4.9. Aangifte en belang.
Een ieder die kennis draagt van een begaan strafbaar feit is bevoegd tot het doen van aangifte. Het openbaar ministerie heeft ingevolge artikel 167 wetboek van strafvordering echter de vrijheid om al dan niet tot vervolging over te gaan.
Ingevolge artikel 12 strafvordering kan de rechtstreeks belanghebbende over niet-vervolging of de niet voortzetting van de vervolging schriftelijk beklag doen bij het gerechtshof. Een belanghebbende is in dat geval iemand die door het achterwege blijven van een bepaalde strafvervolging rechtstreeks is getroffen in een belang dat juist hem aangaat.
Zoals eerder is gesteld, (wijzend op casuïstiek aangifte meineed hierna onder 5.2; noot rapporteurs) gaat het bij zeer ernstige vormen van integriteitschending om een alles overstijgend evident belang. Aantasting daarvan maakt vervolging onvermijdelijk. Een eigenstandig belang van de aangever is dan niet nodig.
83
Geen zichzelf respecterende rechtstaat kan zich alsdan permitteren strafbaar gedrag als waarvan sprake is en waarvan aangifte is gedaan, niet te vervolgen.
Is de beslissing tot niet-vervolging genomen door de officier van justitie bij het landelijk parket, dan is het gerechtshof Den Haag bevoegd.