11
Miss Seeton werd wakker. Ze luisterde tevreden naar het gehakketak tussen de twee verslaggevers op de voorbank. Ze waren elkaar aan het plagen. Zo'n goed teken. Gelukkig was de reis naar huis na alle vervelende gebeurtenissen eerder die dag rustig verlopen. En... Een bord langs de weg leidde haar aandacht af.
Dames- en herentoiletten
geopend
Laat uw wagen doorsmeren bij
Uniflo
Ze herkende het ronde metalen bord dat meedraaide met de wind. Het hoorde bij de garage van meneer Hyder. Ze waren bijna thuis. Een ander bord links van haar - zwarte letters op een lichtgevende oranje achtergrond - bevestigde dat nog eens.
Plummergen
**
Bazaar
-+-+-+-+-
-+-+-+-+-
-+-+-+-+-
-+-+-+-+-
-+-+-+-+-
En de datum: over drie dagen. O hemeltje. Dat was ze bijna vergeten. Ze had sir George, de redacteur, en juffrouw Treeves, de zuster van de dominee, beloofd dat ze voor het parochieblad een paar tekeningen van die bazaar zou maken. Ze zou er haar best op doen. Nu was ze blij bijna thuis te zijn... Een kopje thee en veilig wegzinken in de anonimiteit van het leven in het dorp, waar niemand wist wat ze deed en waar niemand daar ook maar enige belangstelling voor kon opbrengen... Ze bofte echt heel erg. Een rustig leven leiden, in een vredige omgeving. En dan een vast inkomen krijgen van Scotland Yard - even voelde ze zich iets minder rustig en vredig - waardoor haar financiële problemen waren opgelost. Ze wenste alleen dat die bazaar niet zo snel werd gehouden. Na de vele, enerverende gebeurtenissen van de afgelopen dagen zou ze graag wat meer tijd hebben gehad.
Voor Thatcher kwam de timing heel goed uit. Het enige dat hem slecht uitkwam, was de dood van de eigenaar van De Goudvis, waardoor de politie een diepgaander onderzoek naar de brand was gaan instellen dan anders het geval zou zijn geweest. Daar stond echter wel tegenover dat de brand en het sterfgeval voor anderen een prima les was gebleken. Net als alle dictators kon Thatcher zich geen succesvolle oppositie veroorloven en in dat verband was het elimineren van miss Seeton, wier aanhoudende onsterfelijkheid dreigde hem tot een lachwekkend figuur te maken, nu van essentieel belang. De jonge Kenharding was aanvankelijk een aanwinst geweest, maar nu een sta-in-de-weg geworden. Dat bazaartje in het piepkleine dorpje van die vrouw zou beide problemen in één klap oplossen. Hij zou Derrick erheen sturen, met een paar van die jonge vriendjes van hem, met de opdracht miss Seeton te vermoorden. Als de politie hem dan niet meteen kon arresteren, zou hij echt op de vlucht moeten gaan, zonder nog te kunnen rekenen op bescherming van het syndicaat. Het meisje, Deirdre, liet hij nu door een van zijn mensen in de gaten houden, in afwachting van een gelegenheid haar te ontvoeren. Thatcher glimlachte. Dat zou pa en ma rustig houden. Tot nu toe was het meisje in Kenharding Abbey gebleven en alleen weggegaan om het ziekenhuis in Guildford te bezoeken, waar de een of andere rechercheur was opgenomen die zich in de rel had gemengd. Hem was echter ter ore gekomen dat die man binnenkort uit het ziekenhuis zou worden ontslagen. Dan zou Deirdre weer naar het zuiden komen en werd het een fluitje van een cent. Verder zou die bazaar in Plummergen, hoe onbeduidend hij ook was, het syndicaat de kans geven te laten blijken dat men ook dat terrein in handen wilde krijgen. Thatcher glimlachte nogmaals, zette miss Seeton en de Kenhardings uit zijn gedachten en besteedde aandacht aan belangrijkere zaken.
De bazaar in Plummergen draaide op volle toeren. Miss Seeton had de grote tent bekeken, waarin bloemenarrangementen, /ruit en groenten te bezichtigen waren, en had braaf een paar schetsen gemaakt, hoewel ze het tentoongestelde nauwelijks de moeite waard achtte om aan het papier toe te vertrouwen. Ze had de kroning van Miss Plummergen gadegeslagen, die werd begeleid door een niet gerepeteerde uitvoering van de dorpsharmonie, en daarbij schetsen gemaakt. Ze had echter het idee dat die gebeurtenis eigenlijk ook beter niet kon worden vastgelegd, omdat Emmy Putts, die in de winkel-annex-postkantoor op de groente afdeling werkte, kort, donker haar had en zij van mening was dat een doorschijnende jurk met een sjerp eroverheen waarop Miss Plummergen stond, niet voldoende tegenwicht bood voor de lange, blonde pruik. Deirdres sarcastische opmerkingen, hoe amusant die ook waren, hadden ook niet inspirerend gewerkt. Miss Seeton had verbaasd gereageerd toen Deirdre Kenharding, stralend van geluk, die middag om twee uur was gearriveerd, net op het moment dat zij van plan was naar de bazaar te gaan. Tom Haley was op diens dringende verzoek voor het weekend uit het ziekenhuis ontslagen. Deirdre had hem naar Londen gebracht en zou hem die avond weer ontmoeten in De 10/20, de lievelingsnachtclub van Mel Forby. Tom had haar gevraagd daar om twintig over tien te zijn, omdat dat beslist geluk moest brengen, om er een deel van het door hem gewonnen geld uit te geven. Daarna was ze doorgereden naar Plummergen, om de 250 pond te brengen die Tom volgens zijn zeggen aan miss Seeton behoorde te geven. Miss Seeton hield vol dat ze helemaal geen recht had op dat geld, maar Deirdre wilde namens Tom van geen wijken weten en de oudere dame had het geld wel moeten accepteren. Toen het meisje van de bazaar hoorde, had ze besloten te blijven en nu maakte ze een ritje op een geschilderd houten paard in een draaimolen.
Miss Seeton keek naar een rode toren, die de naam
Penny-op-de-Mat had. Een verkeerde naam, concludeerde ze, omdat je
vijf pence moest betalen om er binnen te mogen. Dat zou een ideaal
plaatsje zijn. Boven op die toren kon ze zich veel beter een
totaalbeeld van het feest vormen dan beneden op de grond. Miss
Seeton betaalde vijf pence, klom de steile wenteltrap op, ging
staan bij de houten reling, naast de plaats waar mensen desgewenst
op matjes naar beneden konden glijden, pakte haar schetsboek en
ging aan het werk. Van boven leken de vele mensen die tussen de
vrolijk gekleurde luifels door liepen net op mieren die in formatie
door een doos gemengde drop marcheerden. Een heel interessant
perspectief.
Een sjofele man liep haar kant op. 'Gaat u niet glijden?'
'Nee,' legde miss Seeton uit. 'U moet weten dat ik...'
'U gaat wel glijden.' De man dook op miss Seeton af, waardoor zij
ten val kwam en haar schetsboek over de reling viel. Hij pakte haar
vast. Ze zouden nooit kunnen bewijzen dat een gebroken nek geen
ongeluk was geweest. Miss Seeton probeerde haar op één na beste
paraplu rond een paaltje te slaan, om het vege lijf te redden. In
plaats daarvan sloeg ze hem om de enkel van de man heen. Hij
vloekte, verloor zijn evenwicht en viel tegen de reling aan. Maar
zijn slachtoffer had nu ook meer vaart gekregen, waardoor zijn
voeten onder hem vandaan werden getrokken en hij met een salto de
snelste weg naar beneden nam, terwijl miss Seeton zonder matje naar
beneden gleed.
Brigadier Ranger stond als aan de grond genageld. Een schetsboek
dwarrelde naar de aarde, een lichaam dook omlaag en een paraplu
kwam als een pijl een paar centimeter naast zijn voeten op vaste
bodem terecht. Hij staarde naar de Penny-op-de-Mat. Hij ving een
glimp op van een paar verstandige schoenen; een hoed, waarvan geen
tweede exemplaar bestond; weer de schoenen, grijze kousen; weer de
hoed, met meer deuken dan voorheen. Hij rende naar het einde van de
glijbaan en zag daar miss Seeton lichtelijk verdoofd en verbaasd
naar hem zitten kijken.
'Een man is tegen me opgebotst en ik ben bang dat ik ben
uitgegleden.' Ze keek om zich heen. 'O, hemeltje. Mijn schetsboek
en...'
'Allemaal nog aanwezig.' Hoofdinspecteur Delphick overhandigde haar
het schetsboek, het potlood en de paraplu en hielp haar
overeind.
'Dank u, hoofdinspecteur.' Miss Seeton was opgelucht. 'Maar die
jongeman?' Ze keek naar de toren. 'Maakt u zich over hem maar geen
zorgen. Hij is op een andere manier naar beneden gekomen.' Hij keek
even naar de brigadier. 'Is op zijn hoofd gevallen en heeft zijn
nek gebroken. Zal niemand rouwig om zijn,' mompelde hij. 'Neem haar
mee, terwijl ik hier de rest regel.' De opgewonden menigte die zich
in de buurt van het 'ongeluk' had verzameld, maakte het miss Seeton
onmogelijk te beseffen wat er was gebeurd toen Bob Ranger haar
meenam naar een ander deel van het feestterrein.
Hoofdinspecteur Delphick had van een tipgever gehoord dat het
syndicaat van plan was moeilijkheden te veroorzaken tijdens de
bazaar in Plummergen. Na een telefoontje met Brinton in Ashford had
hij zich bereid verklaard naar Plummergen en zijn daar al aanwezige
brigadier te komen. Brinton had toegezegd zoveel mogelijk
rechercheurs in burger in te zetten. Tom Haley was voor Delphicks
vertrek op de Yard geweest. Hoewel hij officieel met ziekteverlof
was, had hij het Orakel gesmeekt mee te mogen gaan toen hij hoorde
dat er in Plummergen problemen konden ontstaan, wetend dat Deirdre
daar in verzeild kon raken. Delphick had hem daar toestemming voor
gegeven, wetend dat hij er anders toch in zijn eentje naartoe zou
gaan, en had tevens op aandringen van Haley een wapen meegenomen,
gezien alles wat zich in Kempton had afgespeeld.
Naast de geüniformeerde agenten die waren ingezet om het verkeer te
regelen, waren er dus ook veel rechercheurs in burger op de bazaar.
Toch waren ze met z'n allen niet in staat geweest een aanval op
miss Seeton te voorkomen, was Delphick gedwongen toe te geven. Hij
keek toe hoe het karkas van de sjofele jongeman naar een ambulance
werd gedragen en ging toen op zoek naar zijn brigadier en miss
Seeton.
Blauw, wit, rood, groen. Miss Seeton keek naar de kleuren die ze
voor haar tekening had gebruikt. Bleef dat ding nu maar eens stil
staan! En speelde dat orgel nu maar eens niet zo luid. De
draaimolen minderde vaart en ze herkende Deirdre. Miss Seetons
potlood bewoog zich sneller over het papier. Leeuwen, hanen,
giraffen, beren, struisvogels en paarden. Het aller moeilijkste was
het overbrengen van beweging. De paar kunstenaars die daarin waren
geslaagd, hadden dat niet gedaan met behulp van een of ander
technisch trucje, maar door een aangeboren genialiteit van hun
vingers die zich niet liet analyseren. Miss Seeton zuchtte. Ze kon
gedetailleerd, accuraat tekenen, maar geniaal was ze beslist niet.
Miss Seeton stelde Bob Ranger aan Deirdre voor, maar hield opeens
halverwege de zin op.
Dat kleutertje dat op het platform probeerde te klauteren. Ze sloeg
haar schetsboek weer open en haar potlood vloog over het papier,
waarop een tekening verscheen van de kleine, vierkante, vastberaden
gestalte die tevergeefs naar boven wilde klauteren. Hier had ze de
oplossing: het onderwerp. Ze hoefde zich geen zorgen meer te maken
over beweging. Het was essentieel dat de draaimolen nu stil bleef
staan. Het kleintje symboliseerde het gehele mensdom in zijn
voortdurende en vergeefse strijd om datgene te pakken wat buiten
zijn bereik ligt.
Voordat Deirdre en Bob begrepen wat miss Seetons bedoeling was, had
die laatste haar schetsboek en potlood opgeborgen in haar handtas
en liep naar voren. Ze tilde het meisje op, nam £aar mee naar het
platform en zette haar neer op de rug van een giraf. Het kind keek
haar plechtig aan. 'Ta,' zei het hele mensdom.
Langzaam begon het platform te draaien. Het orgel speelde,
vals.
Miss Seeton keek om zich heen. 'Een ogenblikje, alstublieft. Ik wil
er af.'
Ze wilde een voet omlaag brengen, maar trok hem weer omhoog. De
grond schoot al te snel weg. 'Stop! Stop!' riep ze.
Het orgel had moed verzameld en speelde nu vrijwel zuiver, haar
protesten verdrinkend. Miss Seeton begon te rennen. Langs haar heen
schoten gezichten, lachende monden, zwaaiende armen. Om te
voorkomen dat ze als een katapult de ruimte in zou schieten, hield
ze een houten paard vast bij zijn hals. Het paard ging omhoog. Miss
Seeton stond op haar tenen. Het paard liet zich zakken. Miss Seeton
boog haar knieën. Ze pakte de teugels met een hand vast en het
lukte haar de paraplu vast te haken aan de koperen pijp die het
beest op zijn plaats hield. Miss Seeton sprong, aangemoedigd door
kreten als 'Zet 'm op!' en 'Rijden, cowboy!' Verdorie, ze sprong
mis. Nu moest ze haar kans snel grijpen! Nu! Ze sprong en zat in
het zadel, zo luid toegejuicht dat de orgelmuziek bijna niet meer
te horen was. 'Die vrouw gedraagt zich abominabel,' zei mevrouw
Blaine. 'En dat op haar leeftijd. Het is te... te...'
'Vulgair,' vulde juffrouw Nuttel aan. De dames snoven beiden van
verontwaardiging en liepen naar de tent waar thee werd geserveerd
en roddels konden worden uitgewisseld.
'Houd jij die kant in de gaten, dan neem ik de andere voor mijn
rekening,' zei Bob Ranger, die snel om de draaimolen heen liep.
Deirdre voelde zich wat slap van het lachen en zag daardoor niet
dat zich een groep jongemannen met spleetogen om haar heen had
verzameld. De muziek speelde langzamer, de draaimolen kwam tot
stilstand en miss Seeton stapte er vlak bij Deirdre af. Te midden
van ouders en kinderen die afstapten, opstapten of nog een ritje
gingen maken, liepen de vrouw en het meisje de kant van de
schiettent op. Daar werden ze staande gehouden door de groep
jongemannen. Een grijsharige heer kreeg voor zijn schietprestatie
een blonde pop die Mama kon roepen als je haar op de buik hield.
Een luider geluid. Derrick Kenharding laadde zijn geweer, draaide
zich om en richtte het wapen op het hoofd van miss Seeton. Tom
Haley was in de buurt, naar die plaats gebracht door ervaring en
een vooruitziende blik. Hij had weinig tijd. Deirdre rende naar
voren, de vuurlinie in, toen Derricks vinger zich om de trekker
spande. Tom pakte zijn pistool uit de holster en mikte op de hand.
De kogel schampte Derricks vingers en schoot vervolgens dwars zijn
kaak door. Het wapen ging af en de jongeman viel op de grond. De
jongeren die om hen heen hadden gestaan, maakten zich snel uit de
voeten en een hevig geschrokken Tom bleef doodstil staan. Deirdre
knielde naast Derrick neer en legde het bloedende hoofd op haar
schoot. Haar stem klonk schor. 'Je had hem niet hoeven...'
'Wat had ik anders kunnen doen? Jij en MissEss waren beiden... O,
verdorie, wat had ik anders kunnen doen?' Miss Seeton probeerde
tussenbeide te komen, maar de jonge mensen bevonden zich in een
heel eigen, afgezonderde wereld.
Deirdre ging staan, met een gezicht als een stenen masker. 'Dit
betekent voor ons het einde.'
'Onzin,' zei hij. 'Ik moet nu hier blijven om een ambulance te
bellen, een verklaring af te leggen en alles op te ruimen. Ik zie
je vanavond in De 10/20 en dan zullen we dit nader bespreken.'
Ze klemde haar kaken op elkaar. 'Nee. We kunnen...' Ze aarzelde,
werd toen weer vastberaden. 'We kunnen elkaar niet meer
ontmoeten.'
'Ik zie je in De 10/20,' zei hij bevelend. Hij stak het pistool
weer in de holster en stak haar zijn hand toe, smekend. Ze negeerde
dat gebaar. Hij liet zijn hand zakken en draaide zich om. 'Oké. Als
je er niet op de afgesproken tijd bent, is het uit tussen ons.'
Deirdre en miss Seeton gingen naar het huisje van die laatste,
waar ze meteen probeerden de bloedvlekken uit de kleren van Deirdre
te halen, nog voordat miss Seeton de kans had gekregen haar jas uit
te trekken.
Bij het hek stond een geüniformeerde agent op wacht, eerder om hen
te beschermen tegen nieuwsgierige mensen dan tegen gevaar, omdat
juffrouw Nuttel en mevrouw Blaine hun verhaal, dat meer uit fictie
dan uit feiten bestond, met veel verve hadden verteld. Miss Seeton
had met opzet op een jongeman geschoten en was nu onder huisarrest.
Foxon, van de politie van Ashford, had om toestemming gevraagd
binnenshuis de wacht te houden, maar dat was hem door zijn
superieuren verboden, omdat Delphick het gevoel had dat direct
gevaar voorlopig was geweken en de politie alle mensen hard nodig
had om de jongeren op te sporen, in de hoop dat rechercheur Haley
hen zou kunnen identificeren als diegenen die betrokken waren
geweest bij de rel in Kempton.
De situatie was ideaal voor de man die Deirdre schaduwde. Nadat hij
het dorp had verkend en had gemerkt dat dat vanwege de bazaar
vrijwel verlaten was, gaf hij zijn chauffeur opdracht de auto bij
de zijdeur naar de tuin te parkeren, buiten het gezichtsveld van de
agent die voor het huis de wacht hield, terwijl hij zelf de
kanaalweg op ging, over de lage muur klom die het domein van miss
Seeton aan de achterzijde begrensde, over het dak van een kippenhok
liep, zich op de grond liet vallen en behoedzaam verder ging in de
richting van de keukendeur.
Deirdre stond op het punt te vertrekken. 'U zult toch wel inzien
dat Tom en ik nooit... Nu niet meer. Ik weet dat het allemaal
Derricks schuld was, maar dat verandert daar niets aan. Derrick zou
altijd tussen ons in blijven staan.' Ze had zich vast voorgenomen
niet te gaan huilen, maar keek de oudere vrouw wel heel triest aan.
'Ik heb gelijk. Dat begrijpt u toch wel?'
'Nee, dat begrijp ik niet,' zei miss Seeton. Ze deed de klep van
het schrijfbureau dicht waarin ze haar schetsboek had opgeborgen en
begon haar jas los te knopen, terwijl ze naar het meisje keek dat
bij de open haard stond. Wat was ze gelukkig geweest toen ze hier
arriveerde, en wat was ze nu verdrietig. Zo'n scherp contrast. 'Ik
zou zo denken dat het eenvoudigweg een kwestie is van geloven in
wetten en gezag of niet. Je hebt zelf gezegd dat je broer de
schuldige was. Tom heeft niets anders gedaan dan zijn plicht. Ik
denk dat jij Tom onder andere omstandigheden een held zou vinden,
dus vind ik het jegens hem heel erg oneerlijk jullie relatie te
laten beïnvloeden door een fout die door een familielid van jou is
gemaakt.' Miss Seeton herinnerde zich het bezoek dat ze met Lord
Kenharding aan de portrettengalerij had gebracht. De vader had toen
de zelfvernietiging van zijn zoon in zekere zin voorspeld. Miss
Seeton werd onzeker. 'Je moet natuurlijk doen wat jij het beste
acht. Voor jezelf, bedoel ik. Niet voor hem. Tom, bedoel ik.'
Deirdre was door de aanvankelijke vastberadenheid van miss Seeton
weer een beetje hersteld. 'U vindt dus dat ik vanavond naar Tom toe
moet gaan?'
Ja, dat vond ze inderdaad. Maar misschien was het beter dat niet
hardop te zeggen. O hemeltje. Miss Seeton onderdrukte een zucht.
Het was zo onaangenaam adviezen te moeten geven, betrokken te raken
bij het leven van anderen. Natuurlijk moest Deirdre naar die Tien
of hoe dat etablissement ook mocht heten gaan wanneer haar
gevoelens voor Tom oprecht waren en niet oppervlakkig, hoewel ze
dat natuurlijk niet zo bot kon zeggen.
'Als je gevoelens voor Tom oprecht zijn, en niet oppervlakkig...'
begon miss Seeton.
'O, dat zijn ze. Oprecht, bedoel ik.' Deirdre pakte de hand van
miss Seeton dankbaar vast. 'U hebt me doen inzien hoe dwaas ik me
heb gedragen. Ik zal naar De 10/20 gaan en...'
'Vanavond beslist niet.'
De oudere vrouw en het meisje draaiden zich hevig geschrokken om
naar de man die in de deuropening stond. Miss Seeton hield haar
handen omhoog, in de klassieke houding van overgave, omdat ze net
haar hoed had willen afzetten. Ze had genoeg van al die problemen,
en meer dan genoeg van wapens. Ze liet haar armen zakken en liep
naar de onbekende toe. 'Wie bent u en wat doet u hier? Berg dat
belachelijke ding nu meteen op.'
De man richtte zijn wapen op Deirdre en het woord tot miss Seeton.
'Als u nog één stap dichterbij komt óf uw mond nog eens opentrekt,
is zij er geweest.'
Miss Seeton bleef staan. Dreigementen die aan haar adres werden
geuit, begreep ze eenvoudigweg niet, maar ze kon niet ontkennen dat
het meisje nu in gevaar verkeerde. 'Ik kom haar ophalen.
Ontvoering, geen geweld, tenzij jullie dat noodzakelijk maken,'
verklaarde de gewapende man. 'Ik neem u trouwens ook maar mee.' Hij
kon dat ouwe mens hier niet achterlaten, want ze zou meteen de
politie waarschuwen. Hij wist dat er al minstens twee pogingen
waren ondernomen om haar om zeep te brengen. De baas begon zijn
greep op deze zaak te verliezen. Dus kon hij haar beter meenemen.
Misschien zou hij er extra geld voor krijgen. Grinnikend zei hij:
'Nu zult u wel begrijpen hoe onverstandig het is de achterdeur open
te laten.' Hij nam hen mee naar buiten, de tuin door, pakte de
sleutel van de zijdeur van de spijker in de deurpost, dwong hen
plaats te nemen op de achterbank van de auto, ging tussen hen in
zitten, gaf toen opdracht dat ze onder een deken op de grond
moesten gaan liggen tot ze het district uit waren, beval de
chauffeur de weg naar het station van Plummergen te nemen, dat
conform de Engelse traditie zo'n drie kilometer ten zuiden van het
dorp aan de weg naar Romney March lag, dan linksaf te slaan naar
Ashford en vervolgens door te rijden naar Londen.
Toen ze eenmaal een eind van Plummergen vandaan waren en de kans
op een wegversperring vrijwel nihil was, gaf de gewapende man de
chauffeur opdracht te stoppen bij een telefooncel. Hij gaf zijn
wapen aan de chauffeur en belde naar Londen, om te vragen wat hij
nu moest doen. Toen hij terug was, zei hij tegen de chauffeur: 'We
moeten wachten tot het donker is. Veiliger. Dan gaan we de A-20 op,
richting Lewisham, en dan door naar het hoofdkwartier, waar we ze
afleveren.' Hij trok de deken weg. 'Oké. Jullie kunnen nu op de
bank gaan zitten, als jullie je mond houden en je netjes gedragen.'
Protesteren was zinloos. Miss Seeton ging aan de ene kant naast hem
zitten, met haar hoed scheef op haar hoofd, en Deirdre aan de
andere kant, met verwarde haren.
De wagen reed de eerste tijd alleen over B-wegen, hield halt bij
een pub waar de chauffeur wat te eten en te drinken haalde. Iets
verderop vonden ze een geschikte parkeerplaats met veel struiken.
Daar werd de auto neergezet en begonnen de twee mannen hun
pasteitjes en bier te verorberen. Deirdre, die meende dat de
aandacht van de mannen voldoende was afgeleid, duwde voorzichtig de
deurkruk omlaag en wilde vluchten. Voor die poging werd ze beloond
met een por van het pistool tegen haar ribbenkast. De man stak een
hand uit en trok het portier met een klap weer dicht. Door die
bewegingen waren het pasteitje en het geopende blikje bier op de
grond gevallen. Woedend gaf hij het meisje nog een por, harder dan
de eerste, waardoor ze een kreet van pijn slaakte.
Het was nadachten en het begon donker te worden. Hij gaf opdracht
naar Londen te rijden, ging toen op zijn gemak op de achterbank
zitten en keek even naar miss Seeton. Dat ouwetje was bang. Niet
verbazingwekkend, natuurlijk. Het was een verkeerde diagnose.
Hij kon niet begrijpen dat miss Seeton, die zich van persoonlijke
dreigementen niets aantrok omdat ze er domweg niet in kon geloven,
zich in dit geval alleen inhield vanwege Deirdre, die kennelijk wel
gevaar liep. Hij kon ook niet weten dat miss Seeton slechts door
twee dingen nijdig kon worden: onvriendelijkheid en
onrechtvaardigheid. Nu werd ze met beide fenomenen geconfronteerd
en begon ze eindelijk nijdig te worden.