Veiligheid

Baby’s zijn nieuwsgierig. Ze willen overal naar kijken en alles aanraken. Dat kan gevaarlijk zijn. Jij moet zorgen dat je baby veilig is. In huis, maar ook buiten. Dat is best lastig. Want je moet aan veel dingen tegelijk denken. En altijd goed opletten.¬

 

Overal in huis zijn gevaren voor baby’s. Denk bijvoorbeeld hieraan:

  • Leg geen tafelkleed op tafel. Daar kan je baby aan trekken. En zo kan van alles op hem vallen.
  • Zet je baby niet op een tafel of op een stoel. Daar kan hij vanaf vallen.
  • Zorg dat je baby niet van de trap kan vallen. Plaats er een hekje voor.
  • Berg medicijnen en spullen om schoon te maken veilig op. Bijvoorbeeld in een hoog keukenkastje. Zo kan je baby er niet bij.
  • Laat je baby niet alleen in bad. Hij kan dan verdrinken.
  • Pas op met elektriciteit. Dek je stopcontacten af met een afdekplaatje. Je baby kan er dan niet meer een vinger insteken. Afdekplaatjes koop je bij een babywinkel.
  • Let ook op snoeren. Bijvoorbeeld op het snoer van een strijkbout. Je baby kan daaraan trekken. En het strijkijzer kan op hem vallen.
  • Hang rookmelders op. Deze gaan piepen als er brand is in huis.
  • Houd je baby uit de keuken.
  • Houd geen hete thee of koffie in de buurt van je baby. Je baby kan plotseling bewegen waardoor de drank over hem heen valt.
  • Een baby stopt alles in zijn mond. En kan dan stikken. Berg kleine spullen dus op. Zoals muntjes en pennendoppen. Laat je baby ook nooit alleen met een potlood of lepel.
  • Wil je even weggaan? Zorg dan voor een goede oppas. Dit moet iemand zijn die ervaring heeft met kinderen.
  • Je mag je baby nooit door elkaar schudden. Ook niet als je boos bent.
  • Hebben je meubels scherpe hoeken? Plak er dan een beschermer op. Deze koop je in een babywinkel.
  • Zorg ervoor dat je baby niet zelf deuren kan openmaken. Zoals keukenkastjes. Daar kun je speciale slotjes voor kopen. Die koop je bij een bouwmarkt. Of bij een babywinkel.
Buiten

Laat je baby nooit alleen buiten. Vooral in de buurt van water is dit gevaarlijk. Zoals een vijver, sloot of de zee. Zelfs in een plas van een paar centimeter kan een baby verdrinken. Zet geen giftige planten in de tuin. En berg gereedschap voor de tuin goed op.

In de auto

Zet je baby in de auto in een speciaal kinderzitje. Hij mag niet op je schoot zitten. Dat is gevaarlijk. Kijk goed op de gebruiksaanwijzing hoe je het zitje vastmaakt. En let op de leeftijd van je baby. Niet alle stoeltjes zijn geschikt voor elke leeftijd. Laat je kind nooit eten tijdens het rijden. En laat hem nooit alleen in de auto.

Op de fiets

Na negen maanden kan je baby in een speciaal stoeltje op je fiets zitten. Dit bevestig je voor op het stuur.

Speelgoed

Er is veel leuk speelgoed te koop voor baby’s. Let er wel op dat het veilig is. Er mogen geen kleine stukjes aan zitten. Daar kan je baby in stikken. Ook mag het speelgoed niet scherp zijn.

Huisdieren

Heb je huisdieren? Dan moet je extra goed opletten. Laat het dier nooit alleen bij je baby. Een hond of kat kan gaan bijten of krabben. Ook moet je het huis extra goed schoonmaken.

Anders zit je huis snel vol haren en bacteriën. Daar kan een baby ziek van worden.

Hulp halen

Er kunnen veel ongelukken gebeuren met baby’s. Jij moet dan zo snel mogelijk hulp halen.¬

 

Heeft je baby last van een van de volgende dingen? Haal dan snel hulp.

  • Als je baby blijft huilen en pijn lijkt te hebben.
  • Als je baby koorts heeft (meer dan 37°C).
  • Als je baby heel koud aanvoelt, zonder reden.
  • Als je baby brandwonden heeft.
  • Als je baby blauw wordt, of heel bleek is.
  • Als je baby ineens heel snel ademt.
  • Als je baby niet goed kan ademen of helemaal niet meer ademt.
  • Als je baby niet meer wakker wordt.
  • Als je baby aan het bloeden is en je het niet kunt stoppen.
Wat moet je doen?

Blijf kalm, maar bel snel met je dokter. Ook als het ‘s nachts is. Is je dokter er niet? Bel dan 112.

Gezondheid

Rook is slecht voor je baby. Heb je visite die wil roken? Laat ze dan even buiten roken.

Samenvatting

Een baby weet niet wat gevaarlijk is. Jij moet er daarom voor zorgen dat er geen ongelukken gebeuren. Je moet zorgen dat het veilig is in huis. En ook buiten moet je altijd opletten.