Vijf

Eve had geen idee wat haar bezielde toen ze de volgende ochtend meteen na

het wakker worden op zoek ging naar het jaarboek van haar laatste schooljaar.

In haar sleetse witte nachtpon en op oude witte sokken stond ze - nog

voordat ze haar eerste kop koffie had ingeschonken - de vijf, zes dozen te

doorzoeken die ze drie maanden daarvoor had meegenomen naar De Gevangenis.

Ze had niet de moeite genomen om ze uit te pakken, omdat ze

toch maar een week - hooguit twee - bleef. Tenminste, dat had ze zich

voorgenomen toen ze ze destijds in de grote kast in de logeerkamer dumpte.

Onder in de derde doos vond ze wat ze zocht: het Woodhaven High

School-jaarboek, 1981.

Nu zat ze buiten op de patio voor de eetkamer en liet haar kop koffie

koud worden. Ze was nog steeds in haar nachtpon en droeg haar donkere

haar in een hoge, slordige paardenstaart. De zon stond nog laag aan de onbewolkte

hemel, zodat de voorkant van het huis in de schaduw lag. Een paar

honderd meter verderop, aan de overkant van de weg, voerde een groepje

meeuwen schor krijsend duikvluchten uit boven het strand om hun ontbijt

bijeen te scharrelen.

Eve hoorde ze echter nauwelijks en ook het zachte, onafgebroken geruis

van de branding drong amper tot haar door. In gedachten verzonken streelde

ze het gouden, leerachtige omslag van haar jaarboek. Langzaam haalde

ze haar wijsvinger over de acht en de één van haar schooljaar. Wat leek het

al weer lang geleden. En hoe kwam het dat ze toch ineens het gevoel had dat

er geen tijd was verstreken?

Ze sloeg het jaarboek open bij de foto's van de eindexamenleerlingen en

kon met moeite een glimlach onderdrukken bij het zien van de enorme

revers van de mosterdgele blazers die de jongens - zeer tegen hun zin -

moesten dragen. De zwartfluwelen rand van de revers was een kilometer

breed en een kolossale zwarte vlinderdas vloog de jongens naar de strot als

een hongerige tropische vlinder. De meisjes waren niet veel beter af in hun

zwartfluwelen jurk, die hun behabandjes al dan niet bedekte, afhankelijk

van hoe je stond of zat. Eve behoorde tot de gelukkigen. Simone niet, zag

ze, toen ze naar de foto naast de hare keek.

'O, god,' fluisterde ze met een weemoedig lachje bij het zien van haar

eigen foto. Was ze ooit zo jong geweest? Zo gelukkig? Zo onschuldig? Zo

handig met de krultang? Ze las de bijzonderheden naast haar naam -

zwemteam, Franse club, medewerkster bij het samenstellen van het jaarboek,

actief bij het eindej aarstoneel - en, helemaal onderaan, haar ambitie:

een Belangrijke Roman schrijven en te gast gevraagd worden voor de talkshow

Dinah's Place. Dit laatste was natuurlijk niet meer te verwezenlijken, want

Dinah's Place behoorde inmiddels al lang tot het verleden. Net als veel andere

zaken overigens.

Eve bladerde nieuwsgierig van achter naar voren, van de letter V naar het

begin van het alfabet. Ze wist nog dat Wyatts foto rechtsonder op een linkerbladzijde

stond, en het was geen toeval dat ze bij zijn foto stopte. Alleen

Wyatt kreeg het voor elkaar om er nog knap uit te zien in mosterdgeel en

met die gigantische vlinderstrik.

Zijn haar - met een scheiding in het midden, zag ze met een grijns - was

lichter en langer dan nu. Er zat een onhandelbare slag in en over zijn voorhoofd

viel een nonchalante lok. Hij had - vanzelfsprekend - een brutaal,

zelfverzekerd lachje om zijn mond, alsof hij de hele wereld aankon en er helemaal

klaar voor was.

Zijn lijst bijzonderheden was ongeveer even lang als de hare, maar hij was

veel ambitieuzer: de Mount McKinley beklimmen, liften naar de zuidpool, in

mijn eentje per zeilboot de Grote Oceaan oversteken, kajakken op de Amazone,

Afrikaanse landschappen fotograferen. De lijst was in werkelijkheid nog

veel langer, herinnerde ze zich met een lach. Als een van de bewerkers van

het jaarboek had ze Wyatts rij ambities moeten halveren, omdat er niet genoeg

ruimte was.

Hij was altijd zo zelfverzekerd, had zoveel flair. Op school kon ze soms zo

hevig naar hem verlangen dat ze het gevoel kreeg dat ze uit elkaar barstte,

hoewel ze in die tijd nog niet goed kon begrijpen wat een dergelijk verlangen

inhield.

Op andere momenten had ze het liefst gewild dat Wyatt zelf explodeerde

- of in elk geval dat hij wegging en nooit terugkwam. Heet en koud. Op en

neer. Haar gevoelens voor Wyatt en haar reacties op hem waren heel heftig

geweest voor een puber en bijna niet te bevatten voor een meisje van haar

leeftijd. Misschien als ze Wyatt nu had ontmoet, nu ze ouder was, haar hormonen

beter onder controle had en beter wist hoe het er in de wereld aan

toeging...

Maar dat was nu eenmaal niet gebeurd. Het had geen zin om te speculeren

over wat had kunnen gebeuren als... Vooral niet omdat ze hem nu zag,

nu ze ouder was - en haar hormonen beter onder controle had, toch? En

hoe het er in de wereld aan toeging wist ze ook. En ze was nu een stuk zekerder

over haar gevoelens voor Wyatt en haar reacties op hem dan twintig

jaar geleden.

Verdomme. Waarom had haar vader nou juist Wyatt ingehuurd.

'Goeiemorgen!'

Ze keek op en zag de persoon in kwestie vanuit de eetkamer de patio op

lopen. Tot haar eigen verbazing was ze absoluut niet verbaasd. Eigenlijk had

ze niet anders verwacht dan dat hij kwam opdagen en ze had zelfs al in gedachten

een smoes klaar om te uit leggen waarom ze in haar jaarboek zat te

kijken.

Hij was nog niet bij haar tafel aangekomen of hij deed zijn mond open -

natuurlijk om haar naar het boek te vragen - maar voor hij de kans kreeg,

zei ze: 'Ik ben vergeten wie uit onze eindexamenklas ook al weer uitgeroepen

werd tot Leerling Die De Grootste Kans Maakt Om In De Gevangenis

Te Belanden

Langzaam deed Wyatt zijn kaken weer op elkaar, en hij keek volkomen,

ja... verbluft was waarschijnlijk het beste woord. Hmmm, dacht Eve. Misschien

wilde hij toch iets heel anders vragen. Of er nog koffie was, bijvoorbeeld.

Misschien wou hij haar wel helemaal niets vragen. Of misschien had

ze gewoon haar mond moeten houden.

Verbluft of niet, hij antwoordde vrijwel onmiddellijk: 'Mike Lindley. Weet

je nog? Het laatste jaar hebben ze hem drie keer naar de jeugdgevangenis

gestuurd. Eén keer omdat hij een oorlogsmonument had vernield, één keer

wegens geweldpleging en een keer omdat hij een container in de fik had gestoken.'

'O ja, nou weet ik het weer,' zei ze. 'Dat was zo'n woesteling. Liep altijd

ruzie te zoeken, en zorgde ervoor dat feestjes uit de hand liepen en hij deed

altijd net of hij met zijn oude Camaroj mensen van de sokken ging rijden.

Wat is er eigenlijk van hem geworden?' vroeg ze ten slotte. 'Zit hij in de gevangenis?'

Wyatt schudde glimlachend zijn hoofd. 'Nee, hij runt met zijn partner

Stephen een banketbakkerij met cateringservice. Sweet Memories heet het.

Hun marsepein is beroemd in heel Zuid-Ohio.'

'Zijn, eh, zijn partner Stephen?' herhaalde ze.

Hij knikte. 'Ja, zowel in zakelijk als in romantisch opzicht.'

Ze moest hier even over nadenken en zei toen: 'Dat verklaart een hoop.

Spreek je nog veel mensen van school?'

Hij schudde zijn hoofd. 'Nee, eigenlijk nooit. Maar ik vang soms wel eens

iets op.'

Wyatt ging naast haar zitten. Zijn haar, nog nat van het douchen, had hij

nonchalant met zijn vingers naar achteren gestreken. Hij rook schoon, fris

en veelbelovend. Hij droeg een wijde kaki broek en een nog wijder shirt,

versierd met ontelbare minuscule surfplanken in allerlei kleuren. Zijn

schoenen had hij uit gelaten. In de twaalf uur dat hij nu bij hen verbleef,

had hij zich kennelijk al helemaal aangepast aan de Californische levensstijl,

wat haar overigens niets verbaasde.

'En wat doe je zelf tegenwoordig?' vroeg ze. Het leek haar het beste om

zich tot het heden te beperken. Waarom zou je over het verleden praten, als

je ook over koetjes en kalfjes kon keuvelen, nietwaar? 'Je hebt een eigen bedrijf,

begrijp ik?'

'Samen met Julian,' antwoordde hij.

'Waar heb je hem leren kennen?' vroeg ze.

Wyatt lachte geheimzinnig. 'In de gevangenis.'

Ze liet een verbaasd gegiechel horen. 'Hè?'

'Dat is een lang verhaal,' zei hij

'Jaja,' antwoordde ze. 'Je bedoelt dat je niet wil zeggen waarom je in de gevangenis

zat.'

Hij lachte, maar zei niets.

'Je bent vast opgepakt voor iets heel stompzinnigs - je bent naast het

zebrapad overgestoken of hebt je hond op de stoep laten poepen.'

Wyatt haalde zijn vinger langs de rand van zijn koffiekopje - eenmaal,

tweemaal, driemaal in de rondte - traag en hypnotiserend. Het gebaar

wond Eve enorm op. Diep binnen in zich voelde ze een hete tinteling op een

plek waar ze al heel lang geen warmte meer had gevoeld. Even sloot ze haar

ogen, ademde langzaam diep in en deed haar ogen toen weer open. Ze probeerde

niet te laten merken dat haar hart bonsde als een op hol geslagen

goederentrein

'Tja,' zei hij. 'Ik had nu graag opgebiecht dat ik in de gevangenis heb

gezeten voor iets waarmee je voor de dag kunt komen, zoals een serie wrede

kannibalistische moorden, maar je hebt gelijk. Ik had alleen maar iets stoms

gedaan.'

Hoewel ze nog steeds inwendig in vuur en vlam stond, lukte het Eve om

te antwoorden: 'Maar je zegt niet wat.'

Hij lachte opnieuw, maar zei niets. Met zijn vinger bleef hij de omtrek van

zijn kopje volgen, en bij iedere rotatie steeg Eve's lichaamstemperatuur een

paar graden en bonsde haar hart in een hogere versnelling.

'Oké,' zei ze zachtjes. 'Laten we het eens over een andere boeg gooien. Jullie

zijn privé-detectives, dat zei je toch? Nogal ironisch voor twee ex-bajesklanten.'

'Niet echt,' antwoordde hij kalm. 'Ik ken nu de twee kanten van de medaille.

Bovendien kan ik mij veel beter in de criminele geest verplaatsen, nu

ik zelf in de bak heb gezeten. Bijna vierentwintig uur maar liefst.'

'Zo,' zei ze. 'Maar vertel eens wat meer over die zaak die jullie runnen, als

gedetineerden met inlevingsvermogen.'

Wyatt nam een slok uit zijn kopje. Eve kreeg het er nog warmer van nu

zijn mond de plek beroerde waar hij even daarvoor zijn vinger liet ronddraaien.

'Kort nadat we elkaar leerden kennen, hebben we ons bedrijf opgestart,'

zei Wyatt, 'ongeveer vier jaar geleden. Ook al was Julian toen nog maar vierentwintig,

hij had al behoorlijk wat ervaring in deze branche - hij werkte al

drie jaar als privé-detective en zocht een partner, omdat hij wilde uitbreiden.'

'En jij voldeed aan de eisen, omdat...?'

Opnieuw glimlachte Wyatt, maar dit keer met een melancholieke blik in

zijn ogen. 'Door de jaren heen ben ik erg goed geworden in het zoeken naar

dingen,' zei hij

'Wat voor dingen?' vroeg ze.

'Allerlei dingen.'

'En heb je alles gevonden wat je zocht?'

'Nee, niet alles.'

Het leek Eve beter om niet door te vragen. Iets in zijn gezichtsuitdrukking

hield haar tegen.

'Wat deed je voordat je in de gevangenis terechtkwam en Julian leerde

kennen?' vroeg ze.

'Vlak daarvoor?'

Ze knikte.

'Toen dronk ik een biertje. Anchor Steam van het vat.'

Ze liet een gefrustreerd gegrom horen. 'Jemig, Wyatt. Je weet best wat ik

bedoel.'

Nu ademde hij op zijn beurt diep in, keek haar een ogenblik peinzend aan

en zei toen zonder omhaal van woorden: 'Ik zat bij de marine.'

Eve was hogelijk verbaasd. Wyatt was altijd een ondernemende jongen geweest,

maar niet bepaald iemand die vrijwillig zou kiezen voor een levensstijl

waarbij alles draaide om strikte discipline. Structuur. Hiërarchie. Ze

kon zich niet voorstellen dat hij zich daaraan onderwierp.

'Ik had gehoord dat je fotograaf wilde worden bij National Geographic. Je

wilde je verder bekwamen, nadat je bij je bijdrage aan het jaarboek al had

laten zien dat je goed met een fototoestel overweg kon. En je ging toch

geografie studeren op Ohio State University?'

'Dat laatste heb ik ook gedaan. Drie hele semesters om precies te zijn. En

ik ben door de jaren heen blijven fotograferen, als hobby.' Hij grinnikte ondeugend.

'Komt goed van pas bij mijn werk.'

'Maar hoe zat het dan met je plannen?'

Hij haalde zijn schouders op. 'Ik weet het niet. Ik voelde me rusteloos op

Ohio State. Was altijd heel snel afgeleid. Ik kon me totaal niet op mijn studie

concentreren en kwam maar niet in het ritme van het leven op de universiteit.'

'Dus je hebt je studie niet afgemaakt?'

Hij schudde zijn hoofd. 'In plaats daarvan ben ik bij de marine gegaan. Ik

dacht dat ik zo onrustig was omdat ik stond te popelen om meer van de

wereld te zien. En het leek me dat ik dat het snelst kon verwezenlijken door

bij de marine te gaan. Bovendien dacht ik dat ik daar zo gericht bezig zou

zijn dat ik me niet kon laten afleiden.'

'En had je het naar je zin?' vroeg ze. 'Bij de marine, bedoel ik.'

'Niet echt. Ik heb veel van de wereld gezien, maar het bleef maar niet lukken

om me te concentreren. Ik bleef rusteloos, ongedurig.'

'En nu?' vroeg ze. 'Ben je dat nu nog steeds?'

Hij liet zijn blik over haar gezicht dwalen, van haar haar naar haar ogen,

haar wangen, haar mond, en weer terug naar haar ogen. 'Ja,' zei hij zachtjes,

'nog steeds.'

Iets in zijn stem, in zijn ogen maakte dat ze het inwendig gloeiend heet

kreeg, toen hij deze bekentenis deed. Ze deed haar ogen een ogenblik dicht

wachtend tot de sensatie minder werd. Toen ze begreep dat dit niet zo snel

zou gebeuren, deed ze haar ogen weer open en vroeg zachtjes: 'Waarom?'

'Waarom wat?'

'Waarom voel je je nog steeds rusteloos?'

'Zoals ik al zei, ik heb nog steeds niet gevonden wat ik zocht,' zei hij zonder

aarzeling.

'En wat zoek je nou eigenlijk?'

Had hij haar vorige vragen prompt beantwoord, nu zei hij niets. Hij bleef

haar enkel aankijken, zo intens dat Eve niet in staat was om zijn blik los te

laten. Er waaiden een paar lokken van zijn lichtbruine haar over zijn voorhoofd,

die hij met zijn linkerhand uit zijn gezicht streek. Ze zag dat hij geen

ring droeg.

Toen wist ze zeker dat hij geen vrouw had. Niet omdat hij geen ring

droeg, maar om een heel andere reden.

Desondanks vroeg ze: 'Ben je getrouwd? Heb je kinderen? Of moet je als

privé-detective zo vaak ontrouwe echtgenoten begluren, dat je liever op

jezelf blijft?'

Na een korte aarzeling zei hij: 'Nee, dat is niet de reden waarom ik single

ben gebleven.'

Het leek Eve beter om maar niet te vragen wat dan wel de reden was. Ze

vroeg daarom alleen: 'Dus je bent nooit getrouwd geweest?'

'Nee.'

Eve hield zichzelf voor dat ze deze vragen niet uit nieuwsgierigheid stelde,

dat het haar worst was of Wyatt Culver een vrouw had of niet. Maar

vreemd genoeg voelde ze zich ongelofelijk opgelucht door zijn ontkennende

antwoord.

En toen vroeg ze toch maar: 'Heb je nooit trouwplannen gehad?'

Weer haalde hij zijn schouders op, maar ze kreeg het idee dat hij zich nonchalanter

voordeed dan hij was. Ook nu leek het haar raadzaam om er maar

niet dieper op in te gaan.

Voordat ze de kans kreeg om nog een vraag te stellen, zei hij: 'Ik begrijp

dat je zelf niet zo'n gelukkig huwelijk achter de rug hebt.'

Eve verstijfde. Het verbaasde haar niets dat hij afwist van haar huwelijksperikelen.

Haar vader kon dat soort dingen niet voor zich houden en zo'n

geheim was het trouwens ook niet. Maar toch vond ze het vervelend dat

Wyatt op de hoogte was van de moeilijkheden rond haar huwelijk en haar

scheiding. Dat ging hem niets aan. Waarom wist ze ook niet precies, maar

zo lag het. Ze wilde niet dat hij zag wat voor soort vrouw ze was geworden.

Hij moest altijd aan haar blijven denken als de slimme, pittige deugniet van

zeventien.

'Dat heb je zeker van papa,' zei ze.

'Inderdaad,' gaf hij openlijk toe. 'Had hij ongelijk?'

Ze vroeg zich af hoeveel ze moest zeggen, hoeveel ze kon zeggen, zonder

dat ze overkwam als een zeurpiet of een voetveeg of een idioot. Ten slotte

besloot ze hem maar gewoon de waarheid te vertellen. 'Nee, papa had volkomen

gelijk. Ik had een rothuwelijk.' Meer hoefde Wyatt niet te weten,

vond ze.

'Ik begrijp het.'

'Nee, Wyatt, volgens mij snap je er niets van,' zei ze zachtjes.

En gelukkig sprak hij haar niet tegen.

'Je zult vandaag wel een druk programma hebben, hè?' vroeg ze, schaamteloos

van onderwerp veranderend. 'Neem je straks het vliegtuig terug?' liet

ze er hoopvol op volgen.

Hij schudde zijn hoofd. 'Nee, hoor. Toen je vader me opbelde in Cincinnati

en Julian en mij uitnodigde voor een, eh, babbeltje, zei hij dat we het

hele weekend in De Gevangeanis konden logeren, voor we met jou en

Simone naar Ohio gingen.'

'Ja, maar nu hij jullie toch niet inhuurt...'

'Wie zegt dat hij ons niet inhuurt?'

'Oké, hij heeft Mr. Varga wel ingehuurd,' gaf ze toe, 'om een oogje op

Simone te houden.'

'En mij heeft hij ook ingehuurd.'

'Waarom?' vroeg ze. 'Ik heb toch gezegd dat ik geen bodyguard wil. Is die

boodschap niet overgekomen?'

Wyatt vertrok geen spier. 'Jawel, je vader heeft je heel goed begrepen.

Maar ondanks je bezwaren heeft hij me gisteravond toch gevraagd om deze

taak op me te nemen. En ik ga mij er voor de volle honderd procent voor

inzetten.'

'Maar - '

'Hoe dan ook,' vervolgde hij opgewekt, niet geïnteresseerd in haar overige

bezwaren, 'Julian en ik hebben al in geen tijden vakantie gehad. En we

zijn allebei nog nooit in Californië geweest. We wilden eerst maar eens gewoon

een paar dagen de omgeving verkennen, van de zon genieten, misschien

pikken we ergens nog wel een paar lingeriemodellen of jonge filmsterretjes

op.' Hij slaakte een tevreden zucht. 'Echt, de mogelijkheden zijn

eindeloos.'

'Nou, veel plezier dan maar met jullie fantastische avontuur,' zei ze, en ze

leunde achterover om haar eigen kop koffie te pakken. 'Ga maar lekker de

toerist uithangen.'

Wyatt lachte, waarop ze weer helemaal wee werd van binnen. 'Ga je ook

mee?' vroeg hij enthousiast.

Haar lach stierf weg en ze schudde haar hoofd. 'Nee, bedankt.'

'Waarom niet?'

Ze haalde haar schouders op alsof het haar niet kon schelen, maar ze wist

dat dit niet erg overtuigend overkwam.

Even was het stil. Toen zei hij: 'Sinds je hier bent, heb je geen stap buiten

het hek gezet, hè?'

'Heb je dat ook al van mijn vader gehoord?' raadde ze.

'Nee.'

'Dan heb je het van Simone.'

'Nee, die is niet erg mededeelzaam over jou.'

'O.'

'Maar het klopt wat ik zei, hè?'

'Ja,' bekende ze met tegenzin.

'Hoe komt dat?'

Opnieuw haalde ze ongemakkelijk, gemaakt onverschillig haar schouders

op en zei: 'Ik hoefde nergens heen.'

'Is dat de enige reden?'

'Natuurlijk, wat zou ik voor andere reden moeten hebben?'

Ze vermoedde dat hij daar even goed het antwoord op wist als zijzelf,

maar hoopte dat hij zo beleefd was om zijn mond te houden. En dat was hij

ook. Zijn volgende vraag was echter verre van beleefd.

'Wat heeft je ex in godsnaam met je uitgespookt dat je er nu zo beroerd

aan toe bent?'

Voor Eve besefte wat ze deed, trok ze haar benen op en sloeg haar armen

er stijf omheen, zodat ze een behaaglijk - zij het volkomen ondoeltreffend

- schild om zich heen vormde om zich tegen de boze buitenwereld te beschermen.

'Ik heb geen idee waar je het over hebt,' loog ze.

'Lieg niet,' antwoordde hij ruw. 'Je moest jezelf eens zien. Timide, kleurloos,

zonder enige hartstocht.'

Hoera, daar zat ze nu net op te wachten Vooral van iemand als Wyatt, die

wist hoe ze vroeger was.

'Wat heeft hij met je uitgespookt?' vroeg hij nog een keer op indringende

toon.

'Dat gaat je niets aan, Wyatt,' zei ze zacht.

Hij zuchtte diep. Toen vroeg hij op de man af: 'Heeft hij... heeft hij je geslagen?'

Ze hoorde aan zijn stem dat het hem veel moeite kostte om zijn

woede in te slikken.

Het bleef lang stil. Toen zei Eve, heel zacht en op vlakke toon: 'Maar één

keer.'

'Maar één...'

Meer kon Wyatt niet uitbrengen. Hij keek naar de oceaan, waar een drietal

surfers op hun buik naar de volgende golf peddelden. Zijn gezichtsuitdrukking

paste echter totaal niet bij dit vredige uitzicht. Zijn wangen waren

rood van kwaadheid, hij had zijn ogen toegeknepen tot spleetjes en klemde

zijn kaken stijf op elkaar.

'Het gaat je niets aan, Wyatt,' zei ze opnieuw.

'Ik vind anders van wel, Eve.'

'Niet als je toch weggaat.'

'Dat was ik niet van plan,' zei hij. 'Je vader heeft me ingehuurd.'

Ze knikte gelaten. Ze kon hem net zo goed in de waan laten. Maar zelf

wist ze wel beter. Ze ging in haar eentje terug naar Ohio. Punt uit.

Toch vond ze het niet meer dan fair om hem te waarschuwen. 'Denk niet

dat ik zonder meer meewerk aan dat rare plan van mijn vader.'

Hij leek niet onder de indruk. 'Je meent het,' zei hij.

'Als dat maar duidelijk is.'

'O, heel duidelijk,' verzekerde hij haar. 'Zonneklaar.'

Hij stond op en keek nog eens naar de blauwe oceaan, die zich uitstrekte

naar het westen. Eve volgde zijn blik. In verte lieten een paar zorgeloze surfers

zich meevoeren op de golven en het was duidelijk dat ze genoten. Hun

onbekommerdheid maakte haar melancholiek. Van deze afstand kon je je

gemakkelijk voorstellen dat die jongens jong en onbezorgd waren en niet

gebukt gingen onder de verantwoordelijkheid van hun werk of persoonlijke

problemen. Geen wonder dat ze zo'n lol hadden.

Waren je jeugdjaren echt zo onschuldig en zo fantastisch en zorgeloos als

zij ze zich herinnerde? Nee, dacht ze, dat was onmogelijk. Ze had zich als

puber toch talloze malen teleurgesteld en doodongelukkig gevoeld. Hoe kon ze toen gelukkiger en zorgelozer zijn geweest dan nu, als ze in die tijd

zo vaak ontevreden en teleurgesteld was? Toch moest ze toen zorgelozer en

gelukkiger zijn geweest. Dat moest wel. Ander, zou ze later op haar huidige

leven terugkijken als haar goede jaren.

Ze draaide zich om en keek weer naar Wyatt. Diep in haar ziel voelde ze

iets tijdloos en leeftijdloos. Vroeger of nu, hij zou altijd deel uitmaken van

haar leven. Dus wanneer begonnen de gelukkige jaren?