He´ Van Puffelen,

wat denk je ervan...

Marjan Essing

Voor Theodoor, Silke, Anouk en Bas

Voorwoord

‘Ik kan er een boek over schrijven’ verzuchten veel mensen die in de molen van onze gezondheidszorg terecht zijn gekomen. Marjan heeft dat gedaan en het is een mooi boek geworden, waarin we deelgenoot worden van liefde, pijn, verdriet en onmacht binnen een gezin, waarvan de man en vader hersenletsel oploopt na een herseninfarct. Door een beroerte ook wel CVA genoemd ontstaat een Niet Aangeboren Hersenletsel, kortweg NAH, wat het leven van de ene op de andere dag voor de getroffene, maar vooral voor zijn omgeving verandert. Niet-Aangeboren Hersenletsel, kortweg NAH, verandert het leven van de ene op de andere dag, voor de getroffene, maar vooral ook voor zijn omgeving. Het proces begint met de diagnose van de aandoening en het behandelen daarvan, maar al snel verandert dit in het zichtbaar worden van de gevolgen; de uitval van functies en het leren omgaan hiermee. De consequenties zijn zo groot en complex dat de hulp verlening niet in staat is om dit te overzien, ondanks de zo geprezen ketenzorg. In dit boek wordt dit duidelijk zichtbaar gemaakt. Gelukkig slagen vele getroffenen en vooral hun partners erin om na vele, vele jaren weer een evenwicht te vinden, vaak dankzij, maar helaas nog te vaak ondanks alle hulpverlening en bureaucratische rompslomp. In alle beleidsplannen, visies en missies, of die nu van de overheid en haar loketten komen, of van zorgverzekeraars en zorgaanbieders, worden begrippen als cliëntgericht, holistisch, specialistisch, ketenzorg, transparantie, keuzevrijheid, nazorg, integriteit en respect voor de cliënt veelvuldig gebezigd. Enkele van deze organisaties worden in dit boek met name genoemd. Maar ieder die dit boek leest kent de voorbeelden uit de eigen leef-of werkomgeving: bestuurders die bezig zijn met productiecijfers en fusies, terwijl de hulp verleners worstelen met hun ambitie om ‘mensen zo goed mogelijk te helpen’ in een sfeer van marktdenken en concurreren. Voorwoord

In dit boek wordt ‘het falen van ons systeem’ haarfijn bloot gelegd en zien we dat juist voor mensen met NAH en hun familie nog heel veel 3

Voorwoord

‘Ik kan er een boek over schrijven’ verzuchten veel mensen die in de molen van onze gezondheidszorg terecht zijn gekomen. Marjan heeft dat gedaan en het is een mooi boek geworden, waarin we deelgenoot worden van liefde, pijn, verdriet en onmacht binnen een gezin, waarvan de man en vader hersenletsel oploopt na een herseninfarct. Door een beroerte ook wel CVA genoemd ontstaat een Niet Aangeboren Hersenletsel, kortweg NAH, wat het leven van de ene op de andere dag voor de getroffene, maar vooral voor zijn omgeving verandert. Niet-Aangeboren Hersenletsel, kortweg NAH, verandert het leven van de ene op de andere dag, voor de getroffene, maar vooral ook voor zijn omgeving. Het proces begint met de diagnose van de aandoening en het behandelen daarvan, maar al snel verandert dit in het zichtbaar worden van de gevolgen; de uitval van functies en het leren omgaan hiermee. De consequenties zijn zo groot en complex dat de hulp verlening niet in staat is om dit te overzien, ondanks de zo geprezen ketenzorg. In dit boek wordt dit duidelijk zichtbaar gemaakt. Gelukkig slagen vele getroffenen en vooral hun partners erin om na vele, vele jaren weer een evenwicht te vinden, vaak dankzij, maar helaas nog te vaak ondanks alle hulpverlening en bureaucratische rompslomp. In alle beleidsplannen, visies en missies, of die nu van de overheid en haar loketten komen, of van zorgverzekeraars en zorgaanbieders, worden begrippen als cliëntgericht, holistisch, specialistisch, ketenzorg, transparantie, keuzevrijheid, nazorg, integriteit en respect voor de cliënt veelvuldig gebezigd. Enkele van deze organisaties worden in dit boek met name genoemd. Maar ieder die dit boek leest kent de voorbeelden uit de eigen leef-of werkomgeving: bestuurders die bezig zijn met productiecijfers en fusies, terwijl de hulp verleners worstelen met hun ambitie om ‘mensen zo goed mogelijk te helpen’ in een sfeer van marktdenken en concurreren. Voorwoord

In dit boek wordt ‘het falen van ons systeem’ haarfijn bloot gelegd en zien we dat juist voor mensen met NAH en hun familie nog heel veel 3

werk te doen is. NAH-getroffenen en hun naasten willen gezien en Inhoud

gehoord worden en mogen op z’n minst verwachten dat hulpver leners NAH en de complexiteit ervan herkennen en erkennen. De hersenletselpatiëntenorganisaties staan klaar om namens hen het Na 22 jaar

9

veranderingsproces naar een ‘betere zorg voor mensen met ‘NAH’

mede vorm te geven. Het is een kwestie van durf om de dialoog aan Revalideren

47

te gaan.

En nu het gezin

75

In dit boek wordt ongezouten kritiek geleverd op het falen van mensen en organisaties, maar het geeft de lezer ook een ruim instrumenLoslaten 99

tarium in handen om mensen als Theodoor, Marjan en hun kinderen in de toekomst beter te helpen.

Herstart

141

Met professionaliteit, respect, warmte, liefde en humor, precies zoals dit boek geschreven is.

Marjan bedankt daarvoor.

An Cremers

Voorzitter Landelijk Platform Hersenletsel

4

5

werk te doen is. NAH-getroffenen en hun naasten willen gezien en Inhoud

gehoord worden en mogen op z’n minst verwachten dat hulpver leners NAH en de complexiteit ervan herkennen en erkennen. De hersenletselpatiëntenorganisaties staan klaar om namens hen het Na 22 jaar

9

veranderingsproces naar een ‘betere zorg voor mensen met ‘NAH’

mede vorm te geven. Het is een kwestie van durf om de dialoog aan Revalideren

47

te gaan.

En nu het gezin

75

In dit boek wordt ongezouten kritiek geleverd op het falen van mensen en organisaties, maar het geeft de lezer ook een ruim instrumenLoslaten 99

tarium in handen om mensen als Theodoor, Marjan en hun kinderen in de toekomst beter te helpen.

Herstart

141

Met professionaliteit, respect, warmte, liefde en humor, precies zoals dit boek geschreven is.

Marjan bedankt daarvoor.

An Cremers

Voorzitter Landelijk Platform Hersenletsel

4

5

Het is warm weer tijdens onze vakantie op Vlieland. We liggen op het strand. We hebben een reuzenbadlaken bij ons en een stoel. Theodoor ligt met de krant op het laken en ik lees een boek in de stoel. Opeens wil Theodoor even zitten. Na een minuut wil hij weer liggen. We ruilen van plaats en ik denk: “wat ben je ongedurig.” Mijn boek is spannend en opeens zie ik Theodoors krant wegwaaien. Ach, hij zal wel in slaap gevallen zijn. Laat maar lekker slapen, hij heeft een zwaar jaar gehad. Ik leg een T-shirt over zijn schouders tegen het verbranden. Rond kwart voor vijf zeg ik zachtjes: “He van Puffelen, wat denk je ervan?

We moeten nog boodschappen doen.”

“Zzuh, zuh, zuh,” is het antwoord.

“Theodoor,” ik roep steeds harder, “Theodoor?”

“Zuh, zuh, zuh.”

Een vlaag van ongerustheid trekt door mijn lijf. Ik ga op mijn knieën naast hem zitten en probeer hem om te draaien: “Joh, doe effe normaal, hou op met die rare grapjes!”

Dan zie ik dat zijn gezicht aan een kant helemaal is weggezakt. Er loopt slijm uit zijn mond, vermengd met zand: “Theodoor?”

“Theodooooooor!”

Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten

Het is warm weer tijdens onze vakantie op Vlieland. We liggen op het strand. We hebben een reuzenbadlaken bij ons en een stoel. Theodoor ligt met de krant op het laken en ik lees een boek in de stoel. Opeens wil Theodoor even zitten. Na een minuut wil hij weer liggen. We ruilen van plaats en ik denk: “wat ben je ongedurig.” Mijn boek is spannend en opeens zie ik Theodoors krant wegwaaien. Ach, hij zal wel in slaap gevallen zijn. Laat maar lekker slapen, hij heeft een zwaar jaar gehad. Ik leg een T-shirt over zijn schouders tegen het verbranden. Rond kwart voor vijf zeg ik zachtjes: “He van Puffelen, wat denk je ervan?

We moeten nog boodschappen doen.”

“Zzuh, zuh, zuh,” is het antwoord.

“Theodoor,” ik roep steeds harder, “Theodoor?”

“Zuh, zuh, zuh.”

Een vlaag van ongerustheid trekt door mijn lijf. Ik ga op mijn knieën naast hem zitten en probeer hem om te draaien: “Joh, doe effe normaal, hou op met die rare grapjes!”

Dan zie ik dat zijn gezicht aan een kant helemaal is weggezakt. Er loopt slijm uit zijn mond, vermengd met zand: “Theodoor?”

“Theodooooooor!”

Na 22 jaar

“Nee joh, laten we maar niet gaan trouwen, dan zul je zien dat het misgaat.” Al jaren krijgt Theodoor dit als antwoord wanneer hij hierover begint. Sinds 1980 wonen we samen. We zijn begonnen in een kraakpand midden in de stad in het zuiden van het land. Al vanaf de eerste dag is duidelijk dat we de ware voor elkaar zijn en dat we kinderen willen met elkaar. Dat is iets biologisch, daar is geen kruit tegen opgewassen. Theodoor werkt als vrijwilliger bij een progressieve krant. Ik studeer sociaal-cultureel werk aan de sociale academie. In 1983 schrijf ik mijn scriptie, 22 jaar oud, met een grote, dikke buik. Een maand voor de bevalling studeer ik af. Theodoor is dan mede-eigenaar van een alternatieve fietsenmakerij: Het Kleine Verzet.

Binnen vijf jaar hebben we een gezinnetje met drie kinderen: Silke, Anouk en Bas. We wonen in een mooie groene wijk en met alle ups en downs wordt onze band sterker en sterker. Theodoor haalt met zelfstudie zijn doctoraal bedrijfskunde en werkt voor een internet bedrijf. Ik specialiseer me in het werken met jongeren en allochtonen, en geef balletles. Als freelancer ontwikkel ik cursussen op mijn vak gebied. Dan ontstaat in 1998 onze liefde voor Vlieland. We willen nergens anders meer op vakantie. Ook de kinderen vinden het er heerlijk. We zijn allebei stapel op dit eiland en voelen ons er enorm mee verbonden. De rust, het klimaat, de mentaliteit, het wordt voor ons al snel een tweede thuis. We kopen een stormvaste tent en een grote legerkist. Ieder jaar gaan tent en kist in de opslag op Vlieland. Theodoor doet er vaak briefjes bij met voorspellingen voor het komende jaar. Wanneer we een jaar later in de zomer weer aankomen, zorgen deze briefjes vaak voor grote hilariteit. Na 22 jaar

In 2001, op de terugrit met de Vliehors Express, vraagt Theodoor:

“En als we nu eens hier op de Vliehors gaan trouwen?” De Vliehors 9

Na 22 jaar

“Nee joh, laten we maar niet gaan trouwen, dan zul je zien dat het misgaat.” Al jaren krijgt Theodoor dit als antwoord wanneer hij hierover begint. Sinds 1980 wonen we samen. We zijn begonnen in een kraakpand midden in de stad in het zuiden van het land. Al vanaf de eerste dag is duidelijk dat we de ware voor elkaar zijn en dat we kinderen willen met elkaar. Dat is iets biologisch, daar is geen kruit tegen opgewassen. Theodoor werkt als vrijwilliger bij een progressieve krant. Ik studeer sociaal-cultureel werk aan de sociale academie. In 1983 schrijf ik mijn scriptie, 22 jaar oud, met een grote, dikke buik. Een maand voor de bevalling studeer ik af. Theodoor is dan mede-eigenaar van een alternatieve fietsenmakerij: Het Kleine Verzet.

Binnen vijf jaar hebben we een gezinnetje met drie kinderen: Silke, Anouk en Bas. We wonen in een mooie groene wijk en met alle ups en downs wordt onze band sterker en sterker. Theodoor haalt met zelfstudie zijn doctoraal bedrijfskunde en werkt voor een internet bedrijf. Ik specialiseer me in het werken met jongeren en allochtonen, en geef balletles. Als freelancer ontwikkel ik cursussen op mijn vak gebied. Dan ontstaat in 1998 onze liefde voor Vlieland. We willen nergens anders meer op vakantie. Ook de kinderen vinden het er heerlijk. We zijn allebei stapel op dit eiland en voelen ons er enorm mee verbonden. De rust, het klimaat, de mentaliteit, het wordt voor ons al snel een tweede thuis. We kopen een stormvaste tent en een grote legerkist. Ieder jaar gaan tent en kist in de opslag op Vlieland. Theodoor doet er vaak briefjes bij met voorspellingen voor het komende jaar. Wanneer we een jaar later in de zomer weer aankomen, zorgen deze briefjes vaak voor grote hilariteit. Na 22 jaar

In 2001, op de terugrit met de Vliehors Express, vraagt Theodoor:

“En als we nu eens hier op de Vliehors gaan trouwen?” De Vliehors 9

is een enorme zandvlakte op West-Vlieland. Het leger heeft daar allebei klopt het niet meer om de ander voor te stellen als ‘mijn doordeweeks een vliegbasis, maar de zandvlakte is zo weids dat je er vriend’ of ‘mijn vriendin’. Mensen vragen steeds vaker van wie de weinig van merkt. Midden op die vlakte staat een klein reddinghuisje kinderen zijn, en dat doet afbreuk aan wat we hebben opgebouwd. op palen. Op deze unieke plek kun je trouwen. De enige manier om Theodoor wil ook dat ik goed verzorgd achterblijf wanneer hem iets er te komen is met de Vliehors Express, een grote omgebouwde overkomt. En:“Als jij doodgaat, Marjan, wil ik ‘mijn vrouw’ op de legertruck op hoge wielen. Door Theodoors vraag komt er langzaam kaart kunnen zetten.”

een beeld bij mij op: ja, dat zou prachtig zijn, dat past echt bij ons. Dat gevoel is wederzijds, maar de allerbelangrijkste reden om te Hier, op deze plek, waar we allebei zo verliefd op zijn, durf ik het trouwen is dat we daarmee willen bevestigen dat we samen oud aan!

willen worden, als man en vrouw. En met een busje door Spanje toe ren in de winter wanneer we gepensioneerd zijn. Of misschien opa Als het maar niet regent

en oma Vlieland worden. Dan zetten we de tent het hele seizoen op. Zomer 2002 staat in het teken van het maken van afspraken rondom Ja, dat zouden we samen voor elkaar kunnen krijgen. We fantaseren het huwelijk. Er wordt een datum gevonden, de zaterdag voor er lustig op los, hand in hand, in de herfstzon. We vinden het fijn om Pinksteren. We kiezen een ambtenaar, na in het dorp onze oren goed ons huwelijk op deze leeftijd te kunnen inrichten op de manier zoals te luister te hebben gelegd, en we maken afspraken met de campingwe dat helemaal zelf willen, wars van ‘hoe het hoort’. directeur en Maarten, de eigenaar van de Vliehors Express. Het is Nee, wij gaan trouwen zoals wij in het leven staan. heerlijk dat het er allemaal zo warm en informeel aan toe gaat. Wat een verschil met de wal. Een jaar lang praten we over de invulling. Tinus

We vragen nogal wat van onze gasten: een flinke reis. En help, als Twee maanden voordat we gaan trouwen, hebben Theodoor en Bas het maar niet regent! Hoe gaan we alles regelen?

een grote vader-zoonaanvaring. Ik vind dat Theodoor onze zoon veel te hard en zelfs onterecht aanpakt. Ik stuur Bas naar boven en fluit We huren zestien grote zespersoonstenten voor iedereen die ons lief Theodoor terug.

is. Ook de kinderen van onze vrienden zijn welkom, evenals de kin We praten erover en Theodoor begrijpt wat ik bedoel. Wanneer Bas deren die als logeetje al eens met ons mee naar Vlieland geweest zijn. een uurtje later, nog altijd verdrietig, beneden komt, zegt Theodoor Dat is de manier waarop wij graag leven en in deze wereld iets willen plotseling: “Bas, we gaan het anders doen. We gaan een hond uit delen met anderen. We besluiten er geen opgeprikt feest van te zoeken, die we samen gaan verzorgen.”

maken. Nee, we trouwen op een mooie plek en hebben ’s avonds een Het verdriet bij Bas is op slag verdwenen. Hij is enthousiast, want dit openluchtetentje in de duinen. Daarna kan iedereen een lang weekis al heel lang een grote wens van hem. Ik ben verontwaardigd: end onze liefde voor dit eiland met ons delen. We hebben allebei het

“Hallo Theodoor, nemen we zo’n grote beslissing zonder overleg?

gevoel dat we iets héél speciaals aan het voorbereiden zijn. Ben je nou helemaal gek geworden? Wat een stomme en impulsieve actie! Gadverdamme, al die haren in huis, en trouwens, een hond Op een warme oktobermiddag in 2002, op een terras aan de rand stinkt.”

van een natuurgebied, hebben we een diepgaand gesprek over de

“Marjan, maak je geen zorgen,” zegt Theodoor, “ik regel dat met invulling en de waarde van het huwelijk: wat betekent dit voor ons, Bas. Jij hoeft er niets voor te doen en je zult er weinig werk aan want waarom gaan we na zo’n lange tijd nog trouwen? Voor ons hebben, dat beloof ik je.”

10

11

is een enorme zandvlakte op West-Vlieland. Het leger heeft daar allebei klopt het niet meer om de ander voor te stellen als ‘mijn doordeweeks een vliegbasis, maar de zandvlakte is zo weids dat je er vriend’ of ‘mijn vriendin’. Mensen vragen steeds vaker van wie de weinig van merkt. Midden op die vlakte staat een klein reddinghuisje kinderen zijn, en dat doet afbreuk aan wat we hebben opgebouwd. op palen. Op deze unieke plek kun je trouwen. De enige manier om Theodoor wil ook dat ik goed verzorgd achterblijf wanneer hem iets er te komen is met de Vliehors Express, een grote omgebouwde overkomt. En:“Als jij doodgaat, Marjan, wil ik ‘mijn vrouw’ op de legertruck op hoge wielen. Door Theodoors vraag komt er langzaam kaart kunnen zetten.”

een beeld bij mij op: ja, dat zou prachtig zijn, dat past echt bij ons. Dat gevoel is wederzijds, maar de allerbelangrijkste reden om te Hier, op deze plek, waar we allebei zo verliefd op zijn, durf ik het trouwen is dat we daarmee willen bevestigen dat we samen oud aan!

willen worden, als man en vrouw. En met een busje door Spanje toe ren in de winter wanneer we gepensioneerd zijn. Of misschien opa Als het maar niet regent

en oma Vlieland worden. Dan zetten we de tent het hele seizoen op. Zomer 2002 staat in het teken van het maken van afspraken rondom Ja, dat zouden we samen voor elkaar kunnen krijgen. We fantaseren het huwelijk. Er wordt een datum gevonden, de zaterdag voor er lustig op los, hand in hand, in de herfstzon. We vinden het fijn om Pinksteren. We kiezen een ambtenaar, na in het dorp onze oren goed ons huwelijk op deze leeftijd te kunnen inrichten op de manier zoals te luister te hebben gelegd, en we maken afspraken met de campingwe dat helemaal zelf willen, wars van ‘hoe het hoort’. directeur en Maarten, de eigenaar van de Vliehors Express. Het is Nee, wij gaan trouwen zoals wij in het leven staan. heerlijk dat het er allemaal zo warm en informeel aan toe gaat. Wat een verschil met de wal. Een jaar lang praten we over de invulling. Tinus

We vragen nogal wat van onze gasten: een flinke reis. En help, als Twee maanden voordat we gaan trouwen, hebben Theodoor en Bas het maar niet regent! Hoe gaan we alles regelen?

een grote vader-zoonaanvaring. Ik vind dat Theodoor onze zoon veel te hard en zelfs onterecht aanpakt. Ik stuur Bas naar boven en fluit We huren zestien grote zespersoonstenten voor iedereen die ons lief Theodoor terug.

is. Ook de kinderen van onze vrienden zijn welkom, evenals de kin We praten erover en Theodoor begrijpt wat ik bedoel. Wanneer Bas deren die als logeetje al eens met ons mee naar Vlieland geweest zijn. een uurtje later, nog altijd verdrietig, beneden komt, zegt Theodoor Dat is de manier waarop wij graag leven en in deze wereld iets willen plotseling: “Bas, we gaan het anders doen. We gaan een hond uit delen met anderen. We besluiten er geen opgeprikt feest van te zoeken, die we samen gaan verzorgen.”

maken. Nee, we trouwen op een mooie plek en hebben ’s avonds een Het verdriet bij Bas is op slag verdwenen. Hij is enthousiast, want dit openluchtetentje in de duinen. Daarna kan iedereen een lang weekis al heel lang een grote wens van hem. Ik ben verontwaardigd: end onze liefde voor dit eiland met ons delen. We hebben allebei het

“Hallo Theodoor, nemen we zo’n grote beslissing zonder overleg?

gevoel dat we iets héél speciaals aan het voorbereiden zijn. Ben je nou helemaal gek geworden? Wat een stomme en impulsieve actie! Gadverdamme, al die haren in huis, en trouwens, een hond Op een warme oktobermiddag in 2002, op een terras aan de rand stinkt.”

van een natuurgebied, hebben we een diepgaand gesprek over de

“Marjan, maak je geen zorgen,” zegt Theodoor, “ik regel dat met invulling en de waarde van het huwelijk: wat betekent dit voor ons, Bas. Jij hoeft er niets voor te doen en je zult er weinig werk aan want waarom gaan we na zo’n lange tijd nog trouwen? Voor ons hebben, dat beloof ik je.”

10

11

Bas vliegt naar de computer en begint te zoeken op Marktplaats. nen,” mopper ik in bed tegen Theodoor. “Jullie gaan er snel voor Ik weet niets van honden en het interesseert me ook niet. Een week zorgen dat dat beest zich gedraagt, anders vliegt hij eruit!”

later hebben vader en zoon het gevonden. Hij heet Tinus en het is De volgende ochtend om vijf uur blaft Tinus de hele buurt bij elkaar. een blonde labrador van zes maanden oud.

Bas laat hem met alle plezier uit, zo’n eerste dag is alles leuk. Bas en

“Oh, pap, zullen we meteen gaan kijken,” smeekt Bas, “anders is hij Theodoor hebben de grootste pret. De bijkeuken is veranderd in een misschien weg.”

slagveld.

Voordat ik het besef, zitten we in de auto richting de Peel. We komen Om acht uur zijn Theodoor en de kinderen de deur uit en loopt binnen bij een echte Brabantse familie en worden begroet door een Tinus continu om me heen. Ik begrijp helemaal niets van hem. flinke hond, die helemaal blij is dat we er zijn. “Dit ga ik verliezen,”

“Wat moet ik nou met jou,” vraag ik. Hij kijkt me aan met grote, denk ik bij mezelf, wanneer ik Bas op de grond zie zitten en met bruine, smekende ogen en kwispelt uitbundig. Om elf uur besef ik Tinus kennismaak. Het is liefde op het eerste gezicht tussen die dat ik hem toch moet uitlaten. Ik doe de riem aan en besluit om naar twee.

de brievenbus te lopen. Binnen de kortste keren begint Tinus naar de riem te happen. Hij bijt zelfs in mijn arm. Na een kwartier bijt hij Tinus is de hond van een meisje van een jaar of 19. Ze heeft vier dwars door mijn leren jack heen. Ik probeer hem te stoppen, maar maanden voor hem gezorgd. Het leek haar wel leuk om een schattig het lukt niet. Mijn arm is blauw.

pagehondje te hebben, maar nu hij groter wordt, merkt ze dat ze de verzorging heeft onderschat.

Bij thuiskomst bel ik woedend naar Theodoor op zijn werk: “Wat een Door het raam zie ik aan de achterkant van het huis een kleine plaats rotjoekel, wat een miskoop, wat een achterlijk beest! Ik laat hem voor de hond. Tinus zit daar de hele dag op een vierkante meter nooit, maar dan ook nooit meer uit!” Theodoor krijgt de slappe lach stenen. Het is er vies. Dat breekt mijn hart en ik besluit ferm: en dat maakt me nog veel bozer. ’s Avonds bellen we naar Jolan, een

“We nemen hem mee.”

vriendin van ons. Zij weet veel van honden. Ze ziet al snel dat onze hond nog erg veel moet leren. Dezelfde avond geven we hem op voor Wat moet ik nou met jou?

de puppycursus. Ik weiger Tinus nog langer uit te laten. “Dat doen De vader des huizes waarschuwt nog: “Hij kan wel een puppycursus jullie maar mooi samen,” zeg ik tegen Theodoor en Bas. gebruiken.” Maar we zijn verkocht en lopen met Tinus naar buiten. Tinus zit parmantig naast Bas op de achterbank van de auto. Het wordt Op waterskies

een onrustige rit naar huis. Tinus piept en blaft de hele rit. Ik kijk Op zaterdagochtend ga ik met Theodoor naar het veld waar de cursus Theodoor vragend aan, maar hij lacht erom.

gegeven wordt. Bas kan niet mee, want hij moet voetballen. Een strenge trainster schrijft ons in en vraagt: “Wie van jullie is er het Bij thuiskomst schrikken de meiden behoorlijk. “Dat is toch geen meest thuis?”

leuk klein hondje, dat is een kalf,” roept Silke verschrikt. Tinus vliegt

“Ik,” aarzel ik.

van blijdschap alle kanten op. Hij weet niet waar hij het zoeken moet.

“Dan doe jij de cursus,” zegt ze.

We laten hem slapen in de bijkeuken. De hele nacht hoor ik hem

“Ja maar, het is de hond van mijn man en mijn zoon,” zeg ik vriendelawaai maken en we doen geen oog dicht. “Waar zijn we aan begonlijk. 12

13

Bas vliegt naar de computer en begint te zoeken op Marktplaats. nen,” mopper ik in bed tegen Theodoor. “Jullie gaan er snel voor Ik weet niets van honden en het interesseert me ook niet. Een week zorgen dat dat beest zich gedraagt, anders vliegt hij eruit!”

later hebben vader en zoon het gevonden. Hij heet Tinus en het is De volgende ochtend om vijf uur blaft Tinus de hele buurt bij elkaar. een blonde labrador van zes maanden oud.

Bas laat hem met alle plezier uit, zo’n eerste dag is alles leuk. Bas en

“Oh, pap, zullen we meteen gaan kijken,” smeekt Bas, “anders is hij Theodoor hebben de grootste pret. De bijkeuken is veranderd in een misschien weg.”

slagveld.

Voordat ik het besef, zitten we in de auto richting de Peel. We komen Om acht uur zijn Theodoor en de kinderen de deur uit en loopt binnen bij een echte Brabantse familie en worden begroet door een Tinus continu om me heen. Ik begrijp helemaal niets van hem. flinke hond, die helemaal blij is dat we er zijn. “Dit ga ik verliezen,”

“Wat moet ik nou met jou,” vraag ik. Hij kijkt me aan met grote, denk ik bij mezelf, wanneer ik Bas op de grond zie zitten en met bruine, smekende ogen en kwispelt uitbundig. Om elf uur besef ik Tinus kennismaak. Het is liefde op het eerste gezicht tussen die dat ik hem toch moet uitlaten. Ik doe de riem aan en besluit om naar twee.

de brievenbus te lopen. Binnen de kortste keren begint Tinus naar de riem te happen. Hij bijt zelfs in mijn arm. Na een kwartier bijt hij Tinus is de hond van een meisje van een jaar of 19. Ze heeft vier dwars door mijn leren jack heen. Ik probeer hem te stoppen, maar maanden voor hem gezorgd. Het leek haar wel leuk om een schattig het lukt niet. Mijn arm is blauw.

pagehondje te hebben, maar nu hij groter wordt, merkt ze dat ze de verzorging heeft onderschat.

Bij thuiskomst bel ik woedend naar Theodoor op zijn werk: “Wat een Door het raam zie ik aan de achterkant van het huis een kleine plaats rotjoekel, wat een miskoop, wat een achterlijk beest! Ik laat hem voor de hond. Tinus zit daar de hele dag op een vierkante meter nooit, maar dan ook nooit meer uit!” Theodoor krijgt de slappe lach stenen. Het is er vies. Dat breekt mijn hart en ik besluit ferm: en dat maakt me nog veel bozer. ’s Avonds bellen we naar Jolan, een

“We nemen hem mee.”

vriendin van ons. Zij weet veel van honden. Ze ziet al snel dat onze hond nog erg veel moet leren. Dezelfde avond geven we hem op voor Wat moet ik nou met jou?

de puppycursus. Ik weiger Tinus nog langer uit te laten. “Dat doen De vader des huizes waarschuwt nog: “Hij kan wel een puppycursus jullie maar mooi samen,” zeg ik tegen Theodoor en Bas. gebruiken.” Maar we zijn verkocht en lopen met Tinus naar buiten. Tinus zit parmantig naast Bas op de achterbank van de auto. Het wordt Op waterskies

een onrustige rit naar huis. Tinus piept en blaft de hele rit. Ik kijk Op zaterdagochtend ga ik met Theodoor naar het veld waar de cursus Theodoor vragend aan, maar hij lacht erom.

gegeven wordt. Bas kan niet mee, want hij moet voetballen. Een strenge trainster schrijft ons in en vraagt: “Wie van jullie is er het Bij thuiskomst schrikken de meiden behoorlijk. “Dat is toch geen meest thuis?”

leuk klein hondje, dat is een kalf,” roept Silke verschrikt. Tinus vliegt

“Ik,” aarzel ik.

van blijdschap alle kanten op. Hij weet niet waar hij het zoeken moet.

“Dan doe jij de cursus,” zegt ze.

We laten hem slapen in de bijkeuken. De hele nacht hoor ik hem

“Ja maar, het is de hond van mijn man en mijn zoon,” zeg ik vriendelawaai maken en we doen geen oog dicht. “Waar zijn we aan begonlijk. 12

13

“Niets mee te maken,” zegt ze, “jij doet de cursus.”

Door dik en dun

Ik kijk boos naar Theodoor. Tinus en ik komen bij deze trainster in De voorbereidingen voor de bruiloft gaan gestaag door. Onze getuide groep. We lopen als laatste het veld op. Iedereen staat rustig te gen worden met zorg gekozen en met liefde gevraagd. Silke maakt in wachten met een kleine, schattige pup aan de voeten. Tinus, het kalf, december namens ons een mooi kaartje met kerstwensen en de vraag trekt me over het veld alsof ik op waterskies sta. Ik voel me heel om 6, 7, 8 en 9 juni 2003 vrij te houden. We leven zo zuinig mogeongemakkelijk, bekeken en onhandig. Bij de eerste loopoefening lijk. Want zeg nu eerlijk, we hebben drie studerende kinderen. Dit is gebeurt het: Tinus hapt naar de riem en naar mijn arm. De trainster de duurste periode van ons leven en nu moeten we zo nodig trouwen. besluit kordaat dat Tinus op privéles moet.

Dat past ook wel bij ons. Iedere vrijdagavond legen we onze portemonnees en al het kleingeld gaat in een grote pot. Hiervan kopen we Uit de kantine komt een reus van een vent met een grote cowboyonze trouwringen. Theodoor kiest een wat bredere ring, en ik wil een hoed: Leon. Midden op het veld moet ik van Leon leren lopen met mooie smalle. We noemen de ringen ‘door dik en dun’. Tinus aan de riem. Ik moet Tinus zelfs een flinke tik verkopen wanneer hij bijt. Angstig geef ik een zacht tikje. Tinus wordt er alleen In de vriendenkring zit een goede kok, Thomas, die de catering gaat maar wilder van. Ik ben bang van hem. Aan de kant, zo zie ik, komt verzorgen. Jet, zijn vrouw, zal ceremoniemeester zijn. Met Jet ga ik Theodoor niet meer bij van het lachen en het halve dorp lacht met shoppen in Utrecht en we vinden de kleding die bij me past. Ik ben hem mee. Ik voel me ontzettend voor schut staan.

er heel erg mee in mijn nopjes en wil niet dat iemand het van te “Een hond kent geen democratie, die kent alleen dictatuur,”

voren ziet. Een paar weken later doet Jet hetzelfde met Theodoor. schreeuwt Leon tegen me. Keer op keer pakt hij Tinus keihard aan. We willen niet van elkaar weten hoe we eruitzien op de grote dag. Tien weken lang zitten Tinus en ik op de privéles. Doordeweeks oefen ik met hem, met frisse tegenzin. Na die tien weken mag Tinus Ter voorbereiding gaan we met Thomas en Jet in april een weekend op examen, en ja, we halen een diploma, voor zover dat wat waard is. naar Vlieland. We huren een huisje en nemen op vrijdag de ochtendboot. Vol trots laten we Thomas en Jet ‘ons eiland’ zien. De camping Want Tinus snapt vooral drie dingen: eten, uitgaan en eten. De hele ligt er verlaten bij. We staan bij de plek waar over twee maanden alle dag wil hij aandacht. Hij is bang wanneer ik wegga en heeft de enertenten zullen staan. De directeur van de camping komt met een busje gie van wel tien honden. Dagelijks zucht ik tegen Theodoor: “Wat langsgereden en we maken een praatje. Even later fietsen we langs de hebben we ons in godsnaam op de hals gehaald?”

loods waar de Vliehors Express staat. Maarten is aan het klussen en Stokken vangen kan hij niet, terug aan de riem komen doet hij niet, ook hier wordt heel ontspannen een praatje gemaakt. We krijgen vier lachend rent hij als een gek door het bos, blaffend achtervolgt hij fietvrijkaartjes om morgen mee te gaan naar de Hors. sers, hardlopers en paarden, en hij geniet. Wanneer hij de kans ziet,

’s Middags om vijf uur hebben we een afspraak in een bruin café met neemt hij de benen. Hij komt regelmatig in het asiel terecht of bij Dieuke, de ambtenaar van de burgerlijke stand. Het kan niet missen vreemde mensen thuis. Dan volgt er weer een telefoontje: “Mevrouw, wanneer ze binnenkomt: Dieuke is een opvallende persoonlijkheid. bent u uw hond kwijt?” Binnen de kortste keren kent de hele wijk We praten over onze lievelingsbloemen, onze sterke en zwakke punonze Tinus. ten, mijn terughoudendheid rond het trouwen in de voorafgaande jaren. Dieuke wil een zelfgemaakt gedicht aan het begin en het einde van de ceremonie voordragen. Ik vind het prachtig. Theodoor gaat 14

15

“Niets mee te maken,” zegt ze, “jij doet de cursus.”

Door dik en dun

Ik kijk boos naar Theodoor. Tinus en ik komen bij deze trainster in De voorbereidingen voor de bruiloft gaan gestaag door. Onze getuide groep. We lopen als laatste het veld op. Iedereen staat rustig te gen worden met zorg gekozen en met liefde gevraagd. Silke maakt in wachten met een kleine, schattige pup aan de voeten. Tinus, het kalf, december namens ons een mooi kaartje met kerstwensen en de vraag trekt me over het veld alsof ik op waterskies sta. Ik voel me heel om 6, 7, 8 en 9 juni 2003 vrij te houden. We leven zo zuinig mogeongemakkelijk, bekeken en onhandig. Bij de eerste loopoefening lijk. Want zeg nu eerlijk, we hebben drie studerende kinderen. Dit is gebeurt het: Tinus hapt naar de riem en naar mijn arm. De trainster de duurste periode van ons leven en nu moeten we zo nodig trouwen. besluit kordaat dat Tinus op privéles moet.

Dat past ook wel bij ons. Iedere vrijdagavond legen we onze portemonnees en al het kleingeld gaat in een grote pot. Hiervan kopen we Uit de kantine komt een reus van een vent met een grote cowboyonze trouwringen. Theodoor kiest een wat bredere ring, en ik wil een hoed: Leon. Midden op het veld moet ik van Leon leren lopen met mooie smalle. We noemen de ringen ‘door dik en dun’. Tinus aan de riem. Ik moet Tinus zelfs een flinke tik verkopen wanneer hij bijt. Angstig geef ik een zacht tikje. Tinus wordt er alleen In de vriendenkring zit een goede kok, Thomas, die de catering gaat maar wilder van. Ik ben bang van hem. Aan de kant, zo zie ik, komt verzorgen. Jet, zijn vrouw, zal ceremoniemeester zijn. Met Jet ga ik Theodoor niet meer bij van het lachen en het halve dorp lacht met shoppen in Utrecht en we vinden de kleding die bij me past. Ik ben hem mee. Ik voel me ontzettend voor schut staan.

er heel erg mee in mijn nopjes en wil niet dat iemand het van te “Een hond kent geen democratie, die kent alleen dictatuur,”

voren ziet. Een paar weken later doet Jet hetzelfde met Theodoor. schreeuwt Leon tegen me. Keer op keer pakt hij Tinus keihard aan. We willen niet van elkaar weten hoe we eruitzien op de grote dag. Tien weken lang zitten Tinus en ik op de privéles. Doordeweeks oefen ik met hem, met frisse tegenzin. Na die tien weken mag Tinus Ter voorbereiding gaan we met Thomas en Jet in april een weekend op examen, en ja, we halen een diploma, voor zover dat wat waard is. naar Vlieland. We huren een huisje en nemen op vrijdag de ochtendboot. Vol trots laten we Thomas en Jet ‘ons eiland’ zien. De camping Want Tinus snapt vooral drie dingen: eten, uitgaan en eten. De hele ligt er verlaten bij. We staan bij de plek waar over twee maanden alle dag wil hij aandacht. Hij is bang wanneer ik wegga en heeft de enertenten zullen staan. De directeur van de camping komt met een busje gie van wel tien honden. Dagelijks zucht ik tegen Theodoor: “Wat langsgereden en we maken een praatje. Even later fietsen we langs de hebben we ons in godsnaam op de hals gehaald?”

loods waar de Vliehors Express staat. Maarten is aan het klussen en Stokken vangen kan hij niet, terug aan de riem komen doet hij niet, ook hier wordt heel ontspannen een praatje gemaakt. We krijgen vier lachend rent hij als een gek door het bos, blaffend achtervolgt hij fietvrijkaartjes om morgen mee te gaan naar de Hors. sers, hardlopers en paarden, en hij geniet. Wanneer hij de kans ziet,

’s Middags om vijf uur hebben we een afspraak in een bruin café met neemt hij de benen. Hij komt regelmatig in het asiel terecht of bij Dieuke, de ambtenaar van de burgerlijke stand. Het kan niet missen vreemde mensen thuis. Dan volgt er weer een telefoontje: “Mevrouw, wanneer ze binnenkomt: Dieuke is een opvallende persoonlijkheid. bent u uw hond kwijt?” Binnen de kortste keren kent de hele wijk We praten over onze lievelingsbloemen, onze sterke en zwakke punonze Tinus. ten, mijn terughoudendheid rond het trouwen in de voorafgaande jaren. Dieuke wil een zelfgemaakt gedicht aan het begin en het einde van de ceremonie voordragen. Ik vind het prachtig. Theodoor gaat 14

15

akkoord mits het kort is. ’s Avonds om negen uur zijn we eindelijk tranen in mijn ogen. Als we terugkomen, zijn we een getrouwd stel. weer terug bij het huisje.

Theodoor staat achter me en slaat zijn armen om me heen: “Marjan het komt allemaal goed.” Lang leunen we tegen elkaar aan terwijl we Zaterdagochtend zorgt Theodoor voor een lekker ontbijt. We gaan kijken over de Waddenzee.

met zijn vieren naar het strand. Het is er stil, met prachtig weer, en we genieten. ’s Middags om twee uur vertrekken we met zijn vieren De tenten staan er strak bij, helemaal ingericht. Ze zijn comfortabel, met de Vliehors Expres. Er gaat een accordeonist mee. Jet vindt dat en – heel belangrijk – het is prachtig weer! Ik blijf bezig: de broodjes hij er ook bij hoort op onze trouwdag. Ik wil dat wel, maar voor voor de lunch op zaterdag bestellen, de parkeerplek voor de aanhangTheodoor is dat geen optie. We genieten van de prachtige rit, het wagen met de catering vrijhouden, de tentlabels klaarmaken. enorme strand, de vogels en de zee. Bij het reddinghuisje zie ik dat Theodoor wordt gek van me en zet me regelmatig terug op mijn voeJet en Thomas weglopen, richting horizon. Ik begrijp dat ze onder de ten: “Meid, neem rust!”

indruk zijn en voel me verbonden met hen.

Op donderdag fietsen we naar het Posthuys, een mooie route langs We maken nog een flinke fietstocht en drinken ’s avonds een borrelhet wad en door het bos. We picknicken in alle rust traditiegetrouw tje in de Bolder, een grand café bij de camping. De open haard is aan op ons plekje bij de Kroonpolders. Het lijkt wel of er vandaag miljoeen het is er lekker rustig. We sluiten het weekend af en gaan nog nen vogels zijn. ’s Avonds eten we een visje op het terras aan de twee maanden door met voorbereiden.

Waddenzee. We zijn bruinverbrand door de fietstocht. We zijn nu nog met zijn tweetjes en het is spannend om te bedenken Schelpjes en stro

dat aan de andere kant van de zee onze gasten zich voorbereiden. Het Silke maakt als uitnodiging een leuk boekwerkje met schelpjes en mooiste moment zal voor Theodoor zijn als morgen al die mensen op stro met alle praktische zaken. Voor ons is het gaan naar een eiland de boot aankomen en wij hen inzwaaien. Ikzelf heb een ander zonder gemotoriseerd verkeer inmiddels normaal. Dat wil natuurlijk moment in mijn hoofd, maar dat weet hij niet. In het donker in onze niet zeggen dat het voor alle gasten ook zo is.

tent kletsen we nog heel wat af, totdat we eindelijk in slaap vallen. Het normale leven gaat door. Theodoor werkt bij een internetbedrijf. Vrijdagochtend zijn we vroeg uit de veren. We halen verse broodjes, Ik werk bij een open leercentrum waar ik zorgcursussen aan asielzoezetten koffie en ontbijten in het zonnetje. Theodoor sluit in alle tenkers geef. Het is druk en hectisch, maar ook ontzettend leuk met drie ten de koelkastjes aan. Om half elf zijn we bij de jachthaven. Het opgroeiende tieners.

duurt en duurt, maar daar is eindelijk ‘ons’ dieseltje: de boot. Als eerste zie ik Maddy, en dan Brammetje, en die en die! We zwaaien en Dan is het zover. Op woensdag 4 juni gaat Tinus naar het pension en springen als kleine kinderen. Allerlei mensen zwaaien terug. We reis ik met Theodoor naar Vlieland. We willen even samen zijn. De horen gejoel en gejuich, maar we verstaan er natuurlijk niets van. kinderen vinden het allemaal prachtig. De gasten komen twee dagen We springen op de fiets en fietsen parallel aan de boot mee naar de later, op vrijdag. We zijn veel te vroeg bij de boot en drinken koffie aanlegsteiger, een kilometer verderop. Ik kan Theodoor niet bijhouaan de Waddenzee in Harlingen. In de verte zien we Vlieland liggen. den. Dit is zijn moment: hij trapt tegen de wind in alsof zijn leven Om kwart over twee vertrekt de boot. Bij het wegvaren springen de ervan afhangt. Bij de steiger is het dringen geblazen. Er wordt 16

17

akkoord mits het kort is. ’s Avonds om negen uur zijn we eindelijk tranen in mijn ogen. Als we terugkomen, zijn we een getrouwd stel. weer terug bij het huisje.

Theodoor staat achter me en slaat zijn armen om me heen: “Marjan het komt allemaal goed.” Lang leunen we tegen elkaar aan terwijl we Zaterdagochtend zorgt Theodoor voor een lekker ontbijt. We gaan kijken over de Waddenzee.

met zijn vieren naar het strand. Het is er stil, met prachtig weer, en we genieten. ’s Middags om twee uur vertrekken we met zijn vieren De tenten staan er strak bij, helemaal ingericht. Ze zijn comfortabel, met de Vliehors Expres. Er gaat een accordeonist mee. Jet vindt dat en – heel belangrijk – het is prachtig weer! Ik blijf bezig: de broodjes hij er ook bij hoort op onze trouwdag. Ik wil dat wel, maar voor voor de lunch op zaterdag bestellen, de parkeerplek voor de aanhangTheodoor is dat geen optie. We genieten van de prachtige rit, het wagen met de catering vrijhouden, de tentlabels klaarmaken. enorme strand, de vogels en de zee. Bij het reddinghuisje zie ik dat Theodoor wordt gek van me en zet me regelmatig terug op mijn voeJet en Thomas weglopen, richting horizon. Ik begrijp dat ze onder de ten: “Meid, neem rust!”

indruk zijn en voel me verbonden met hen.

Op donderdag fietsen we naar het Posthuys, een mooie route langs We maken nog een flinke fietstocht en drinken ’s avonds een borrelhet wad en door het bos. We picknicken in alle rust traditiegetrouw tje in de Bolder, een grand café bij de camping. De open haard is aan op ons plekje bij de Kroonpolders. Het lijkt wel of er vandaag miljoeen het is er lekker rustig. We sluiten het weekend af en gaan nog nen vogels zijn. ’s Avonds eten we een visje op het terras aan de twee maanden door met voorbereiden.

Waddenzee. We zijn bruinverbrand door de fietstocht. We zijn nu nog met zijn tweetjes en het is spannend om te bedenken Schelpjes en stro

dat aan de andere kant van de zee onze gasten zich voorbereiden. Het Silke maakt als uitnodiging een leuk boekwerkje met schelpjes en mooiste moment zal voor Theodoor zijn als morgen al die mensen op stro met alle praktische zaken. Voor ons is het gaan naar een eiland de boot aankomen en wij hen inzwaaien. Ikzelf heb een ander zonder gemotoriseerd verkeer inmiddels normaal. Dat wil natuurlijk moment in mijn hoofd, maar dat weet hij niet. In het donker in onze niet zeggen dat het voor alle gasten ook zo is.

tent kletsen we nog heel wat af, totdat we eindelijk in slaap vallen. Het normale leven gaat door. Theodoor werkt bij een internetbedrijf. Vrijdagochtend zijn we vroeg uit de veren. We halen verse broodjes, Ik werk bij een open leercentrum waar ik zorgcursussen aan asielzoezetten koffie en ontbijten in het zonnetje. Theodoor sluit in alle tenkers geef. Het is druk en hectisch, maar ook ontzettend leuk met drie ten de koelkastjes aan. Om half elf zijn we bij de jachthaven. Het opgroeiende tieners.

duurt en duurt, maar daar is eindelijk ‘ons’ dieseltje: de boot. Als eerste zie ik Maddy, en dan Brammetje, en die en die! We zwaaien en Dan is het zover. Op woensdag 4 juni gaat Tinus naar het pension en springen als kleine kinderen. Allerlei mensen zwaaien terug. We reis ik met Theodoor naar Vlieland. We willen even samen zijn. De horen gejoel en gejuich, maar we verstaan er natuurlijk niets van. kinderen vinden het allemaal prachtig. De gasten komen twee dagen We springen op de fiets en fietsen parallel aan de boot mee naar de later, op vrijdag. We zijn veel te vroeg bij de boot en drinken koffie aanlegsteiger, een kilometer verderop. Ik kan Theodoor niet bijhouaan de Waddenzee in Harlingen. In de verte zien we Vlieland liggen. den. Dit is zijn moment: hij trapt tegen de wind in alsof zijn leven Om kwart over twee vertrekt de boot. Bij het wegvaren springen de ervan afhangt. Bij de steiger is het dringen geblazen. Er wordt 16

17

gezoend, geknuffeld, gekletst, geroepen en gelachen: het is één groot Terwijl wij ons mooi maken, zorgen Thomas en Jet dat iedereen kofweerzien. fie zet, voor straks. Louis is tot boulanger gebombardeerd en komt met dozen vol stokbrood en broodjes van de bakker. Met een hele Dorpje

groep worden de broodjes gesmeerd naast onze tent. Er wordt over Thomas en Jet zijn ook met de vroege boot gekomen. Ze hebben de en weer geroepen, veel gelachen, en de sfeer is heerlijk. grote cateringkar bij zich. De cateringkar wordt aan een tractor gehaakt en naar de camping gebracht. We lopen met zijn allen naar Mijn getuige, Jolan, is nog niet gearriveerd en ik maak me ongerust. de camping. Het geklets en gelach, en de grapjes, zijn niet van de Ze zou vandaag met de ochtendboot komen vanwege vervelende lucht. Ik zweef...

omstandigheden, maar ik heb de boodschap niet goed doorgekregen. Ik weet op dat moment niet dat ze ’s nachts door een vriendin naar Iedereen is erg verbaasd en blij met de prachtige tenten. Al snel Harlingen wordt gebracht om er op het nippertje toch bij te kunnen vormt zich een ‘dorpje’ waarin iedereen zijn eigen plekje heeft. Jet zijn.

heeft de labels en verdeelt de tenten. Ze straalt een prettige rust uit. In de loop van de dag brengt de boot opnieuw gasten en het tafereel Tegen elf uur gaat iedereen over het duin naar het strand. Daar zal de herhaalt zich. Het welkom is hartelijk, lekker chaotisch en zo verVliehors Express klaarstaan. Ik blijf achter. De kinderen komen onze trouwd. Tegen zes uur is iedereen geïnstalleerd op de camping en tent binnen, een emotioneel moment. Mama is de bruid op haar ontstaat er een ontspannen, vanzelfsprekende sfeer. De zon staat laag eigen manier. Ik vertel hen hoe ik straks naar papa wil gaan en ik en schijnt over ons.

vraag Bas of hij me weg wil geven. Bas is erg ontroerd. Wanneer we de tent uitgaan, zien we – god zij dank – in de verte Jolan en Hannie Theodoor en ik kunnen moeilijk inslapen. Na twee jaar voorbereiden, aankomen. Ze gooien hun spullen in een willekeurige tent en sprinis het zo ver. Alle mensen zijn er. We genieten intens en praten over ten het duin over in het mulle zand.

de grote dag die voor ons ligt. Midden in de nacht maak ik hem wakker. Op de televisie heb ik wel eens gezien dat je pas antwoord mag Hoofd omhoog, rug recht en genieten

geven na de vraag: “Wat is daarop uw antwoord?”, en niet eerder. Dan is het zover: dit is mijn moment voor Theodoor. Bas is vooruit We oefenen in het donker en krijgen de slappe lach. We botsen onze geklommen.

ringvingers tegen elkaar, die zijn nu nog kaal.

Twee vrienden wachten ons op met de camera’s. Met Silke en Anouk klim ik naar boven. Dan sta ik hand in hand met mijn beide dochters We hebben geen wekker nodig, om acht uur staan we samen onder boven op het duin. Beneden in de verte klinkt gejoel en gejuich. de douche. We zijn zenuwachtig en maken grapjes. Theodoor haalt Meiden hoofd omhoog, rug recht en genieten. We lopen naar benewarme croissants, mijn broer komt een praatje maken. Om negen den. Ik zie Theodoor onder aan het duin met een bruidsboeket. Hij uur worden de mannen de tent uit gebonjourd. Theodoor gaat naar straalt en klimt me tegemoet. Halverwege neemt Bas het over. Hij zijn vriend en getuige. We kleden ons apart van elkaar om. Een vrienhuilt wanneer hij me weggeeft aan zijn vader. We vliegen in elkaars din doet mijn haar, Simone mijn make-up, en Jet strijkt alle kleren armen. Wat ziet hij er mooi uit, ik ben zo trots op ons!

nog een keer mooi op. De zon staat al hoog en het wordt erg warm in de tent. We hebben de grootste lol.

Ik loop naar Dieuke, die al in de Vliehors Express zit. We kussen 18

19

gezoend, geknuffeld, gekletst, geroepen en gelachen: het is één groot Terwijl wij ons mooi maken, zorgen Thomas en Jet dat iedereen kofweerzien. fie zet, voor straks. Louis is tot boulanger gebombardeerd en komt met dozen vol stokbrood en broodjes van de bakker. Met een hele Dorpje

groep worden de broodjes gesmeerd naast onze tent. Er wordt over Thomas en Jet zijn ook met de vroege boot gekomen. Ze hebben de en weer geroepen, veel gelachen, en de sfeer is heerlijk. grote cateringkar bij zich. De cateringkar wordt aan een tractor gehaakt en naar de camping gebracht. We lopen met zijn allen naar Mijn getuige, Jolan, is nog niet gearriveerd en ik maak me ongerust. de camping. Het geklets en gelach, en de grapjes, zijn niet van de Ze zou vandaag met de ochtendboot komen vanwege vervelende lucht. Ik zweef...

omstandigheden, maar ik heb de boodschap niet goed doorgekregen. Ik weet op dat moment niet dat ze ’s nachts door een vriendin naar Iedereen is erg verbaasd en blij met de prachtige tenten. Al snel Harlingen wordt gebracht om er op het nippertje toch bij te kunnen vormt zich een ‘dorpje’ waarin iedereen zijn eigen plekje heeft. Jet zijn.

heeft de labels en verdeelt de tenten. Ze straalt een prettige rust uit. In de loop van de dag brengt de boot opnieuw gasten en het tafereel Tegen elf uur gaat iedereen over het duin naar het strand. Daar zal de herhaalt zich. Het welkom is hartelijk, lekker chaotisch en zo verVliehors Express klaarstaan. Ik blijf achter. De kinderen komen onze trouwd. Tegen zes uur is iedereen geïnstalleerd op de camping en tent binnen, een emotioneel moment. Mama is de bruid op haar ontstaat er een ontspannen, vanzelfsprekende sfeer. De zon staat laag eigen manier. Ik vertel hen hoe ik straks naar papa wil gaan en ik en schijnt over ons.

vraag Bas of hij me weg wil geven. Bas is erg ontroerd. Wanneer we de tent uitgaan, zien we – god zij dank – in de verte Jolan en Hannie Theodoor en ik kunnen moeilijk inslapen. Na twee jaar voorbereiden, aankomen. Ze gooien hun spullen in een willekeurige tent en sprinis het zo ver. Alle mensen zijn er. We genieten intens en praten over ten het duin over in het mulle zand.

de grote dag die voor ons ligt. Midden in de nacht maak ik hem wakker. Op de televisie heb ik wel eens gezien dat je pas antwoord mag Hoofd omhoog, rug recht en genieten

geven na de vraag: “Wat is daarop uw antwoord?”, en niet eerder. Dan is het zover: dit is mijn moment voor Theodoor. Bas is vooruit We oefenen in het donker en krijgen de slappe lach. We botsen onze geklommen.

ringvingers tegen elkaar, die zijn nu nog kaal.

Twee vrienden wachten ons op met de camera’s. Met Silke en Anouk klim ik naar boven. Dan sta ik hand in hand met mijn beide dochters We hebben geen wekker nodig, om acht uur staan we samen onder boven op het duin. Beneden in de verte klinkt gejoel en gejuich. de douche. We zijn zenuwachtig en maken grapjes. Theodoor haalt Meiden hoofd omhoog, rug recht en genieten. We lopen naar benewarme croissants, mijn broer komt een praatje maken. Om negen den. Ik zie Theodoor onder aan het duin met een bruidsboeket. Hij uur worden de mannen de tent uit gebonjourd. Theodoor gaat naar straalt en klimt me tegemoet. Halverwege neemt Bas het over. Hij zijn vriend en getuige. We kleden ons apart van elkaar om. Een vrienhuilt wanneer hij me weggeeft aan zijn vader. We vliegen in elkaars din doet mijn haar, Simone mijn make-up, en Jet strijkt alle kleren armen. Wat ziet hij er mooi uit, ik ben zo trots op ons!

nog een keer mooi op. De zon staat al hoog en het wordt erg warm in de tent. We hebben de grootste lol.

Ik loop naar Dieuke, die al in de Vliehors Express zit. We kussen 18

19

elkaar van harte. Wat we niet wisten is dat Bas met zijn vrienden den.” Er klinkt gelach. We doen elkaar de ringen om. Ze schitteren in

’s morgens in de loods de hele kar versierd heeft met slingers en de zon.

hartjes: het ziet er prachtig en feestelijk uit. Maarten en Thomas laden koffie, champagne en broodjes in. We stappen in, de enorme Na 22 jaar eindelijk getrouwd

diesel start en we vertrekken naar de Hors. We hobbelen naar het Met de getuigen zetten we handtekeningen aan een oude tafel met westen. Al snel is er geen bewoonde wereld meer en zijn er geen een grote zak uien erop en we krijgen ons eigen, prachtige Vlielandtoeristen meer. We zien alleen strand, zee, duinen en duizenden trouwboekje. De champagne wordt ingeschonken en het feliciteren vogels. Iedereen geniet. Jolan zit tegenover me. Ik ben zo blij dat begint. Het is een heerlijke chaos. Dieuke vraagt ons om met het ze er is, mijn vriendinnetje, we knipogen naar elkaar. gezin in een kring bij haar te komen staan. Ze vraagt de andere gas ten een grote kring om ons heen te vormen. We weten niet wat er Na zo’n 20 minuten komen we aan bij het reddinghuisje. Er staat gaat gebeuren. Wanneer iedereen op zijn plek staat, zegt Dieuke: een kring van juttershout en -afval omheen. “Oooh”, horen we van

“Dit is mijn cadeau voor jullie.” Ze zet in met een enorm krachtige alle kanten. Iedereen kijkt zijn ogen uit, het is een bijzondere plek. en heldere stem en zingt een heel apart Laps lied. Ik heb zoiets nog Dieuke doet haar blauwe cape om en gaat in het zand op de grond nooit meegemaakt. Ik sluit mijn ogen en zweef in een wolk van zitten. Wij zitten tegenover haar en vragen iedereen om in een kring veiligheid en dankbaarheid. Ik voel me volkomen verenigd met om ons heen te komen zitten. Achter ons, op een oud bankje, zitten Theodoor en de kinderen. Het is doodstil.

de kinderen en Theodoors ouders. We zitten hand in hand, ik laat Theodoor niet los. Dieuke moet lachen. “Moet je nou toch kijken,”

We worden geroepen. We moeten onze namen op een balk in het zegt ze, “na 22 jaar nog zo verliefd.”

reddinghuisje zetten. Staand op een krakkemikkig krukje schrijf ik trots: “Na 22 jaar eindelijk getrouwd, Marjan.” Theodoor is korter van Dieuke houdt een mooie, persoonlijke toespraak over ons wel en wee stof en zet eronder: “met Theodoor.” Dit zal hier nog jaren staan: in de afgelopen 22 jaar. Het thema is: De rebel en de elf. Ze schildert zomer en winter, in storm en regen, altijd.

Theodoor als de oud-actievoerder en mij als het dorpse meisje, de harmoniescheppende. Op ons verzoek benadrukt ze voor de kinderen We gaan weer de Vliehors in. Maarten rijdt ons een stukje verder hoe ongelooflijk trots we op hen zijn. Aan het eind van haar toenaar de zee en de zeehonden, steeds verder weg van de bewoonde spraak richt ze het woord speciaal tot mij: “Marjan, besef een ding: wereld. Daar picknicken we in een heerlijk zonnetje, even ontspanje man is je vriend.” Ik schiet vol. Dit raakt me midden in mijn hart. nen. De broodjes en koffie vinden gretig aftrek. De kinderen pootjeTheodoor knijpt in mijn hand, we kijken elkaar indringend aan. baden in zee. Bas wandelt in zijn eentje verder weg in de zee. Ik zie Dan gaan we staan en is het moment daar. Ik zweef en ben tegelijdat hij in gedachten verzonken is. Steeds meer mensen gaan even kertijd heel alert. Ik sta met blote voeten in het zand. Camera’s knipapart zitten en staren voor zich uit. De uitbundigheid maakt plaats pen en flitsen. Theodoors jawoord is hard en duidelijk. Ikzelf geef voor stilte, vrede en rust.

mijn jawoord zachtjes, met de tranen in mijn ogen. Na het tweede jawoord gaat er een enorm gejuich op. Er wordt geapplaudisseerd en Een uurtje later moeten we toch terug naar de camping. We klimmen gefloten. We vliegen in elkaars armen, veel te vroeg, want Dieuke weer in de kar. Ik zit in een hoekje en zie het reddinghuisje kleiner moet nog zeggen: “Dan verklaar ik jullie hierbij in de echt verbonen kleiner worden. Dan gebeurt er iets wonderlijks: ik voel me even 20

21

elkaar van harte. Wat we niet wisten is dat Bas met zijn vrienden den.” Er klinkt gelach. We doen elkaar de ringen om. Ze schitteren in

’s morgens in de loods de hele kar versierd heeft met slingers en de zon.

hartjes: het ziet er prachtig en feestelijk uit. Maarten en Thomas laden koffie, champagne en broodjes in. We stappen in, de enorme Na 22 jaar eindelijk getrouwd

diesel start en we vertrekken naar de Hors. We hobbelen naar het Met de getuigen zetten we handtekeningen aan een oude tafel met westen. Al snel is er geen bewoonde wereld meer en zijn er geen een grote zak uien erop en we krijgen ons eigen, prachtige Vlielandtoeristen meer. We zien alleen strand, zee, duinen en duizenden trouwboekje. De champagne wordt ingeschonken en het feliciteren vogels. Iedereen geniet. Jolan zit tegenover me. Ik ben zo blij dat begint. Het is een heerlijke chaos. Dieuke vraagt ons om met het ze er is, mijn vriendinnetje, we knipogen naar elkaar. gezin in een kring bij haar te komen staan. Ze vraagt de andere gas ten een grote kring om ons heen te vormen. We weten niet wat er Na zo’n 20 minuten komen we aan bij het reddinghuisje. Er staat gaat gebeuren. Wanneer iedereen op zijn plek staat, zegt Dieuke: een kring van juttershout en -afval omheen. “Oooh”, horen we van

“Dit is mijn cadeau voor jullie.” Ze zet in met een enorm krachtige alle kanten. Iedereen kijkt zijn ogen uit, het is een bijzondere plek. en heldere stem en zingt een heel apart Laps lied. Ik heb zoiets nog Dieuke doet haar blauwe cape om en gaat in het zand op de grond nooit meegemaakt. Ik sluit mijn ogen en zweef in een wolk van zitten. Wij zitten tegenover haar en vragen iedereen om in een kring veiligheid en dankbaarheid. Ik voel me volkomen verenigd met om ons heen te komen zitten. Achter ons, op een oud bankje, zitten Theodoor en de kinderen. Het is doodstil.

de kinderen en Theodoors ouders. We zitten hand in hand, ik laat Theodoor niet los. Dieuke moet lachen. “Moet je nou toch kijken,”

We worden geroepen. We moeten onze namen op een balk in het zegt ze, “na 22 jaar nog zo verliefd.”

reddinghuisje zetten. Staand op een krakkemikkig krukje schrijf ik trots: “Na 22 jaar eindelijk getrouwd, Marjan.” Theodoor is korter van Dieuke houdt een mooie, persoonlijke toespraak over ons wel en wee stof en zet eronder: “met Theodoor.” Dit zal hier nog jaren staan: in de afgelopen 22 jaar. Het thema is: De rebel en de elf. Ze schildert zomer en winter, in storm en regen, altijd.

Theodoor als de oud-actievoerder en mij als het dorpse meisje, de harmoniescheppende. Op ons verzoek benadrukt ze voor de kinderen We gaan weer de Vliehors in. Maarten rijdt ons een stukje verder hoe ongelooflijk trots we op hen zijn. Aan het eind van haar toenaar de zee en de zeehonden, steeds verder weg van de bewoonde spraak richt ze het woord speciaal tot mij: “Marjan, besef een ding: wereld. Daar picknicken we in een heerlijk zonnetje, even ontspanje man is je vriend.” Ik schiet vol. Dit raakt me midden in mijn hart. nen. De broodjes en koffie vinden gretig aftrek. De kinderen pootjeTheodoor knijpt in mijn hand, we kijken elkaar indringend aan. baden in zee. Bas wandelt in zijn eentje verder weg in de zee. Ik zie Dan gaan we staan en is het moment daar. Ik zweef en ben tegelijdat hij in gedachten verzonken is. Steeds meer mensen gaan even kertijd heel alert. Ik sta met blote voeten in het zand. Camera’s knipapart zitten en staren voor zich uit. De uitbundigheid maakt plaats pen en flitsen. Theodoors jawoord is hard en duidelijk. Ikzelf geef voor stilte, vrede en rust.

mijn jawoord zachtjes, met de tranen in mijn ogen. Na het tweede jawoord gaat er een enorm gejuich op. Er wordt geapplaudisseerd en Een uurtje later moeten we toch terug naar de camping. We klimmen gefloten. We vliegen in elkaars armen, veel te vroeg, want Dieuke weer in de kar. Ik zit in een hoekje en zie het reddinghuisje kleiner moet nog zeggen: “Dan verklaar ik jullie hierbij in de echt verbonen kleiner worden. Dan gebeurt er iets wonderlijks: ik voel me even 20

21

heel erg akelig en misselijk. In mijn hoofd repeteert opeens een zinwaarop ze met zijn drieën op een markante plek in onze woonplaats netje:

staan. Er wordt gitaar gespeeld, gezongen en vooral heel veel gelaDat was het dan, nu zul je zien dat het misgaat. chen.

Ik huil en probeer met alle kracht dat zinnetje uit mijn hoofd te verLater die avond gaan we naar het strand, waar het kampvuur brandt. bannen. Ik kan niet zeggen wat ik denk, hoe kom ik daar nu bij?

Bas heeft met zijn vrienden voor hout gezorgd. Tegen de ochtend kruipen we een beetje teut het duin weer over en gaan naar bed. We We worden weer bij dezelfde duinovergang afgezet. Ik geef Maarten tikken onze ringen tegen elkaar. “Marjan, ik doe hem nooit meer af,”

drie dikke zoenen als dank. Hij is geëmotioneerd en rijdt weg, maar belooft Theodoor plechtig. “Door dik en dun jongen,” is mijn antvan de weeromstuit vergeet hij zijn hond. We schreeuwen de longen woord, en we vallen in slaap.

uit ons lijf en het arme beestje rent en rent om de Vliehors Express bij te houden. Pas na een dikke kilometer stopt Maarten en zien we De Pinksterzondag en -maandag heeft iedereen voor zichzelf. We de hond in de wagen springen.

genieten van het eiland, de vrijheid en het gezelschap. Op maandag vertrekken de meeste mensen weer. We eten die avond frietjes met Ondertussen wordt bovenop het duin geroepen: “Theodoor en de kinderen. Het is fijn om nog een nachtje te blijven en met elkaar Marjan, schiet eens op, kom naar boven!” Samen klimmen we naar na te praten. Dinsdagochtend moeten we toch echt gaan. We doen boven. Alle gasten staan in een rij bovenop het duin en ze zwaaien een poging om in alle tenten te controleren of de inventaris nog commet helmgras. Tot onze grote verrassing hebben ze iets bijzonders pleet is, maar het is onbegonnen werk.

geregeld: beneden speelt een doedelzakband voor ons. Ik voel me een prinses wanneer we gearmd, op de maat van de muziek, afdalen. Op weg naar de boot belt Simone en vertelt dat Bart zijn telefoon kwijt is. Silke rent terug naar de tenten, maar kan hem niet vinden. Outdoor cooking

Bij de boot aangekomen, blijkt dat Silke haar eigen tas met porteWe gaan terug naar ons ‘dorpje’. Bij onze tent liggen cadeautjes en monnee, telefoon en OV-kaart in de tent van Bart en Simone heeft bloemen van de campingmedewerkers en mijn werk. Van Theodoors laten liggen. Ze pakt zonder te vragen gauw een fiets bij Jan van werk horen we niets, maar dat kan de pret niet drukken. Thomas is Vlieland en racet terug naar de camping. We lichten het personeel druk bezig met de catering. We mogen ons nergens mee bemoeien: van de boot in: iedereen leeft met ons mee. Gelukkig wacht de boot, dit is zijn afdeling. Van oud hout heeft hij een mooi reclamebord en wanneer Silke met een rood hoofd van het fietsen aankomt met gemaakt: Outdoor cooking. Een enorme olieton is omgebouwd tot haar tas, klapt en juicht iedereen op de boot. We kunnen terug naar gasfornuis. Alle mannen staan eromheen: zodra er vuur in het spel de wal.

is, worden ze allemaal weer jong.

Onderweg heb ik trots alle bloemen bij me: die krijgen thuis een De tafeltjes en stoeltjes worden bij elkaar gezet. Op iedere tafel komt mooi plekje. ’s Middags rond vier uur zijn we weer thuis. Huub, onze een fles witte en rode wijn.

achterbuurman, wacht ons op. Hij wil ons de video laten zien die hij gemaakt heeft op Vlieland. We gaan meteen kijken en het is een We hadden er niet op gerekend, maar er zijn volop sketches, liedjes prachtige film geworden. Even later rijden we naar de fotowinkel voor en toespraken. “Gelukkig blijft een ABC ons bespaard,” fluisteren we het laten ontwikkelen van de foto’s. Thuis staan nog meer bloemen na afloop naar elkaar. Van onze kinderen krijgen we een mooie foto en er zijn volop kaarten en cadeautjes. De kinderen hebben onze 22

23

heel erg akelig en misselijk. In mijn hoofd repeteert opeens een zinwaarop ze met zijn drieën op een markante plek in onze woonplaats netje:

staan. Er wordt gitaar gespeeld, gezongen en vooral heel veel gelaDat was het dan, nu zul je zien dat het misgaat. chen.

Ik huil en probeer met alle kracht dat zinnetje uit mijn hoofd te verLater die avond gaan we naar het strand, waar het kampvuur brandt. bannen. Ik kan niet zeggen wat ik denk, hoe kom ik daar nu bij?

Bas heeft met zijn vrienden voor hout gezorgd. Tegen de ochtend kruipen we een beetje teut het duin weer over en gaan naar bed. We We worden weer bij dezelfde duinovergang afgezet. Ik geef Maarten tikken onze ringen tegen elkaar. “Marjan, ik doe hem nooit meer af,”

drie dikke zoenen als dank. Hij is geëmotioneerd en rijdt weg, maar belooft Theodoor plechtig. “Door dik en dun jongen,” is mijn antvan de weeromstuit vergeet hij zijn hond. We schreeuwen de longen woord, en we vallen in slaap.

uit ons lijf en het arme beestje rent en rent om de Vliehors Express bij te houden. Pas na een dikke kilometer stopt Maarten en zien we De Pinksterzondag en -maandag heeft iedereen voor zichzelf. We de hond in de wagen springen.

genieten van het eiland, de vrijheid en het gezelschap. Op maandag vertrekken de meeste mensen weer. We eten die avond frietjes met Ondertussen wordt bovenop het duin geroepen: “Theodoor en de kinderen. Het is fijn om nog een nachtje te blijven en met elkaar Marjan, schiet eens op, kom naar boven!” Samen klimmen we naar na te praten. Dinsdagochtend moeten we toch echt gaan. We doen boven. Alle gasten staan in een rij bovenop het duin en ze zwaaien een poging om in alle tenten te controleren of de inventaris nog commet helmgras. Tot onze grote verrassing hebben ze iets bijzonders pleet is, maar het is onbegonnen werk.

geregeld: beneden speelt een doedelzakband voor ons. Ik voel me een prinses wanneer we gearmd, op de maat van de muziek, afdalen. Op weg naar de boot belt Simone en vertelt dat Bart zijn telefoon kwijt is. Silke rent terug naar de tenten, maar kan hem niet vinden. Outdoor cooking

Bij de boot aangekomen, blijkt dat Silke haar eigen tas met porteWe gaan terug naar ons ‘dorpje’. Bij onze tent liggen cadeautjes en monnee, telefoon en OV-kaart in de tent van Bart en Simone heeft bloemen van de campingmedewerkers en mijn werk. Van Theodoors laten liggen. Ze pakt zonder te vragen gauw een fiets bij Jan van werk horen we niets, maar dat kan de pret niet drukken. Thomas is Vlieland en racet terug naar de camping. We lichten het personeel druk bezig met de catering. We mogen ons nergens mee bemoeien: van de boot in: iedereen leeft met ons mee. Gelukkig wacht de boot, dit is zijn afdeling. Van oud hout heeft hij een mooi reclamebord en wanneer Silke met een rood hoofd van het fietsen aankomt met gemaakt: Outdoor cooking. Een enorme olieton is omgebouwd tot haar tas, klapt en juicht iedereen op de boot. We kunnen terug naar gasfornuis. Alle mannen staan eromheen: zodra er vuur in het spel de wal.

is, worden ze allemaal weer jong.

Onderweg heb ik trots alle bloemen bij me: die krijgen thuis een De tafeltjes en stoeltjes worden bij elkaar gezet. Op iedere tafel komt mooi plekje. ’s Middags rond vier uur zijn we weer thuis. Huub, onze een fles witte en rode wijn.

achterbuurman, wacht ons op. Hij wil ons de video laten zien die hij gemaakt heeft op Vlieland. We gaan meteen kijken en het is een We hadden er niet op gerekend, maar er zijn volop sketches, liedjes prachtige film geworden. Even later rijden we naar de fotowinkel voor en toespraken. “Gelukkig blijft een ABC ons bespaard,” fluisteren we het laten ontwikkelen van de foto’s. Thuis staan nog meer bloemen na afloop naar elkaar. Van onze kinderen krijgen we een mooie foto en er zijn volop kaarten en cadeautjes. De kinderen hebben onze 22

23

slaapkamer helemaal versierd: het bed ligt vol hartjes. Gelukkig heeft het belachelijk: wie gaat er nu in zijn vakantie werken? Maar ik ken Theodoor nog een dag vrij en ik nog een hele week. We zweven nog mijn man langer dan vandaag, het heeft geen zin om daartegenin te even door op onze roze wolk.

gaan. Het eerste wat Theodoor dan ook doet op Vlieland is de laptop bij het café afgeven. Daarna is hij beschikbaar voor ons gezin. Gewone leven

Op donderdag gaat Theodoor weer werken. Het internetbedrijf waar Hoog op een duin vinden we nog een mooie plek, een beetje op een hij werkt, verkeert in zwaar weer. Er komt een faillissement aan, en pad, maar dat is geen probleem: we verleggen het pad. Al snel hebhet is duidelijk dat een ander bedrijf de zaak gaat overnemen. ben we de grootste lol met een Amsterdams stel dat ook net is aangeTheodoor is aanwezig bij de overnamegesprekken: ze hebben hem komen. Zij zijn voor het eerst op Vlieland. De wind is enorm en het hard nodig. Het rommelt onder het personeel. De meeste personeelsis geen overbodige luxe om de tent te verankeren met houten harinleden weigeren te werken totdat duidelijk is wat er gaat gebeuren en gen. Dat merken onze Amsterdamse buren al snel. Het enige wat de salarissen worden uitbetaald. Theodoor werkt onverstoorbaar door. nog ontbreekt, is een campingtafel. Daarvoor vinden we op zaterdag Hij wil de duizenden bezoekers en leden van de communities die hij al snel een creatieve oplossing. In het dorp houdt de fanfare iedere beheert, niet in de steek laten. Hij heeft van zijn aanstaande werk zaterdag een rommelmarkt, en daar staat een grote, ronde, massief gever de toezegging gekregen dat hij zijn baan zal behouden. grenen, loodzware salontafel. Voor € 5,-zijn we eigenaar. We zetten de tafel zo goed en kwaad als het gaat op de fiets en wankelen terug Op zaterdag, precies een week na onze trouwdag, wordt Theodoor naar de camping. Het is warm. Drijfnat van het zweet sjouwen we 48 jaar. We geven een Amerikaanse fuif, want de centen voor nog het ‘onding’ het hoge duin op. Maar wanneer hij staat, zijn we heleeen feestje zijn echt op. Bijna iedereen die op de bruiloft was, is er maal in onze nopjes. Ik zet bloemetjes in een glazen potje, het olieweer bij. Zelfs Hanneke en Enno zijn met de kinderen uit Friesland lampje staat erbij, Theodoor leest met zijn voeten op de tafel. We zijn naar het zuiden afgedaald. Het is een groot weerzien: foto’s en adresweer geïnstalleerd en de vakantie kan beginnen. sen worden uitgewisseld en in de middag wordt de video wel drie keer vertoond. Nog steeds is er veel hilariteit en ontroering, we Leeftijd in het zand

krijgen er allemaal geen genoeg van.

Twee weken later, op 1 augustus, zwaaien we Anouk en Teun in. Anouk is op 2 augustus jarig. Dat is een ongelukkige datum, want de Voor Theodoor volgen er een aantal zware weken. De spanningen meeste mensen zijn dan op vakantie. We vieren haar verjaardag daarop zijn werk lopen hoog op. Het is maar goed dat we half juli op om meestal op Vlieland. We maken ’s avonds kampvuur op het strand vakantie gaan, want hij heeft het hard nodig. Natuurlijk gaan we met vrienden en bekenden. Het is lekker warm en de sfeer is gewelnaar Vlieland. Twee vrienden van Bas komen logeren. En Anouk dig. Om twaalf uur wordt Anouk uitgebreid toegezongen en gefelicikomt met haar vriend Teun op 2 augustus om haar 17e verjaardag teerd. Zelfs onbekenden die ons horen zingen, komen feliciteren. te vieren.

De ochtend erna maken we – zoals ieder jaar – een foto op het strand. Met een fles water tekenen we haar leeftijd in het zand: 17 jaar alweer. Op 18 juli vertrekken we naar ‘ons’ eiland. De avond voor ons vertrek Anouk gaat er juichend bij liggen. Traditiegetrouw winkelen we daarheeft de werkgever een laptop laten brengen, zodat Theodoor een na in het dorpje. Anouk koopt een hele mooie, aparte rok. We sluiten paar uur per dag in het internetcafé op Vlieland kan werken. Ik vind de dag af met een etentje in ons favoriete restaurant. 24

25

slaapkamer helemaal versierd: het bed ligt vol hartjes. Gelukkig heeft het belachelijk: wie gaat er nu in zijn vakantie werken? Maar ik ken Theodoor nog een dag vrij en ik nog een hele week. We zweven nog mijn man langer dan vandaag, het heeft geen zin om daartegenin te even door op onze roze wolk.

gaan. Het eerste wat Theodoor dan ook doet op Vlieland is de laptop bij het café afgeven. Daarna is hij beschikbaar voor ons gezin. Gewone leven

Op donderdag gaat Theodoor weer werken. Het internetbedrijf waar Hoog op een duin vinden we nog een mooie plek, een beetje op een hij werkt, verkeert in zwaar weer. Er komt een faillissement aan, en pad, maar dat is geen probleem: we verleggen het pad. Al snel hebhet is duidelijk dat een ander bedrijf de zaak gaat overnemen. ben we de grootste lol met een Amsterdams stel dat ook net is aangeTheodoor is aanwezig bij de overnamegesprekken: ze hebben hem komen. Zij zijn voor het eerst op Vlieland. De wind is enorm en het hard nodig. Het rommelt onder het personeel. De meeste personeelsis geen overbodige luxe om de tent te verankeren met houten harinleden weigeren te werken totdat duidelijk is wat er gaat gebeuren en gen. Dat merken onze Amsterdamse buren al snel. Het enige wat de salarissen worden uitbetaald. Theodoor werkt onverstoorbaar door. nog ontbreekt, is een campingtafel. Daarvoor vinden we op zaterdag Hij wil de duizenden bezoekers en leden van de communities die hij al snel een creatieve oplossing. In het dorp houdt de fanfare iedere beheert, niet in de steek laten. Hij heeft van zijn aanstaande werk zaterdag een rommelmarkt, en daar staat een grote, ronde, massief gever de toezegging gekregen dat hij zijn baan zal behouden. grenen, loodzware salontafel. Voor € 5,-zijn we eigenaar. We zetten de tafel zo goed en kwaad als het gaat op de fiets en wankelen terug Op zaterdag, precies een week na onze trouwdag, wordt Theodoor naar de camping. Het is warm. Drijfnat van het zweet sjouwen we 48 jaar. We geven een Amerikaanse fuif, want de centen voor nog het ‘onding’ het hoge duin op. Maar wanneer hij staat, zijn we heleeen feestje zijn echt op. Bijna iedereen die op de bruiloft was, is er maal in onze nopjes. Ik zet bloemetjes in een glazen potje, het olieweer bij. Zelfs Hanneke en Enno zijn met de kinderen uit Friesland lampje staat erbij, Theodoor leest met zijn voeten op de tafel. We zijn naar het zuiden afgedaald. Het is een groot weerzien: foto’s en adresweer geïnstalleerd en de vakantie kan beginnen. sen worden uitgewisseld en in de middag wordt de video wel drie keer vertoond. Nog steeds is er veel hilariteit en ontroering, we Leeftijd in het zand

krijgen er allemaal geen genoeg van.

Twee weken later, op 1 augustus, zwaaien we Anouk en Teun in. Anouk is op 2 augustus jarig. Dat is een ongelukkige datum, want de Voor Theodoor volgen er een aantal zware weken. De spanningen meeste mensen zijn dan op vakantie. We vieren haar verjaardag daarop zijn werk lopen hoog op. Het is maar goed dat we half juli op om meestal op Vlieland. We maken ’s avonds kampvuur op het strand vakantie gaan, want hij heeft het hard nodig. Natuurlijk gaan we met vrienden en bekenden. Het is lekker warm en de sfeer is gewelnaar Vlieland. Twee vrienden van Bas komen logeren. En Anouk dig. Om twaalf uur wordt Anouk uitgebreid toegezongen en gefelicikomt met haar vriend Teun op 2 augustus om haar 17e verjaardag teerd. Zelfs onbekenden die ons horen zingen, komen feliciteren. te vieren.

De ochtend erna maken we – zoals ieder jaar – een foto op het strand. Met een fles water tekenen we haar leeftijd in het zand: 17 jaar alweer. Op 18 juli vertrekken we naar ‘ons’ eiland. De avond voor ons vertrek Anouk gaat er juichend bij liggen. Traditiegetrouw winkelen we daarheeft de werkgever een laptop laten brengen, zodat Theodoor een na in het dorpje. Anouk koopt een hele mooie, aparte rok. We sluiten paar uur per dag in het internetcafé op Vlieland kan werken. Ik vind de dag af met een etentje in ons favoriete restaurant. 24

25

Op zondag 3 augustus is de jaarlijkse halve marathon van Vlieland. Hij maakt nog een grapje met de arts. De huisarts heeft met de oogZoals ieder jaar loopt Theodoor de afstand van tien kilometer en de arts in Leeuwarden gebeld en allerlei testen afgenomen. Theodoor kinderen vijf. Het is bloed-en bloedheet. Ik zit met bekenden op een krijgt inderdaad een zalfje, maar moet voor de zekerheid morgenochterrasje bij de finish. Wanneer Theodoor over de finish komt, zie ik tend om half tien terugkomen, zodat hij zonodig nog de ochtendboot dat de hitte hem geen goed gedaan heeft. Hij is niet de enige. Hij kan nemen om er in het ziekenhuis van Leeuwarden naar te laten drinkt veel en komt langzaam bij in de schaduw op het terras. Ook de kijken. Ik bedenk dat ik – als we naar Leeuwarden zouden moeten –

kinderen zijn erg verhit van de inspanning. Na een poosje lopen we Hanneke en Enno kan inschakelen, want zij wonen in Friesland. terug naar de camping om een frisse duik in de zee nemen. De rest van de dag doen we het rustig aan.

Theodoor wil naar het Posthuys fietsen. Aan het einde van de Dorpstraat doe ik zalf in zijn oog. Dan vertelt hij dat het heel misOp maandagochtend werkt Theodoor een paar uurtjes en ik rommel schien iets neurologisch is, omdat zijn pupillen verschillend van wat bij de tent. Terwijl ik koffie zet, zie ik Huub en Annelies, onze grootte zijn. We hebben allebei zoiets van “ach, het zal wel meevalachterbuurtjes aankomen. Ik huppel ze enthousiast tegemoet: wat len”. De arts is nog jong en hij doet erg zijn best. We fietsen verder. een verrassing! Omdat het weer zo mooi is, hebben ze een paar Na een kilometer krijg ik een paniekgolf: stel je voor dat het iets dagen Vlieland geboekt in een hotelletje. We spreken af om ’s avonds neurologisch is, en dan fietsen wij in deze hitte. Ik wil per se terug samen iets te gaan drinken.

naar de schaduw en de tent, die hitte bevalt me niet. Bij de ondergaande zon zitten we op het terras bij de Bolder. Met Bas, Peter en zijn campingvrienden, maken we ’s avonds een Theodoor is moe. Zijn rechteroog is een beetje opgezet en hij heeft tocht met de Vliehors Express. Wanneer Maarten ons tussen de ande er last van. Huub is opticien en hij vindt dat het er vreemd uitziet. re toeristen ziet staan, is zijn reactie allerhartelijkst. We krijgen dikke Hij spreekt zijn ongerustheid uit. Theodoor en ik denken dat hij zoenen. “Gaan jullie op bedevaartstocht? Komen jullie controleren of een kou op het oog heeft van het hardlopen in de wind tijdens de de namen nog in het huisje staan?” vraagt hij. We hebben grote pret marathon. Hij heeft flessen water over zijn hoofd gegooid om af te met hem.

koelen. Theodoor voelt zich helemaal niet lekker en we gaan op tijd Bij het reddinghuisje aangekomen, pruttelt de chocomel in een grote naar bed.

gietijzeren pan boven het vuur. We zijn bruinverbrand en voelen ons heel bijzonder omdat we weer op deze plek zijn. ’s Avonds om elf Iets neurologisch?

uur zijn we terug bij de tent. We drinken nog wat en gaan naar bed. Wanneer ik dinsdagochtend wil gaan douchen, wordt Theodoor wak’s Nachts maakt Theodoor me wakker: “Marjan, dat dikke oog zal ker. Zijn oog is nog dikker en hij is erg chagrijnig. Ik besluit de huistoch niet ernstig zijn?” Omdat Theodoor bij een griep al vrij dramaarts van het eiland te bellen. Theodoor vindt het allemaal flauwekul, tisch kan doen, zeg ik: “Nee hoor, het is een ontstoken oog.” Maar maar ik bel toch. We kunnen om half een terecht. Ik wacht op hem helemaal gerust ben ik ook niet.

in de wachtkamer: het zal wel een zalfje worden voor een ontstoken oog.

’s Morgens om half 10 zijn we weer bij de huisarts. De jonge arts heeft er de ervaren arts bijgehaald en samen onderzoeken ze Na een poosje bevreemdt het me dat het wachten zo lang duurt. Theodoor grondig. Mijn sterke reus doorstaat de testen met glans: er Eindelijk gaat de deur open en daar komt Theodoor aangelopen. is niets bijzonders te vinden. De artsen adviseren om volgende week 26

27

Op zondag 3 augustus is de jaarlijkse halve marathon van Vlieland. Hij maakt nog een grapje met de arts. De huisarts heeft met de oogZoals ieder jaar loopt Theodoor de afstand van tien kilometer en de arts in Leeuwarden gebeld en allerlei testen afgenomen. Theodoor kinderen vijf. Het is bloed-en bloedheet. Ik zit met bekenden op een krijgt inderdaad een zalfje, maar moet voor de zekerheid morgenochterrasje bij de finish. Wanneer Theodoor over de finish komt, zie ik tend om half tien terugkomen, zodat hij zonodig nog de ochtendboot dat de hitte hem geen goed gedaan heeft. Hij is niet de enige. Hij kan nemen om er in het ziekenhuis van Leeuwarden naar te laten drinkt veel en komt langzaam bij in de schaduw op het terras. Ook de kijken. Ik bedenk dat ik – als we naar Leeuwarden zouden moeten –

kinderen zijn erg verhit van de inspanning. Na een poosje lopen we Hanneke en Enno kan inschakelen, want zij wonen in Friesland. terug naar de camping om een frisse duik in de zee nemen. De rest van de dag doen we het rustig aan.

Theodoor wil naar het Posthuys fietsen. Aan het einde van de Dorpstraat doe ik zalf in zijn oog. Dan vertelt hij dat het heel misOp maandagochtend werkt Theodoor een paar uurtjes en ik rommel schien iets neurologisch is, omdat zijn pupillen verschillend van wat bij de tent. Terwijl ik koffie zet, zie ik Huub en Annelies, onze grootte zijn. We hebben allebei zoiets van “ach, het zal wel meevalachterbuurtjes aankomen. Ik huppel ze enthousiast tegemoet: wat len”. De arts is nog jong en hij doet erg zijn best. We fietsen verder. een verrassing! Omdat het weer zo mooi is, hebben ze een paar Na een kilometer krijg ik een paniekgolf: stel je voor dat het iets dagen Vlieland geboekt in een hotelletje. We spreken af om ’s avonds neurologisch is, en dan fietsen wij in deze hitte. Ik wil per se terug samen iets te gaan drinken.

naar de schaduw en de tent, die hitte bevalt me niet. Bij de ondergaande zon zitten we op het terras bij de Bolder. Met Bas, Peter en zijn campingvrienden, maken we ’s avonds een Theodoor is moe. Zijn rechteroog is een beetje opgezet en hij heeft tocht met de Vliehors Express. Wanneer Maarten ons tussen de ande er last van. Huub is opticien en hij vindt dat het er vreemd uitziet. re toeristen ziet staan, is zijn reactie allerhartelijkst. We krijgen dikke Hij spreekt zijn ongerustheid uit. Theodoor en ik denken dat hij zoenen. “Gaan jullie op bedevaartstocht? Komen jullie controleren of een kou op het oog heeft van het hardlopen in de wind tijdens de de namen nog in het huisje staan?” vraagt hij. We hebben grote pret marathon. Hij heeft flessen water over zijn hoofd gegooid om af te met hem.

koelen. Theodoor voelt zich helemaal niet lekker en we gaan op tijd Bij het reddinghuisje aangekomen, pruttelt de chocomel in een grote naar bed.

gietijzeren pan boven het vuur. We zijn bruinverbrand en voelen ons heel bijzonder omdat we weer op deze plek zijn. ’s Avonds om elf Iets neurologisch?

uur zijn we terug bij de tent. We drinken nog wat en gaan naar bed. Wanneer ik dinsdagochtend wil gaan douchen, wordt Theodoor wak’s Nachts maakt Theodoor me wakker: “Marjan, dat dikke oog zal ker. Zijn oog is nog dikker en hij is erg chagrijnig. Ik besluit de huistoch niet ernstig zijn?” Omdat Theodoor bij een griep al vrij dramaarts van het eiland te bellen. Theodoor vindt het allemaal flauwekul, tisch kan doen, zeg ik: “Nee hoor, het is een ontstoken oog.” Maar maar ik bel toch. We kunnen om half een terecht. Ik wacht op hem helemaal gerust ben ik ook niet.

in de wachtkamer: het zal wel een zalfje worden voor een ontstoken oog.

’s Morgens om half 10 zijn we weer bij de huisarts. De jonge arts heeft er de ervaren arts bijgehaald en samen onderzoeken ze Na een poosje bevreemdt het me dat het wachten zo lang duurt. Theodoor grondig. Mijn sterke reus doorstaat de testen met glans: er Eindelijk gaat de deur open en daar komt Theodoor aangelopen. is niets bijzonders te vinden. De artsen adviseren om volgende week 26

27

maandag naar de eigen huisarts te gaan als het oog dik blijft. Wat een Opeens wil Theodoor even zitten. Na een minuut wil hij weer liggen. opluchting!

We ruilen van plaats en ik denk: “Wat ben je ongedurig.” Mijn boek is spannend en opeens zie ik Theodoors krant wegwaaien. Ach, hij Duik in zee

zal wel in slaap gevallen zijn. Laat maar lekker slapen, hij heeft een We vieren het met koffie en gebak tegenover de huisartsenpraktijk. zwaar jaar gehad. Ik leg een T-shirt over zijn schouders tegen het Daarna wil Theodoor nog even werken in het internetcafé. We spreverbranden. ken af dat ik hem in het begin van de middag kom ophalen. Rond kwart voor vijf zeg ik zachtjes: “Hé Van Puffelen, wat denk je Ik ga terug naar de tent. Onze kampeerburen, Wim (arts) en Miek, ervan? We moeten nog boodschappen doen.”

vragen hoe het afgelopen is en ik praat hen bij. Ook Bas komt even

“Zzuh, zuh, zuh,” is het antwoord.

informeren hoe het met papa is gegaan bij de dokter. Ik kan hem

“Theodoor,” ik roep steeds harder, “Theodoor?”

geruststellen en hij sjouwt met zijn vrienden weer verder: ze gaan

“Zuh, zuh, zuh.”

zwemmen.

Een vlaag van ongerustheid trekt door mijn lijf. Ik ga op mijn knieën Met Miek zet ik een grote pot koffie en we praten in de zon over het naast hem zitten en probeer hem om te draaien: “Joh, doe effe norleven. Ik vertel haar dat ik op dit moment zo intens gelukkig ben: “Ik maal, hou op met die rare grapjes!”

voel me compleet en alles klopt.” Ik maak een dansje voor de tent en Dan zie ik dat zijn gezicht aan een kant helemaal is weggezakt. Er Miek moet om me lachen. Miek is een goede gesprekspartner. We loopt slijm uit zijn mond, vermengd met zand: “Theodoor?”

filosoferen wat af op ons duintje.

Rond half twee haal ik Theodoor op. Er is braderie in het dorp.

“Theodooooooor!”

Theodoor heeft last van de drukte en is geïrriteerd. We kopen appelflappen voor de kinderen en gaan terug naar de camping. Het is veel Help

te warm om actief te zijn. We besluiten om eerst verkoeling te zoeIk schreeuw het uit en roep om hulp. Een Nederlands sprekende ken met een duik in zee. De boodschappen voor het avondeten doen Duitser komt aangesneld. “Snel, bel 112,” roep ik. Zijn vrouw rent al we later wel.

weg, het duin op.

Zijn hoofd moet uit de zon, zijn hoofd uit de zon! bedenk ik me. Het Tegen drie uur zijn we op het strand. “Oeps, ik ga sissen,” roep ik, lukt me niet om hem in de stabiele zijligging te leggen. Ik installeer terwijl ik voorzichtig de zee inloop. Mijn lijf is zo bloedheet, en het een andere man bij zijn hoofd voor wat schaduw en pak zijn mobiele water zo heerlijk koel. We zwemmen ruim een uur. Als kinderen spe telefoon gretig aan. Eerst bel ik Bas, en ik krijg hem meteen te paklen we met zijn tweeën. Theodoor tilt me op, en met mijn benen om ken. “Bas, papa is niet goed geworden. We zijn op het strand bij vak hem heen springt hij in de golven. We stoeien en duwen elkaar kopje blauw.” Ook bel ik nog een keer met 112. De huisarts is op de hoogte onder.

en onderweg. In mijn hoofd dreunt zacht een zinnetje: Op onze buik liggen we aan de vloedlijn om uit te puffen. Dan gaan Zie je nu wel, dit was het dan...

we op het strand liggen. Hand in hand lopen we naar ons plekje. We hebben een reuzenbadlaken bij ons en een stoel. Theodoor ligt op Inmiddels is er een politiewagen gearriveerd. Een agent houdt de het laken met de krant en ik lees een boek in de stoel. mensen op afstand. Theodoor is verward en onrustig. Hij is niet goed aanspreekbaar. Hij wil opstaan, maar dat gaat niet. Bas is radeloos. 28

29

maandag naar de eigen huisarts te gaan als het oog dik blijft. Wat een Opeens wil Theodoor even zitten. Na een minuut wil hij weer liggen. opluchting!

We ruilen van plaats en ik denk: “Wat ben je ongedurig.” Mijn boek is spannend en opeens zie ik Theodoors krant wegwaaien. Ach, hij Duik in zee

zal wel in slaap gevallen zijn. Laat maar lekker slapen, hij heeft een We vieren het met koffie en gebak tegenover de huisartsenpraktijk. zwaar jaar gehad. Ik leg een T-shirt over zijn schouders tegen het Daarna wil Theodoor nog even werken in het internetcafé. We spreverbranden. ken af dat ik hem in het begin van de middag kom ophalen. Rond kwart voor vijf zeg ik zachtjes: “Hé Van Puffelen, wat denk je Ik ga terug naar de tent. Onze kampeerburen, Wim (arts) en Miek, ervan? We moeten nog boodschappen doen.”

vragen hoe het afgelopen is en ik praat hen bij. Ook Bas komt even

“Zzuh, zuh, zuh,” is het antwoord.

informeren hoe het met papa is gegaan bij de dokter. Ik kan hem

“Theodoor,” ik roep steeds harder, “Theodoor?”

geruststellen en hij sjouwt met zijn vrienden weer verder: ze gaan

“Zuh, zuh, zuh.”

zwemmen.

Een vlaag van ongerustheid trekt door mijn lijf. Ik ga op mijn knieën Met Miek zet ik een grote pot koffie en we praten in de zon over het naast hem zitten en probeer hem om te draaien: “Joh, doe effe norleven. Ik vertel haar dat ik op dit moment zo intens gelukkig ben: “Ik maal, hou op met die rare grapjes!”

voel me compleet en alles klopt.” Ik maak een dansje voor de tent en Dan zie ik dat zijn gezicht aan een kant helemaal is weggezakt. Er Miek moet om me lachen. Miek is een goede gesprekspartner. We loopt slijm uit zijn mond, vermengd met zand: “Theodoor?”

filosoferen wat af op ons duintje.

Rond half twee haal ik Theodoor op. Er is braderie in het dorp.

“Theodooooooor!”

Theodoor heeft last van de drukte en is geïrriteerd. We kopen appelflappen voor de kinderen en gaan terug naar de camping. Het is veel Help

te warm om actief te zijn. We besluiten om eerst verkoeling te zoeIk schreeuw het uit en roep om hulp. Een Nederlands sprekende ken met een duik in zee. De boodschappen voor het avondeten doen Duitser komt aangesneld. “Snel, bel 112,” roep ik. Zijn vrouw rent al we later wel.

weg, het duin op.

Zijn hoofd moet uit de zon, zijn hoofd uit de zon! bedenk ik me. Het Tegen drie uur zijn we op het strand. “Oeps, ik ga sissen,” roep ik, lukt me niet om hem in de stabiele zijligging te leggen. Ik installeer terwijl ik voorzichtig de zee inloop. Mijn lijf is zo bloedheet, en het een andere man bij zijn hoofd voor wat schaduw en pak zijn mobiele water zo heerlijk koel. We zwemmen ruim een uur. Als kinderen spe telefoon gretig aan. Eerst bel ik Bas, en ik krijg hem meteen te paklen we met zijn tweeën. Theodoor tilt me op, en met mijn benen om ken. “Bas, papa is niet goed geworden. We zijn op het strand bij vak hem heen springt hij in de golven. We stoeien en duwen elkaar kopje blauw.” Ook bel ik nog een keer met 112. De huisarts is op de hoogte onder.

en onderweg. In mijn hoofd dreunt zacht een zinnetje: Op onze buik liggen we aan de vloedlijn om uit te puffen. Dan gaan Zie je nu wel, dit was het dan...

we op het strand liggen. Hand in hand lopen we naar ons plekje. We hebben een reuzenbadlaken bij ons en een stoel. Theodoor ligt op Inmiddels is er een politiewagen gearriveerd. Een agent houdt de het laken met de krant en ik lees een boek in de stoel. mensen op afstand. Theodoor is verward en onrustig. Hij is niet goed aanspreekbaar. Hij wil opstaan, maar dat gaat niet. Bas is radeloos. 28

29

Ik kan geen antwoord op zijn vragen geven. Ik moet iets doen. Ik bel Hij is compleet overstuur.

onze vriendin Hanneke in Friesland: het nummer ken ik uit mijn hoofd. Ik weet nog helemaal niet wat er gaat gebeuren, maar ik vraag De huisarts zit in de ambulance bij Theodoor. Hij zal meegaan met haar stand-by te zijn. De adrenaline spuit mijn oren uit. Theodoor de helikopter. De ambulanceverpleegkundige legt de gang van zaken wordt steeds verwarder.

uit bij de helikopter: de volgorde van instappen, mijn spullen die Daar komt de jonge huisarts het duin afgerend. Wanneer hij ziet om overgenomen worden, de koptelefoon die ik krijg, en hoe ik kan comwie het gaat, hoor ik hem hartgrondig iets roepen. Hij onderzoekt municeren. Dan komt het bericht dat de helikopter startproblemen Theodoor snel: til je been eens op, til je arm eens op, voel je dit, voel heeft in Leeuwarden. Er wordt een andere helikopter ingezet. Het je dat. Binnen een minuut vertelt hij dat we met de helikopter naar wachten duurt eindeloos.

Leeuwarden gaan. Een ambulance is al onderweg om ons van het strand te halen en naar de helikopter te brengen. Bas en ik, we voelen Theodoor vraagt naar me in de snikhete ambulance. Zo ziek als hij is, dat dit heel ernstig is en we zijn doodsbang.

wil hij weten of ik wel mee durf. Hij weet dat ik vliegangst heb, maar daar heb ik op dit moment helemaal geen last van: naar het ziekenIk begin te regelen. Ik vraag Miek, onze campingbuurvrouw, om de huis en wel zo snel mogelijk! Ook Bas gaat nog even bij papa in de spullen die we nodig hebben te gaan halen bij onze tent: telefoonambulance. Hij is zo overstuur. De politieman ontfermt zich over klappertje, mobieltje, lenzenvloeistof en het mapje met belangrijke hem. Zijn vriendjes kijken hulpeloos toe.

papieren. Alles zit bij elkaar in een wit rugzakje. Miek sprint het duin over om het te gaan halen. De ambulance laat erg lang op zich Eindelijk komt daar de helikopter. Er stappen mensen uit in donkere wachten. De politieman vertelt dat de wagen vastzit in het losse zand pakken. Voor hun helm hebben ze een zwart scherm tegen de zon. en dat de brandweer er alles aan doet om hem los te krijgen. Ik zie geen gezichten. Het ziet er spookachtig uit. Theodoor gaat als Gelukkig komt een tweede ambulance en daarin wordt Theodoor eerste naar de helikopter en wordt vastgelegd aan allerlei apparatuur. gelegd. Echter, de ‘betere’ ambulance is losgekomen uit het zand Mijn spullen worden opgehaald, en dan moet ik afscheid nemen van en Theodoor wordt alsnog in deze ambulance gelegd. Bas wil mee Bas. Ik praat indringend op hem in: “Blijf sterk, Bas, je moet sterk in de ambulance, maar dat kan niet. Hij mag mee in de brandweerblijven. Je kunt het!” Hij is zo verschrikkelijk bang en ik moet hem auto. Het is een drukte van belang, met allemaal badgasten, maar achterlaten. Ik ren met een bemanningslid mee.

het interesseert me niet. Ik registreer het alleen. Ik zit op een minuscuul plekje aan de zijkant, naast een technicus. Hemibeeld

Ik kan nog net Theodoors voeten zien en zie hem af en toe stuiptrekWe rijden langs het strand richting Seeduyn. Boven op het duin ken. Weer staat het vol met kijkende mensen. Voordat ik het besef, wordt Theodoor erg misselijk. Op het dashboard ligt een kaart. Ik zie zijn we weg. We vliegen eerst over het strand en maken dan een hemibeeld staan en weet absoluut niet wat dat betekent. Het is nu scherpe bocht naar rechts. Ik hoor de verpleegkundige Theodoor ook geen tijd om het te vragen. We rijden langs alle vertrouwde plekaanspreken: “Theo, doe je ogen even open, Theo, ben je er nog?”

jes naar de landingsplaats van de helikopter. In de verte zie ik Bas al Non-stop hoor ik dit door mijn koptelefoon. Ik kijk naar zijn stuipstaan. Wanneer ik uitstap, vliegt hij in mijn armen: “Mama, jullie trekkende voeten en begrijp dat hij steeds verder wegzakt: “Hou vol mogen niet weggaan. Ik moet mee. Jullie mogen me niet achterlaten.”

jongen, hou vol!”

30

31

Ik kan geen antwoord op zijn vragen geven. Ik moet iets doen. Ik bel Hij is compleet overstuur.

onze vriendin Hanneke in Friesland: het nummer ken ik uit mijn hoofd. Ik weet nog helemaal niet wat er gaat gebeuren, maar ik vraag De huisarts zit in de ambulance bij Theodoor. Hij zal meegaan met haar stand-by te zijn. De adrenaline spuit mijn oren uit. Theodoor de helikopter. De ambulanceverpleegkundige legt de gang van zaken wordt steeds verwarder.

uit bij de helikopter: de volgorde van instappen, mijn spullen die Daar komt de jonge huisarts het duin afgerend. Wanneer hij ziet om overgenomen worden, de koptelefoon die ik krijg, en hoe ik kan comwie het gaat, hoor ik hem hartgrondig iets roepen. Hij onderzoekt municeren. Dan komt het bericht dat de helikopter startproblemen Theodoor snel: til je been eens op, til je arm eens op, voel je dit, voel heeft in Leeuwarden. Er wordt een andere helikopter ingezet. Het je dat. Binnen een minuut vertelt hij dat we met de helikopter naar wachten duurt eindeloos.

Leeuwarden gaan. Een ambulance is al onderweg om ons van het strand te halen en naar de helikopter te brengen. Bas en ik, we voelen Theodoor vraagt naar me in de snikhete ambulance. Zo ziek als hij is, dat dit heel ernstig is en we zijn doodsbang.

wil hij weten of ik wel mee durf. Hij weet dat ik vliegangst heb, maar daar heb ik op dit moment helemaal geen last van: naar het ziekenIk begin te regelen. Ik vraag Miek, onze campingbuurvrouw, om de huis en wel zo snel mogelijk! Ook Bas gaat nog even bij papa in de spullen die we nodig hebben te gaan halen bij onze tent: telefoonambulance. Hij is zo overstuur. De politieman ontfermt zich over klappertje, mobieltje, lenzenvloeistof en het mapje met belangrijke hem. Zijn vriendjes kijken hulpeloos toe.

papieren. Alles zit bij elkaar in een wit rugzakje. Miek sprint het duin over om het te gaan halen. De ambulance laat erg lang op zich Eindelijk komt daar de helikopter. Er stappen mensen uit in donkere wachten. De politieman vertelt dat de wagen vastzit in het losse zand pakken. Voor hun helm hebben ze een zwart scherm tegen de zon. en dat de brandweer er alles aan doet om hem los te krijgen. Ik zie geen gezichten. Het ziet er spookachtig uit. Theodoor gaat als Gelukkig komt een tweede ambulance en daarin wordt Theodoor eerste naar de helikopter en wordt vastgelegd aan allerlei apparatuur. gelegd. Echter, de ‘betere’ ambulance is losgekomen uit het zand Mijn spullen worden opgehaald, en dan moet ik afscheid nemen van en Theodoor wordt alsnog in deze ambulance gelegd. Bas wil mee Bas. Ik praat indringend op hem in: “Blijf sterk, Bas, je moet sterk in de ambulance, maar dat kan niet. Hij mag mee in de brandweerblijven. Je kunt het!” Hij is zo verschrikkelijk bang en ik moet hem auto. Het is een drukte van belang, met allemaal badgasten, maar achterlaten. Ik ren met een bemanningslid mee.

het interesseert me niet. Ik registreer het alleen. Ik zit op een minuscuul plekje aan de zijkant, naast een technicus. Hemibeeld

Ik kan nog net Theodoors voeten zien en zie hem af en toe stuiptrekWe rijden langs het strand richting Seeduyn. Boven op het duin ken. Weer staat het vol met kijkende mensen. Voordat ik het besef, wordt Theodoor erg misselijk. Op het dashboard ligt een kaart. Ik zie zijn we weg. We vliegen eerst over het strand en maken dan een hemibeeld staan en weet absoluut niet wat dat betekent. Het is nu scherpe bocht naar rechts. Ik hoor de verpleegkundige Theodoor ook geen tijd om het te vragen. We rijden langs alle vertrouwde plekaanspreken: “Theo, doe je ogen even open, Theo, ben je er nog?”

jes naar de landingsplaats van de helikopter. In de verte zie ik Bas al Non-stop hoor ik dit door mijn koptelefoon. Ik kijk naar zijn stuipstaan. Wanneer ik uitstap, vliegt hij in mijn armen: “Mama, jullie trekkende voeten en begrijp dat hij steeds verder wegzakt: “Hou vol mogen niet weggaan. Ik moet mee. Jullie mogen me niet achterlaten.”

jongen, hou vol!”

30

31

Na elf minuten zijn we in Leeuwarden. We landen op een militaire De neuroloog vertelt een technisch verhaal, wat totaal niet tot me vliegbasis, want bij het ziekenhuis is ’s avonds geen brandbeveiliging. doordringt. Hij vindt het verstandig om de familie in te lichten en Enorme F-16’s staan onder ons, met daarachter een klein geel stipje: over te laten komen, ook de kinderen. Ik word naar een familie de ambulance. Met militaire precisie wordt er geland en Theodoor kamertje verwezen voor een bijna onmogelijke taak: de meiden wordt getransporteerd naar de ambulance. Voordat ik het weet, zit bellen.

ik voorin in de ambulance en knijpt iemand flink in mijn hand. De jonge huisarts groet me op zijn manier en wenst me sterkte. Ik bel eerst Annelies, onze achterbuurvrouw, en stel haar kort en Hij zal door de helikopter teruggebracht worden.

zakelijk op de hoogte. Ik vraag of ze naar Silke en Anouk wil gaan, zodat er een volwassene aanwezig is wanneer ik het nieuws vertel. Met vliegende vaart rijden we door Leeuwarden. Er wordt een code Drie minuten later bel ik naar huis. Met trillende handen toets ik ons doorgegeven, zodat we niet voor geopende bruggen komen te staan. nummer in. Enno zit naast me. Ik krijg Anouk aan de lijn. Groot is Theodoor is weer erg misselijk. Terwijl hij spuugt, zegt de broeder: de paniek en de verslagenheid bij de meiden. Ik probeer zo rustig

“Mevrouw, hij wil iets zeggen. Ik begrijp er niet zoveel van, iets van mogelijk te blijven. Ze zullen morgenochtend met Annelies en haar dik en dun?” Ik begrijp de boodschap en roep: “Onvoorwaardelijk man Huub naar Leeuwarden komen. In een paar minuten hebben jongen, onvoorwaardelijk!”

we alles geregeld.

Bij de EHBO van het ziekenhuis wachten kleine Hanneke en grote Met Enno en Hanneke overleg ik over Bas. Die laatste minuten bij de Enno ons bezorgd op. Wat ben ik opgelucht wanneer ik hen zie. helikopter staan op mijn netvlies. Ik vond het vreselijk om hem zo Vanuit de ambulance schud ik “nee”. Ik bedoel: “Nee, het is niet achter te moeten laten. Wanneer Enno voorstelt om Bas morgenvroeg goed.” Later blijkt dat ze dachten dat het voorbij was. De neuroloog zelf met de boot naar de wal te laten komen en hem daar op te vanen de verpleegkundige staan klaar. Theodoor wordt snel onderzocht gen, ga ik op tilt: “Enno, je moet hem op Vlieland ophalen. Je weet en meteen naar de CT-scan gebracht. We lopen naar buiten voor een niet hoe hij eraan toe is.” We krijgen Bas niet meer te pakken. kop koffie en een sigaretje. Ik sta te trillen op mijn benen. Hij heeft geen bereik met zijn mobiel. Het is om gek van te worden, maar Enno zal met de vroege boot naar Vlieland gaan om Bas op te 48 uur

halen. Dat stelt me een beetje gerust.

De neuroloog komt al snel met de diagnose: Theodoor heeft een fors herseninfarct in de rechter hersenhelft. Op een scheurtje in de bin Dan bel ik Theodoors zus. Zij zal zijn ouders inlichten, ik kan het nenbekleding van de halsslagader is een bloedpropje ontstaan en dat gewoonweg niet. Ook zij komen morgenochtend direct. Tot slot bel ik is in de hersenen gekomen. Het bloedpropje heeft een forse beschamijn broer Ton. Hij is aan het werk. Dit wordt een kort en duidelijk diging aangericht. Daarom is Theodoor aan de linkerhelft van zijn gesprek. Hij zal morgen naar Leeuwarden komen vanuit Zuidlichaam volledig verlamd. De situatie is kritiek, er kan nog een infarct Brabant met de trein, zodat hij onze auto en karretje met camping bijkomen en het gevaar is groot dat er vocht bij het infarct komt. spullen mee naar huis kan nemen.

De eerste 48 uur zijn cruciaal.

Door lange gangen lopen we naast het bed met Theodoor naar de Ik denk alleen maar aan die 48 uur en ben volkomen verbouwereerd. afdeling neurologie. Theodoor komt op een vierpersoonskamer waar 32

33

Na elf minuten zijn we in Leeuwarden. We landen op een militaire De neuroloog vertelt een technisch verhaal, wat totaal niet tot me vliegbasis, want bij het ziekenhuis is ’s avonds geen brandbeveiliging. doordringt. Hij vindt het verstandig om de familie in te lichten en Enorme F-16’s staan onder ons, met daarachter een klein geel stipje: over te laten komen, ook de kinderen. Ik word naar een familie de ambulance. Met militaire precisie wordt er geland en Theodoor kamertje verwezen voor een bijna onmogelijke taak: de meiden wordt getransporteerd naar de ambulance. Voordat ik het weet, zit bellen.

ik voorin in de ambulance en knijpt iemand flink in mijn hand. De jonge huisarts groet me op zijn manier en wenst me sterkte. Ik bel eerst Annelies, onze achterbuurvrouw, en stel haar kort en Hij zal door de helikopter teruggebracht worden.

zakelijk op de hoogte. Ik vraag of ze naar Silke en Anouk wil gaan, zodat er een volwassene aanwezig is wanneer ik het nieuws vertel. Met vliegende vaart rijden we door Leeuwarden. Er wordt een code Drie minuten later bel ik naar huis. Met trillende handen toets ik ons doorgegeven, zodat we niet voor geopende bruggen komen te staan. nummer in. Enno zit naast me. Ik krijg Anouk aan de lijn. Groot is Theodoor is weer erg misselijk. Terwijl hij spuugt, zegt de broeder: de paniek en de verslagenheid bij de meiden. Ik probeer zo rustig

“Mevrouw, hij wil iets zeggen. Ik begrijp er niet zoveel van, iets van mogelijk te blijven. Ze zullen morgenochtend met Annelies en haar dik en dun?” Ik begrijp de boodschap en roep: “Onvoorwaardelijk man Huub naar Leeuwarden komen. In een paar minuten hebben jongen, onvoorwaardelijk!”

we alles geregeld.

Bij de EHBO van het ziekenhuis wachten kleine Hanneke en grote Met Enno en Hanneke overleg ik over Bas. Die laatste minuten bij de Enno ons bezorgd op. Wat ben ik opgelucht wanneer ik hen zie. helikopter staan op mijn netvlies. Ik vond het vreselijk om hem zo Vanuit de ambulance schud ik “nee”. Ik bedoel: “Nee, het is niet achter te moeten laten. Wanneer Enno voorstelt om Bas morgenvroeg goed.” Later blijkt dat ze dachten dat het voorbij was. De neuroloog zelf met de boot naar de wal te laten komen en hem daar op te vanen de verpleegkundige staan klaar. Theodoor wordt snel onderzocht gen, ga ik op tilt: “Enno, je moet hem op Vlieland ophalen. Je weet en meteen naar de CT-scan gebracht. We lopen naar buiten voor een niet hoe hij eraan toe is.” We krijgen Bas niet meer te pakken. kop koffie en een sigaretje. Ik sta te trillen op mijn benen. Hij heeft geen bereik met zijn mobiel. Het is om gek van te worden, maar Enno zal met de vroege boot naar Vlieland gaan om Bas op te 48 uur

halen. Dat stelt me een beetje gerust.

De neuroloog komt al snel met de diagnose: Theodoor heeft een fors herseninfarct in de rechter hersenhelft. Op een scheurtje in de bin Dan bel ik Theodoors zus. Zij zal zijn ouders inlichten, ik kan het nenbekleding van de halsslagader is een bloedpropje ontstaan en dat gewoonweg niet. Ook zij komen morgenochtend direct. Tot slot bel ik is in de hersenen gekomen. Het bloedpropje heeft een forse beschamijn broer Ton. Hij is aan het werk. Dit wordt een kort en duidelijk diging aangericht. Daarom is Theodoor aan de linkerhelft van zijn gesprek. Hij zal morgen naar Leeuwarden komen vanuit Zuidlichaam volledig verlamd. De situatie is kritiek, er kan nog een infarct Brabant met de trein, zodat hij onze auto en karretje met camping bijkomen en het gevaar is groot dat er vocht bij het infarct komt. spullen mee naar huis kan nemen.

De eerste 48 uur zijn cruciaal.

Door lange gangen lopen we naast het bed met Theodoor naar de Ik denk alleen maar aan die 48 uur en ben volkomen verbouwereerd. afdeling neurologie. Theodoor komt op een vierpersoonskamer waar 32

33

verder niemand ligt. Het duurt even voordat alle apparatuur is aangeDe hele nacht gooit Theodoor zijn goede rechterarm op mijn hoofd. sloten. De verpleging kan zo op zijn bed kijken.

“Wat is er?” vraag ik steeds. “Bellen, ik moet mijn baas bellen.”

“Morgen bellen we, ga maar slapen. Probeer te rusten, dat heb je nu Dat is voor oude mensen

veel harder nodig.”

Bij het opnamegesprek krijg ik van de verpleegkundige het blauw ’s Morgens om half negen bel ik zijn baas. Ik vertel hem rustig wat er rode boekje van de Nederlandse Hartstichting: Een beroerte, en dan?

gebeurd is. Waar ik het vandaan haal, weet ik niet, maar eigenlijk ben Heeft hij een beroerte? Welnee, doe niet zo stom, dat is voor oude ik boos en ik zeg: “Bij ons trouwen kregen we van jullie geen bloeme mensen! Ik gooi het boekje door de zaal: ga toch weg met dat boekje. tje, geen kaart, helemaal niets. Jullie zijn alleen maar bezig met je Hanneke raapt het op, slaat haar arm om me heen en zegt zachtjes: eigenbelang. Theodoor heeft zich in de vakantie letterlijk kapot

“Lees het boekje maar wanneer jij het wilt, Marjan, wanneer jij eraan gewerkt voor jullie.” Baaslief wil direct in de auto stappen om naar toe bent.” Ik praat in de binnentuin nog even met onze vrienden uit Leeuwarden te rijden. “Liever niet,” zeg ik hem, “de familie is nu Friesland, maar dan moeten zij toch echt naar huis. Hanneke vindt belangrijker.” Binnen een uur staat er een dure bos bloemen die ik het heel moeilijk om weg te gaan. We knuffelen elkaar. later aan de verpleging schenk.

Ik mag in een ziekenhuisbed bij Theodoor slapen. Ze schuiven mijn Moeilijk weerzien

bed dicht tegen het zijne. Ik draai wat op bed en kan absoluut niet Rond tien uur arriveren onze dochters Silke en Anouk, met Huub en slapen. Het is warm en allerlei gedachten vliegen door mijn hoofd. Annelies. Het weerzien is moeilijk, zo onwerkelijk. Onze dochters Ik weet niet waar ik het zoeken moet.

hebben de foto bij zich waar ze met z’n drieën opstaan, die we van

’s Nachts, terwijl Theodoor erg onrustig en verward is, pak ik toch het hen hebben gehad voor ons trouwen. We hangen de foto aan het voeblauwrode boekje en ik lees het aandachtig door. Aan welke kant had teneinde van Theodoors bed, om hem te motiveren te vechten voor hij nu dat herseninfarct? Het duizelt me. Ik lees over een halfzijdige zijn leven.

verlamming – een hemibeeld voor medici –; spraakproblemen, nee, dat heeft hij niet; decorumverlies; karakterverandering; ziekte-inzicht De kinderen, Theodoors ouders en zijn zus, we zitten op een binnenen hersenbeschadiging. Ik kan het allemaal niet vatten: wat een raar plaats naast de afdeling. Er staat geen zuchtje wind en er is nauweboekje. Nee, hier gaan wij dus echt niet aan meedoen! Wat een onzin!

lijks schaduw. Bloedheet is het. Anouk dreigt steeds flauw te vallen Maar toch, de grond onder me wordt zwart en diep. en we leggen haar in de koffiekamer waar het iets koeler is. De verTussen snoeren, katheter en infusen, ga ik voorzichtig bij Theodoor pleging geeft ons extra bouillon in verband met de hitte. Om en om in bed liggen. Met mijn armen om hem heen stel ik hem gerust, zitten we een poosje bij Theodoor. Er is een ventilator bij hem gezet. onze trouwbelofte herhalend: “Theodoor, ik beloof je, door dik en dun zal ik jouw waardigheid bewaken.” Vooral het zinnetje van een Ondertussen is Enno ’s morgens vroeg naar Vlieland gereisd om Bas partner in het boekje: "Ik heb een compleet andere man," blijft me op te halen en alles af te handelen. ’s Avonds komen ze aan in het bij. Ik lees het nog eens over. Ik geloof er niets van: nee, dat geldt ziekenhuis. Bas is oververhit en zeer bezorgd. Hij gaat meteen naar niet voor mijn man, daar gaan we voor vechten, mijn lief, mijn leven. Theodoor en geeft hem een kwartsei, een edelsteen die Theodoor Een andere man: echt niet, dan ken je mijn man nog niet, hij is altijd bij zich draagt. Daarna gaat Bas vertellen, vertellen en vertellen. grootste vechter die ik ken.

Hij vertelt van de paniek op de camping, de vele handen die mee 34

35

verder niemand ligt. Het duurt even voordat alle apparatuur is aangeDe hele nacht gooit Theodoor zijn goede rechterarm op mijn hoofd. sloten. De verpleging kan zo op zijn bed kijken.

“Wat is er?” vraag ik steeds. “Bellen, ik moet mijn baas bellen.”

“Morgen bellen we, ga maar slapen. Probeer te rusten, dat heb je nu Dat is voor oude mensen

veel harder nodig.”

Bij het opnamegesprek krijg ik van de verpleegkundige het blauw ’s Morgens om half negen bel ik zijn baas. Ik vertel hem rustig wat er rode boekje van de Nederlandse Hartstichting: Een beroerte, en dan?

gebeurd is. Waar ik het vandaan haal, weet ik niet, maar eigenlijk ben Heeft hij een beroerte? Welnee, doe niet zo stom, dat is voor oude ik boos en ik zeg: “Bij ons trouwen kregen we van jullie geen bloeme mensen! Ik gooi het boekje door de zaal: ga toch weg met dat boekje. tje, geen kaart, helemaal niets. Jullie zijn alleen maar bezig met je Hanneke raapt het op, slaat haar arm om me heen en zegt zachtjes: eigenbelang. Theodoor heeft zich in de vakantie letterlijk kapot

“Lees het boekje maar wanneer jij het wilt, Marjan, wanneer jij eraan gewerkt voor jullie.” Baaslief wil direct in de auto stappen om naar toe bent.” Ik praat in de binnentuin nog even met onze vrienden uit Leeuwarden te rijden. “Liever niet,” zeg ik hem, “de familie is nu Friesland, maar dan moeten zij toch echt naar huis. Hanneke vindt belangrijker.” Binnen een uur staat er een dure bos bloemen die ik het heel moeilijk om weg te gaan. We knuffelen elkaar. later aan de verpleging schenk.

Ik mag in een ziekenhuisbed bij Theodoor slapen. Ze schuiven mijn Moeilijk weerzien

bed dicht tegen het zijne. Ik draai wat op bed en kan absoluut niet Rond tien uur arriveren onze dochters Silke en Anouk, met Huub en slapen. Het is warm en allerlei gedachten vliegen door mijn hoofd. Annelies. Het weerzien is moeilijk, zo onwerkelijk. Onze dochters Ik weet niet waar ik het zoeken moet.

hebben de foto bij zich waar ze met z’n drieën opstaan, die we van

’s Nachts, terwijl Theodoor erg onrustig en verward is, pak ik toch het hen hebben gehad voor ons trouwen. We hangen de foto aan het voeblauwrode boekje en ik lees het aandachtig door. Aan welke kant had teneinde van Theodoors bed, om hem te motiveren te vechten voor hij nu dat herseninfarct? Het duizelt me. Ik lees over een halfzijdige zijn leven.

verlamming – een hemibeeld voor medici –; spraakproblemen, nee, dat heeft hij niet; decorumverlies; karakterverandering; ziekte-inzicht De kinderen, Theodoors ouders en zijn zus, we zitten op een binnenen hersenbeschadiging. Ik kan het allemaal niet vatten: wat een raar plaats naast de afdeling. Er staat geen zuchtje wind en er is nauweboekje. Nee, hier gaan wij dus echt niet aan meedoen! Wat een onzin!

lijks schaduw. Bloedheet is het. Anouk dreigt steeds flauw te vallen Maar toch, de grond onder me wordt zwart en diep. en we leggen haar in de koffiekamer waar het iets koeler is. De verTussen snoeren, katheter en infusen, ga ik voorzichtig bij Theodoor pleging geeft ons extra bouillon in verband met de hitte. Om en om in bed liggen. Met mijn armen om hem heen stel ik hem gerust, zitten we een poosje bij Theodoor. Er is een ventilator bij hem gezet. onze trouwbelofte herhalend: “Theodoor, ik beloof je, door dik en dun zal ik jouw waardigheid bewaken.” Vooral het zinnetje van een Ondertussen is Enno ’s morgens vroeg naar Vlieland gereisd om Bas partner in het boekje: "Ik heb een compleet andere man," blijft me op te halen en alles af te handelen. ’s Avonds komen ze aan in het bij. Ik lees het nog eens over. Ik geloof er niets van: nee, dat geldt ziekenhuis. Bas is oververhit en zeer bezorgd. Hij gaat meteen naar niet voor mijn man, daar gaan we voor vechten, mijn lief, mijn leven. Theodoor en geeft hem een kwartsei, een edelsteen die Theodoor Een andere man: echt niet, dan ken je mijn man nog niet, hij is altijd bij zich draagt. Daarna gaat Bas vertellen, vertellen en vertellen. grootste vechter die ik ken.

Hij vertelt van de paniek op de camping, de vele handen die mee 34

35

geholpen hebben met afbreken, de zware, grenen salontafel die ze weer dat stomme grapje!” Maar de vriendjes en vriendinnetjes moeaan het jongerenveld geschonken hebben, de opslag, de terugreis en ten er altijd om lachen en zeggen: “Kom Theodoor, vertel het nog zijn enorme angst. Hij blijft praten. Wat ben ik blij dat hij weer bij één keer.”

ons is.

Ik wil contact met hem hebben en checken of hij er nog ‘is’. Ik vraag hem zachtjes: “Theodoor, Theodoor?”

Mijn broer en Enno halen in Harlingen onze auto met spullen.

“Er zit een vlieg op de spiegel,” zegt hij. Steeds weer herhaal ik de Ik weet niet waar het sleuteltje voor het slot van het karretje is. vraag.

Die dingen regelde Theodoor altijd. Met de beheerder van de enorme

“Er zit een vlieg op de spiegel,” zegt hij. Na een hele poos hoor ik parkeerplaats zien ze uiteindelijk een stuk van het hek en het slot hem zachtjes, met half verlamde mond zeggen: “Zullen we…”. kapot. Mijn broer rijdt weg in onze auto, doet het dashboardkastje Ik lach voor het eerst weer. Dat stomme grapje kent hij nog en ik ren open, en ja hoor, grote hilariteit, want daar ligt het sleuteltje. enthousiast naar buiten om het de kinderen te vertellen. De kinderen gaan met mijn broer bij Hanneke en Enno slapen. Mijn vriendin Jolan komt mijn broer morgen aflossen. Complicaties

Theodoor reageert steeds minder. Hij zakt verder weg en is moeilijk Wanneer we de neuroloog zien, hebben we veel ongeruste vragen. te bereiken. Ieder kwartier wordt hij gewekt, het gaat moeizaam. Hij is erg kort van stof en reageert wat geïrriteerd op onze vragen: Vrijdagmiddag worden de kinderen, Jolan en ik, door de neuroloog

“Dat heb ik toch al verteld.” Hij blijft bij het technische verhaal waar apart genomen en ingelicht. We staan rond het bed van Theodoor, we niet veel van begrijpen. Voor ons is deze materie volkomen nieuw met alle apparatuur eromheen. De neuroloog geeft aan dat – hij was en onbekend.

er al bang voor – slecht nieuws heeft voor ons. Er is zojuist een CTOp vrijdagochtend kom ik hem tegen bij de uitgang van de afdeling. scan gemaakt en er zijn complicaties. Er is oedeem (vocht) bij het Hij toetst de beveiligingscode in om de deur te openen. “Tja, neuroinfarct gekomen en de situatie wordt kritiek. Theodoor reageert ook logie hè,” zegt hij met een onbeholpen lachje.

steeds slechter. Hij moet naar een academisch ziekenhuis. Utrecht

“Dokter, mag ik iets zeggen,” vraag ik.

en Groningen hebben neurochirurgische mogelijkheden. Het wordt

“Natuurlijk,” zegt hij.

Utrecht, omdat dat dichter bij onze woonplaats ligt. De ambulance

“Ik vind u een beetje eng,” zeg ik.

staat al klaar. In Utrecht zijn ze al op de hoogte gesteld. Theodoor

“Hoezo?” vraagt hij verbaasd.

moet er onmiddellijk naar toe. De ambulancebroeders komen al

“U heeft steeds van die enge berichten. Ik weet niets over dit onderbinnen. werp en u lijkt steeds geïrriteerd.”

Hij legt zijn hand op mijn schouder en zegt: “Eng ben ik echt niet. Terwijl Theodoor op de brancard gelegd wordt, graai ik snel wat spulIk vind dit gewoon verschrikkelijk voor jullie.” Dan loopt hij snel weg. len bij elkaar. Wanneer Theodoor de ambulance wordt ingeschoven, wordt hij erg misselijk. Hij is zo ziek, zo ziek. Als de deuren van de In ons gezin hebben we een familiegrapje. Steeds wanneer er een ambulance dichtgaan, zie ik de uitdrukking op de gezichten van de vriendje of vriendinnetje van de kinderen met ons mee-eet, maakt kinderen en Jolan. Ze zien grauw van spanning en angst. De ambuTheodoor hetzelfde flauwe grapje. Wij lachen allang niet meer om lancebroeder pakt mijn handen vast en spreekt indringend op me in: dat grapje. De kinderen roepen dan altijd in koor: “Nee papa, niet

“Mevrouw, we doen wat we kunnen, maar besef wel dat we geen art36

37

geholpen hebben met afbreken, de zware, grenen salontafel die ze weer dat stomme grapje!” Maar de vriendjes en vriendinnetjes moeaan het jongerenveld geschonken hebben, de opslag, de terugreis en ten er altijd om lachen en zeggen: “Kom Theodoor, vertel het nog zijn enorme angst. Hij blijft praten. Wat ben ik blij dat hij weer bij één keer.”

ons is.

Ik wil contact met hem hebben en checken of hij er nog ‘is’. Ik vraag hem zachtjes: “Theodoor, Theodoor?”

Mijn broer en Enno halen in Harlingen onze auto met spullen.

“Er zit een vlieg op de spiegel,” zegt hij. Steeds weer herhaal ik de Ik weet niet waar het sleuteltje voor het slot van het karretje is. vraag.

Die dingen regelde Theodoor altijd. Met de beheerder van de enorme

“Er zit een vlieg op de spiegel,” zegt hij. Na een hele poos hoor ik parkeerplaats zien ze uiteindelijk een stuk van het hek en het slot hem zachtjes, met half verlamde mond zeggen: “Zullen we…”. kapot. Mijn broer rijdt weg in onze auto, doet het dashboardkastje Ik lach voor het eerst weer. Dat stomme grapje kent hij nog en ik ren open, en ja hoor, grote hilariteit, want daar ligt het sleuteltje. enthousiast naar buiten om het de kinderen te vertellen. De kinderen gaan met mijn broer bij Hanneke en Enno slapen. Mijn vriendin Jolan komt mijn broer morgen aflossen. Complicaties

Theodoor reageert steeds minder. Hij zakt verder weg en is moeilijk Wanneer we de neuroloog zien, hebben we veel ongeruste vragen. te bereiken. Ieder kwartier wordt hij gewekt, het gaat moeizaam. Hij is erg kort van stof en reageert wat geïrriteerd op onze vragen: Vrijdagmiddag worden de kinderen, Jolan en ik, door de neuroloog

“Dat heb ik toch al verteld.” Hij blijft bij het technische verhaal waar apart genomen en ingelicht. We staan rond het bed van Theodoor, we niet veel van begrijpen. Voor ons is deze materie volkomen nieuw met alle apparatuur eromheen. De neuroloog geeft aan dat – hij was en onbekend.

er al bang voor – slecht nieuws heeft voor ons. Er is zojuist een CTOp vrijdagochtend kom ik hem tegen bij de uitgang van de afdeling. scan gemaakt en er zijn complicaties. Er is oedeem (vocht) bij het Hij toetst de beveiligingscode in om de deur te openen. “Tja, neuroinfarct gekomen en de situatie wordt kritiek. Theodoor reageert ook logie hè,” zegt hij met een onbeholpen lachje.

steeds slechter. Hij moet naar een academisch ziekenhuis. Utrecht

“Dokter, mag ik iets zeggen,” vraag ik.

en Groningen hebben neurochirurgische mogelijkheden. Het wordt

“Natuurlijk,” zegt hij.

Utrecht, omdat dat dichter bij onze woonplaats ligt. De ambulance

“Ik vind u een beetje eng,” zeg ik.

staat al klaar. In Utrecht zijn ze al op de hoogte gesteld. Theodoor

“Hoezo?” vraagt hij verbaasd.

moet er onmiddellijk naar toe. De ambulancebroeders komen al

“U heeft steeds van die enge berichten. Ik weet niets over dit onderbinnen. werp en u lijkt steeds geïrriteerd.”

Hij legt zijn hand op mijn schouder en zegt: “Eng ben ik echt niet. Terwijl Theodoor op de brancard gelegd wordt, graai ik snel wat spulIk vind dit gewoon verschrikkelijk voor jullie.” Dan loopt hij snel weg. len bij elkaar. Wanneer Theodoor de ambulance wordt ingeschoven, wordt hij erg misselijk. Hij is zo ziek, zo ziek. Als de deuren van de In ons gezin hebben we een familiegrapje. Steeds wanneer er een ambulance dichtgaan, zie ik de uitdrukking op de gezichten van de vriendje of vriendinnetje van de kinderen met ons mee-eet, maakt kinderen en Jolan. Ze zien grauw van spanning en angst. De ambuTheodoor hetzelfde flauwe grapje. Wij lachen allang niet meer om lancebroeder pakt mijn handen vast en spreekt indringend op me in: dat grapje. De kinderen roepen dan altijd in koor: “Nee papa, niet

“Mevrouw, we doen wat we kunnen, maar besef wel dat we geen art36

37

sen zijn.” Ik knik, de ernst van de situatie realiseer ik me maar al te Eindelijk mag ik even bij Theodoor. De verpleging kan helemaal niets goed. “Laten we alsjeblieft snel gaan,” zeg ik kort. zeggen. Ik zie dat hij ver weg is. Ik kan alleen maar bij hem zitten en hem zachtjes strelen.

Al mijn zenuwen, poriën, oren, ogen, alles staat strak en stijf, en ik ben ongelooflijk alert. In vliegende vaart, met sirene en zwaailicht, De kinderen arriveren met Jolan. Ze zijn zo bang. De spanning is om snellen we naar het UMC in Utrecht. Ook nu is er een systeem waar te snijden. door bruggen niet opengaan zodra we in de buurt zijn. De tomtom is Silke heeft onderweg vijf beelden van olifanten gezien. “Mam, het zijn geld dubbel en dwars waard op dit moment. Ik word boos op het waren er echt vijf. Eerst zagen we er vier, maar opeens was daar ook verkeer dat niet aan de kant gaat, op mensen die bellen, die niet in een vijfde olifant. Papa gaat het halen!” Even later arriveert ook de spiegel kijken of gewoon niet opzij gaan. Er zijn zelfs opgeschoten Hanneke, zoals altijd met tassen vol eten, drinken en lekkers. jongens in een Golfje die ambulance-snijden een leuk spelletje vinden.

’s Avonds komt er een jonge, vriendelijke arts naar ons toe. We gaan

“Waarom doen jullie niets, dit moet de politie toch weten?” vraag ik buiten op het terrasje zitten en hij neemt alle tijd. Hij stelt ons iets vertwijfeld aan de chauffeur. “Mevrouw, ons enige doel is nu om uw gerust: hij denkt dat Theodoor het gaat halen. Er hoeft vooralsnog man zo snel mogelijk in Utrecht te krijgen. We kunnen het ons niet niet geopereerd te worden. Het zal nog eens vier keer 24 uur duren permitteren om ons af te laten leiden.” Ze hebben natuurlijk gelijk. voordat de situatie stabiel is. Ik mag in een familiekamer (hokje) blijven slapen. Ik vraag of Hanneke bij me mag blijven en dat is goed. Een slechte film

Met veel geduld legt de arts de situatie uit. De kinderen, Jolan, In Utrecht komt Theodoor op de afdeling Medium Care. Ze wachten Hanneke en ik, stellen zoveel mogelijk vragen. Silke zegt fanatiek: ons op. In hoog tempo wordt Theodoor weer op bed gelegd. Ik zie de

“U weet niet wat voor een doorzetter mijn vader is!”

concentratie en de professionaliteit waarmee dat gaat. Ik kan niet

“Nou gelukkig maar,” zegt de arts, “dat zal hij goed kunnen gebruiken.”

mee naar binnen: Theodoor wordt eerst onderzocht en aan alle appaWanneer de arts weggaat, zegt hij geruststellend: “Ik woon hier vlakratuur gekoppeld. Wel zeven witte jassen zijn met hem bezig, mijn bij. Wanneer er iets gebeurt, dan ben ik er zo.”

man, mijn vriendje.

Vier dagen leven we in het familiehokje. Ik zit veel bij Theodoor en Vastgeplakt op een nare plastic stoel, zit ik te wachten. Het is 37 grahou hem vast. De rest van de wereld bestaat niet meer: alleen den. Een meter tegenover me is een tegelwand met groengrijze Theodoor, de kinderen, Hanneke, Enno, Jolan, en ik. Regelmatig zeg tegels. Ik probeer de tegels te tellen, maar het lukt niet. Verkrampt ik tegen Hanneke: “Het lijkt wel of we in een slechte waargebeurde blijf ik zitten: “Hou vol jongen, hou vol, laat ons niet in de steek.”

RTL4-verhalenfilm zitten.” Ik praat erg veel tegen haar, zodat ik niet Ik ga zelfs bidden. Ik zie personeel aan-en aflopen en wil niemand hoef te voelen. Hanneke heeft alle geduld van de wereld en wijkt in de weg lopen, maar ben zo ongelooflijk bang. Na, voor mijn nauwelijks van mijn zijde. De ouders en de zus van Theodoor zijn er gevoel een uur, zie ik iemand met een etenskarretje en ik vraag of ik ook veel. Ik bel zijn moeder elke ochtend. Ik kan niet eten en leef op ergens een sigaretje kan roken. Schuin rechts, twee meter achter me, koffie en sigaretjes. Wanneer ik ’s ochtends douche, voel ik het water is een glazen deur met daarachter een buitenterrasje. niet eens. Ik draag hemdjes van Enno die vier maten te groot zijn. We hebben nog geen schone kleren.

38

39

sen zijn.” Ik knik, de ernst van de situatie realiseer ik me maar al te Eindelijk mag ik even bij Theodoor. De verpleging kan helemaal niets goed. “Laten we alsjeblieft snel gaan,” zeg ik kort. zeggen. Ik zie dat hij ver weg is. Ik kan alleen maar bij hem zitten en hem zachtjes strelen.

Al mijn zenuwen, poriën, oren, ogen, alles staat strak en stijf, en ik ben ongelooflijk alert. In vliegende vaart, met sirene en zwaailicht, De kinderen arriveren met Jolan. Ze zijn zo bang. De spanning is om snellen we naar het UMC in Utrecht. Ook nu is er een systeem waar te snijden. door bruggen niet opengaan zodra we in de buurt zijn. De tomtom is Silke heeft onderweg vijf beelden van olifanten gezien. “Mam, het zijn geld dubbel en dwars waard op dit moment. Ik word boos op het waren er echt vijf. Eerst zagen we er vier, maar opeens was daar ook verkeer dat niet aan de kant gaat, op mensen die bellen, die niet in een vijfde olifant. Papa gaat het halen!” Even later arriveert ook de spiegel kijken of gewoon niet opzij gaan. Er zijn zelfs opgeschoten Hanneke, zoals altijd met tassen vol eten, drinken en lekkers. jongens in een Golfje die ambulance-snijden een leuk spelletje vinden.

’s Avonds komt er een jonge, vriendelijke arts naar ons toe. We gaan

“Waarom doen jullie niets, dit moet de politie toch weten?” vraag ik buiten op het terrasje zitten en hij neemt alle tijd. Hij stelt ons iets vertwijfeld aan de chauffeur. “Mevrouw, ons enige doel is nu om uw gerust: hij denkt dat Theodoor het gaat halen. Er hoeft vooralsnog man zo snel mogelijk in Utrecht te krijgen. We kunnen het ons niet niet geopereerd te worden. Het zal nog eens vier keer 24 uur duren permitteren om ons af te laten leiden.” Ze hebben natuurlijk gelijk. voordat de situatie stabiel is. Ik mag in een familiekamer (hokje) blijven slapen. Ik vraag of Hanneke bij me mag blijven en dat is goed. Een slechte film

Met veel geduld legt de arts de situatie uit. De kinderen, Jolan, In Utrecht komt Theodoor op de afdeling Medium Care. Ze wachten Hanneke en ik, stellen zoveel mogelijk vragen. Silke zegt fanatiek: ons op. In hoog tempo wordt Theodoor weer op bed gelegd. Ik zie de

“U weet niet wat voor een doorzetter mijn vader is!”

concentratie en de professionaliteit waarmee dat gaat. Ik kan niet

“Nou gelukkig maar,” zegt de arts, “dat zal hij goed kunnen gebruiken.”

mee naar binnen: Theodoor wordt eerst onderzocht en aan alle appaWanneer de arts weggaat, zegt hij geruststellend: “Ik woon hier vlakratuur gekoppeld. Wel zeven witte jassen zijn met hem bezig, mijn bij. Wanneer er iets gebeurt, dan ben ik er zo.”

man, mijn vriendje.

Vier dagen leven we in het familiehokje. Ik zit veel bij Theodoor en Vastgeplakt op een nare plastic stoel, zit ik te wachten. Het is 37 grahou hem vast. De rest van de wereld bestaat niet meer: alleen den. Een meter tegenover me is een tegelwand met groengrijze Theodoor, de kinderen, Hanneke, Enno, Jolan, en ik. Regelmatig zeg tegels. Ik probeer de tegels te tellen, maar het lukt niet. Verkrampt ik tegen Hanneke: “Het lijkt wel of we in een slechte waargebeurde blijf ik zitten: “Hou vol jongen, hou vol, laat ons niet in de steek.”

RTL4-verhalenfilm zitten.” Ik praat erg veel tegen haar, zodat ik niet Ik ga zelfs bidden. Ik zie personeel aan-en aflopen en wil niemand hoef te voelen. Hanneke heeft alle geduld van de wereld en wijkt in de weg lopen, maar ben zo ongelooflijk bang. Na, voor mijn nauwelijks van mijn zijde. De ouders en de zus van Theodoor zijn er gevoel een uur, zie ik iemand met een etenskarretje en ik vraag of ik ook veel. Ik bel zijn moeder elke ochtend. Ik kan niet eten en leef op ergens een sigaretje kan roken. Schuin rechts, twee meter achter me, koffie en sigaretjes. Wanneer ik ’s ochtends douche, voel ik het water is een glazen deur met daarachter een buitenterrasje. niet eens. Ik draag hemdjes van Enno die vier maten te groot zijn. We hebben nog geen schone kleren.

38

39

In deze periode komt er een verpleegkundige naar me toe: “Wanneer

“18 juli,” is nu het antwoord.

uw man binnen drie uur hier geweest was, hadden we alles nog kunIk begrijp het al snel: dit zijn de aankomst-en vertrekdata van onze nen herstellen, maar nu gaat dat niet meer.” Ik ben furieus, wat heb vakantie naar Vlieland.

ik aan deze informatie. Een andere verpleegkundige kalmeert me door te zeggen dat Theodoor dan op de stoep van het ziekenhuis had Theodoor moet steeds in lampjes kijken en naar handen die links en moeten neervallen, omdat er eerst een diagnose gesteld moet worden, rechts boven zijn hoofd bewegen. Hij noemt het later de vogeltjeseen CT-scan gemaakt, bloedonderzoek gedaan, enzovoort, voordat de dans. Hij slaapt ontzettend veel en is erg gedesoriënteerd. De linkerbehandeling in gang gezet kan worden. Dus wanneer het bij ons kant van zijn lichaam is volledig verlamd zowel uitwendig als inwenthuis gebeurd was, had hij er nu ook zo bijgelegen. dig. De slokdarm, de blaas, zijn darmen, alles ligt stil aan een kant. Ik masseer zijn been en voet veel. Dit houd ik wekenlang vol. Geoliede machine

’s Nachts is er een broeder met een lange baard. Elke keer wanneer De kinderen slapen bij Jolan en zijn overdag in het ziekenhuis. hij me in mijn pyjamaatje bij Theodoor ziet zitten, komt hij me Anouk vindt het moeilijk om bij haar vader te gaan zitten: ze is zo geruststellen. Hij maakt warme melk voor me. We kletsen heel wat verschrikkelijk bang. Op mijn verzoek neemt een jonge verpleegkunaf samen. Ik voel me veilig en rustig wanneer hij dienst heeft. dige haar mee naar Theodoor. Heel rustig en geduldig legt ze alles aan Anouk uit.

Na nog eens vier dagen medium care mag Theodoor naar de afdeling neurologie. De kritieke fase heeft hij doorstaan, maar echte opluchDe kinderen stellen zoveel mogelijk mensen op de hoogte. Daarmee ting voelen we nog niet. Het heeft een dikke week geduurd, maar nu hebben ze het gevoel dat ze iets kunnen doen. We zijn een geoliede kan hij gedoucht worden op een douchebrancard. Het zand van het machine, de kids en ik. De verpleging is erg begaan met ons en doet strand zit nog in zijn haar. Zijn linkerhand is een knuist en hij kan er alles aan om het ons zo comfortabel mogelijk te maken. De kindezijn vingers niet strekken. De hand is ook een beetje opgezet, lijkt ren krijgen van hen het boekje: Het blijft je vader of moeder. In het het. De verpleegkundige stelt voor zijn trouwring door te knippen. familiehokje liggen ze het stilletjes samen te lezen. Zo afwezig hij is, roept hij duidelijk: “Nee, dat gebeurt niet!” Ik vind het afschuwelijk om te zien hoe hij in een tillift op een brancard De vrienden die in het buitenland op vakantie zijn, willen we pas na wordt gehesen, mijn sterke beer, zo’n grote jonge vent. Ik ga daarna deze kritieke fase inlichten. We zijn bang dat mensen hals over kop steeds weg wanneer hij in dat ‘ding’ moet. Ik kan het echt niet aangaan rijden en dat willen we voorkomen. Het zijn erg lange, intensiezien. ve en angstige dagen, die we veel buiten op het kleine terras in de hitte doorbrengen. We kunnen alleen maar afwachten en zijn blij Er moet een nieuwe MRI-scan gemaakt worden van de halsslagader. met iedere reactie die Theodoor geeft.

Totaal gedesoriënteerd loop ik mee door de lange gangen naar de Ik herinner me dat de artsen Theodoor op vrijdagavond vragen welke afdeling radiologie. Daar aangekomen, is er niet op gerekend dat datum het vandaag is.

iemand per bed zou komen. De radiologieassistente reageert boos

“8 augustus,” antwoordt hij.

hierover naar de verpleegkundige van onze afdeling. Theodoor krijgt Ik spring een gat in de lucht, het klopt! Zie je nou wel, mijn man om zijn hoofd een akelig hekwerk wat me aan ‘Silence of the Lambs’

weet dat gewoon. Een paar uur later stellen ze hem dezelfde vraag. doet denken. Het overtillen gebeurt zo lomp, en de assistente is zo 40

41

In deze periode komt er een verpleegkundige naar me toe: “Wanneer

“18 juli,” is nu het antwoord.

uw man binnen drie uur hier geweest was, hadden we alles nog kunIk begrijp het al snel: dit zijn de aankomst-en vertrekdata van onze nen herstellen, maar nu gaat dat niet meer.” Ik ben furieus, wat heb vakantie naar Vlieland.

ik aan deze informatie. Een andere verpleegkundige kalmeert me door te zeggen dat Theodoor dan op de stoep van het ziekenhuis had Theodoor moet steeds in lampjes kijken en naar handen die links en moeten neervallen, omdat er eerst een diagnose gesteld moet worden, rechts boven zijn hoofd bewegen. Hij noemt het later de vogeltjeseen CT-scan gemaakt, bloedonderzoek gedaan, enzovoort, voordat de dans. Hij slaapt ontzettend veel en is erg gedesoriënteerd. De linkerbehandeling in gang gezet kan worden. Dus wanneer het bij ons kant van zijn lichaam is volledig verlamd zowel uitwendig als inwenthuis gebeurd was, had hij er nu ook zo bijgelegen. dig. De slokdarm, de blaas, zijn darmen, alles ligt stil aan een kant. Ik masseer zijn been en voet veel. Dit houd ik wekenlang vol. Geoliede machine

’s Nachts is er een broeder met een lange baard. Elke keer wanneer De kinderen slapen bij Jolan en zijn overdag in het ziekenhuis. hij me in mijn pyjamaatje bij Theodoor ziet zitten, komt hij me Anouk vindt het moeilijk om bij haar vader te gaan zitten: ze is zo geruststellen. Hij maakt warme melk voor me. We kletsen heel wat verschrikkelijk bang. Op mijn verzoek neemt een jonge verpleegkunaf samen. Ik voel me veilig en rustig wanneer hij dienst heeft. dige haar mee naar Theodoor. Heel rustig en geduldig legt ze alles aan Anouk uit.

Na nog eens vier dagen medium care mag Theodoor naar de afdeling neurologie. De kritieke fase heeft hij doorstaan, maar echte opluchDe kinderen stellen zoveel mogelijk mensen op de hoogte. Daarmee ting voelen we nog niet. Het heeft een dikke week geduurd, maar nu hebben ze het gevoel dat ze iets kunnen doen. We zijn een geoliede kan hij gedoucht worden op een douchebrancard. Het zand van het machine, de kids en ik. De verpleging is erg begaan met ons en doet strand zit nog in zijn haar. Zijn linkerhand is een knuist en hij kan er alles aan om het ons zo comfortabel mogelijk te maken. De kindezijn vingers niet strekken. De hand is ook een beetje opgezet, lijkt ren krijgen van hen het boekje: Het blijft je vader of moeder. In het het. De verpleegkundige stelt voor zijn trouwring door te knippen. familiehokje liggen ze het stilletjes samen te lezen. Zo afwezig hij is, roept hij duidelijk: “Nee, dat gebeurt niet!” Ik vind het afschuwelijk om te zien hoe hij in een tillift op een brancard De vrienden die in het buitenland op vakantie zijn, willen we pas na wordt gehesen, mijn sterke beer, zo’n grote jonge vent. Ik ga daarna deze kritieke fase inlichten. We zijn bang dat mensen hals over kop steeds weg wanneer hij in dat ‘ding’ moet. Ik kan het echt niet aangaan rijden en dat willen we voorkomen. Het zijn erg lange, intensiezien. ve en angstige dagen, die we veel buiten op het kleine terras in de hitte doorbrengen. We kunnen alleen maar afwachten en zijn blij Er moet een nieuwe MRI-scan gemaakt worden van de halsslagader. met iedere reactie die Theodoor geeft.

Totaal gedesoriënteerd loop ik mee door de lange gangen naar de Ik herinner me dat de artsen Theodoor op vrijdagavond vragen welke afdeling radiologie. Daar aangekomen, is er niet op gerekend dat datum het vandaag is.

iemand per bed zou komen. De radiologieassistente reageert boos

“8 augustus,” antwoordt hij.

hierover naar de verpleegkundige van onze afdeling. Theodoor krijgt Ik spring een gat in de lucht, het klopt! Zie je nou wel, mijn man om zijn hoofd een akelig hekwerk wat me aan ‘Silence of the Lambs’

weet dat gewoon. Een paar uur later stellen ze hem dezelfde vraag. doet denken. Het overtillen gebeurt zo lomp, en de assistente is zo 40

41

geagiteerd, dat hij zijn hoofd flink stoot. “Jongens, kijk uit! Hij heeft elkaar hebben leren kennen als huisgenoten. Het is alsof ik een klap een herseninfarct gehad,” roep ik nog. Ik ben echt ontdaan van deze in mijn gezicht krijg en ik moet verschrikkelijk huilen. De kinderen lompheid.

huilen op de achterbank zachtjes mee.

Weer thuis slapen

Twee dagen later komt het bericht dat Theodoor naar het ziekenhuis Langzaam begint het tot ons door te dringen dat de kritieke fase voorin onze woonplaats vervoerd kan worden. Huub brengt me erg vroeg bij is. Er is een kleine zucht van verlichting bij ons allemaal. Dit betenaar Utrecht. Om acht uur ben ik er al. Ik verzamel alle spullen en kent ook dat ik weer thuis kan gaan slapen, voor het eerst verder dan bedank de verpleging. Om negen uur vertrekken we, ditmaal zonder een straal van tien meter van Theodoor af. Ik kan het nog niet. toeters en bellen, in een rustige ambulance. Ik zit naast een leuke, Daarvoor is bij de verpleging alle begrip en ik mag nog een nachtje in vrouwelijke chauffeur. Ze schiet vol bij ons verhaal. Samen rijden we het ziekenhuis blijven. “Wanneer jij eraan toe bent, Marjan, neem je Theodoor op een brancard naar zijn nieuwe kamer. Hij komt voor tijd.” Ik moet letterlijk oefenen bij de trap om steeds een treetje verhet raam op een mini-tweepersoonskamer te liggen. der bij hem vandaan te gaan. Het is misselijkmakend, zo moeilijk. Ik wil zo graag bij hem blijven. Met Enno en Silke lukt het uiteindePeerke Donders lijk en we gaan naar beneden om wat te drinken. Enno koopt een Theodoor mag nog steeds alleen maar vloeibaar eten. Mijn staafmixer gebakje voor me, maar ik krijg geen hap door mijn keel. De adrenalidraait overuren omdat ik hem graag vertrouwd eten voorzet, en ne wil mijn lijf nog niet uit. Ik ben mijn angst voor nog geen meter Theodoor de pap en vla helemaal beu is. Thomas, de kok, stelt voor kwijt.

een frikadel speciaal vloeibaar te maken. Alleen al de gedachte bezorgt Theodoor de slappe lach. Van de verpleging leer ik hoe ik Dan komt toch de avond dat ik naar huis ga. Ik moet, voor de kindehem kan wassen en verzorgen. Pas wanneer hij een kwartier kan blijren, voor Tinus, voor mezelf. Hanneke brengt ons naar huis en blijft ven zitten in een aangepaste rolstoel, kunnen we over revalideren een nachtje slapen. Wat raar om zo in ons vertrouwde huis terug te gaan praten.

komen, het huis waar we al meer dan 17 jaar wonen, waar we alles samen opgebouwd hebben.

Het is vreselijk om aan te zien. Theodoor zit half weggezakt in een De buurt heeft met elkaar onze vakantiewas gedaan. Zelfs de slaaprolstoel met hoofdsteun. Hij valt vaak in slaap en kan helemaal niet zakken zijn gewassen en de bedden verschoond. Er is gepoetst en de slikken. Ik vertel hem keer op keer wat er op Vlieland gebeurd is. kampeerspullen liggen op zolder. Er staan bloemen, veel kaarten, Voor Theodoor is dit een grote blinde vlek die hij steeds opgevuld wil fruit, lekkers, enzovoort. We zijn er erg blij mee. Het is fijn om te zien. Naast hem ligt een man die ook hersenletsel heeft. Het lukt niet weten dat we niet alleen zijn, maar we zijn vooral uitgeput en verom met deze buurman een gesprek te voeren. Hij heeft erg veel last dwaasd. Tinus is door het dolle heen wanneer hij ons weer ziet. Hij is van indigestie en Theodoor noemt hem daarom consequent meneer niet te stuiten. Vermoeid en met een glimlach zie ik zijn blijdschap. Pernis.

Welja, Tinus met zijn dwaze gedrag kan er ook nog wel bij.

’s Avonds mag ik wat langer blijven en krijg ik koffie. We kletsen Die ochtend gaan we eerst pyjama’s voor Theodoor kopen. Wanneer samen heel wat af.

we de stad binnenrijden, komen we langs het studentenhuis waar we

’s Nachts is er een lieve oudere verpleegkundige aan wie Theodoor 42

43

geagiteerd, dat hij zijn hoofd flink stoot. “Jongens, kijk uit! Hij heeft elkaar hebben leren kennen als huisgenoten. Het is alsof ik een klap een herseninfarct gehad,” roep ik nog. Ik ben echt ontdaan van deze in mijn gezicht krijg en ik moet verschrikkelijk huilen. De kinderen lompheid.

huilen op de achterbank zachtjes mee.

Weer thuis slapen

Twee dagen later komt het bericht dat Theodoor naar het ziekenhuis Langzaam begint het tot ons door te dringen dat de kritieke fase voorin onze woonplaats vervoerd kan worden. Huub brengt me erg vroeg bij is. Er is een kleine zucht van verlichting bij ons allemaal. Dit betenaar Utrecht. Om acht uur ben ik er al. Ik verzamel alle spullen en kent ook dat ik weer thuis kan gaan slapen, voor het eerst verder dan bedank de verpleging. Om negen uur vertrekken we, ditmaal zonder een straal van tien meter van Theodoor af. Ik kan het nog niet. toeters en bellen, in een rustige ambulance. Ik zit naast een leuke, Daarvoor is bij de verpleging alle begrip en ik mag nog een nachtje in vrouwelijke chauffeur. Ze schiet vol bij ons verhaal. Samen rijden we het ziekenhuis blijven. “Wanneer jij eraan toe bent, Marjan, neem je Theodoor op een brancard naar zijn nieuwe kamer. Hij komt voor tijd.” Ik moet letterlijk oefenen bij de trap om steeds een treetje verhet raam op een mini-tweepersoonskamer te liggen. der bij hem vandaan te gaan. Het is misselijkmakend, zo moeilijk. Ik wil zo graag bij hem blijven. Met Enno en Silke lukt het uiteindePeerke Donders lijk en we gaan naar beneden om wat te drinken. Enno koopt een Theodoor mag nog steeds alleen maar vloeibaar eten. Mijn staafmixer gebakje voor me, maar ik krijg geen hap door mijn keel. De adrenalidraait overuren omdat ik hem graag vertrouwd eten voorzet, en ne wil mijn lijf nog niet uit. Ik ben mijn angst voor nog geen meter Theodoor de pap en vla helemaal beu is. Thomas, de kok, stelt voor kwijt.

een frikadel speciaal vloeibaar te maken. Alleen al de gedachte bezorgt Theodoor de slappe lach. Van de verpleging leer ik hoe ik Dan komt toch de avond dat ik naar huis ga. Ik moet, voor de kindehem kan wassen en verzorgen. Pas wanneer hij een kwartier kan blijren, voor Tinus, voor mezelf. Hanneke brengt ons naar huis en blijft ven zitten in een aangepaste rolstoel, kunnen we over revalideren een nachtje slapen. Wat raar om zo in ons vertrouwde huis terug te gaan praten.

komen, het huis waar we al meer dan 17 jaar wonen, waar we alles samen opgebouwd hebben.

Het is vreselijk om aan te zien. Theodoor zit half weggezakt in een De buurt heeft met elkaar onze vakantiewas gedaan. Zelfs de slaaprolstoel met hoofdsteun. Hij valt vaak in slaap en kan helemaal niet zakken zijn gewassen en de bedden verschoond. Er is gepoetst en de slikken. Ik vertel hem keer op keer wat er op Vlieland gebeurd is. kampeerspullen liggen op zolder. Er staan bloemen, veel kaarten, Voor Theodoor is dit een grote blinde vlek die hij steeds opgevuld wil fruit, lekkers, enzovoort. We zijn er erg blij mee. Het is fijn om te zien. Naast hem ligt een man die ook hersenletsel heeft. Het lukt niet weten dat we niet alleen zijn, maar we zijn vooral uitgeput en verom met deze buurman een gesprek te voeren. Hij heeft erg veel last dwaasd. Tinus is door het dolle heen wanneer hij ons weer ziet. Hij is van indigestie en Theodoor noemt hem daarom consequent meneer niet te stuiten. Vermoeid en met een glimlach zie ik zijn blijdschap. Pernis.

Welja, Tinus met zijn dwaze gedrag kan er ook nog wel bij.

’s Avonds mag ik wat langer blijven en krijg ik koffie. We kletsen Die ochtend gaan we eerst pyjama’s voor Theodoor kopen. Wanneer samen heel wat af.

we de stad binnenrijden, komen we langs het studentenhuis waar we

’s Nachts is er een lieve oudere verpleegkundige aan wie Theodoor 42

43

om raad en moed vraagt. Ze jat stiekem een stukje chocola voor hem, omdat hij daar zo’n trek in heeft. Ook praten ze veel over Peerke Donders, een priester die zalig verklaard is, dat geeft hem steun. Hoe hij daarbij komt, is voor mij een raadsel. In zijn verwarde dromen vraagt hij ook steun aan zijn overleden oma. Aan al het bezoek – het loopt storm omdat de vakanties voorbij zijn – vertelt hij over de mannen met helmen bij de helikopter, zoals ik het hem verteld heb. Bezoek, telefoon, het gaat de hele dag door. Twee keer per dag fiets ik naar het ziekenhuis. Tussendoor probeer ik het huishouden draaiende te houden. De kinderen gaan weer naar school en er moeten school-en gymspullen gekocht worden. Voor hen begint het ‘normale’ leven weer. Ik licht de mentoren van de kinderen in. Voor Bas regel ik een vertrouwenspersoon op school, een integere vaderlijke man, met wie hij wekelijks kan praten. En, ik zou het bijna vergeten, we hebben Tinus ook nog. Vier keer per dag moet hij uit en hij voelt alle spanning en onrust perfect aan. Hij is erg lastig en regelmatig vervloek ik Theodoor: “Je wordt bedankt voor je stomme plan, loop ik hier met die stomme hond.”

Elke keer, wanneer ik na het bezoekuur wegga, zwaait Theodoor met de Bert-en Ernieballonnen die bij het raam staan. Ik sta buiten op het bordes. Huilend en springend zwaai ik terug. Het interesseert me niet als mensen me raar aankijken. De fietsenstallingbeheerder begint me te kennen. Hij stelt geen vragen, maar is altijd aardig en pompt zelfs ongevraagd mijn banden op.

44

45

om raad en moed vraagt. Ze jat stiekem een stukje chocola voor hem, omdat hij daar zo’n trek in heeft. Ook praten ze veel over Peerke Donders, een priester die zalig verklaard is, dat geeft hem steun. Hoe hij daarbij komt, is voor mij een raadsel. In zijn verwarde dromen vraagt hij ook steun aan zijn overleden oma. Aan al het bezoek – het loopt storm omdat de vakanties voorbij zijn – vertelt hij over de mannen met helmen bij de helikopter, zoals ik het hem verteld heb. Bezoek, telefoon, het gaat de hele dag door. Twee keer per dag fiets ik naar het ziekenhuis. Tussendoor probeer ik het huishouden draaiende te houden. De kinderen gaan weer naar school en er moeten school-en gymspullen gekocht worden. Voor hen begint het ‘normale’ leven weer. Ik licht de mentoren van de kinderen in. Voor Bas regel ik een vertrouwenspersoon op school, een integere vaderlijke man, met wie hij wekelijks kan praten. En, ik zou het bijna vergeten, we hebben Tinus ook nog. Vier keer per dag moet hij uit en hij voelt alle spanning en onrust perfect aan. Hij is erg lastig en regelmatig vervloek ik Theodoor: “Je wordt bedankt voor je stomme plan, loop ik hier met die stomme hond.”

Elke keer, wanneer ik na het bezoekuur wegga, zwaait Theodoor met de Bert-en Ernieballonnen die bij het raam staan. Ik sta buiten op het bordes. Huilend en springend zwaai ik terug. Het interesseert me niet als mensen me raar aankijken. De fietsenstallingbeheerder begint me te kennen. Hij stelt geen vragen, maar is altijd aardig en pompt zelfs ongevraagd mijn banden op.

Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten

44

45

Revalideren

Het is duidelijk dat Theodoor flink moet revalideren. Onze huisarts komt op bezoek en samen met de kinderen heb ik een gesprek met hem. Over de keuze voor een revalidatiecentrum stel ik hem de vraag die ik de komende jaren nog vaak zal stellen: “Dokter, mag ik u iets persoonlijks vragen?”

“Ja, natuurlijk, je vraagt maar”, zegt hij.

“Wanneer het uw vrouw was, naar welk revalidatiecentrum zou u dan gaan?”

“Naar de Tolbrug, anders hou je het zelf niet vol,” is zijn antwoord. Opeens is daar in het ziekenhuis de revalidatiearts van revalidatiecentrum Tolbrug. Theodoor kan er terecht en twee dagen later gaat hij op ‘transport’. Hij zit, wiebelend in een rolstoel, in een taxibusje en kijkt verbaasd om zich heen na ruim drie weken ziekenhuis:

“Wat is alles dor en droog, Marjan.”

“We hebben een hittegolf gehad, jongen, dat wil je niet weten,”

antwoord ik.

Het revalidatiecentrum bevindt zich in het stadsziekenhuis, een oud en ongezellig gebouw. Ik zie een echte ziekenhuisgang en een ouderwetse, klinische huiskamer. We krijgen koffie, een intake en een rondleiding. Het valt me op dat er hoofdzakelijk oudere revalidanten zijn.

Hij komt op een tweepersoonskamer. De tientallen kaarten hang ik op en de ballonnen en cadeautjes zet ik in het zicht. Boven zijn bed hang ik een mooie poster van Vlieland en een foto van Tinus. Theodoor vraagt veel naar hem.

Teleurstelling

Om half twaalf is Theodoor doodmoe. Het bezoekuur begint pas om twee uur. Ik laat hem rusten en ga naar buiten. Daar sta ik dan, mid Revalideren den in de stad. Wat zal ik doen? Ik moet iemand zien. Ik bel Hannie, die in een torentje van een voormalig klooster woont, vlak bij het 47

Revalideren

Het is duidelijk dat Theodoor flink moet revalideren. Onze huisarts komt op bezoek en samen met de kinderen heb ik een gesprek met hem. Over de keuze voor een revalidatiecentrum stel ik hem de vraag die ik de komende jaren nog vaak zal stellen: “Dokter, mag ik u iets persoonlijks vragen?”

“Ja, natuurlijk, je vraagt maar”, zegt hij.

“Wanneer het uw vrouw was, naar welk revalidatiecentrum zou u dan gaan?”

“Naar de Tolbrug, anders hou je het zelf niet vol,” is zijn antwoord. Opeens is daar in het ziekenhuis de revalidatiearts van revalidatiecentrum Tolbrug. Theodoor kan er terecht en twee dagen later gaat hij op ‘transport’. Hij zit, wiebelend in een rolstoel, in een taxibusje en kijkt verbaasd om zich heen na ruim drie weken ziekenhuis:

“Wat is alles dor en droog, Marjan.”

“We hebben een hittegolf gehad, jongen, dat wil je niet weten,”

antwoord ik.

Het revalidatiecentrum bevindt zich in het stadsziekenhuis, een oud en ongezellig gebouw. Ik zie een echte ziekenhuisgang en een ouderwetse, klinische huiskamer. We krijgen koffie, een intake en een rondleiding. Het valt me op dat er hoofdzakelijk oudere revalidanten zijn.

Hij komt op een tweepersoonskamer. De tientallen kaarten hang ik op en de ballonnen en cadeautjes zet ik in het zicht. Boven zijn bed hang ik een mooie poster van Vlieland en een foto van Tinus. Theodoor vraagt veel naar hem.

Teleurstelling

Om half twaalf is Theodoor doodmoe. Het bezoekuur begint pas om twee uur. Ik laat hem rusten en ga naar buiten. Daar sta ik dan, mid Revalideren den in de stad. Wat zal ik doen? Ik moet iemand zien. Ik bel Hannie, die in een torentje van een voormalig klooster woont, vlak bij het 47

revalidatiecentrum. Ik strompel alle veertien trappen naar boven en zichzelf zonder hulp te verzorgen en alles te doen wat hiervoor nodig val huilend en buiten adem bij haar binnen, zo’n verdriet en zo’n is. Hij moet echt vanaf de bodem starten, en is – zoals altijd – vol teleurstelling. Wat een deprimerende omgeving. Hannie kan alleen goede moed. De kinderen komen bijna elke dag na school langs, even maar met me meehuilen.

een kwartiertje naar papa. Soms nemen ze een vriendje of vriendinnetje mee. Ze kennen de weg al snel en de andere revalidanten kenTegen twee uur wandel ik weer wat rustiger terug naar het revalidanen hen ook al snel. tiecentrum. De middag begint met het bezoek van een ergotherapeute die een geschikte rolstoel moet vinden voor Theodoor. Dat valt niet Kippenvel

mee voor zo’n reus van een vent. Theodoor is nog extreem vermoeid. We maken kennis met de maatschappelijk werker, een bijna gepensiTijdens de gesprekken is hij er regelmatig vanaf of hij valt in slaap. oneerde man. We zijn allebei doodmoe van de afgelopen weken. Natuurlijk weten we nog lang niet wat ons te wachten staat, maar we Een jonge, vrouwelijke arts-assistent komt lichamelijk onderzoek zijn hoopvol en strijdlustig. De maatschappelijk werker gaat na ons doen. Ik vraag haar met klem om laxerende middelen omdat gesprek voor vier weken op vakantie. Hij luistert vrij ongeïnteresTheodoor zelf niet naar het toilet kan. De avond ervoor heeft hij in seerd naar ons verhaal en neemt na een half uurtje afscheid met de het ziekenhuis nog een klysma gehad. “Dat is geen probleem, daar zalvende woorden: “Sterkte met jezelf, ik ga op vakantie.” Ik voel me zijn genoeg middelen voor,” zegt ze.

een beetje misselijk worden bij deze woorden.

Een week later blijkt echter dat dit toch vergeten is. Theodoor zit totaal verstopt. Op een ochtend moet de verpleging met de hand de Theodoors baas belt hem op in de Tolbrug. Hij wil een computer met boel leeghalen, zo vast zit alles. Theodoor schreeuwt het uit en bloedt. internetverbinding voor Theodoor in het revalidatiecentrum regelen, Huilend belt hij me op. Hij is daarna nog dagenlang over zijn toeren zodat Theodoor daar verder kan werken. Morgen zal hij met al zijn en voelt zich verkracht. Ik ben furieus, want dit was helemaal niet spullen langskomen. Ook wil hij alle wachtwoorden van Theodoor nodig geweest! Ik meld het bij de nabespreking aan de revalidatiearts. weten, zodat ze verder kunnen. Hij belt verschillende keren per dag. Ze reageert door de arts-assistent vragend aan te kijken. De artsZe kunnen niet zonder hem. assistent kijkt mij woedend aan, herstelt zich, en zegt dat het blijkTheodoor kan per dag 15 minuten zitten en is aan een kant nog vollebaar niet goed is doorgekomen bij de verpleging. Deze arts-assistent dig verlamd. Het douchen kost hem al zoveel energie, dat hij daarna en ik, we zullen elkaar later nog een paar keer tegenkomen. twee uur slaapt. Hij kan maar twee keer per dag een half uur therapie aan. Theodoor krijgt een schema met therapieën, tijden en namen: fysio’s Nachts krijgt hij een nachtmerrie over zijn werk en hij belt me therapie, ergotherapie, logopedie, psychologie, maatschappelijk werk,

’s morgens in paniek op. Ik schakel de maatschappelijk werker in en en heel veel rust tussendoor. Het zal weken duren voordat hij weet vraag hem om namens ons deze directeur af te bellen. De maatschapwaar hij naartoe moet. Hij mag ook niet zelf de afdeling af, dit gaat pelijk werker informeert uiteraard eerst bij Theodoor en belt daarna steeds onder begeleiding. Pas later begrijp ik dat dit ook echt nodig de directeur zonder pardon af.

is, hij is regelmatig de weg kwijt. Theodoor gaat hard aan het werk Dezelfde avond belt de directeur mij thuis op. Hij begrijpt er niets om opnieuw te leren lopen en ADL-onafhankelijk te worden van en wil bij mij verhaal halen. Ik moet zorgen voor de wachtwoor(Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen). Hij moet leren om den. Ik ken deze man alleen uit de verhalen en ben te moe en te 48

49

revalidatiecentrum. Ik strompel alle veertien trappen naar boven en zichzelf zonder hulp te verzorgen en alles te doen wat hiervoor nodig val huilend en buiten adem bij haar binnen, zo’n verdriet en zo’n is. Hij moet echt vanaf de bodem starten, en is – zoals altijd – vol teleurstelling. Wat een deprimerende omgeving. Hannie kan alleen goede moed. De kinderen komen bijna elke dag na school langs, even maar met me meehuilen.

een kwartiertje naar papa. Soms nemen ze een vriendje of vriendinnetje mee. Ze kennen de weg al snel en de andere revalidanten kenTegen twee uur wandel ik weer wat rustiger terug naar het revalidanen hen ook al snel. tiecentrum. De middag begint met het bezoek van een ergotherapeute die een geschikte rolstoel moet vinden voor Theodoor. Dat valt niet Kippenvel

mee voor zo’n reus van een vent. Theodoor is nog extreem vermoeid. We maken kennis met de maatschappelijk werker, een bijna gepensiTijdens de gesprekken is hij er regelmatig vanaf of hij valt in slaap. oneerde man. We zijn allebei doodmoe van de afgelopen weken. Natuurlijk weten we nog lang niet wat ons te wachten staat, maar we Een jonge, vrouwelijke arts-assistent komt lichamelijk onderzoek zijn hoopvol en strijdlustig. De maatschappelijk werker gaat na ons doen. Ik vraag haar met klem om laxerende middelen omdat gesprek voor vier weken op vakantie. Hij luistert vrij ongeïnteresTheodoor zelf niet naar het toilet kan. De avond ervoor heeft hij in seerd naar ons verhaal en neemt na een half uurtje afscheid met de het ziekenhuis nog een klysma gehad. “Dat is geen probleem, daar zalvende woorden: “Sterkte met jezelf, ik ga op vakantie.” Ik voel me zijn genoeg middelen voor,” zegt ze.

een beetje misselijk worden bij deze woorden.

Een week later blijkt echter dat dit toch vergeten is. Theodoor zit totaal verstopt. Op een ochtend moet de verpleging met de hand de Theodoors baas belt hem op in de Tolbrug. Hij wil een computer met boel leeghalen, zo vast zit alles. Theodoor schreeuwt het uit en bloedt. internetverbinding voor Theodoor in het revalidatiecentrum regelen, Huilend belt hij me op. Hij is daarna nog dagenlang over zijn toeren zodat Theodoor daar verder kan werken. Morgen zal hij met al zijn en voelt zich verkracht. Ik ben furieus, want dit was helemaal niet spullen langskomen. Ook wil hij alle wachtwoorden van Theodoor nodig geweest! Ik meld het bij de nabespreking aan de revalidatiearts. weten, zodat ze verder kunnen. Hij belt verschillende keren per dag. Ze reageert door de arts-assistent vragend aan te kijken. De artsZe kunnen niet zonder hem. assistent kijkt mij woedend aan, herstelt zich, en zegt dat het blijkTheodoor kan per dag 15 minuten zitten en is aan een kant nog vollebaar niet goed is doorgekomen bij de verpleging. Deze arts-assistent dig verlamd. Het douchen kost hem al zoveel energie, dat hij daarna en ik, we zullen elkaar later nog een paar keer tegenkomen. twee uur slaapt. Hij kan maar twee keer per dag een half uur therapie aan. Theodoor krijgt een schema met therapieën, tijden en namen: fysio’s Nachts krijgt hij een nachtmerrie over zijn werk en hij belt me therapie, ergotherapie, logopedie, psychologie, maatschappelijk werk,

’s morgens in paniek op. Ik schakel de maatschappelijk werker in en en heel veel rust tussendoor. Het zal weken duren voordat hij weet vraag hem om namens ons deze directeur af te bellen. De maatschapwaar hij naartoe moet. Hij mag ook niet zelf de afdeling af, dit gaat pelijk werker informeert uiteraard eerst bij Theodoor en belt daarna steeds onder begeleiding. Pas later begrijp ik dat dit ook echt nodig de directeur zonder pardon af.

is, hij is regelmatig de weg kwijt. Theodoor gaat hard aan het werk Dezelfde avond belt de directeur mij thuis op. Hij begrijpt er niets om opnieuw te leren lopen en ADL-onafhankelijk te worden van en wil bij mij verhaal halen. Ik moet zorgen voor de wachtwoor(Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen). Hij moet leren om den. Ik ken deze man alleen uit de verhalen en ben te moe en te 48

49

verdrietig om boos te worden. Ik hou het gesprek erg kort en geef de en biedt haar excuses aan. Maar toch, het is al gezegd en het zegt wachtwoorden een week later.

zoveel...)

Bas plaatst een bericht op de communities die Theodoor voor zijn Tijdens de revalidatie hebben we nog enkele vervelende ervaringen werk beheert. Hij vertelt wat zijn vader is overkomen. Honderden met de maatschappelijk werker. Wanneer ik vertel waar ik tegen aanreacties volgen, van mensen die voor ons onbekend zijn, maar die loop is zijn stokpaardje: “Jaha, een herseninfarct heb je met zijn Theodoor digitaal kennen. De reacties zijn overweldigend, er komt tweeën.” Op een gegeven moment begin ik me aan dat zinnetje een geen einde aan. Bas print het allemaal uit en maakt er een boekje beetje te ergeren en ik zeg hem: “Wat een cliché, ik heb helemaal van: 46 bladzijden vol lieve wensen, bloemetjes, kaarsjes. Het is om geen herseninfarct gehad. Ik draai van het ene moment op het andekippenvel van te krijgen. re in mijn eentje een heel gezin, wat we vroeger met zijn tweeën Theodoor ligt er in het revalidatiecentrum regelmatig in te lezen. deden. Daar komt bij dat mijn man erg veel zorg en aandacht nodig heeft.”

Circusartiest

Met een autoritair glimlachje om zijn mond zegt hij: “Dan mag jij Al snel onderneem ik actie om zelf ondersteuning te krijgen. Ik wil een ander cliché bedenken.”

deze ondersteuning niet hebben van de bijna gepensioneerde maatDaar heb ik geen zin in en ik zeg: “Sorry, ik heb wel iets anders aan schappelijk werker. Gelukkig is de psychologe bereid om tijd vrij te mijn hoofd.”

maken. Ze begrijpt dat ons hele gezin getroffen is. Met haar kan ik Achteroverleunend, met zijn armen over elkaar, vraagt hij: “Wat heb het heel goed vinden. De gesprekken zijn voor mij heel waardevol. je nodig, Marjan, denk eens goed na, wat heb je nodig?”

Het is goed om me te kunnen uiten en haar kennis te leggen naast mijn ervaringen met Theodoor. Ook haar tips om op de been te blijDie avond drink ik een wijntje met Simone. Tegen haar uit ik mijn ven, helpen. Ze vergelijkt mijn leven met dat van een circusartiest die frustraties: “Wat ik nodig heb? Weet ik veel? Er is een bom op ons veel te veel bordjes draaiende moet houden. Ze leert me dat het huis gevallen en ik kijk verbijsterd naar het optrekkende stof. Dan logisch is dat er af en toe een bordje valt.

vraagt hij wat ik nodig heb? Wanneer je huis in brand staat, vraagt de brandweer of de politie toch ook niet wat je nodig hebt!” Ik tier. Even Het doet verschrikkelijk veel pijn om Theodoor te zien zoals hij nu later gieren we het samen uit van het lachen, lekker afreageren met is. Ik uit die pijn bij haar. De psychologe noemt het proces waar ik in Simpie, heerlijk.

zit een dynamisch rouwproces. Ze legt uit wat dat is: een proces wat steeds terugkeert omdat je niets afsluit. Financieel of planmatig kunOver een ander terugkerend zinnetje van deze maatschappelijk wernen de gesprekken met de psychologe eigenlijk niet en het wordt ker “Hersenletsel is één grote ontdekkingstocht” maken Theodoor en daarom als ‘overleg’ in het rooster gezet. Ik waardeer dat oprecht. ik tot op de dag van vandaag grapjes, vooral wanneer de dingen in de (Nota bene: drie jaar later kom ik deze psychologe tegen op een partsoep lopen: een grote ontdekkingstocht. Tegen Theodoor zegt hij: neravond. Het duurt even voordat ze me herkent, maar we raken aan

“lk ken mensen die achteraf zeggen: het hersenletsel is het beste wat de praat. Wanneer ik haar vraag hoe het gaat, zegt ze enthousiast: me ooit is overkomen.”

“Goed, we hebben in het revalidatiecentrum een goede productie gedraaid.” Meteen beseft ze, dat ze dit zo niet tegen me moet zeggen, Het lichamelijk revalideren vordert langzaam maar gestaag. In okto50

51

verdrietig om boos te worden. Ik hou het gesprek erg kort en geef de en biedt haar excuses aan. Maar toch, het is al gezegd en het zegt wachtwoorden een week later.

zoveel...)

Bas plaatst een bericht op de communities die Theodoor voor zijn Tijdens de revalidatie hebben we nog enkele vervelende ervaringen werk beheert. Hij vertelt wat zijn vader is overkomen. Honderden met de maatschappelijk werker. Wanneer ik vertel waar ik tegen aanreacties volgen, van mensen die voor ons onbekend zijn, maar die loop is zijn stokpaardje: “Jaha, een herseninfarct heb je met zijn Theodoor digitaal kennen. De reacties zijn overweldigend, er komt tweeën.” Op een gegeven moment begin ik me aan dat zinnetje een geen einde aan. Bas print het allemaal uit en maakt er een boekje beetje te ergeren en ik zeg hem: “Wat een cliché, ik heb helemaal van: 46 bladzijden vol lieve wensen, bloemetjes, kaarsjes. Het is om geen herseninfarct gehad. Ik draai van het ene moment op het andekippenvel van te krijgen. re in mijn eentje een heel gezin, wat we vroeger met zijn tweeën Theodoor ligt er in het revalidatiecentrum regelmatig in te lezen. deden. Daar komt bij dat mijn man erg veel zorg en aandacht nodig heeft.”

Circusartiest

Met een autoritair glimlachje om zijn mond zegt hij: “Dan mag jij Al snel onderneem ik actie om zelf ondersteuning te krijgen. Ik wil een ander cliché bedenken.”

deze ondersteuning niet hebben van de bijna gepensioneerde maatDaar heb ik geen zin in en ik zeg: “Sorry, ik heb wel iets anders aan schappelijk werker. Gelukkig is de psychologe bereid om tijd vrij te mijn hoofd.”

maken. Ze begrijpt dat ons hele gezin getroffen is. Met haar kan ik Achteroverleunend, met zijn armen over elkaar, vraagt hij: “Wat heb het heel goed vinden. De gesprekken zijn voor mij heel waardevol. je nodig, Marjan, denk eens goed na, wat heb je nodig?”

Het is goed om me te kunnen uiten en haar kennis te leggen naast mijn ervaringen met Theodoor. Ook haar tips om op de been te blijDie avond drink ik een wijntje met Simone. Tegen haar uit ik mijn ven, helpen. Ze vergelijkt mijn leven met dat van een circusartiest die frustraties: “Wat ik nodig heb? Weet ik veel? Er is een bom op ons veel te veel bordjes draaiende moet houden. Ze leert me dat het huis gevallen en ik kijk verbijsterd naar het optrekkende stof. Dan logisch is dat er af en toe een bordje valt.

vraagt hij wat ik nodig heb? Wanneer je huis in brand staat, vraagt de brandweer of de politie toch ook niet wat je nodig hebt!” Ik tier. Even Het doet verschrikkelijk veel pijn om Theodoor te zien zoals hij nu later gieren we het samen uit van het lachen, lekker afreageren met is. Ik uit die pijn bij haar. De psychologe noemt het proces waar ik in Simpie, heerlijk.

zit een dynamisch rouwproces. Ze legt uit wat dat is: een proces wat steeds terugkeert omdat je niets afsluit. Financieel of planmatig kunOver een ander terugkerend zinnetje van deze maatschappelijk wernen de gesprekken met de psychologe eigenlijk niet en het wordt ker “Hersenletsel is één grote ontdekkingstocht” maken Theodoor en daarom als ‘overleg’ in het rooster gezet. Ik waardeer dat oprecht. ik tot op de dag van vandaag grapjes, vooral wanneer de dingen in de (Nota bene: drie jaar later kom ik deze psychologe tegen op een partsoep lopen: een grote ontdekkingstocht. Tegen Theodoor zegt hij: neravond. Het duurt even voordat ze me herkent, maar we raken aan

“lk ken mensen die achteraf zeggen: het hersenletsel is het beste wat de praat. Wanneer ik haar vraag hoe het gaat, zegt ze enthousiast: me ooit is overkomen.”

“Goed, we hebben in het revalidatiecentrum een goede productie gedraaid.” Meteen beseft ze, dat ze dit zo niet tegen me moet zeggen, Het lichamelijk revalideren vordert langzaam maar gestaag. In okto50

51

ber, ruim twee maanden na het infarct, zie ik Theodoor zijn eerste Theodoor heeft hulp nodig bij de toiletgang, hij kan nog geen trappen stappen zetten, gesteund door een gedreven jonge fysiotherapeute. lopen. Er is niets aangepast in ons huis en het is een heel gedoe: Langzaam en geconcentreerd komt hij naar me toelopen. Het is een rusten, slapen, alles gebeurt in onze huiskamer. Maar het allerzwaarheel ontroerend moment. Ik sla mijn armen open, zoals we dat altijd ste is dat Theodoor wil praten, eindeloos praten. Hij is verbaal erg op het strand doen. We huilen in elkaars armen. Op de verjaardag sterk geworden. Hij heeft totaal niet in de gaten wat hij allemaal van van Theodoors moeder wordt dit ons cadeautje aan zijn ouders. Ze ons vergt en hoe veeleisend hij is. We kijken de tv-programma’s die wachten in Theodoors kamer. We zetten stiekem de rolstoel voor de hij wil zien, we mogen vooral niet zappen en er mag weinig geluid deur. Ik gooi de deur open en terwijl ik hem ondersteun, komt hij zijn in huis. We kunnen niet op de computer, omdat Theodoor dan voetje voor voetje binnengelopen. Voor zijn moeder is dit een groot in de war raakt en de computer toch echt van hem is. Zelfs de en ontroerend cadeau.

gespreksonderwerpen bepaalt hij. Allesoverheersend is zijn extreme vermoeidheid. Hij kan zomaar in een stoel, op de bank in slaap Weekendverlof

vallen.

Drie weken later mag Theodoor in het weekend naar huis. Via de thuiszorg heb ik een verstelbaar bed gekregen. Het staat pontificaal Ik mis zijn inlevingsvermogen. Hij kan opeens zulke kwetsende in de huiskamer. De kinderen spelen ermee en liggen er graag op dingen zeggen en hij begrijpt helemaal niet dat hij mentaal zoveel naar de tv te kijken. Ik laat ze maar. Bij alle drempels leg ik met een vraagt. Ook zijn tijd-en geldbesef zijn helemaal weg. En steeds vraagt buurman plankjes, zodat de rolstoel makkelijk naar binnen en naar hij aan ons: “Wat is er nu eigenlijk mis met mij?”

buiten kan. Ik slaap op een luchtbed op de grond naast hem in de Ik laveer tussen Theodoor en de kinderen om alles in goede banen te huiskamer. ’s Nachts help ik hem als hij naar het toilet moet: schoeleiden. Op zondagavond breng ik hem terug, verdrietig en uitgeput. nen aan om niet uit te glijden, rolstoel in stelling brengen, van bed naar rolstoel gaan, naar ons gangetje rijden, van rolstoel op toilet, en