Twee
Eve Van Dormer moest er echt even tussenuit. Niet dat ze nu zo nodig iets
heel bijzonders of opwindends moest meemaken. Het was haar niet te doen
om glooiende landschappen of adembenemende vergezichten. Ze wilde gewoon
weg. Ze had genoeg van Santa Barbara, van de achtervolgingswaanzin
van haar vader, van haar bemoederende zus en van de tragikomedie
waarin haar leven was veranderd.
Op het balkon van haar vaders huis - waarvan de bijnaam 'De Gevangenis'
haar tegenwoordig veel te toepasselijk in de oren klonk - keek ze naar
het laatste restje zonlicht boven de oceaan. Ze hunkerde zielsveel naar...
iets. Waarnaar wist ze ook niet. Gewoon... iets. Naar meer. Naar iets
nieuws. Naar een ander soort leven.
Van een van haar literatuurdocenten aan de universiteit wist ze dat er een
woord bestond voor deze gemoedstoestand, een woord dat weergaf dat iemand
heimwee had naar een plek waar hij nooit was geweest. Maar ze kon
er niet meer opkomen. Het was te diep weggezakt in een deel van haar hersenen
dat lang geleden in slaap was gesukkeld - het deel waarin haar herinneringen
aan gelukkiger tijden waren weggestopt, aan de tijd toen ze nog
Engels studeerde aan de UCLA. Die tijden - herinneringen - leken nu aan
iemand anders toe te behoren. Ze hoorden bij een leven waarin Edwin
Walsh zich nog niet met mooie praatjes had binnengedrongen, toen alles
nog redelijk zorgeloos, plezierig en gelukkig was. In Eve's leven viel echter
al in tijden niets redelijks meer te bekennen.
Dat kwam, veronderstelde ze, omdat ze zichzelf tegenwoordig niet meer
herkende. Haar eigenheid was haar ontnomen, wie ze was - wie ze was geweest
en wie ze had kunnen worden. En ook al had ze al drie maanden geen
contact meer met Edwin Walsh en was er, goddank, ook geen enkele reden
om hem ooit nog eens tegen te komen, toch had ze soms het gevoel dat hij
voor altijd haar leven beheerste.
Op hetzelfde moment dat ze tot dit besef kwam, verdween de zon achter
de horizon, en daarom keerde ze haar sombere gedachten en het uitzicht de
rug toe. Dat was beter, al keek ze nu wel recht in de slaapkamer die ze een
poosje daarvoor via de balkondeuren had verlaten. Simone's slaapkamer.
Veel gezelliger dan de logeerkamer, waar Eve al een paar maanden vertoefde,
maar tegelijkertijd om van te rillen.
Langzaam ging ze de slaapkamer weer in met het gevoel twintig jaar terug
te gaan in de tijd. Het lichtgeel gestreepte Laura Ashley-behang, de crèmekleurige,
met kant afgezette beddensprei en bijpassende hemel, het gebloemde
gehaakte kleed, de ontelbare souvenirs uit haar jeugd - alles herinnerde
aan Simone's slaapkamer in Woodhaven. Ze hem had bijna exact
gekopieerd, meteen nadat de Van Dormers hun intrek hadden genomen in
De Gevangenis. Er zaten zelfs knuffelbeesten op de vensterbanken en op iedere
beschikbare plank stonden Madame Alexander-poppen, omdat Simone
het niet over haar hart kon verkrijgen haar lievelingen in dozen te stoppen
en weg te bergen. Maar ze kon zich er evenmin toe zetten om een
advertentie te plaatsen: 'Gratis voor wie goed voor mijn schatten wil zorgen'.
Dus net als hun eigenares zaten ze er nog precies zo bij als twintig jaar geleden:
in afwachting van wat de toekomst bracht.
Eve wist dat dit kwam omdat Simone nog steeds in haar fantasiewereld
van twintig jaar geleden leefde, waarin ze trouwde met de blonde Brian
Richie en een hele stoet blonde dochters kreeg, aan wie ze haar poppenverzamelingen
kon schenken. Dit ondanks het feit dat blonde Brian Richie
kort nadat hij van school kwam met een ander in het huwelijksbootje was
gestapt, duizenden kilometers van Santa Barbara woonde en bovendien al
in geen twintig jaar contact met Simone had gehad.
Pasgeleden had ze vernomen dat blonde Brian inmiddels al bijna een jaar
weduwnaar was. Hij had drie knappe, blauwogige - moederloze - dochters.
En het stond wel zo goed als vast dat hij volgende week naar de reünie van
Woodhaven High School in Cincinnati ging. Eve wist zeker dat dit de belangrijkste
reden was waarom Simone daar ook naartoe wilde. Want zelfs
na twintig jaar was Simone er nog altijd van overtuigd dat blonde Brian Richie,
hun sympathieke buurjongen in Woodhaven, voor haar bestemd was.
Met een diepe zucht voegde ze zich weer bij haar zus, die zich behaaglijk
in een schommelstoel had genesteld en zat te lezen. Met haar hoofd schuin
las Eve de titel op de rug van het boek en glimlachte. Flicka het veulen. Nee,
hoor. In die twintig jaar was er in deze kamer niets veranderd. Maar dat
kwam waarschijnlijk omdat Simone in die twintig jaar ook nauwelijks was
veranderd. In tal van opzichten leek ze nog steeds op die onervaren, onschuldige,
naïeve zeventienjarige van twintig jaar geleden, toen hun vader
hen 's nachts had gewekt met de mededeling dat ze moesten vertrekken.
Onmiddellijk, want anders... Vreemd toch dat Simone nauwelijks was veranderd
en Eve juist heel veel.
Hoewel, misschien was het wel helemaal zo niet vreemd.
Simone keek op. 'Is Carmen nog bij je langs geweest?' vroeg ze. 'Tegen mij
zei ze dat papa iets met ons te bespreken had. Of we om halfacht even naar
zijn werkkamer willen komen.' Ze wierp een blik op het elegante gouden
horloge om haar sierlijke pols. 'Het is bijna tijd.'
Alles aan Simone was elegant en sierlijk, merkte Eve bewonderend op.
Met haar lichtblonde haar, lichtblauwe ogen en lichte, ivoorkleurige teint
leek ze het fotonegatief van Eve. Tweelingzussen of niet, ze waren zo verschillend
als maar kon. En in haar katoenen truitje en bijpassende vestje -
lavendelkleurig en met paarlemoeren knoopjes - in haar strakke, verschoten
spijkerbroek en op sandalen was Simone het schoolvoorbeeld van een
succesvolle Californische.
Eve realiseerde zich dat ze zich daarnet had vergist en dat Simone wel degelijk
was veranderd. In ieder geval uiterlijk. In de loop der jaren waren de
trekken van haar gezicht zachter en fijner geworden, waardoor ze onmiskenbaar
volwassener en zelfverzekerder overkwam.
Blonde Brian Richie zou wel opkijken.
Eve monsterde haar eigen outfit, een vormloze donkergrijze blouse die
over een nog vormlozere donkergrijze broek hing. Ze had haar donkere
haar opgestoken, maar dat was al uren geleden en in haar nek en op haar
wangen kriebelden nu losgeraakte slierten. Ze wist dat ze er sloom en saai
uitzag, maar dat kon haar geen snars schelen. Het gaf precies weer hoe ze
zich tegenwoordig voelde: sloom en saai.
'Ja, Carmen zei dat papa ons wou spreken,' beantwoordde ze haar zusters
vraag. 'Maar ze zei niet waarom.'
Simone glimlachte. 'Waarschijnlijk gaat hij nog eens proberen om ons dat
tripje naar Cincinnati uit ons hoofd te praten.'
'Ja, kan best,' beaamde Eve. 'En anders komt hij wel weer met dat idiote
idee aanzetten dat we bodyguards moeten meenemen.'
'Och, ik weet niet,' zei Simone. 'Ik vond het eigenlijk niet eens zo'n gek
idee. 't Was wel vreselijk romantisch.'
Eve gniffelde. 'Je hebt te veel boeken gelezen.'
'Wat is daar mis mee?'
'Niks,' antwoordde Eve. 'Het is alleen niet erg realistisch. Niet dat ik er zelf
iets op tegen zou hebben als mijn leven af en toe wat meer verliep als in een
boek,' haastte ze zich eraan toe te voegen.
Simone glimlachte, maar keek tegelijk een beetje triest. Ze stond op, klapte
het boek dicht en legde het op haar stoel. Met een verlangende blik op
het omslag zei ze: 'Van mij mag mijn leven de hele tijd wel verlopen als in
een boek.'
'Kom,' zei Eve met een knikje naar de slaapkamerdeur. Het had immers
geen zin om naar dingen te hunkeren die toch nooit gebeurden.
'Papa zit op ons te wachten,' zei ze. 'En ik heb zo'n gevoel dat ons een verrassing
te wachten staat.'
Een paar tellen later bleek dat ze de spijker op zijn kop had geslagen. De verrassing
die ze had voorzien bleek zelfs een gigantische schok. Zodra ze haar
vaders werkkamer binnenstapte, begreep ze onmiddellijk dat het inderdaad
weer om die bodyguards ging. Dat was de enige verklaring die ze kon bedenken
voor het feit dat er een grote - zeer grote - kerel bij haar
vaders bureau stond. Hij was lang en donker, en leek in gedachten verzonken.
Alleen zijn ogen - zelfs op drie meter afstand kon ze zien dat ze een intrigerende
blauwgrijze kleur hadden - lieten ruimte over voor speculatie.
Maar verder, ja hoor, een bodyguard, kon niet missen.
En, krijg nou wat, daar stond er zowaar nog eentje. De bodyguard had een
vriend meegenomen voor haar zus. Goh, wat aardig. En wat toevallig. En
wat handig. En w...
Wyatt Culver?
Hij draaide zich met een ruk om, alsof ze hem had geroepen, en toen pas
realiseerde Eve zich dat ze zijn naam inderdaad hardop had gezegd. Afgaande
op zijn gezichtsuitdrukking had ze de indruk dat hij even verrast
was als zij, hoewel hij ongetwijfeld was gewaarschuwd dat ze hier was. Hij
stond haar aan te gapen alsof hij niet kon geloven dat zij het echt was, alsof
ze onmogelijk dezelfde persoon kon zijn die hij zich uit zijn schooltijd herinnerde.
Zij was echter niet de enige die was veranderd. Ze herinnerde zich Wyatt
als een spichtige, brutale achttienjarige knul met lang blond haar en de
mooiste groene ogen die ze ooit had gezien. Zijn haar was nu korter, eerder
bruin dan blond, en hij oogde veel zelfverzekerder, heel anders dan die branieschopper
van vroeger. Hij was flink uitgedijd, maar er zat geen grammetje
vet aan hem - hij was gewoon forser geworden... over zijn hele
lichaam. Breder in de schouders, een bredere borst en steviger onderarmen,
die uit zijn opgerolde overhemdsmouwen staken. Hij was zelfs iets langer
dan ze zich herinnerde.
Alleen zijn ogen, een prachtige mengeling van groene tinten, waren nog
precies als vroeger. En zodra hun blikken elkaar kruisten, begon haar hart
wild te bonzen. Sommige dingen veranderden kennelijk nooit.
Wyatt Culver. Hoe was het mogelijk.
'Hé Eve, da's lang geleden,' groette hij haar. Daarna lachte hij - duidelijk
een beetje geforceerd en niet op z'n gemak - en bij Eve begon er inwendig
iets te smeulen.
Al had hij maar een paar woorden gezegd, toch viel het Eve meteen op
hoezeer zijn stem was veranderd. Hij klonk dieper, voller en vastberadener.
Maar nog net als vroeger zette hij haar van binnen in vuur en vlam.
'Wyatt,' prevelde ze. Meer dan zijn naam kon ze niet uitbrengen.
Hij wilde nog iets zeggen, maar haar vader was hem voor en zei gewild joviaal:
'Mooi zo, ik zie dat jullie elkaar nog kennen.'
'Eh, ik anders niet,' merkte de grote, donkerharige, lichtogige man bij het
bureau op.
'Ach ja, natuurlijk,' antwoordde haar vader. 'Sorry, Julian, dit zijn mijn
dochters, Simone' - hij wees naar Simone - 'en Eve.' Daarna zei hij met een
knikje in de richting van Julian: 'Simone en Evie, dit is Julian Varga, Wyatts
partner.'
'Partner in wel opzicht?' vroeg Eve. Ze stelde de vraag aan haar vader,
hoewel het meer voor de hand lag dat ze zich tot Wyatt richtte. Ze was nog
te zeer geschokt door zijn aanwezigheid om iets tegen hem te kunnen zeggen
- laat staan om hem aan te kijken.
Toch was het Wyatt die antwoord gaf. 'Julian en ik zijn privé-detectives.
We werken al vier jaar samen.'
Omdat Eve zag dat Wyatt langzaam haar kant op kwam, verschanste ze
zich achter de bar, zogenaamd om een glas wijn voor zichzelf in te schenken,
maar in werkelijkheid om een soort barrière, hoe onlogisch ook, tussen
hen op te werpen. Iets om hem op afstand te houden. Ze kon niet voor
haar reactie instaan als hij te dichtbij kwam. Het kon zijn dat ze zich in zijn
armen zou storten en haar tong ver in zijn mond zou steken - wat haar overigens
niet erg waarschijnlijk leek - maar het was evengoed mogelijk dat ze
gillend de benen nam - en dit laatste scenario was een stuk minder ondenkbaar.
Eén ding was zeker: ze zou behoorlijk voor schut staan.
'Privé-detectives?' vroeg ze, en pakte een fles Beaujolais. 'Klinkt interessant.'
Toen ze opkeek, stond Wyatt precies op de plek waar zij net vandaan
kwam, en ze kreeg het nog warmer. Ja, een glas wijn kon ze wel gebruiken.
Liever nog een hele fles. Bij voorkeur een magnum. Als aperitief] e. Haastig
ontkurkte ze de fles - helaas geen magnum, maar het was niet anders. Ze
kon zich alleen nog maar op hem concentreren en haar ogen - verdomme
- niet van hem afhouden.
Hij keek haar aan met een ondoorgrondelijke blik. Ze had geen idee
waaraan hij dacht, het kon van alles zijn - aan die avond dat hij haar, in
tranen en half ontkleed, had achtergelaten op de achterbank van Stuart
Turners auto, of dat hij niet moest vergeten om straks op weg naar de luchthaven
nog even te tanken. Eve hield zichzelf voor dat het haar totaal niet
interesseerde waaraan hij dacht, maar wist dat ze zichzelf voor de gek hield.
'Het houdt ons van de straat,' zei hij in reactie op haar opmerking.
'Worden jullie ook wel eens ingehuurd als eh... als bodyguards?' vroeg ze
terloops.
'Soms,' antwoordde hij.
Aha.
Ze wendde zich tot haar vader. 'Hier hebben we het toch al uitgebreid
over gehad, papa. Simone en ik willen niet met een stel lijfwachten naar
Cincinnati. Dat is nergens voor nodig. Dat je dit keer met een bekende van
ons komt aanzetten zetten, brengt ons heus niet op andere gedachten, hoor.'
'Ik kreeg anders de indruk dat je zus het een prima idee vond, toen ik het
voorstelde,' bracht haar vader hier tegenin.
'Dat zei ze alleen omdat ze je altijd je zin geeft,' zei Eve. Ze bedoelde dit
niet als hatelijke opmerking, maar als vaststaand feit. Ze wist dat Simone
het er helemaal mee eens was.
En dat bleek ook wel. 'Als papa dat nou een veiliger idee vindt, Evie. Ik zie
eigenlijk niet wat erop tegen is.'
Maar Eve wel. Ze wilde per se alleen naar Cincinnati. Om samen met
Simone te reizen, vond ze niet erg - Simone was haar zus - maar ze wilde
absoluut niet dat er nog iemand meeging, daar hoefde haar vader zich geen
illusies over te maken.
'Het is nergens voor nodig,' zei ze nog eens. 'Als Simone het zo'n goed idee
vindt, gaat ze haar gang maar. Dan ga ik wel in mijn eentje naar Ohio. Maar
ik weiger een bodyguard mee te nemen.'
'Zelfs Wyatt niet?' vroeg haar vader.
'Ho, ho,' viel Wyatt hen in de rede. 'Hoezo "bodyguard"? Waar hebben
jullie het over? Ik dacht...'
Maar Eve's vader liet hem niet uitspreken. 'Wyatt doet het vast uitstekend,
Evie.'
Je meent het, antwoordde ze in gedachten. 'Ik wil geen bodyguard,'
herhaalde ze tegen haar vader, al was haar antwoord eigenlijk meer voor
Wyatts oren bestemd. 'En hem al helemaal niet,' liet ze erop volgen.
'Evie, doe nou maar wat papa zegt,' drong nu ook Simone bij haar aan.
Eve en Simone hadden niet die hechte band die je vaak bij tweelingzussen
- of andere zussen - ziet, maar er was nooit onenigheid tussen hen. Ze
hadden wel een soort stilzwijgende afspraak dat ze elkaar vertrouwden en
steunden, en geen van beiden had deze ooit geschonden. Wanneer het
nodig was de handen ineen te slaan, dan gebeurde dat. Als een van hen zich
bedreigd voelde, schoot de ander te hulp. Was de een gekwetst, dan troostte
de ander. Zelfs al waren ze zeker niet onafscheidelijk, ze hadden genegenheid
en respect voor elkaar en hielden rekening met eikaars standpunten.
Tenminste, dat was tot dusver altijd zo geweest.
'Wacht nou eerst even af wat papa, Wyatt en Mr. Varga te zeggen hebben,
dan kun je altijd nog beslissen watje doet. Volgens papa lopen we gevaar als
we teruggaan naar Cincinnati. Ook al neem je dat dreigement misschien
niet serieus, kan het toch geen kwaad als er iemand met je meegaat?'
'En jij dan? Jij neemt het toch ook niet serieus? Waarom vind je het dan
toch goed dat er zo'n pottenkijker om je heen hangt.'
Simone wierp een haastige blik naar Mr. Varga, bij wie ze zich duidelijk
niet helemaal op haar gemak voelde, en antwoordde: 'Nee, inderdaad, ik geloof
er ook niks van, maar als papa het nou prettig vindt...'
'Evie, ik wil absoluut niet hebben dat jij of Simone in je eentje op reis
gaat,' zei haar vader op de strenge toon die Eve vroeger als klein meisje de
bibbers bezorgde.
Tegenwoordig vond ze het juist geruststellend als hij op die manier tegen
haar sprak. Ze begreep nu dat haar vader dit enkel deed uit bezorgdheid.
Edwin had een veel naardere toon tegen haar aangeslagen, en dan moest ze
echt uitkijken.
'Er zal ons heus niks overkomen,' zei Eve vermoeid. 'Je reageert altijd meteen
zo overspannen, net als toen je ons van Cincinnati helemaal hierheen
sleepte. Het is allemaal twintig jaar geleden gebeurd. We lopen helemaal
geen gevaar in Cincinnati.'
Maar hij luisterde niet. 'Ik ben er veel geruster op als jij en je zus iemand
meenemen die een oogje in het zeil houdt.'
'Een oogje in het zeil?' herhaalde Eve. Ze wist niet wat ze hoorde.
'We zijn toch geen dertien meer. Je doet net alsof we naar een schoolfuif
gaan.'
Oei, stomme vergelijking, Eve, heel, héél stom.
Wyatt dacht duidelijk hetzelfde, want hij kneep zijn ogen stijf dicht en
klemde zijn kaken op elkaar alsof hij hevige pijn leed.
En alsof ze niet al genoeg schade had aangericht, alsof ze door een demon
was bezeten, liet ze er - tot haar eigen afschuw - ook nog eens op volgen:
'En toen op dat feest is er toch ook niks gebeurd?'
Ze kon zich meteen wel voor haar kop slaan. Waarom herinneringen oprakelen
aan een avond die ze het liefst wilde vergeten. Een avond waaraan
Wyatt vast nog minder graag werd herinnerd dan zijzelf? Wie dacht er nou
graag terug aan een avond waarop een wanhopig, onredelijk meisje je
smeekt om de liefde met haar te bedrijven, als dat nou net het allerlaatste is
waar je zin in hebt. En wie wil zich nu herinneren dat zij dat ene meisje was?
Voordat Eve 'Sorry' kon mompelen, om het allemaal wat minder pijnlijk
te maken, antwoordde Wyatt snel: 'Niet dat er geen mensen waren die maar
al te graag wilden dat er wel wat gebeurde.'
De vernederende opmerking sneed door haar ziel, maar ze had erom gevraagd.
'Laten we het er maar niet verder over hebben,' zei ze zachtjes. 'Het
spijt me dat ik erover begonnen ben.'
Ze wist het niet zeker, maar ze dacht dat ze hem hoorde kreunen. Maar
hij antwoordde enkel: 'Mij ook.'
Ze boog haar hoofd ten teken dat het haar speet. 'We hebben het er niet
meer over, goed?' Vooral omdat ik je na vanavond toch niet meer zie, dacht ze
bij zichzelf.
Nors antwoordde Wyatt: 'Oké.'
'Kinderen, toe nou,' zei haar vader sussend. 'Kunnen jullie nu weer even
terugkeren naar het heden en je schooltijd achter je laten?'
Nee, eigenlijk niet, dacht Eve. Ondanks alles zou ze altijd een zwak voor
Wyatt hebben, of hij dat nu wilde of niet.
'Ik wil niet dat Wyatt mijn bodyguard wordt,' zei ze op vastberaden toon.
Toen rechtte ze haar rug en keek haar vader recht in de ogen. 'Hij wordt niet
mijn bodyguard.'
Haar vader wierp een nieuwsgierig blik in haar richting en herhaalde,
dwingender nu: 'Evie, je loopt gevaar in Cincinnati. Je hebt iemand nodig
die je in de gaten houdt.'
'Ik heb niemand nodig,' zei ze, maar wist best dat ze dat geen van allen -
net zomin als zijzelf - geloofden. 'En als jullie me nu willen excuseren, ik
heb gezegd wat ik te zeggen heb en heb nog meer te doen. Wyatt,' zei ze met
een formeel knikje in zijn richting. Maar een echte begroeting kreeg ze niet
over haar lippen. Daarna richtte ze zich tot zijn metgezel: 'Mr. Varga, het
beste verder.'
'Dat is wel mijn streven, ja,' antwoordde Julian.
'Pap,' vervolgde ze, 'morgenavond slaap ik hier voor het laatst. Als ik
terugkom uit Cincinnati, ga ik ergens anders wonen.' Eve draaide zich daarna
om naar haar zus, die naast de onnavolgbare Mr. Varga was gaan staan -
of misschien was hij juist naast haar komen staan. 'Simone, ik weet dat we
van plan waren om zondag samen naar Cincinnati te vliegen, maar ik wil
bewijzen dat ik gelijk heb. Ik ben van gedachten veranderd en vlieg alleen,
om jullie allemaal te bewijzen dat ik best in mijn eentje op reis kan, zonder
dat er iets gebeurt. In mijn eentje,' herhaalde ze met klem. Maar haar aankondiging
klonk een stuk minder dapper dan haar bedoeling was. Voordat
iemand haar op andere ideeën kon brengen - en vooral ook voordat ze zelf
van gedachten veranderde - verliet ze de kamer.
Wyatt keek Eve met gemengde gevoelens na, enerzijds had hij de pest in,
maar anderzijds had hij bewondering voor haar optreden. Verdomme.
Vroeger maakte ze ook al van die tegenstrijdige gevoelens in hem wakker.
Dat er inmiddels twintig jaar was verstreken, had daar kennelijk geen verandering
in gebracht.
Eve was daarentegen wel veranderd.
Hij had haar nauwelijks herkend toen ze ineens achter zijn rug opdook in
Luthers kantoor. Ze was zo... zo kleurloos. En ze zag er zo moe uit. En ze
leek zo terneergeslagen. Haar vader had gezegd dat ze een moeilijk, ongelukkig
huwelijk achter de rug had, maar Wyatt had nooit verwacht dat dit
uiterlijk - en innerlijk? - zo'n impact op haar zou hebben.
Oké, hij moest wel even aan vroeger denken toen ze op het laatst zo tegen
haar vader in verzet kwam. Maar dat was niets vergeleken met de felheid
waarmee ze als kind tekeer kon gaan. Ook de elektrische spanning die altijd
om haar heen knetterde, was verdwenen. Vroeger kon Eve Van Dormer geen
vertrek binnenlopen zonder dat er bij iedere vezel in Wyatts lichaam alarmfase
rood in werking trad. Maar vanavond had hij pas gemerkt dat ze was
binnengekomen toen ze zijn naam zei. En zelfs toen was er geen spoor te
bekennen van het vuur, de opwinding, de... de... de passie die ooit onlosmakelijk
met haar was verbonden. Vroeger vlogen de vonken er vanaf bij
Eve Van Dormer. Maar nu...
Nu had iemand het vuur gedoofd. Het was alsof er een deken over de zon
was gegooid.
'Waarom ga jij niet even met haar praten, Simone?' vroeg Luther zijn andere
dochter. 'Naar mij luistert ze niet.'
'Je denk toch niet dat ze wel naar mij luistert, pap?' zei Simone. 'Dit keer
niet, hoor. Ze heeft haar besluit genomen. En dat werd wel eens tijd ook. Als
je het nu nog niet doorhebt weet ik het ook niet meer.'
Luther fronste zijn wenkbrauwen. 'Wat doorheb?'
'Evie houdt haar poot stijf,' legde Simone uit. 'Je kunt dit niet uit haar
hoofd praten.'
Luther moest dit even verwerken. Hij keek nadenkend naar zijn glas en
zweeg.
'Goed, heren, als u mij nu ook wilt excuseren,' zei Simone en keek eerst
naar Wyatt, en daarna kort - nou, wel héél kort, zag Wyatt - naar Julian,
'want ik heb ook nog meer te doen. Wyatt, heel leuk je weer eens gezien te
hebben', besloot ze met een warme, oprechte glimlach waaraan Wyatt kon
zien dat ze het meende.
Daarna wierp ze een haastige - nou, wel héél haastige - blik in Julians
richting en... bloosde, wonderlijk genoeg. Maar toen ze tegen hem sprak,
verdween de oprechte emotie uit haar stem en klonk ze kalm en zelfVerzekerd.
Het enige wat ze tegen hem zei, bij wijze van afscheid, was: 'Mr. Varga',
waarna ook Van Dormers andere dochter de deur uit liep.
En toen was de situatie weer net als aan het begin van de avond: weer
stond Wyatt enkel in gezelschap van Luther en Julian in Van Dormers werkkamer
en hij had het gevoel alsof hij zojuist de weg was opgestapt terwijl er
net een bus in volle vaart kwam aanrijden, en wat daar verder nog voor verkeer
achter zat wilde hij maar liever niet weten.
Tsjonge, de zusters Van Dormer waren allebei behoorlijk veranderd. Eve's
licht was verduisterd en Simone's onzichtbaarheid verdwenen. Alhoewel,
dat laatste was eigenlijk niet mogelijk, dacht Wyatt. Onzichtbaarheid was
per definitie niet waarneembaar, en daarom kon het ook niet verdwijnen,
toch? En dus was Simone... ja, wat dan wel, vroeg hij zich af. Verschenen?
Dat klonk ook niet helemaal goed, maar...
'Zag je dat, Wyatt?' Luthers vraag leek van heel ver te komen.
Nog verdiept in de kwestie wat er zo anders aan Simone was, antwoordde
Wyatt afwezig: 'Wat zou ik gezien moeten hebben?'
'Evie is boos weggelopen.'
'Ja, en wat dan nog? Dat is toch niks nieuws?' Wyatt richtte zijn volle aandacht
weer op Luther. Hij zou zich later nog wel eens verdiepen in wat er
precies met diens dochters was gebeurd. 'Eve is al boos zolang ik haar ken.'
Luther schudde zijn hoofd. 'Nee, niet waar. Ze was nooit boos toen ze getrouwd
was. Dat mocht niet van die hufter van een man van haar.'
Daar zei hij het weer, dacht Wyatt. Mocht niet. Hoe konden die woorden
nu met Eve in verband worden gebracht? Maar voordat hij om uitleg kon
vragen, vervolgde Luther glimlachend: 'Simone heeft gelijk. Evie houdt haar
poot stijf. Ze heeft een besluit genomen en laat zich niet ompraten, wat we
ook zeggen.'
'En dus... ?' vroeg Wyatt.
Luthers glimlach verbreedde zich en er kwam iets triomfantelijks in zijn
blik.
'Dit had ik al voorzien toen ik je opbelde.'
'Wat had u al voorzien?' vroeg Wyatt niet-begrijpend.
'Het is al verdomd lang geleden sinds Evie zo ondernemend was,' zei
Luther. 'En ik kan maar één reden bedenken waarom ze nu juist vandaag,
vanavond, deze stap heeft gezet.'
Hoewel Wyatt niet zeker wist of hij eigenlijk het antwoord wel wilde
weten op de vraag die door zijn hoofd spookte - zeker niet als hij afging op
Luthers gezichtsuitdrukking - hoorde hij zichzelf vragen: 'En, eh, die reden
is...?'
Luthers glimlach werd nog een stukje breder, waarop bij Wyatt de koude
rillingen over zijn lijf liepen. 'Jouw aanwezigheid hier, Wyatt,' zei Luther.
'Daardoor komt het dat ze nu eindelijk weer wat begint op te leven.'
Wyatt keek Luther met open mond aan en wist niets anders uit te brengen
dan: 'Hè?'
Luther knikte langzaam en zijn blauwe ogen glommen vergenoegd. Hij
richtte zich tot Julian, al was het duidelijk dat hij nog aan Wyatt dacht:
'Julian, waarom ga je niet even naar Simone toe. Dan kunnen jullie samen
een strategie bepalen voor als ze zondag afreist naar Ohio. Ze heeft er al zo
goed als mee ingestemd dat jij haar bodyguard wordt. Dat is dan in elk geval
één van de twee spreekwoordelijke vliegen, en dat zelfs zonder klap.' Meteen
snelde hij naar zijn bureau en drukte op een knopje. 'Ik heb Carmen gebeld.
Ze zal je Simone's kamer wijzen.'
'Prima, Mr. Van Dormer,' antwoordde Julian vlug. Eigenlijk iets te vlug,
vond Wyatt. Kon hij zijn enthousiasme over deze opdracht niet een beetje
voor zich houden? Ze hadden hem nog niet eens aangenomen? Wyatt had
er 'geen goed gevoel bij' om Han Solo - een van zijn helden uit Star Wars -
te citeren.
Vooral niet toen de deur achter Julian en de huishoudster/moordzuchtige
vlammenwerper dichtsloeg en Luther zich weer tot Wyatt richtte. Zijn
zijn ogen glommen verdacht. 'Evie heeft dus haar orders gegeven en vindt
het niet goed dat ik jou inhuur als haar bodyguard,' zei hij. 'Dat heb ik zien
aankomen, want zoals je gemerkt hebt, was dit niet de eerste keer dat ik dit
met mijn dochters heb besproken.'
'Dat was me inderdaad duidelijk, mijnheer,' antwoordde Wyatt.
Het kon Luther blijkbaar weinig schelen dat Eve zich zo tegen hem verzette.
'Dat is niet erg,' zei hij en zijn ogen begonnen nog verdachter te glimmen.
Oho.
'Want dan gaan we het nu toch gewoon weer over die ontvoering hebben?'