik wel een sigaretje mag roken. we moeten nog ongeveer drie maanden wachten. Verder geen uitleg,

“Dan gebruik ik straks wel een spuitbus.” Ook Mart is deze rit stil. 94

95

’s Nachts word ik in paniek wakker: “Mevrouw heeft u het wel geprokomt ze naar huis. Twee dochters zo snel loslaten en dat goed besefbeerd?”

fen, lukt me niet. Het hele leven zit in een te grote stroomversnelling. Nog meer pijn kan ik er op dit moment niet bij hebben. Momentopname

Aan de maatschappelijk werkster van de Maartenskliniek, de psychoOp een dinsdagavond krijgen we een telefoontje uit Arnhem: maanloog en de revalidatiearts vertel ik hoe ik de intake in Arnhem ervaren dag 11 april, over zes dagen, om tien uur, wordt Theodoor verwacht heb. Ze luisteren, maar zeggen allemaal dat het een momentopname voor opname. De ochtend erna bel ik terug naar Arnhem: “Wat moeis, dat ik het zo niet moet zien. Ze hebben goede ervaringen met ten we meenemen?”

Groot Klimmendaal in Arnhem. Het is duidelijk dat we in Nijmegen De dienstdoende begeleidster somt wat dingen uit haar hoofd op: uitgerevalideerd raken. De therapieën worden afgebouwd. Theodoor

“Sportkleding, de gewone spullen, misschien een boek?”

zit vaak uren in de koffiekamer te wachten. Hij verveelt zich steeds meer en roept wel twintig keer per dag dat hij in Arnhem weer gaat Op donderdag ga ik, zoals afgesproken, mee met Theodoor naar de bouwen. De psycholoog van de Maartenskliniek besluit eind maart psycholoog van de Maartenskliniek voor het eindgesprek. De psychoom eens naar Arnhem te bellen. Ook zij horen maar niets. loog is verbaasd dat ik er ook ben. Hij wist niet dat de opname aanstaande maandag al was, ook al had ik het wel doorgegeven aan de Het wordt 11 of 18 april. Ik spreek met de psycholoog af dat, mocht secretaresse. Hij heeft zich daardoor niet voorbereid en ik merk dat het 11 april worden, ik nog een keertje meekom naar de hij moet omschakelen. Ik zeg tegen Theodoor: “Zullen we de psychoMaartenskliniek voor een evaluatie met zijn drieën. Dat betekent ook loog eens lekker gaan evalueren?”

dat ik alvast afscheid neem van de maatschappelijk werkster. Het Theodoor schiet in de lach, de psycholoog ook. “Ja, daar zie ik jullie wordt een bewogen afscheid: wat hebben we samen allemaal niet twee wel toe in staat,” lacht hij. “Maar nu even serieus.”

meegemaakt? Bij haar heb ik mijn beslissing kunnen nemen, en met Hij vraagt ons om vooral te vertellen wat er goed, maar ook wat er haar heb ik al mijn emoties kunnen delen.

niet goed gegaan is in de behandeling, zodat hij ervan kan leren. Soms hebben we samen, ondanks alle ellende, vreselijk kunnen

“Kom maar op,” zegt hij.

lachen. Ik geef haar ten afscheid een kaart. Er staat een meisje op De informatie, alles op schrift krijgen, gesprek met de kinderen, dat met bloemen in haar handen, die ze juichend in de lucht steekt. Ik was allemaal erg goed. Ook goed was dat hij altijd bereid was om te schrijf: “Ooit sta ik er zo weer bij. Dank je wel voor het begin hiervan!

luisteren en alle tijd voor ons had. Ik heb veel van hem geleerd: hoe ik Lieve groet, Marjan.”

met Theodoor afspraken kan maken, hoe ik mijn grenzen kan trekken, Bij het afscheid geven we elkaar drie klinkende zoenen en we hebben met hem om moet gaan, iets wat me eerder niet lukte. Maar ik besef allebei de tranen in de ogen.

ook dat het ijs dun is, dat er nog een zware weg voor ons ligt, waarbij we allebei alle hulp die we kunnen krijgen nodig zullen hebben. Dezelfde maand gaan Silke en Anouk het huis uit: 18 en 21 jaar. Minder prettig vond ik de opmerking over cognitieve gedragstheraAnouk en haar vriend Teun hebben een zolderetage in de binnenstad pie, en – ik zeg ik het recht voor zijn raap – zijn reactie op het apart gekocht, een prachtig plekje. Die twee hebben het heel goed samen. gaan wonen heeft me pijn gedaan. “Maar jongen toch,” alsof het mij Silke heeft een kamer in Breda gevonden, daar studeert ze. Ze gaat geen pijn doet. We sluiten het goed en prettig af en nemen afscheid. bij twee andere meiden in een mooie wijk wonen en de weekenden 96

97

’s Nachts word ik in paniek wakker: “Mevrouw heeft u het wel geprokomt ze naar huis. Twee dochters zo snel loslaten en dat goed besefbeerd?”

fen, lukt me niet. Het hele leven zit in een te grote stroomversnelling. Nog meer pijn kan ik er op dit moment niet bij hebben. Momentopname

Aan de maatschappelijk werkster van de Maartenskliniek, de psychoOp een dinsdagavond krijgen we een telefoontje uit Arnhem: maanloog en de revalidatiearts vertel ik hoe ik de intake in Arnhem ervaren dag 11 april, over zes dagen, om tien uur, wordt Theodoor verwacht heb. Ze luisteren, maar zeggen allemaal dat het een momentopname voor opname. De ochtend erna bel ik terug naar Arnhem: “Wat moeis, dat ik het zo niet moet zien. Ze hebben goede ervaringen met ten we meenemen?”

Groot Klimmendaal in Arnhem. Het is duidelijk dat we in Nijmegen De dienstdoende begeleidster somt wat dingen uit haar hoofd op: uitgerevalideerd raken. De therapieën worden afgebouwd. Theodoor

“Sportkleding, de gewone spullen, misschien een boek?”

zit vaak uren in de koffiekamer te wachten. Hij verveelt zich steeds meer en roept wel twintig keer per dag dat hij in Arnhem weer gaat Op donderdag ga ik, zoals afgesproken, mee met Theodoor naar de bouwen. De psycholoog van de Maartenskliniek besluit eind maart psycholoog van de Maartenskliniek voor het eindgesprek. De psychoom eens naar Arnhem te bellen. Ook zij horen maar niets. loog is verbaasd dat ik er ook ben. Hij wist niet dat de opname aanstaande maandag al was, ook al had ik het wel doorgegeven aan de Het wordt 11 of 18 april. Ik spreek met de psycholoog af dat, mocht secretaresse. Hij heeft zich daardoor niet voorbereid en ik merk dat het 11 april worden, ik nog een keertje meekom naar de hij moet omschakelen. Ik zeg tegen Theodoor: “Zullen we de psychoMaartenskliniek voor een evaluatie met zijn drieën. Dat betekent ook loog eens lekker gaan evalueren?”

dat ik alvast afscheid neem van de maatschappelijk werkster. Het Theodoor schiet in de lach, de psycholoog ook. “Ja, daar zie ik jullie wordt een bewogen afscheid: wat hebben we samen allemaal niet twee wel toe in staat,” lacht hij. “Maar nu even serieus.”

meegemaakt? Bij haar heb ik mijn beslissing kunnen nemen, en met Hij vraagt ons om vooral te vertellen wat er goed, maar ook wat er haar heb ik al mijn emoties kunnen delen.

niet goed gegaan is in de behandeling, zodat hij ervan kan leren. Soms hebben we samen, ondanks alle ellende, vreselijk kunnen

“Kom maar op,” zegt hij.

lachen. Ik geef haar ten afscheid een kaart. Er staat een meisje op De informatie, alles op schrift krijgen, gesprek met de kinderen, dat met bloemen in haar handen, die ze juichend in de lucht steekt. Ik was allemaal erg goed. Ook goed was dat hij altijd bereid was om te schrijf: “Ooit sta ik er zo weer bij. Dank je wel voor het begin hiervan!

luisteren en alle tijd voor ons had. Ik heb veel van hem geleerd: hoe ik Lieve groet, Marjan.”

met Theodoor afspraken kan maken, hoe ik mijn grenzen kan trekken, Bij het afscheid geven we elkaar drie klinkende zoenen en we hebben met hem om moet gaan, iets wat me eerder niet lukte. Maar ik besef allebei de tranen in de ogen.

ook dat het ijs dun is, dat er nog een zware weg voor ons ligt, waarbij we allebei alle hulp die we kunnen krijgen nodig zullen hebben. Dezelfde maand gaan Silke en Anouk het huis uit: 18 en 21 jaar. Minder prettig vond ik de opmerking over cognitieve gedragstheraAnouk en haar vriend Teun hebben een zolderetage in de binnenstad pie, en – ik zeg ik het recht voor zijn raap – zijn reactie op het apart gekocht, een prachtig plekje. Die twee hebben het heel goed samen. gaan wonen heeft me pijn gedaan. “Maar jongen toch,” alsof het mij Silke heeft een kamer in Breda gevonden, daar studeert ze. Ze gaat geen pijn doet. We sluiten het goed en prettig af en nemen afscheid. bij twee andere meiden in een mooie wijk wonen en de weekenden 96

97

Loslaten

Theodoor is blij dat hij naar Arnhem gaat. Daar kan hij laten zien wat hij allemaal nog wel kan. En daar gaat hij bouwen aan zijn toekomst. Hij heeft er zin in. Hij blijft positief en optimistisch. Ik zie er als een berg tegenop om hem die maandagochtend weg te brengen. De intake van drie maanden geleden ben ik nog niet vergeten. Maar ik weet ook dat de tijd gekomen is om los te laten. Op maandagochtend melden we ons bij de kliniek. Een pittige dame wordt Theodoors persoonlijke begeleidster. Theodoor komt op een tweepersoonskamer, zijn kamergenoot is ongeveer van dezelfde leeftijd. De begeleidster doet het opnamegesprek en wil van Theodoor weten wat zijn doelen zijn bij deze opname.

“Weer vriendjes met Marjan worden,” is zijn eerste doel. Ik schiet vol. De begeleidster kijkt ons verbaasd aan.

“Weer aan het werk gaan, en kijken wat daarin mogelijk is,” vervolgt Theodoor.

En hij denkt dat hij wel zelfstandig kan gaan wonen. De begeleidster vertelt over de huishoudelijke taken die hij krijgt: wassen, koken en boodschappen doen. Theodoor reageert: “Maar dát hoef ik allemaal niet te leren, ik wil gewoon weer werken.”

De begeleidster vraagt me wat Theodoor in huis allemaal doet. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik de meeste huishoudelijke taken doe. De begeleidster kijkt me weer bevreemd aan. “Ja, met drie nog thuiswonende kinderen gaat het in mijn eentje drie keer zo snel. Ik heb de tijd en het geduld niet om daarmee in Theodoors tempo om te gaan, en hij accepteert mijn aansturing en begeleiding niet. Dat is ook een van de redenen dat we anders moeten gaan wonen.”

De begeleidster vertelt dat Theodoor geconfronteerd gaat worden in zijn groep. Het zullen keiharde confrontaties worden. Ze wrijft vol Loslaten

energie en strijdlustig in haar handen en zegt: “Dat zal voor jou niet altijd even leuk zijn, Theodoor, maar dat kan ik wel aan.”

99

Loslaten

Theodoor is blij dat hij naar Arnhem gaat. Daar kan hij laten zien wat hij allemaal nog wel kan. En daar gaat hij bouwen aan zijn toekomst. Hij heeft er zin in. Hij blijft positief en optimistisch. Ik zie er als een berg tegenop om hem die maandagochtend weg te brengen. De intake van drie maanden geleden ben ik nog niet vergeten. Maar ik weet ook dat de tijd gekomen is om los te laten. Op maandagochtend melden we ons bij de kliniek. Een pittige dame wordt Theodoors persoonlijke begeleidster. Theodoor komt op een tweepersoonskamer, zijn kamergenoot is ongeveer van dezelfde leeftijd. De begeleidster doet het opnamegesprek en wil van Theodoor weten wat zijn doelen zijn bij deze opname.

“Weer vriendjes met Marjan worden,” is zijn eerste doel. Ik schiet vol. De begeleidster kijkt ons verbaasd aan.

“Weer aan het werk gaan, en kijken wat daarin mogelijk is,” vervolgt Theodoor.

En hij denkt dat hij wel zelfstandig kan gaan wonen. De begeleidster vertelt over de huishoudelijke taken die hij krijgt: wassen, koken en boodschappen doen. Theodoor reageert: “Maar dát hoef ik allemaal niet te leren, ik wil gewoon weer werken.”

De begeleidster vraagt me wat Theodoor in huis allemaal doet. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik de meeste huishoudelijke taken doe. De begeleidster kijkt me weer bevreemd aan. “Ja, met drie nog thuiswonende kinderen gaat het in mijn eentje drie keer zo snel. Ik heb de tijd en het geduld niet om daarmee in Theodoors tempo om te gaan, en hij accepteert mijn aansturing en begeleiding niet. Dat is ook een van de redenen dat we anders moeten gaan wonen.”

De begeleidster vertelt dat Theodoor geconfronteerd gaat worden in zijn groep. Het zullen keiharde confrontaties worden. Ze wrijft vol Loslaten

energie en strijdlustig in haar handen en zegt: “Dat zal voor jou niet altijd even leuk zijn, Theodoor, maar dat kan ik wel aan.”

99

Ik hou mijn hart vast en denk bij mezelf: “Laat de professionals het De maatschappelijk werkster van Groot Klimmendaal komt op huismaar doen, mij is het al die tijd niet gelukt.”

bezoek. Het is een jonge vrouw van in de twintig, met een strenge Er staat een bosje bloemen op zijn kamer met een welkomstkaartje, bril en dito uitstraling. Ze heeft een oudere maatschappelijk werkster heel vriendelijk.

bij zich, die na een burn-out weer therapeutisch aan het werk is. Voor Ik vertel dat we helemaal geen informatie hebben gehad en dat ik de de zoveelste keer vertel ik ons verhaal, en nog steeds gaat dit gepaard intake toch wel heel vervelend heb gevonden. Ik krijg een map met met veel emoties. Ik geef aan dat het voor mij moeilijk is om de greninformatie voor revalidanten mee naar huis. zen voor Theodoor aan te geven. De gelijkwaardigheid in onze relatie is helemaal zoek. Mijn beslissing om apart te gaan wonen, is heel Bart, de man van Simone, komt me om 12 uur halen. Ik kan blijven ingrijpend. Ik zal waarschijnlijk ons huis uitmoeten: financiën, spullunchen op de groep, maar ik wist nergens van en had dit al geregeld. len, eigen bijdrage AWBZ. Ik heb zoveel vragen en de toekomst is Ik neem afscheid van Theodoor. Hij is al bezig met iedereen om keneen grote onzekere diepte. nis te maken en merkt nauwelijks dat ik wegga. Bij thuiskomst zet Bart me bij Simone af, die een super-de-luxe lunch heeft voorbereid, De oudere maatschappelijk werkster noemt onze situatie kwetsbaar. een verrassing. Het geeft me het gevoel dat ik er niet alleen voor sta. Ik kan dat alleen maar beamen. We spreken af dat de jonge maatAl met al is deze opname meegevallen. We zullen zien wat de toeschappelijk werkster mij elke maandagochtend zal bellen om te komst ons brengt.

kijken hoe het weekend verlopen is. Voor alle zaken waarover ik me zorgen maak, word ik naar de huisarts verwezen.

Vrijdagdienstje

De begeleidster belt me die week nog een keer. Ze vindt dat Binnen een week zit ik bij het Algemeen Maatschappelijk Werk in Theodoor ‘leerbaar’ is. Dat vind ik erg knap van haar. Ik kan nu vrijhet dorp. De situatie is nog zo onzeker, dat we niet veel kunnen uit vertellen hoe erg Theodoor op mij gericht is, dat ik óp ben en dat doen. Ik heb totaal geen overzicht meer op de toekomst. Slapen is in ik tegen mijn grenzen aanloop.

deze periode erg moeilijk.

De eerste vrijdagochtend is Theodoor om 11 uur klaar. Ze vraagt me wat ik wil. “Ja hallo, dat is makkelijk verdienen,” flap ik eruit. Voor Theodoor is terechtgekomen in een echte klinische setting. Er wordt mij is dit heel herkenbaar vanuit mijn eigen werk: een lekker rustig in de groep gezamenlijk gegeten in een strak regiem. De eerste zes vrijdagdienstje. Mijn opmerking valt echter niet goed. Het wordt even weken zit hij in de observatieperiode. In het begin moet hij wennen, stil aan de andere kant van de lijn. We spreken af dat hij vrijdag om maar hij past zich snel aan. Wel vraagt hij zich af wanneer hij iets twee uur naar huis komt. Dat kan met de taxi. Volgens Groot gaat leren, wanneer de arbeidsrevalidatie begint. Hij wil vooruit. Klimmendaal zou dat niet vergoed worden, maar na een telefoontje Dat blijft zijn grootste drijfveer.

met de verzekering is ook dit geregeld.

Het eerste weekend thuis verloopt goed. Theodoor kan er nog niet Confronteren

veel over zeggen. Hij zit in de observatieperiode. Ik ben blij hem De confrontaties die Theodoor op de groep krijgt, worden steeds harweer te zien en de kinderen ook. Op zondagavond hoeft hij pas om der. Hij moet koken, wassen, opruimen en strijken. De observaties half tien weer terug te zijn. De maandag wordt mijn bijslaapdag. van de verpleging krijgt hij op zijn ‘bordje’. In de weekenden wordt hij steeds opstandiger. Hij stelt maar vragen en vragen. Het is voor 100

101

Ik hou mijn hart vast en denk bij mezelf: “Laat de professionals het De maatschappelijk werkster van Groot Klimmendaal komt op huismaar doen, mij is het al die tijd niet gelukt.”

bezoek. Het is een jonge vrouw van in de twintig, met een strenge Er staat een bosje bloemen op zijn kamer met een welkomstkaartje, bril en dito uitstraling. Ze heeft een oudere maatschappelijk werkster heel vriendelijk.

bij zich, die na een burn-out weer therapeutisch aan het werk is. Voor Ik vertel dat we helemaal geen informatie hebben gehad en dat ik de de zoveelste keer vertel ik ons verhaal, en nog steeds gaat dit gepaard intake toch wel heel vervelend heb gevonden. Ik krijg een map met met veel emoties. Ik geef aan dat het voor mij moeilijk is om de greninformatie voor revalidanten mee naar huis. zen voor Theodoor aan te geven. De gelijkwaardigheid in onze relatie is helemaal zoek. Mijn beslissing om apart te gaan wonen, is heel Bart, de man van Simone, komt me om 12 uur halen. Ik kan blijven ingrijpend. Ik zal waarschijnlijk ons huis uitmoeten: financiën, spullunchen op de groep, maar ik wist nergens van en had dit al geregeld. len, eigen bijdrage AWBZ. Ik heb zoveel vragen en de toekomst is Ik neem afscheid van Theodoor. Hij is al bezig met iedereen om keneen grote onzekere diepte. nis te maken en merkt nauwelijks dat ik wegga. Bij thuiskomst zet Bart me bij Simone af, die een super-de-luxe lunch heeft voorbereid, De oudere maatschappelijk werkster noemt onze situatie kwetsbaar. een verrassing. Het geeft me het gevoel dat ik er niet alleen voor sta. Ik kan dat alleen maar beamen. We spreken af dat de jonge maatAl met al is deze opname meegevallen. We zullen zien wat de toeschappelijk werkster mij elke maandagochtend zal bellen om te komst ons brengt.

kijken hoe het weekend verlopen is. Voor alle zaken waarover ik me zorgen maak, word ik naar de huisarts verwezen.

Vrijdagdienstje

De begeleidster belt me die week nog een keer. Ze vindt dat Binnen een week zit ik bij het Algemeen Maatschappelijk Werk in Theodoor ‘leerbaar’ is. Dat vind ik erg knap van haar. Ik kan nu vrijhet dorp. De situatie is nog zo onzeker, dat we niet veel kunnen uit vertellen hoe erg Theodoor op mij gericht is, dat ik óp ben en dat doen. Ik heb totaal geen overzicht meer op de toekomst. Slapen is in ik tegen mijn grenzen aanloop.

deze periode erg moeilijk.

De eerste vrijdagochtend is Theodoor om 11 uur klaar. Ze vraagt me wat ik wil. “Ja hallo, dat is makkelijk verdienen,” flap ik eruit. Voor Theodoor is terechtgekomen in een echte klinische setting. Er wordt mij is dit heel herkenbaar vanuit mijn eigen werk: een lekker rustig in de groep gezamenlijk gegeten in een strak regiem. De eerste zes vrijdagdienstje. Mijn opmerking valt echter niet goed. Het wordt even weken zit hij in de observatieperiode. In het begin moet hij wennen, stil aan de andere kant van de lijn. We spreken af dat hij vrijdag om maar hij past zich snel aan. Wel vraagt hij zich af wanneer hij iets twee uur naar huis komt. Dat kan met de taxi. Volgens Groot gaat leren, wanneer de arbeidsrevalidatie begint. Hij wil vooruit. Klimmendaal zou dat niet vergoed worden, maar na een telefoontje Dat blijft zijn grootste drijfveer.

met de verzekering is ook dit geregeld.

Het eerste weekend thuis verloopt goed. Theodoor kan er nog niet Confronteren

veel over zeggen. Hij zit in de observatieperiode. Ik ben blij hem De confrontaties die Theodoor op de groep krijgt, worden steeds harweer te zien en de kinderen ook. Op zondagavond hoeft hij pas om der. Hij moet koken, wassen, opruimen en strijken. De observaties half tien weer terug te zijn. De maandag wordt mijn bijslaapdag. van de verpleging krijgt hij op zijn ‘bordje’. In de weekenden wordt hij steeds opstandiger. Hij stelt maar vragen en vragen. Het is voor 100

101

hem onduidelijk wat hij naast het huishouden daar nu precies doet. weer bij mij. Alles is mijn schuld. Hij raakt steeds meer in de war Ja, een aantal therapieën volgen. Zijn emoties komen er bij ons in het door de harde confrontaties. Ik vraag me af of dit de juiste methode weekend uit. Op de groep gedraagt hij zich prima, maar alle frustraties voor Theodoor is. Ik ken mijn man van haver tot gort, van voor en na die hij daar opdoet, zijn voor ons, het gezin. We gaan in de weekenden het letsel. Ik heb honderden uren met hem gepraat en zie waar de erg veel wandelen: de buitenlucht in met de onvermoeibare Tinus. moeilijkheden liggen. De begeleidster zegt: “Hij lijkt wel een lulletje Ik probeer er iedere keer een ontspannen weekend van te maken: rozenwater. Hij is continu met jou bezig.”

’s Avonds lekker eten en een leuke film kijken, uitstapjes verzinnen, Ik leg uit dat Theodoor zijn assertiviteit voor een deel kwijt is en dat enzovoort. Ik ontwijk alle vragen en opmerkingen zo veel mogelijk. hij conflicten uit de weg gaat. Dat neemt te veel ruimte in beslag in zijn hoofd. Hij lost het op door het bij mij te leggen. Dat is ook de Op een vrijdagavond gaan we naar de première van een musical waarreden waarom ik het niet 7 keer 24 uur volhoud. “Vergis je niet,” zeg in onze oudste dochter Silke danst. We parkeren de auto en lopen nog ik, “we zijn vlak voor het letsel getrouwd. Dat is zijn laatste herinneeen stukje door de stad naar het theater. We zijn aan de late kant. Vlak ring en dat geeft hem een enorm houvast.”

bij het theater realiseer ik me opeens dat ik de bloemen voor Silke in

“Ja,” zegt ze spottend, “hij loopt hier de hele dag met zijn trouwfoto’s de auto heb laten liggen. Er is geen tijd om rustig terug te wandelen. rond.”

Ik zal moeten rennen om op tijd te zijn voor de voorstelling. Ik zeg Dat raakt me – het was ook mijn bruiloft – maar ik zeg er niets van. tegen Theodoor dat hij moet blijven staan waar hij nu staat en ren Hoe leg je dit aan een buitenstaander uit zonder sentimenteel te naar de auto. Buiten adem kom ik terug met de bloemen. In de verte worden?

zie ik een opstootje. Een zwerver staat heel hard te schreeuwen tegen Theodoor blijft op de groep hardnekkig in mij geloven. “Ik wil dat mijn man en duwt hem steeds harder weg. Mensen staan er in een Marjan gelukkig wordt,” roept hij heel de dag triomfantelijk. Zijn perkring omheen. Ze kijken toe, maar niemand doet iets. Ik sprint ernaar soonlijke begeleidster zegt hem keer op keer dat hij Marjan uit zijn toe, spring ertussen, en zet een hele grote mond op tegen de zwerver. hoofd moet zetten: “Marjan, die vindt wel een andere man. Van de Die druipt snel af. We lopen vlug weg, en nog steeds buiten adem koppels waarbij een persoon hersenletsel krijgt, gaat 85% scheiden. vraag ik aan Theodoor: “Waarom liep je niet weg?”

Dus bereid je daar op voor, Theodoor. Je houdt een illusie in stand.”

“Ik moest van jou daar blijven staan,” antwoordt hij. Ik ben Theodoors houvast, dat weet ik zo goed, maar ik wil apart Hij heeft mijn woorden wel heel letterlijk genomen. Ik ben er echt wonen omdat ik het niet volhoud. Alle bodem onder zijn voeten ontdaan van. Toch genieten we intens van de musical. Wanneer na wordt weggehaald, hij wordt nog veel wantrouwiger dan hij al was. afloop in de foyer alle spelers en dansers in gala met luid gejuich Ik kan me niet verweren tegen deze werkwijze. In de weekenden kan verwelkomd worden, zijn we twee trotse ouders.

ik een boze Theodoor alleen maar vasthouden, door elkaar schudden, en zeggen: “Kijk me aan! Kijk me nú aan! Vertrouw me nou, verIk meld het zwerversincident aan de begeleiding in Arnhem. Ik weet trouw me nondeju!” Ik krijg er een steeds grotere kluif aan en een dat Theodoor volgens het Program moet leren zelfstandig met het steeds bitterder smaak in mijn mond.

openbaar vervoer te reizen, maar deze dingen gebeuren in de reali Het is moeilijk te moeten aanzien hoe Theodoor in het weekend teit. Ik uit mijn zorg hierover, maar er wordt niet op ingegaan. thuiskomt met vieze kleren, verkeerde spullen en ook regelmatig met Regelmatig bel ik met de persoonlijke begeleidster. We raken steeds verkeerde medicatie. Ik meld dit keer op keer, maar het is zijn eigen verder terug bij af. Alles wat in de revalidatie misgaat, legt mijn man verantwoording, op weg naar zelfstandigheid.

102

103

hem onduidelijk wat hij naast het huishouden daar nu precies doet. weer bij mij. Alles is mijn schuld. Hij raakt steeds meer in de war Ja, een aantal therapieën volgen. Zijn emoties komen er bij ons in het door de harde confrontaties. Ik vraag me af of dit de juiste methode weekend uit. Op de groep gedraagt hij zich prima, maar alle frustraties voor Theodoor is. Ik ken mijn man van haver tot gort, van voor en na die hij daar opdoet, zijn voor ons, het gezin. We gaan in de weekenden het letsel. Ik heb honderden uren met hem gepraat en zie waar de erg veel wandelen: de buitenlucht in met de onvermoeibare Tinus. moeilijkheden liggen. De begeleidster zegt: “Hij lijkt wel een lulletje Ik probeer er iedere keer een ontspannen weekend van te maken: rozenwater. Hij is continu met jou bezig.”

’s Avonds lekker eten en een leuke film kijken, uitstapjes verzinnen, Ik leg uit dat Theodoor zijn assertiviteit voor een deel kwijt is en dat enzovoort. Ik ontwijk alle vragen en opmerkingen zo veel mogelijk. hij conflicten uit de weg gaat. Dat neemt te veel ruimte in beslag in zijn hoofd. Hij lost het op door het bij mij te leggen. Dat is ook de Op een vrijdagavond gaan we naar de première van een musical waarreden waarom ik het niet 7 keer 24 uur volhoud. “Vergis je niet,” zeg in onze oudste dochter Silke danst. We parkeren de auto en lopen nog ik, “we zijn vlak voor het letsel getrouwd. Dat is zijn laatste herinneeen stukje door de stad naar het theater. We zijn aan de late kant. Vlak ring en dat geeft hem een enorm houvast.”

bij het theater realiseer ik me opeens dat ik de bloemen voor Silke in

“Ja,” zegt ze spottend, “hij loopt hier de hele dag met zijn trouwfoto’s de auto heb laten liggen. Er is geen tijd om rustig terug te wandelen. rond.”

Ik zal moeten rennen om op tijd te zijn voor de voorstelling. Ik zeg Dat raakt me – het was ook mijn bruiloft – maar ik zeg er niets van. tegen Theodoor dat hij moet blijven staan waar hij nu staat en ren Hoe leg je dit aan een buitenstaander uit zonder sentimenteel te naar de auto. Buiten adem kom ik terug met de bloemen. In de verte worden?

zie ik een opstootje. Een zwerver staat heel hard te schreeuwen tegen Theodoor blijft op de groep hardnekkig in mij geloven. “Ik wil dat mijn man en duwt hem steeds harder weg. Mensen staan er in een Marjan gelukkig wordt,” roept hij heel de dag triomfantelijk. Zijn perkring omheen. Ze kijken toe, maar niemand doet iets. Ik sprint ernaar soonlijke begeleidster zegt hem keer op keer dat hij Marjan uit zijn toe, spring ertussen, en zet een hele grote mond op tegen de zwerver. hoofd moet zetten: “Marjan, die vindt wel een andere man. Van de Die druipt snel af. We lopen vlug weg, en nog steeds buiten adem koppels waarbij een persoon hersenletsel krijgt, gaat 85% scheiden. vraag ik aan Theodoor: “Waarom liep je niet weg?”

Dus bereid je daar op voor, Theodoor. Je houdt een illusie in stand.”

“Ik moest van jou daar blijven staan,” antwoordt hij. Ik ben Theodoors houvast, dat weet ik zo goed, maar ik wil apart Hij heeft mijn woorden wel heel letterlijk genomen. Ik ben er echt wonen omdat ik het niet volhoud. Alle bodem onder zijn voeten ontdaan van. Toch genieten we intens van de musical. Wanneer na wordt weggehaald, hij wordt nog veel wantrouwiger dan hij al was. afloop in de foyer alle spelers en dansers in gala met luid gejuich Ik kan me niet verweren tegen deze werkwijze. In de weekenden kan verwelkomd worden, zijn we twee trotse ouders.

ik een boze Theodoor alleen maar vasthouden, door elkaar schudden, en zeggen: “Kijk me aan! Kijk me nú aan! Vertrouw me nou, verIk meld het zwerversincident aan de begeleiding in Arnhem. Ik weet trouw me nondeju!” Ik krijg er een steeds grotere kluif aan en een dat Theodoor volgens het Program moet leren zelfstandig met het steeds bitterder smaak in mijn mond.

openbaar vervoer te reizen, maar deze dingen gebeuren in de reali Het is moeilijk te moeten aanzien hoe Theodoor in het weekend teit. Ik uit mijn zorg hierover, maar er wordt niet op ingegaan. thuiskomt met vieze kleren, verkeerde spullen en ook regelmatig met Regelmatig bel ik met de persoonlijke begeleidster. We raken steeds verkeerde medicatie. Ik meld dit keer op keer, maar het is zijn eigen verder terug bij af. Alles wat in de revalidatie misgaat, legt mijn man verantwoording, op weg naar zelfstandigheid.

102

103

“Waarvoor worden deze mensen dan betaald?” vraag ik vertwijfeld Jammer, lastig, vervelend, met een opgetrokken bovenlip hoor ik het aan Simone. Ze haalt haar schouders op en steekt haar armen in de aan.

lucht, want dat weet zij ook allang niet meer.

Ik leg haar uit waarom ik anders wil gaan wonen. Ze vertaalt dit naar Theodoor door steeds tegen hem te zeggen: “Marjan wíl niet meer Twee ouders

met jou wonen.” Ik blijf herhalen: “Nee, ik kán het niet.” Je moest Ondertussen vragen de kinderen ook aandacht. Verkeringen, schooleens weten wat ik wel zou willen. keuzes, huiswerk, voetbal, ballet, toneel, halen en brengen met de Haar advies aan mij is botweg de rem erop zetten, zonder discussie. auto, alles gaat door. Toch heb ik het gevoel dat ik ontzettend tekort“Neem hem niet zo serieus.” Over ons gezin praten, heeft geen zin. schiet. Ik probeer de taak van twee ouders te vervullen met alles wat Men is bezig met het eigen Program.

ik in me heb. Wat vroeger allemaal normaal was en leuk, kost nu heel veel energie.

Op een vrijdagochtend heeft Theodoor een gesprek bij de psycholoog. De psycholoog vraagt hem: “En, wil Marjan nog steeds apart wonen?”

Anouk gaat als eerste op een dinsdagavond op bezoek in Arnhem. Voor mijn man is dit een letterlijk gegeven. Hij spreekt de hoop uit Rond negen uur belt ze me huilend op: “Mama, waar is papa nou dat ik van gedachte verander. Dit wordt dan ook het hele weekend toch terechtgekomen? Wat een akelige toestand. De begeleiding zegt hét thema, het is doodvermoeiend.

me niet eens gedag. Ze zitten op kantoor en alle revalidanten moeten op hun kamertje zitten. Moet je kijken mam, hoe ze met papa Een incident, opgetekend uit Theodoors verhalen: iedere avond op omgaan! Het lijkt wel of hij straf krijgt. Dat kan toch niet?”

een vaste tijd moeten de revalidanten het dagprogramma voor de volZe is helemaal overstuur en ontdaan. Ze staat in haar eentje bij de gende dag bij de verpleging ophalen. Die avond is de verpleging in bushalte waar ’s avonds nauwelijks bussen komen. Ze moet een uur gesprek met elkaar, met de deur dicht. Omdat mijn man na een eenwachten. zijdige verlamming niet lang kan staan, heeft hij een stoel gepakt om Ik praat met haar dat uur vol en probeer uit te leggen dat het niet in de rij van wachtende revalidanten te gaan zitten. Als de deur van anders kan. Ik weet het ook niet meer.

de verpleging opengaat, wordt hem gesommeerd de stoel terug te zetIk sta helemaal klem, want ik kan haar vader in deze gemoedstoeten. Vervolgens moet hij achteraan aansluiten. Als hij uiteindelijk aan stand niet naar huis halen.

de beurt is, krijgt hij zijn dagprogramma niet omdat de tijd om is. Wanneer Silke en Bas op bezoek gaan, is hun reactie niet anders. Ik Ik vertel de maatschappelijk werkster dat de informatie die Theodoor heb er mijn handen vol aan. En gek, ik schaam me en voel me verover onze relatie krijgt – zet Marjan uit je hoofd – heel anders is dan antwoordelijk.

de informatie die hij van mij krijgt. Theodoor zegt thuis tegen iedereen: “Kan je dat nou geloven? Ze zet me gewoon het huis uit. Ga je De telefonische gesprekken op maandagochtend met de maatschaptrouwen, krijg je een herseninfarct en word je gewoonweg het huis pelijk werkster van Groot Klimmendaal gaan alleen over Theodoors uitgeflikkerd.” In Klimmendaal kan men hem alleen maar gelijk gedrag. Wanneer ik vertel wat de behandelmethode betekent voor geven en men doet dat met verve. Ik kan me niet verweren tegen de thuis, krijg ik steeds als antwoord: “Dat is lastig,” en “heel jammer,”

praatjes die hij rondstrooit. Het levert me veel boosheid en onbegrip of “erg vervelend”.

op vanuit de omgeving.

104

105

“Waarvoor worden deze mensen dan betaald?” vraag ik vertwijfeld Jammer, lastig, vervelend, met een opgetrokken bovenlip hoor ik het aan Simone. Ze haalt haar schouders op en steekt haar armen in de aan.

lucht, want dat weet zij ook allang niet meer.

Ik leg haar uit waarom ik anders wil gaan wonen. Ze vertaalt dit naar Theodoor door steeds tegen hem te zeggen: “Marjan wíl niet meer Twee ouders

met jou wonen.” Ik blijf herhalen: “Nee, ik kán het niet.” Je moest Ondertussen vragen de kinderen ook aandacht. Verkeringen, schooleens weten wat ik wel zou willen. keuzes, huiswerk, voetbal, ballet, toneel, halen en brengen met de Haar advies aan mij is botweg de rem erop zetten, zonder discussie. auto, alles gaat door. Toch heb ik het gevoel dat ik ontzettend tekort“Neem hem niet zo serieus.” Over ons gezin praten, heeft geen zin. schiet. Ik probeer de taak van twee ouders te vervullen met alles wat Men is bezig met het eigen Program.

ik in me heb. Wat vroeger allemaal normaal was en leuk, kost nu heel veel energie.

Op een vrijdagochtend heeft Theodoor een gesprek bij de psycholoog. De psycholoog vraagt hem: “En, wil Marjan nog steeds apart wonen?”

Anouk gaat als eerste op een dinsdagavond op bezoek in Arnhem. Voor mijn man is dit een letterlijk gegeven. Hij spreekt de hoop uit Rond negen uur belt ze me huilend op: “Mama, waar is papa nou dat ik van gedachte verander. Dit wordt dan ook het hele weekend toch terechtgekomen? Wat een akelige toestand. De begeleiding zegt hét thema, het is doodvermoeiend.

me niet eens gedag. Ze zitten op kantoor en alle revalidanten moeten op hun kamertje zitten. Moet je kijken mam, hoe ze met papa Een incident, opgetekend uit Theodoors verhalen: iedere avond op omgaan! Het lijkt wel of hij straf krijgt. Dat kan toch niet?”

een vaste tijd moeten de revalidanten het dagprogramma voor de volZe is helemaal overstuur en ontdaan. Ze staat in haar eentje bij de gende dag bij de verpleging ophalen. Die avond is de verpleging in bushalte waar ’s avonds nauwelijks bussen komen. Ze moet een uur gesprek met elkaar, met de deur dicht. Omdat mijn man na een eenwachten. zijdige verlamming niet lang kan staan, heeft hij een stoel gepakt om Ik praat met haar dat uur vol en probeer uit te leggen dat het niet in de rij van wachtende revalidanten te gaan zitten. Als de deur van anders kan. Ik weet het ook niet meer.

de verpleging opengaat, wordt hem gesommeerd de stoel terug te zetIk sta helemaal klem, want ik kan haar vader in deze gemoedstoeten. Vervolgens moet hij achteraan aansluiten. Als hij uiteindelijk aan stand niet naar huis halen.

de beurt is, krijgt hij zijn dagprogramma niet omdat de tijd om is. Wanneer Silke en Bas op bezoek gaan, is hun reactie niet anders. Ik Ik vertel de maatschappelijk werkster dat de informatie die Theodoor heb er mijn handen vol aan. En gek, ik schaam me en voel me verover onze relatie krijgt – zet Marjan uit je hoofd – heel anders is dan antwoordelijk.

de informatie die hij van mij krijgt. Theodoor zegt thuis tegen iedereen: “Kan je dat nou geloven? Ze zet me gewoon het huis uit. Ga je De telefonische gesprekken op maandagochtend met de maatschaptrouwen, krijg je een herseninfarct en word je gewoonweg het huis pelijk werkster van Groot Klimmendaal gaan alleen over Theodoors uitgeflikkerd.” In Klimmendaal kan men hem alleen maar gelijk gedrag. Wanneer ik vertel wat de behandelmethode betekent voor geven en men doet dat met verve. Ik kan me niet verweren tegen de thuis, krijg ik steeds als antwoord: “Dat is lastig,” en “heel jammer,”

praatjes die hij rondstrooit. Het levert me veel boosheid en onbegrip of “erg vervelend”.

op vanuit de omgeving.

104

105

Kietelen en giebelen

“Het lijkt wel een tribunaal,” denk ik bij mezelf en ik voel me heel Dan krijgen we het eerste voortgangsgesprek met het team. Ik vraag erg alleen.

om een meeloopdag om de zaken beter te kunnen uitleggen. Dat moet de maatschappelijk werkster nog even regelen. Maandagavond De revalidatiearts vertelt dat Theodoor zelfstandig gaat leren koken belt ze terug. Op woensdagochtend om half negen word ik voor het en boodschappen doen. Dat past ook prima in de modules die zij gesprek in Arnhem verwacht. Daarna heeft de psycholoog precies een bieden. Ook moet hij na iedere therapie aan de begeleiding vertellen kwartier tijd, en vervolgens kan ik meelopen met de ergo-en de fysiowat er mis gaat. Zo krijgt hij beter inzicht in zijn ziektebeeld, want therapie. Ik zeg tegen de maatschappelijk werkster dat ik dit een Theodoor blijft gewoon eeuwig optimistisch en positief. slechte gang van zaken vind. Dat had allemaal toch veel eerder en Ik heb dit gesprek voorbereid. Ik moet veel duidelijker vertellen hoe beter geregeld kunnen worden? Wat heb ik aan een kwartier bij de ik de toekomst voor me zie, want blijkbaar is dat nog niet goed overpsycholoog?

gekomen. Mijn lijstjes heb ik er bijgehaald en vol liefde begin ik hier over aan het team te vertellen. Maar de tijd is om. De revalidatiearts Om kwart voor zeven die woensdagochtend zit ik bij een vriend in de loopt naar de deur om ons uit te laten en zegt, met de deurklink in auto, hij moet toch die kant op. De vermoeidheid laat ik niet toe, ik zijn hand: “Mevrouw, dat wat u wilt, kan helemaal niet. Uw man wil dit goed doen! Bij binnenkomst in de groep zit Theodoor stijf wordt een familielid, geen gezinslid. U geeft uw man hoop.”

tegen de muur op een stoel. Ik begroet hem met een kus. Ik draai me De deur gaat open en we kunnen gaan. Einde gesprek. om en zie zijn persoonlijke begeleidster schamper naar ons glim lachen. Vandaag heeft ze wel een heel bijzondere outfit: een lange Mens

zwarte jurk met een strak glanzende, leren BH eroverheen. Na deze bespreking worden we in een ander kamertje geloodst. Ik ga bij Theodoor zitten en fluister tegen hem: “Joh, waarom zit je We krijgen een gesprek met de maatschappelijk werkster en de perhier zo krampachtig tegen de muur?”

soonlijke begeleidster. De persoonlijke begeleidster voert het woord.

“Anders krijg ik de hele tijd op mijn donder,” fluistert hij terug. Ik kijk steeds naar haar vreemde outfit: het leidt me af. De begeleid“Wanneer ik niets doe, krijg ik ook niet op mijn donder.” Hij is ster gaat me nu duidelijk maken dat ík de revalidatie van Theodoor doodsbang. Ik ken hem niet meer terug.

belemmer.

Het lijkt hier ‘One flew over the cuckoo’s nest’ wel, flitst het door me Ik schrik me rot: ze is fel en er is geen discussie mogelijk. Ik sputter heen.

nog wat dat ik het vreselijk vind om hem verwaarloosd en wanhopig thuis te zien komen.

Voor de deur van de arts verzamelen we ons. De maatschappelijk

“Mens! Waar maak je je druk om,” roept ze boos. “Theodoor wordt werkster en persoonlijk begeleidster begroeten elkaar met ‘grappige’

zo nooit zelfstandig. Laat hem tegen zijn beperkingen aanbotsen. kinderlijke stemmetjes. Ze kietelen elkaar en giebelen, en kijken Dat is juist de bedoeling, dat is goed voor hem!”

ondertussen of ik alles wel zie. “Rug recht, Marjan,” denk ik,” voeten Wanneer ik aan de hand van voorbeelden nog wat tegengas probeer op de grond en rustig blijven.” Ik haal diep adem. te geven, zegt ze ferm: “Marjan, we werken hier niet met jou, maar Bij binnenkomst komen Theodoor en ik tegenover de revalidatiearts, met Theodoor”.

de arts-assistent, de psycholoog, de maatschappelijk werkster en de persoonlijk begeleidster te zitten.

Sprakeloos sta ik even later buiten. Op dat moment ben ik er werke106

107

Kietelen en giebelen

“Het lijkt wel een tribunaal,” denk ik bij mezelf en ik voel me heel Dan krijgen we het eerste voortgangsgesprek met het team. Ik vraag erg alleen.

om een meeloopdag om de zaken beter te kunnen uitleggen. Dat moet de maatschappelijk werkster nog even regelen. Maandagavond De revalidatiearts vertelt dat Theodoor zelfstandig gaat leren koken belt ze terug. Op woensdagochtend om half negen word ik voor het en boodschappen doen. Dat past ook prima in de modules die zij gesprek in Arnhem verwacht. Daarna heeft de psycholoog precies een bieden. Ook moet hij na iedere therapie aan de begeleiding vertellen kwartier tijd, en vervolgens kan ik meelopen met de ergo-en de fysiowat er mis gaat. Zo krijgt hij beter inzicht in zijn ziektebeeld, want therapie. Ik zeg tegen de maatschappelijk werkster dat ik dit een Theodoor blijft gewoon eeuwig optimistisch en positief. slechte gang van zaken vind. Dat had allemaal toch veel eerder en Ik heb dit gesprek voorbereid. Ik moet veel duidelijker vertellen hoe beter geregeld kunnen worden? Wat heb ik aan een kwartier bij de ik de toekomst voor me zie, want blijkbaar is dat nog niet goed overpsycholoog?

gekomen. Mijn lijstjes heb ik er bijgehaald en vol liefde begin ik hier over aan het team te vertellen. Maar de tijd is om. De revalidatiearts Om kwart voor zeven die woensdagochtend zit ik bij een vriend in de loopt naar de deur om ons uit te laten en zegt, met de deurklink in auto, hij moet toch die kant op. De vermoeidheid laat ik niet toe, ik zijn hand: “Mevrouw, dat wat u wilt, kan helemaal niet. Uw man wil dit goed doen! Bij binnenkomst in de groep zit Theodoor stijf wordt een familielid, geen gezinslid. U geeft uw man hoop.”

tegen de muur op een stoel. Ik begroet hem met een kus. Ik draai me De deur gaat open en we kunnen gaan. Einde gesprek. om en zie zijn persoonlijke begeleidster schamper naar ons glim lachen. Vandaag heeft ze wel een heel bijzondere outfit: een lange Mens

zwarte jurk met een strak glanzende, leren BH eroverheen. Na deze bespreking worden we in een ander kamertje geloodst. Ik ga bij Theodoor zitten en fluister tegen hem: “Joh, waarom zit je We krijgen een gesprek met de maatschappelijk werkster en de perhier zo krampachtig tegen de muur?”

soonlijke begeleidster. De persoonlijke begeleidster voert het woord.

“Anders krijg ik de hele tijd op mijn donder,” fluistert hij terug. Ik kijk steeds naar haar vreemde outfit: het leidt me af. De begeleid“Wanneer ik niets doe, krijg ik ook niet op mijn donder.” Hij is ster gaat me nu duidelijk maken dat ík de revalidatie van Theodoor doodsbang. Ik ken hem niet meer terug.

belemmer.

Het lijkt hier ‘One flew over the cuckoo’s nest’ wel, flitst het door me Ik schrik me rot: ze is fel en er is geen discussie mogelijk. Ik sputter heen.

nog wat dat ik het vreselijk vind om hem verwaarloosd en wanhopig thuis te zien komen.

Voor de deur van de arts verzamelen we ons. De maatschappelijk

“Mens! Waar maak je je druk om,” roept ze boos. “Theodoor wordt werkster en persoonlijk begeleidster begroeten elkaar met ‘grappige’

zo nooit zelfstandig. Laat hem tegen zijn beperkingen aanbotsen. kinderlijke stemmetjes. Ze kietelen elkaar en giebelen, en kijken Dat is juist de bedoeling, dat is goed voor hem!”

ondertussen of ik alles wel zie. “Rug recht, Marjan,” denk ik,” voeten Wanneer ik aan de hand van voorbeelden nog wat tegengas probeer op de grond en rustig blijven.” Ik haal diep adem. te geven, zegt ze ferm: “Marjan, we werken hier niet met jou, maar Bij binnenkomst komen Theodoor en ik tegenover de revalidatiearts, met Theodoor”.

de arts-assistent, de psycholoog, de maatschappelijk werkster en de persoonlijk begeleidster te zitten.

Sprakeloos sta ik even later buiten. Op dat moment ben ik er werke106

107

lijk van overtuigd dat alles aan mij ligt. Dat ik tot nu toe alles verDe groep is diep onder de indruk: het voorbeeld is duidelijk. keerd heb gedaan. Ik voel me vreselijk. De meeloopdag gaat verder: Integratieprogramma? In de maatschappij komt ze toch ook in aanWe kunnen een kwartier bij de psycholoog terecht, maar daar klap ik raking met drugs? Het druist in tegen al mijn ideeën, maar ik houd dicht. Ik ben nog te verbouwereerd van het vorige gesprek. wederom mijn mond.

De ergotherapeute wijst mijn man bij een opdracht steeds op zijn tekortkomingen. Omdat Theodoor verbaal erg sterk is, moet ze hier’s Nachts probeer ik de dag voor mezelf te evalueren en te verwerken. voor toch van goeden huize komen. Ze kijkt me aan en rolt met haar In mijn maag ontstaat een steeds groter wordende knoop. Ik ben ogen. Ik klap nog verder dicht en er komt geen woord meer over ervan overtuigd dat ik alles, maar dan ook alles verkeerd heb gedaan. mijn lippen. Tot slot gaan we naar de fysiotherapeute, een veradeIk snap er helemaal niets van. Ik ben dus een lastige echtgenote en ming. We fitnessen met z’n drieën. Ze begrijpt Theodoors gevoel moet mijn mond houden en alles aanzien, meer niet. Ik voel me heel voor humor en het half uurtje vliegt voorbij.

klein.

Wanneer ik op de groep koffiedrink, komen alle revalidanten bij ons Stop

zitten. Ze willen hun verhaal kwijt. Ze zijn allemaal gefrustreerd over Theodoor revalideert door en wordt flink geconfronteerd met zijn de gang van zaken op Klimmendaal: het is een grote klaagzang. beperkingen. Na zes weken behandeling komt er een weekend waarIk probeer ze op te peppen en moed in te praten. We maken maar in alles escaleert. Bas heeft binnenkort proefwerkweek en moet aan veel grapjes.

veel werkstukken werken. Theodoor is nog geen uur thuis of de computer loopt vast. Ik heb er zo ongelooflijk genoeg van op dat moment Met een meisje van een jaar of achttien kan ik het goed vinden. Het en word boos op Theodoor: “De studie van de kinderen gaat voor. is een vlotte, vrolijke tante, een kwikzilver die veel aandacht vraagt De computer loopt altijd vast wanneer jij er bent. Blijf er dan ook door haar hersenletsel. Binnen de kortste keren kent ze iedereen in vanaf met je tengels!”

het pand. Ze heeft het druk met het onderhouden van alle sociale Volgens Theodoor is het allemaal de schuld van Bas en hij vaart ontcontacten die ze met gemak legt. ’s Avonds is ze vaak buiten te vinzettend uit tegen onze zoon. Hij gaat helemaal los. Ik trek Theodoor den, tot grote frustratie van de begeleiding. Ze fluistert me toe dat ze de auto in: weg hier! “Je blijft van Bas af!”

verliefd is op een jongen in de andere groep en dat ze knettergek wordt van alle regels. We praten wat, maken grapjes, en dan is ze We gaan naar de markt in de stad. De sfeer in de auto is om te snijweer weg. Onderweg springt ze omhoog en mept even lekker tegen den. Ik probeer met alle macht rustig te blijven. Theodoor wil de een bordje dat aan het plafond hangt. Lekker opstandig, denk ik nog. discussie aangaan, maar ik niet. Hij wordt daarover zo boos dat hij Ik moet erom lachen. Ik heb thuis ook pubers.

midden op een druk kruispunt uit de auto stapt. Ik schrik me kapot, Diezelfde avond is de hele groep in rep en roer. Het meisje is buiten zet snel de alarmlichten aan, loop om de auto heen en duw hem door de begeleiding betrapt op blowen. Alcohol en drugs zijn ten terug in de auto. We zijn woest op elkaar. “Stop hiermee,” zeg ik, strengste verboden. Ze heeft direct, onder toezicht, een urinetest

“we gaan naar de markt, stop nú!” Ik wil niet naar huis, want dit kan moeten ondergaan, en kan op staande voet vertrekken. Maar niet ik de kinderen niet aandoen. “We gaan ergens koffiedrinken,” beloof voordat ze dit persoonlijk, ten overstaan van de hele groep, heeft ik. Dat geeft even rust, want hij vindt het altijd fijn om samen op een opgebiecht. Huilend heeft ze dat gedaan en ze is vertrokken. terrasje zitten.

108

109

lijk van overtuigd dat alles aan mij ligt. Dat ik tot nu toe alles verDe groep is diep onder de indruk: het voorbeeld is duidelijk. keerd heb gedaan. Ik voel me vreselijk. De meeloopdag gaat verder: Integratieprogramma? In de maatschappij komt ze toch ook in aanWe kunnen een kwartier bij de psycholoog terecht, maar daar klap ik raking met drugs? Het druist in tegen al mijn ideeën, maar ik houd dicht. Ik ben nog te verbouwereerd van het vorige gesprek. wederom mijn mond.

De ergotherapeute wijst mijn man bij een opdracht steeds op zijn tekortkomingen. Omdat Theodoor verbaal erg sterk is, moet ze hier’s Nachts probeer ik de dag voor mezelf te evalueren en te verwerken. voor toch van goeden huize komen. Ze kijkt me aan en rolt met haar In mijn maag ontstaat een steeds groter wordende knoop. Ik ben ogen. Ik klap nog verder dicht en er komt geen woord meer over ervan overtuigd dat ik alles, maar dan ook alles verkeerd heb gedaan. mijn lippen. Tot slot gaan we naar de fysiotherapeute, een veradeIk snap er helemaal niets van. Ik ben dus een lastige echtgenote en ming. We fitnessen met z’n drieën. Ze begrijpt Theodoors gevoel moet mijn mond houden en alles aanzien, meer niet. Ik voel me heel voor humor en het half uurtje vliegt voorbij.

klein.

Wanneer ik op de groep koffiedrink, komen alle revalidanten bij ons Stop

zitten. Ze willen hun verhaal kwijt. Ze zijn allemaal gefrustreerd over Theodoor revalideert door en wordt flink geconfronteerd met zijn de gang van zaken op Klimmendaal: het is een grote klaagzang. beperkingen. Na zes weken behandeling komt er een weekend waarIk probeer ze op te peppen en moed in te praten. We maken maar in alles escaleert. Bas heeft binnenkort proefwerkweek en moet aan veel grapjes.

veel werkstukken werken. Theodoor is nog geen uur thuis of de computer loopt vast. Ik heb er zo ongelooflijk genoeg van op dat moment Met een meisje van een jaar of achttien kan ik het goed vinden. Het en word boos op Theodoor: “De studie van de kinderen gaat voor. is een vlotte, vrolijke tante, een kwikzilver die veel aandacht vraagt De computer loopt altijd vast wanneer jij er bent. Blijf er dan ook door haar hersenletsel. Binnen de kortste keren kent ze iedereen in vanaf met je tengels!”

het pand. Ze heeft het druk met het onderhouden van alle sociale Volgens Theodoor is het allemaal de schuld van Bas en hij vaart ontcontacten die ze met gemak legt. ’s Avonds is ze vaak buiten te vinzettend uit tegen onze zoon. Hij gaat helemaal los. Ik trek Theodoor den, tot grote frustratie van de begeleiding. Ze fluistert me toe dat ze de auto in: weg hier! “Je blijft van Bas af!”

verliefd is op een jongen in de andere groep en dat ze knettergek wordt van alle regels. We praten wat, maken grapjes, en dan is ze We gaan naar de markt in de stad. De sfeer in de auto is om te snijweer weg. Onderweg springt ze omhoog en mept even lekker tegen den. Ik probeer met alle macht rustig te blijven. Theodoor wil de een bordje dat aan het plafond hangt. Lekker opstandig, denk ik nog. discussie aangaan, maar ik niet. Hij wordt daarover zo boos dat hij Ik moet erom lachen. Ik heb thuis ook pubers.

midden op een druk kruispunt uit de auto stapt. Ik schrik me kapot, Diezelfde avond is de hele groep in rep en roer. Het meisje is buiten zet snel de alarmlichten aan, loop om de auto heen en duw hem door de begeleiding betrapt op blowen. Alcohol en drugs zijn ten terug in de auto. We zijn woest op elkaar. “Stop hiermee,” zeg ik, strengste verboden. Ze heeft direct, onder toezicht, een urinetest

“we gaan naar de markt, stop nú!” Ik wil niet naar huis, want dit kan moeten ondergaan, en kan op staande voet vertrekken. Maar niet ik de kinderen niet aandoen. “We gaan ergens koffiedrinken,” beloof voordat ze dit persoonlijk, ten overstaan van de hele groep, heeft ik. Dat geeft even rust, want hij vindt het altijd fijn om samen op een opgebiecht. Huilend heeft ze dat gedaan en ze is vertrokken. terrasje zitten.

108

109

Als een kip zonder kop doe ik de boodschappen op de markt. Dan Ik word voor de eerste keer echt boos: “Wat is dit voor arrogantie?

gaan we koffiedrinken op het terras waar onze dochter ook werkt. Jullie mogen daar confronteren zoveel als jullie willen. Jullie sturen Midden op het terras begint hij luidkeels opnieuw met de discussie. Theodoor helemaal opstandig naar huis. Thuis komen alle emoties er Ik sis: “Theodoor, niet hier, stop ermee!”

tien keer zo hard uit. En dan zeggen jullie over het komende week“Nee, want jij zet me ook nog buiten. Op Klimmendaal krijg ik de end: zoek het samen maar uit? Wat héb ik aan jullie?”

hele dag op mijn flikker. Bas maakt de computer kapot. Jullie span“Go Marjan, go,” gebaart Simone in de lucht. “Goed zo meid, kom op nen allemaal tegen mij samen.”

voor je gezin.” Ze maakt boksgebaren in de lucht. Hij schreeuwt het uit van frustratie. Het hele terras kan meegenieIk vraag de maatschappelijk werkster: “Moet ik de kinderen dan met ten. Het lukt me niet om hem rustig te krijgen en we gaan maar snel zo’n opstandige vader achterlaten? Theodoors probleemoplossend naar de auto. De koffie hebben we niet meer opgedronken. vermogen is fors gestoord. Moet hij zelf hiervoor een oplossing vinden?”

Theodoor kan de rem er niet meer opzetten en blijft me in de drukke

“Ja,” antwoordt ze ferm, “dat is goed voor hem. Dan krijgt hij meer binnenstad bestoken met vragen en sneren. In de auto gaat hij inzicht in zijn ziekte.”

gewoon door. Ik word draaierig en zeg dat ook tegen hem. Dat is het Ik vervolg: En dan zeggen jullie tegen mij: We werken niet met jou, moment waarop het stopt. Nee, dat wil hij niet, hij schrikt ervan. we werken hier met Theodoor. Ik zie hem alleen maar verder achterThuisgekomen gaat hij even rusten. Bas is gaan voetballen; even uitgaan. Ik moet hier een heel gezin runnen, met vijf mensen.”

adem halen.

Ik huil en schreeuw inmiddels, maar krijg geen antwoord. Ik krijg

’s Avonds tijdens de afwas ben ik zo moe, dat het zwart voor mijn helemaal nergens antwoord op. Uitgeput en machteloos leg ik de ogen wordt. De kinderen schrikken en leggen me op bed. hoorn er weer op.

Op zondag wordt er weinig gezegd: we zijn allemaal óp. ’s Avonds om half negen komt de taxi. Ik ga meteen naar bed, maar kan de Simone is woest. “Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt. Het lijkt wel slaap niet vatten. Ik huil, maar het lucht niet meer op. of je tegen een betonnen muur aan het praten bent. Wat is dit voor een toko? Wat heb je aan deze maatschappelijk werkster? Je hebt er Machteloos

alleen maar last van. Waarom krijg jij geen andere maatschappelijk Maandagochtend belt de maatschappelijk werkster. Ik doe wanhopig werkster? Professioneel denken betekent toch ook dat – als het niet verslag van het weekend. De maandag erop begint Bas met zijn klikt – je iemand anders krijgt?”

proefwerkweek. Hij is al eens blijven zitten en kan dit niet nog een Ik weet het ook niet. Ik kan alleen nog maar huilen. Ik begrijp nog keer doen. Daarom vraag ik haar of het revalidatiecentrum iets kan niet dat ons gezin totaal ondergeschikt is aan het systeem van de regelen voor het komende weekend. De studie van Bas is ook belangbehandelmethode: keihard confronteren. rijk en ik ben helemaal uitgeput.

Op dat moment komt Simone binnenlopen voor een bakje koffie. De dag erop belt Theodoor. Hij voelt zich schuldig, al weet hij niet Ze luistert vol verbazing mee met dit telefoongesprek. waarom. Hij vraagt of we op zolder nog een klein iglotentje hebben

“Marjan,” zegt de maatschappelijk werkster, “dan ga je het weekend liggen. Hij heeft de camping in de buurt al op internet opgezocht. maar weg, of we zeggen tegen Theodoor dat hij zélf een oplossing Deze vraag gaat me door merg en been. Ik bel de maatschappelijk moet bedenken.”

werkster en vraag of ze dit verhaal met Theodoor wil doornemen. 110

111

Als een kip zonder kop doe ik de boodschappen op de markt. Dan Ik word voor de eerste keer echt boos: “Wat is dit voor arrogantie?

gaan we koffiedrinken op het terras waar onze dochter ook werkt. Jullie mogen daar confronteren zoveel als jullie willen. Jullie sturen Midden op het terras begint hij luidkeels opnieuw met de discussie. Theodoor helemaal opstandig naar huis. Thuis komen alle emoties er Ik sis: “Theodoor, niet hier, stop ermee!”

tien keer zo hard uit. En dan zeggen jullie over het komende week“Nee, want jij zet me ook nog buiten. Op Klimmendaal krijg ik de end: zoek het samen maar uit? Wat héb ik aan jullie?”

hele dag op mijn flikker. Bas maakt de computer kapot. Jullie span“Go Marjan, go,” gebaart Simone in de lucht. “Goed zo meid, kom op nen allemaal tegen mij samen.”

voor je gezin.” Ze maakt boksgebaren in de lucht. Hij schreeuwt het uit van frustratie. Het hele terras kan meegenieIk vraag de maatschappelijk werkster: “Moet ik de kinderen dan met ten. Het lukt me niet om hem rustig te krijgen en we gaan maar snel zo’n opstandige vader achterlaten? Theodoors probleemoplossend naar de auto. De koffie hebben we niet meer opgedronken. vermogen is fors gestoord. Moet hij zelf hiervoor een oplossing vinden?”

Theodoor kan de rem er niet meer opzetten en blijft me in de drukke

“Ja,” antwoordt ze ferm, “dat is goed voor hem. Dan krijgt hij meer binnenstad bestoken met vragen en sneren. In de auto gaat hij inzicht in zijn ziekte.”

gewoon door. Ik word draaierig en zeg dat ook tegen hem. Dat is het Ik vervolg: En dan zeggen jullie tegen mij: We werken niet met jou, moment waarop het stopt. Nee, dat wil hij niet, hij schrikt ervan. we werken hier met Theodoor. Ik zie hem alleen maar verder achterThuisgekomen gaat hij even rusten. Bas is gaan voetballen; even uitgaan. Ik moet hier een heel gezin runnen, met vijf mensen.”

adem halen.

Ik huil en schreeuw inmiddels, maar krijg geen antwoord. Ik krijg

’s Avonds tijdens de afwas ben ik zo moe, dat het zwart voor mijn helemaal nergens antwoord op. Uitgeput en machteloos leg ik de ogen wordt. De kinderen schrikken en leggen me op bed. hoorn er weer op.

Op zondag wordt er weinig gezegd: we zijn allemaal óp. ’s Avonds om half negen komt de taxi. Ik ga meteen naar bed, maar kan de Simone is woest. “Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt. Het lijkt wel slaap niet vatten. Ik huil, maar het lucht niet meer op. of je tegen een betonnen muur aan het praten bent. Wat is dit voor een toko? Wat heb je aan deze maatschappelijk werkster? Je hebt er Machteloos

alleen maar last van. Waarom krijg jij geen andere maatschappelijk Maandagochtend belt de maatschappelijk werkster. Ik doe wanhopig werkster? Professioneel denken betekent toch ook dat – als het niet verslag van het weekend. De maandag erop begint Bas met zijn klikt – je iemand anders krijgt?”

proefwerkweek. Hij is al eens blijven zitten en kan dit niet nog een Ik weet het ook niet. Ik kan alleen nog maar huilen. Ik begrijp nog keer doen. Daarom vraag ik haar of het revalidatiecentrum iets kan niet dat ons gezin totaal ondergeschikt is aan het systeem van de regelen voor het komende weekend. De studie van Bas is ook belangbehandelmethode: keihard confronteren. rijk en ik ben helemaal uitgeput.

Op dat moment komt Simone binnenlopen voor een bakje koffie. De dag erop belt Theodoor. Hij voelt zich schuldig, al weet hij niet Ze luistert vol verbazing mee met dit telefoongesprek. waarom. Hij vraagt of we op zolder nog een klein iglotentje hebben

“Marjan,” zegt de maatschappelijk werkster, “dan ga je het weekend liggen. Hij heeft de camping in de buurt al op internet opgezocht. maar weg, of we zeggen tegen Theodoor dat hij zélf een oplossing Deze vraag gaat me door merg en been. Ik bel de maatschappelijk moet bedenken.”

werkster en vraag of ze dit verhaal met Theodoor wil doornemen. 110

111

Ook vraag ik of ze hem al gesproken heeft na dat vreselijke weekend. Van de maatschappelijk werkster hoor ik dat de revalidatiearts de

“Nee, maar ik heb hem wel op de gang zien zitten. Volgens mij gaat nabespreking vervroegd heeft naar aanleiding van de brief. Ik vraag het wel goed met hem,” is haar antwoord.

Jolan of ze met me mee wil gaan. Ik vind dat tribunaal een nare en Vrijdags bel ik de groepsleidster met de vraag wat we het weekend behoorlijk intimiderende gebeurtenis.

zullen doen. Ze weet niet waar ik het over heb: Theodoor komt Op een woensdag gaan Jolan en ik naar Arnhem. Theodoor vindt het gewoon om drie uur naar huis. Ik vraag haar: “Wat heb ik aan jullie?

fijn om haar te zien. Ze is al meer dan twintig jaar een goede huisOnze Bas heeft verdorie proefwerkweek. Jullie weten toch hoe erg het vriendin. We gaan het gesprek in. Ik ben bloednerveus. in het vorige weekend geëscaleerd is! Wat héb ik aan jullie?”

De revalidatiearts bedankt me formeel voor de brief en stelt zijn eerDe begeleidster reageert als door een wesp gestoken: “Nou ja zeg, je ste vraag: “Mevrouw, denkt u nu echt dat ik voor u het hele team ga hoeft niet zo’n toon aan te slaan.” En even later legt ze zonder te veranderen?”

groeten de hoorn erop.

“O jee,” denk ik. “dit gaat heel anders verlopen dan ik gedacht had. Weer zit ik thuis totaal machteloos te huilen en besef ik dat hierover Het is nog veel erger.”

in het kantoortje

“Nee, natuurlijk niet,” zeg ik rustig, “maar ik kan helemaal niets met weer veel gesproken gaat worden.

de adviezen die ik van de maatschappelijk werkster en persoonlijke begeleidster krijg voor de weekenden. En ik kan ook niets met de Wanhoopskreet

adviezen over hoe ik moet omgaan met Theodoor.”

Theodoor komt het weekend gewoon naar huis. Ik plan zoveel mogeIk probeer het aan de hand van het ‘lulletje rozenwater verhaal’ uit te lijk activiteiten buitenshuis, zodat Bas kan studeren. De spanningen leggen wat dit met Theodoor, en ook met mij, doet. zijn niet zomaar langs onze zoon gegaan. Hij verknalt twee proefwerDe persoonlijke begeleidster leunt over tafel en kijkt me vals en ken. Ik bel zijn vertrouwenspersoon op school en leg de situatie uit. triomfantelijk aan: “Lulletje rozenwater? Dat kan ik me helemaal niet Gelukkig mag Bas de proefwerken herkansen.

herinneren,” zegt ze. Het hele team kijkt me tevreden aan. Jolan knijpt in mijn knie: rustig Marjan. “Oké,” zeg ik, en haal diep Ik bel Jolan en ga bij haar langs. We bespreken de situatie: wat is er adem. “Ik ga geen welles-nietes spelletjes doen, maar je bent echt nu toch aan de hand? Ik weet niet meer wat ik moet doen. Na een tekeer gegaan als een olifant in een porseleinkast.”

lang gesprek besluiten we om samen een brief op te stellen. De brief Er wordt verder geen uitleg gevraagd. Er wordt helemaal nergens op gaat naar de revalidatiearts, psycholoog, maatschappelijk werkster ingegaan. De revalidatiearts vraagt me op de man af: “Mevrouw, veren Theodoors persoonlijke begeleidster. In de brief leg ik uit hoe de trouwt u het niet?”

weekenden in ons gezin op dit moment verlopen: dat de emoties Ik doe mijn mond open om nee te zeggen, maar weer is het Jolan die rond de confrontaties in het revalidatiecentrum er thuis pas echt uitnu keihard in mijn knie knijpt. komen, en dat, wanneer de persoonlijke begeleidster mijn man met

“Ja hoor, dat doet ze wel,” stelt Jolan de revalidatiedarts gerust en met een ’lulletje rozenwater’ vergelijkt, hij thuis wil bewijzen dat hij dat grote ogen knikt ze hevig bevestigend. Ik kijk haar verbaasd aan. niet is. Het zit me dwars dat ik boos word op de maatschappelijk

“Want als u het niet vertrouwt, mevrouw, dan gaat u toch met uw werkst er en de persoonlijke begeleidster. Dat wil ik helemaal niet. man. Voor u tien anderen,” zegt de revalidatiearts. We moeten toch constructief met elkaar verder. Deze brief is voor Zelfingenomen leunt hij achterover met zijn armen over elkaar en mij een wanhoopskreet: kijk nu wat er thuis gebeurd!

vervolgt: “Het zal uw toonzetting zijn mevrouw, die moet veranderen. 112

113

Ook vraag ik of ze hem al gesproken heeft na dat vreselijke weekend. Van de maatschappelijk werkster hoor ik dat de revalidatiearts de

“Nee, maar ik heb hem wel op de gang zien zitten. Volgens mij gaat nabespreking vervroegd heeft naar aanleiding van de brief. Ik vraag het wel goed met hem,” is haar antwoord.

Jolan of ze met me mee wil gaan. Ik vind dat tribunaal een nare en Vrijdags bel ik de groepsleidster met de vraag wat we het weekend behoorlijk intimiderende gebeurtenis.

zullen doen. Ze weet niet waar ik het over heb: Theodoor komt Op een woensdag gaan Jolan en ik naar Arnhem. Theodoor vindt het gewoon om drie uur naar huis. Ik vraag haar: “Wat heb ik aan jullie?

fijn om haar te zien. Ze is al meer dan twintig jaar een goede huisOnze Bas heeft verdorie proefwerkweek. Jullie weten toch hoe erg het vriendin. We gaan het gesprek in. Ik ben bloednerveus. in het vorige weekend geëscaleerd is! Wat héb ik aan jullie?”

De revalidatiearts bedankt me formeel voor de brief en stelt zijn eerDe begeleidster reageert als door een wesp gestoken: “Nou ja zeg, je ste vraag: “Mevrouw, denkt u nu echt dat ik voor u het hele team ga hoeft niet zo’n toon aan te slaan.” En even later legt ze zonder te veranderen?”

groeten de hoorn erop.

“O jee,” denk ik. “dit gaat heel anders verlopen dan ik gedacht had. Weer zit ik thuis totaal machteloos te huilen en besef ik dat hierover Het is nog veel erger.”

in het kantoortje

“Nee, natuurlijk niet,” zeg ik rustig, “maar ik kan helemaal niets met weer veel gesproken gaat worden.

de adviezen die ik van de maatschappelijk werkster en persoonlijke begeleidster krijg voor de weekenden. En ik kan ook niets met de Wanhoopskreet

adviezen over hoe ik moet omgaan met Theodoor.”

Theodoor komt het weekend gewoon naar huis. Ik plan zoveel mogeIk probeer het aan de hand van het ‘lulletje rozenwater verhaal’ uit te lijk activiteiten buitenshuis, zodat Bas kan studeren. De spanningen leggen wat dit met Theodoor, en ook met mij, doet. zijn niet zomaar langs onze zoon gegaan. Hij verknalt twee proefwerDe persoonlijke begeleidster leunt over tafel en kijkt me vals en ken. Ik bel zijn vertrouwenspersoon op school en leg de situatie uit. triomfantelijk aan: “Lulletje rozenwater? Dat kan ik me helemaal niet Gelukkig mag Bas de proefwerken herkansen.

herinneren,” zegt ze. Het hele team kijkt me tevreden aan. Jolan knijpt in mijn knie: rustig Marjan. “Oké,” zeg ik, en haal diep Ik bel Jolan en ga bij haar langs. We bespreken de situatie: wat is er adem. “Ik ga geen welles-nietes spelletjes doen, maar je bent echt nu toch aan de hand? Ik weet niet meer wat ik moet doen. Na een tekeer gegaan als een olifant in een porseleinkast.”

lang gesprek besluiten we om samen een brief op te stellen. De brief Er wordt verder geen uitleg gevraagd. Er wordt helemaal nergens op gaat naar de revalidatiearts, psycholoog, maatschappelijk werkster ingegaan. De revalidatiearts vraagt me op de man af: “Mevrouw, veren Theodoors persoonlijke begeleidster. In de brief leg ik uit hoe de trouwt u het niet?”

weekenden in ons gezin op dit moment verlopen: dat de emoties Ik doe mijn mond open om nee te zeggen, maar weer is het Jolan die rond de confrontaties in het revalidatiecentrum er thuis pas echt uitnu keihard in mijn knie knijpt. komen, en dat, wanneer de persoonlijke begeleidster mijn man met

“Ja hoor, dat doet ze wel,” stelt Jolan de revalidatiedarts gerust en met een ’lulletje rozenwater’ vergelijkt, hij thuis wil bewijzen dat hij dat grote ogen knikt ze hevig bevestigend. Ik kijk haar verbaasd aan. niet is. Het zit me dwars dat ik boos word op de maatschappelijk

“Want als u het niet vertrouwt, mevrouw, dan gaat u toch met uw werkst er en de persoonlijke begeleidster. Dat wil ik helemaal niet. man. Voor u tien anderen,” zegt de revalidatiearts. We moeten toch constructief met elkaar verder. Deze brief is voor Zelfingenomen leunt hij achterover met zijn armen over elkaar en mij een wanhoopskreet: kijk nu wat er thuis gebeurd!

vervolgt: “Het zal uw toonzetting zijn mevrouw, die moet veranderen. 112

113

We werken hier inderdaad met uw man en niet met u.” Einde het gebeurd is. Op mijn hurken speel ik met het zand. Ik mis hem zo gesprek. Ik kan geen kant op. Ik kan Theodoor nu niet meenemen, verschrikkelijk, terwijl hij nog gewoon leeft. Ik huil totdat ik me weer terwijl hij zo verschrikkelijk opstandig is thuis. Dat kan en mag ik de wat leger voel. Dan blijf ik nog even staan. Ik kijk naar de kalme zee kinderen en mezelf niet aandoen. Ik zit nog veel meer klem dan ik en loop hand in hand met Hanneke door.

dacht. Ik weet bij God niet waar ik anders naartoe moet.

’s Avonds zegt Hanneke tegen me: “Marjan, je bent weer een stapje verder. Het is je deze keer wel gelukt.” Dat klopt, het heeft twee jaar Spel

geduurd, maar ik ben weer op het strand geweest.

We gaan naar Theodoors kamertje. Ik rook trillend, stiekem, een sigaretje bij het raam. We mogen lunchen in de groep. De persoonTheodoor komt vanuit Arnhem drie lange weekenden naar Vlieland. lijke begeleidster vraagt of haar collega mij voortaan moet bellen. Ik begeleid hem onderweg met veel sms-jes en telefoontjes naar

“Ja, doe dat maar,” zeg ik. Het wordt een gespannen en ongezellige Harlingen. De boot gaat maar drie keer per dag. De avondboot mag lunch. Doodmoe gaan we met de trein terug naar huis. hij niet missen. Het is iedere keer spannend, maar hij kent de weg zo goed van voor het letsel dat het hem lukt.

“Het is een spel,” legt Jolan uit, “en je zult dat spel goed moeten We hebben redelijk fijne weekenden, maar de onzekere toekomst is spelen. Je mag hen geen kritiek geven. Hoe harder je dat doet, hoe bij ons allebei pijnlijk voelbaar. Theodoor wordt na de zomervakantie meer ze het bij jou zullen leggen.”

overgeplaatst naar een andere groep, waar hij niet meer geconfron“Ja maar Jolan, voor mij is het geen spel. Het is ons leven: van teerd zal worden, maar door ervaring inzicht moet krijgen in zijn Theodoor, mijzelf en de kinderen. Worden deze mensen betaald om hersenletsel.

spelletjes te spelen?”

Door de vakanties binnen het team heeft hij weinig therapieën. Hij

“Blijkbaar,” zucht Jolan, die ook diep onder de indruk is. Op dat kan met gemak deze lange weekenden naar Vlieland komen. Het zijn moment besluit ik: ooit ga ik hier iets mee doen. Hoe ik dit ga doen, voor mij confronterende weekenden. Confronterend, omdat ik zo bij wie en wanneer, weet ik nog niet. Maar ooit zal ik hier iets mee goed zie wat er veranderd is. Maar het is ook fijn: de rust, de wind en doen!

de zon, en ja, ook het samenzijn.

De zomer breekt aan in 2005 en samen met mijn broertje zet ik op Nieuwe woonplaats voor Theodoor

Vlieland de tent op. Mijn broer gaat er een paar weken met zijn gezin Een vervangende maatschappelijk werkster belt op mijn mobieltje. kamperen, en daarna ga ik af en toe met de kinderen, vrienden en Ik zit aan de koffie voor onze tent. Het is me duidelijk dat zij me enkele weekenden met Theodoor.

moet voorbereiden op een toekomstige woonplek voor Theodoor. Met Hanneke en haar kinderen loop ik voor het eerst weer op het

“Marjan, er is in jullie regio weinig plaats, dus hou er rekening mee strand. De kinderen zijn diep onder de indruk en laten Hanneke en dat het ‘het Dorp’ hier in Arnhem wordt, of anders thuisplaatsing.”

mij met rust. Het valt op het eerste gezicht mee: het is gewoon Ik trek me niet veel aan van dit telefoontje. Dat kan helemaal niet. strand, een mooi strand. Op de plek waar Theodoor het herseninfarct Dat is absoluut geen optie – wat een raar telefoontje. heeft gekregen, heb ik even een diep, misselijk en akelig gevoel in mijn buik. Hanneke laat me alleen.

In de nieuwe groep is de eerste vraag: blijven we Theodoor confronIk loop naar de plek, ik kan het bijna uittekenen. Ik weet precies waar teren? Het antwoord is nee, want dat heeft geen enkele zin. Ik wist 114

115

We werken hier inderdaad met uw man en niet met u.” Einde het gebeurd is. Op mijn hurken speel ik met het zand. Ik mis hem zo gesprek. Ik kan geen kant op. Ik kan Theodoor nu niet meenemen, verschrikkelijk, terwijl hij nog gewoon leeft. Ik huil totdat ik me weer terwijl hij zo verschrikkelijk opstandig is thuis. Dat kan en mag ik de wat leger voel. Dan blijf ik nog even staan. Ik kijk naar de kalme zee kinderen en mezelf niet aandoen. Ik zit nog veel meer klem dan ik en loop hand in hand met Hanneke door.

dacht. Ik weet bij God niet waar ik anders naartoe moet.

’s Avonds zegt Hanneke tegen me: “Marjan, je bent weer een stapje verder. Het is je deze keer wel gelukt.” Dat klopt, het heeft twee jaar Spel

geduurd, maar ik ben weer op het strand geweest.

We gaan naar Theodoors kamertje. Ik rook trillend, stiekem, een sigaretje bij het raam. We mogen lunchen in de groep. De persoonTheodoor komt vanuit Arnhem drie lange weekenden naar Vlieland. lijke begeleidster vraagt of haar collega mij voortaan moet bellen. Ik begeleid hem onderweg met veel sms-jes en telefoontjes naar

“Ja, doe dat maar,” zeg ik. Het wordt een gespannen en ongezellige Harlingen. De boot gaat maar drie keer per dag. De avondboot mag lunch. Doodmoe gaan we met de trein terug naar huis. hij niet missen. Het is iedere keer spannend, maar hij kent de weg zo goed van voor het letsel dat het hem lukt.

“Het is een spel,” legt Jolan uit, “en je zult dat spel goed moeten We hebben redelijk fijne weekenden, maar de onzekere toekomst is spelen. Je mag hen geen kritiek geven. Hoe harder je dat doet, hoe bij ons allebei pijnlijk voelbaar. Theodoor wordt na de zomervakantie meer ze het bij jou zullen leggen.”

overgeplaatst naar een andere groep, waar hij niet meer geconfron“Ja maar Jolan, voor mij is het geen spel. Het is ons leven: van teerd zal worden, maar door ervaring inzicht moet krijgen in zijn Theodoor, mijzelf en de kinderen. Worden deze mensen betaald om hersenletsel.

spelletjes te spelen?”

Door de vakanties binnen het team heeft hij weinig therapieën. Hij

“Blijkbaar,” zucht Jolan, die ook diep onder de indruk is. Op dat kan met gemak deze lange weekenden naar Vlieland komen. Het zijn moment besluit ik: ooit ga ik hier iets mee doen. Hoe ik dit ga doen, voor mij confronterende weekenden. Confronterend, omdat ik zo bij wie en wanneer, weet ik nog niet. Maar ooit zal ik hier iets mee goed zie wat er veranderd is. Maar het is ook fijn: de rust, de wind en doen!

de zon, en ja, ook het samenzijn.

De zomer breekt aan in 2005 en samen met mijn broertje zet ik op Nieuwe woonplaats voor Theodoor

Vlieland de tent op. Mijn broer gaat er een paar weken met zijn gezin Een vervangende maatschappelijk werkster belt op mijn mobieltje. kamperen, en daarna ga ik af en toe met de kinderen, vrienden en Ik zit aan de koffie voor onze tent. Het is me duidelijk dat zij me enkele weekenden met Theodoor.

moet voorbereiden op een toekomstige woonplek voor Theodoor. Met Hanneke en haar kinderen loop ik voor het eerst weer op het

“Marjan, er is in jullie regio weinig plaats, dus hou er rekening mee strand. De kinderen zijn diep onder de indruk en laten Hanneke en dat het ‘het Dorp’ hier in Arnhem wordt, of anders thuisplaatsing.”

mij met rust. Het valt op het eerste gezicht mee: het is gewoon Ik trek me niet veel aan van dit telefoontje. Dat kan helemaal niet. strand, een mooi strand. Op de plek waar Theodoor het herseninfarct Dat is absoluut geen optie – wat een raar telefoontje. heeft gekregen, heb ik even een diep, misselijk en akelig gevoel in mijn buik. Hanneke laat me alleen.

In de nieuwe groep is de eerste vraag: blijven we Theodoor confronIk loop naar de plek, ik kan het bijna uittekenen. Ik weet precies waar teren? Het antwoord is nee, want dat heeft geen enkele zin. Ik wist 114

115

dit allang en heb het al zo vaak aangegeven, maar ik ben niet bevoegd schappelijk werkster van Groot Klimmendaal. We gaan samen kijken daar iets over te zeggen. Het advies van het team rond het wonen is welke woonmogelijkheden er in onze regio zijn. Ze heeft alle afspra24-uurs begeleiding. Ook dat wist ik eigenlijk wel. De indicaties hierken geregeld. We beginnen bij een organisatie voor verstandelijk voor worden aangevraagd.

gehandicapten. De zorgmanager zal voor ons op zoek gaan. Ik vind het raar dat deze zorgmanager binnen tien minuten inschat wat Bij de arbeidsrevalidatie doorloopt Theodoor een assessment. De uitTheodoor nodig heeft, zonder enige documentatie gelezen te hebben. slagen krijgt hij mee op schrift. Later in het traject krijgt hij een Ze is vol goede hoop dat ze iets voor ons zal vinden. rommelig kaartje met telefoonnummers, waarmee hij zelf kan bellen Later die week hoor ik van vrienden en instanties die deze zorgmananaar een re-integratiebureau. Dat was dan de arbeidsrevalidatie. ger kennen, dat zij iedereen gouden bergen belooft. Daar staat ze om Theodoor begrijpt de bedoeling helemaal niet en belt mij. bekend. “Kijk uit Marjan,” hoor ik overal om me heen, “kijk alsjeblieft uit met deze zorgmanager.”

Op dringend advies van Jet, die ook in de zorg werkt, meld ik me eind augustus aan bij Stichting MEE. Bij MEE schrikken ze van onze We vervolgen de oriëntatiedag en gaan kijken bij een instelling voor situatie en de aanpak in Arnhem. Binnen een week krijg ik een zorglichamelijk gehandicapten. De wachttijden kunnen oplopen van twee consulente toegewezen, waar ik in deze periode twee keer per week tot drie jaar. Een jonge begeleidster praat met ons, terwijl de maatnaartoe ga om alles te vertellen, om me te kunnen uiten en om een schappelijk werkster van Klimmendaal had verwacht een gesprek te inventarisatie te maken van de grote berg zorgen en onzekerheden hebben met de coördinator. Wanneer we even later buiten staan, gaat voor de toekomst. Het klikt heel goed tussen mij en de zorgconsulenze direct bellen. Dit was niet de afspraak. Zij wilde met de coördinate, een schat van een meid. Ik vraag haar regelmatig of ik niet gek tor praten. Geagiteerd is ze met haar mobieltje in de weer. Theodoor aan het worden ben. Zo erg ben ik door alles wat er in Arnhem en ik maken een ommetje. Dan komt de maatschappelijk werkster gebeurt aan mezelf gaan twijfelen. Ze zegt dat ik niet gek ben. Iedere op ons afgelopen en zegt trots en op een kinderlijk toontje: “Ik heb keer bij binnenkomst haalt ze een dubbele cappuccino voor me, en –

gesprekstechnieken gehad tijdens mijn opleiding.”

wanneer ze het niet vergeet – een doos tissues. Ik maak steeds een In een fractie van een seconde reageer ik, het floept er vanzelf uit: grapje: “Ha, lekker, gratis snuiten.”

“Zo, fijn voor je, heb je daar ook systeemtheorie (gezinstheorie) gehad?”

Aan de maatschappelijk werkster in Arnhem vertel ik over dit contact. Ze kijkt me aan alsof ik haar een draai om de oren heb gegeven. Stil Zou het niet slim zijn wanneer zij ook contact met MEE opneemt?

stappen we de auto in, op weg naar de laatste mogelijkheid. MEE werkt in onze regio en misschien weten ze daar meer plekken.

“Welnee,” zegt de maatschappelijk werkster, “ik heb al genoeg teleWe komen aan bij een verpleeghuis wat vlak bij ons om de hoek ligt. foonnummers en trouwens, wat weet MEE meer dan ik?”

Daar hebben ze sinds kort een afdeling voor mensen met niet aangeEn weer wordt er niet naar me geluisterd. Ik ben een lastige echt boren hersenletsel (NAH). Theodoor kan er een vierpersoons-ziekengenote. Het lijkt wel of ik een sticker op mijn voorhoofd heb. huiskamer krijgen met een bed en een nachtkastje voor zichzelf: absoluut onaanvaardbaar en onacceptabel. “Weg hier,” fluister ik Orie

¨ntatiedag

ferm. In de auto leg ik mijn hand op zijn schouder. “Dit doen we Begin september hebben we de eerste oriëntatiedag met de maatecht niet!” Hij pakt mijn hand stevig vast en laat hem niet meer los. 116

117

dit allang en heb het al zo vaak aangegeven, maar ik ben niet bevoegd schappelijk werkster van Groot Klimmendaal. We gaan samen kijken daar iets over te zeggen. Het advies van het team rond het wonen is welke woonmogelijkheden er in onze regio zijn. Ze heeft alle afspra24-uurs begeleiding. Ook dat wist ik eigenlijk wel. De indicaties hierken geregeld. We beginnen bij een organisatie voor verstandelijk voor worden aangevraagd.

gehandicapten. De zorgmanager zal voor ons op zoek gaan. Ik vind het raar dat deze zorgmanager binnen tien minuten inschat wat Bij de arbeidsrevalidatie doorloopt Theodoor een assessment. De uitTheodoor nodig heeft, zonder enige documentatie gelezen te hebben. slagen krijgt hij mee op schrift. Later in het traject krijgt hij een Ze is vol goede hoop dat ze iets voor ons zal vinden. rommelig kaartje met telefoonnummers, waarmee hij zelf kan bellen Later die week hoor ik van vrienden en instanties die deze zorgmananaar een re-integratiebureau. Dat was dan de arbeidsrevalidatie. ger kennen, dat zij iedereen gouden bergen belooft. Daar staat ze om Theodoor begrijpt de bedoeling helemaal niet en belt mij. bekend. “Kijk uit Marjan,” hoor ik overal om me heen, “kijk alsjeblieft uit met deze zorgmanager.”

Op dringend advies van Jet, die ook in de zorg werkt, meld ik me eind augustus aan bij Stichting MEE. Bij MEE schrikken ze van onze We vervolgen de oriëntatiedag en gaan kijken bij een instelling voor situatie en de aanpak in Arnhem. Binnen een week krijg ik een zorglichamelijk gehandicapten. De wachttijden kunnen oplopen van twee consulente toegewezen, waar ik in deze periode twee keer per week tot drie jaar. Een jonge begeleidster praat met ons, terwijl de maatnaartoe ga om alles te vertellen, om me te kunnen uiten en om een schappelijk werkster van Klimmendaal had verwacht een gesprek te inventarisatie te maken van de grote berg zorgen en onzekerheden hebben met de coördinator. Wanneer we even later buiten staan, gaat voor de toekomst. Het klikt heel goed tussen mij en de zorgconsulenze direct bellen. Dit was niet de afspraak. Zij wilde met de coördinate, een schat van een meid. Ik vraag haar regelmatig of ik niet gek tor praten. Geagiteerd is ze met haar mobieltje in de weer. Theodoor aan het worden ben. Zo erg ben ik door alles wat er in Arnhem en ik maken een ommetje. Dan komt de maatschappelijk werkster gebeurt aan mezelf gaan twijfelen. Ze zegt dat ik niet gek ben. Iedere op ons afgelopen en zegt trots en op een kinderlijk toontje: “Ik heb keer bij binnenkomst haalt ze een dubbele cappuccino voor me, en –

gesprekstechnieken gehad tijdens mijn opleiding.”

wanneer ze het niet vergeet – een doos tissues. Ik maak steeds een In een fractie van een seconde reageer ik, het floept er vanzelf uit: grapje: “Ha, lekker, gratis snuiten.”

“Zo, fijn voor je, heb je daar ook systeemtheorie (gezinstheorie) gehad?”

Aan de maatschappelijk werkster in Arnhem vertel ik over dit contact. Ze kijkt me aan alsof ik haar een draai om de oren heb gegeven. Stil Zou het niet slim zijn wanneer zij ook contact met MEE opneemt?

stappen we de auto in, op weg naar de laatste mogelijkheid. MEE werkt in onze regio en misschien weten ze daar meer plekken.

“Welnee,” zegt de maatschappelijk werkster, “ik heb al genoeg teleWe komen aan bij een verpleeghuis wat vlak bij ons om de hoek ligt. foonnummers en trouwens, wat weet MEE meer dan ik?”

Daar hebben ze sinds kort een afdeling voor mensen met niet aangeEn weer wordt er niet naar me geluisterd. Ik ben een lastige echt boren hersenletsel (NAH). Theodoor kan er een vierpersoons-ziekengenote. Het lijkt wel of ik een sticker op mijn voorhoofd heb. huiskamer krijgen met een bed en een nachtkastje voor zichzelf: absoluut onaanvaardbaar en onacceptabel. “Weg hier,” fluister ik Orie

¨ntatiedag

ferm. In de auto leg ik mijn hand op zijn schouder. “Dit doen we Begin september hebben we de eerste oriëntatiedag met de maatecht niet!” Hij pakt mijn hand stevig vast en laat hem niet meer los. 116

117

Het is doodstil in de auto.

Ik kijk rustig terug. De sfeer is om te snijden. Dit keer zit alweer een nieuwe arts-assistent de zitting voor. Hij vraagt hoe de vakantie op Theodoor en de maatschappelijk werkster brengen me naar huis. Vlieland was.

Theodoor moet nog even naar het toilet. De maatschappelijk werk“Confronterend en fijn,” zeg ik. ster wacht in de huiskamer. Ze bekijkt de foto van de kinderen die we

“Confronterend, wilt u dat uitleggen?” vragen de arts-assistent en de voor ons trouwen gehad hebben. Bas komt naar beneden gerend: psycholoog tegelijkertijd gretig.

“Ha papa!” Zoals gewoonlijk gaat Theodoor onder aan de trap staan,

“Nee,” zeg ik, “daar heb ik heb helemaal geen zin in.” En ik denk bij en springt Bas in zijn armen. En dan knuffelen ze even. mezelf: “Ik ga me hier niet nog kwetsbaarder opstellen, kom, kom...”

“Kijk dan,” zeg ik tegen de maatschappelijk werkster, “Kijk dan!

Hierover heb ik het, dít is wat ik bedoel.” Ze reageert niet en gaat Simone schopt onder tafel zachtjes tegen mijn been. De revalidatiesnel met Theodoor terug naar Arnhem. arts kijkt me aan – als blikken konden doden, deze man is duidelijk niet dol op me. Ik kijk rustig en onschuldig terug. Die nacht doe ik weer geen oog dicht. Alle vreselijke settings staan op

“Oké,” zegt de revalidatiearts, terwijl hij in zijn papieren bladert. mijn netvlies. Waar zijn we in terechtgekomen? Mijn man, mijn

“Over zes weken moet jullie keuze voor het wonen van Theodoor vriendje, ik kan het niet, verdorie. Ik kan niet 7 keer 24 uur voor hem gemaakt zijn, anders wordt het ‘het Dorp’ of thuisplaatsing als tuszorgen, maar wat is dit vreselijk. Dit gaat een lange zoektocht worsenoplossing. den. Er is helemaal niets.

“Maar er is helemaal geen keuze. We zijn pas twee dagen bezig met rondkijken,” sputter ik.

Onze keuze

“Mevrouw, de revalidatiedoelen zijn bereikt. Over zes weken moet Twee dagen later hebben we nabespreking in Arnhem. Simone gaat jullie keuze bekend zijn.”

mee, omdat ik er als een berg tegenop zie. Terwijl we in de gang De psycholoog doet een duit in het zakje en zegt nog een aantal keer: wachten, komt Pim naar me toe, een jonge knul met hersenletsel.

“En anders wordt het ‘het Dorp’ of thuisplaatsing, dat is de realiteit.”

We kennen elkaar en het weerzien is hartelijk. Hij staat op zijn moeder te wachten. We maken een praatje. Wanneer ik vraag hoe laat We verlaten het kantoor. De unit-coördinator loopt naast me en zegt: zijn moeder komt, blijkt dat hij drie uur te vroeg is. Ik zeg hem dat

“Dat moet voor jou ook moeilijk geweest zijn, de afgelopen maandag hij nog maar even een kopje koffie moet gaan drinken. “Dat mag niet bij het verpleeghuis.” Voor het eerst in vijf maanden is er iemand in Marjan, de koffiepauze is al voorbij.”