HOOFDSTUK 5
‘Het kan niet,’ zei Emma vastbesloten. ‘U kunt het gewoon niet weghalen. Het is onmogelijk en ik pieker er niet over.’ Na twee weken geklop en gehamer, overal werklieden, zonder een ogenblik om tot rust te komen, laat staan toe te komen aan haar werk, kreeg ze nu ook nog dit individu dat de Cézanne wilde weghalen. Een bouwvakker in een overall met pet op, die dacht dat hij dat meesterwerk kon aanraken! Het was de laatste druppel.
‘Het zijn de buizen, miss,’ probeerde hij nog een keer uit te leggen.
‘De buizen!’
‘Wat is er precies aan de hand?’ klonk een andere stem vanuit de deuropening.
Emma’s gezicht verstrakte van woede. Ze had kunnen weten dat hij op dit moment te voorschijn zou komen. Dat was nu net wat ze nodig had!
‘Ah, Mr. Voss.’ De voorman was in ieder geval opgelucht hem te zien. ‘Ik zei net tegen Miss Price hier dat het om de buizen gaat, snapt u, voor de nieuwe watertank. Het zou een beetje kunnen gaan lekken en ik dacht...’
Emma begreep plotseling waar het om ging. Waarom had hij haar niet hetzelfde kunnen vertellen?
‘En wat is het probleem?’ ging Nicholas verder, terwijl hij de balzaal binnenkwam; zijn voetstappen klonken op het glanzende parket afgemeten en staccato, als afkeurende uitroeptekens.
‘Wel,’ zei de man aarzelend, ‘voor als er iets gebeurt, Mr. Voss. Als het gaat lekken, snapt u, misschien is het dan wel beter om eerst dit schilderij weg te halen.’ Hij wees ernaar met zijn duim over zijn schouder.
‘Dat lijkt me een heel juiste voorzorgsmaatregel,’ zei Nicholas, zijn blauwe ogen wijd open, zijn stem nuchter.
‘Maar...’ probeerde Emma nog een keer.
‘Ik denk, dat als u ons een minuut of twintig de tijd geeft,’ vervolgde hij, met zijn stralendste glimlach, ‘dat Miss Price en ik het wel kunnen regelen.’
De man knikte, bedankte hem en liep naar de deur. Emma ging ziedend, bozer dan ze in dagen was geweest, achter hem aan. ‘Binnenkomen alsof hij hier de eigenaar is,’ mompelde ze. ‘zich er mee bemoeien, mij voor aap zetten...’ Maar verder kwam ze niet. Een koele stem riep haar terug vanaf het midden van de balzaal. Daar zullen we het hebben, schoot het door haar heen, terwijl ze zich naar hem omdraaide en wachtte tot de zondepreek losbarstte.
Maar het gebeurde niet. Het gezicht van Nicholas was zo discreet als een masker. ‘Ik wilde je alleen even herinneren aan de bijeenkomst van de docenten. Ze kunnen er zo zijn. Thee voor vijf personen graag.’ Het was de koele opdracht van een vreemde. Emma knikte en liep de kamer uit.
‘Docentenbijeenkomst - thee voor vijf personen. En ik moet me zeker nog verkleden ook, potverdrie.’ Even kwam ze in de verleiding om haar spijkerbroek aan te houden, maar door zo te protesteren, zou ze haar woede laten merken, en zo kwetsbaar wilde ze zich niet opstellen. Vandaar dat, toen het theekarretje uiteindelijk de gezellige zitkamer werd binnengeduwd, het meisje erachter keurig gekleed was in een lichtbeige, wollen jurk zonder ceintuur, met een zijden sjaal losjes rond haar nek. Ze wist dat oom Louis er zijn wenkbrauwen over zou fronsen. ‘Hoogst onelegant, zometeen loop je nog rond met een parelkettinkje en zakdoekjes die naar lavendel ruiken...’ Maar Colin zei dat de jurk prima zat op de juiste plaatsen, en bij die herinnering gleed er een glimlach over Emma’s gelaat, terwijl ze het karretje door een lastige bocht manoeuvreerde. Deze bijeenkomst zou eigenlijk wel eens amusanter kunnen blijken dan ze verwacht had. In ieder geval zou het een aangename verandering zijn om eens een paar nieuwe gezichten te zien.
Maar het waren er minder dan ze gedacht had. Toen ze even vlug de kamer rondkeek, zag ze de normale bewoners van Whitewayes en maar één vreemde; een klein mannetje, dat wat kaal begon te worden, die zat naast Colin. Colin! Emma geloofde haar ogen niet. Plotseling voelde ze zich overspoeld door al dat geheimzinnig gedoe, al die niet uitgesproken woorden. Ze had Nicholas over Colin moeten vertellen. Ze had Nicholas aan Colin moeten uitleggen. Maar nu was het te laat; panisch probeerde ze hem te waarschuwen zonder iets te zeggen, maar natuurlijk begreep hij het niet en stond hij op zijn altijd vriendelijke manier op om haar te helpen met het karretje.
‘Hallo lieverd,’ begroette Colin haar eenvoudig, en hij gaf haar een zoen boven op haar hoofd. ‘Die cake ziet er prima uit; zelf ge bakken?’
Emma knikte en mompelde iets vriendelijks. Ze voelde haar gezicht verstrakken terwijl ze wanhopig wilde dat het blozen ophield. Nicholas bleef zitten, zijn benen ontspannen over elkaar geslagen, en trommelde zachtjes met zijn vingers op de stoelleuning. Ze durfde geen blik in zijn richting te werpen, maar dat was ook niet nodig. De spanning tussen hen was weer terug, ze voelde die knetteren in de atmosfeer. Dat moesten ze allemaal toch merken.
Ze gaf de kopjes rond en de conversatie werd weer hervat, zij het wat gegeneerd en aarzelend, misschien. Iedereen was aan het praten behalve oom Louis. Hij zat maar wat in zijn hoekje en nam alles in zich op. Zijn oude, grijze ogen twinkelden ondeugend. Het mispunt! Emma wierp een van haar strenge blikken op hem. Hij zat nota bene te genieten.
‘We hebben besloten, dat we met groepen van twintig man gaan werken,’ begon Nicholas, toen iedereen klaar was met theedrinken en kletsen. ‘Later in het jaar kunnen we misschien nog wel uitbreiden, maar om te beginnen is dat, wat de ruimte, organisatie en verzorging betreft, alles wat we aankunnen.’
Emma keek even terloops het groepje rond. Ze had gemerkt dat ze allemaal op hun gebied experts waren. Colin met zijn meubels, Louis zilver, Nicholas schilderijen en juwelen; en het kleine mannetje was één van de curatoren, afgevaardigd om officiële goedkeuring te verlenen. Emma herkende hem vagelijk. Ergens in de afgelopen paar jaar moest ze hem ontmoet hebben. Het was maar goed ook dat er nog iemand was om te voorkomen dat Nicholas te ver zou gaan, maar de man scheen meer belangstelling voor Emma te hebben dan voor de rest. Hij vroeg hoe ze het na de dood van haar vader had klaargespeeld en of ze het leuk had gevonden om Whitewayes voor korte tijd te leiden. Dat waren heel rare vragen, vond ze, en ze wilde maar dat hij wat meer aandacht besteedde aan wat er gezegd werd. Ze keek even over het lage koffietafeltje, dat vol lag met paperassen, naar Nicholas. Hij liet hen alle brochures zien, stelde een tijdschema voor...
‘Ik neem aan dat je van dit alles een aantekening maakt,’ zei hij nogal scherp; zijn onpersoonlijke blik deed haar meer pijn dan harde woorden zouden kunnen.
‘Natuurlijk.’ Emma krabbelde iets op haar notitieblok en probeerde zich te herinneren wat hij in ’s hemelsnaam ook weer gezegd had. Maar daarna liet zij haar pen weer rusten en keek hem alleen maar aan terwijl hij beknopt zijn betoog hield, met rustige stem, overtuigend en volledig meester over de situatie. ‘We hebben besloten,’ had hij gezegd. Maar het waren allemaal zijn idee-en. En geloofde hij nu werkelijk, dat iemand het er niet mee eens zou zijn?
Hij had vandaag zijn blauwe pak aan en zag er vlot, maar toch stijlvol uit, zijn lichtblauwe overhemd gesteven, welhaast breekbaar. Het leek wel alsof hij zijn kleren had uitgezocht om bij zijn humeur te passen. De harde, scherpe lijnen in zijn gezicht pasten daar ook bij, merkte ze op, en rond zijn mondhoeken trokken gespannen rimpeltjes.
‘Hoe lang blijven de mensen hier eigenlijk?’ vroeg Colin met zijn aardige, opgewekte stem, en Emma richtte haar ogen op hem. Ze voelde een glimlach in haar binnenste. Hij was zo geruststellend. Zo betrouwbaar. Wat ontbrak er dan? Hij was zo aardig en liefhebbend. Hij zou een prima vader en echtgenoot zijn en een enige oom. De glimlach kwam nu naar buiten, op haar gezicht. Dat was het probleem. Ze beschouwde Colin als een grote broer om te knuffelen. Hij was niet opwindend, zoals Nicholas... Nu flitste haar blik terug naar de man die in staat was haar gek te maken. Met niet meer dan een oogopslag, nog niet eens een aanraking, alleen al door te ademen, er te zijn... Emma voelde haar pols sneller gaan, de herinnering aan het genot dat ze ervaren had, kwam haar helder en levendig voor de geest, benam haar bijna de adem en was weer verdwenen, vol spijt maar uiterst vastberaden weggeduwd. Nicholas Voss hield niet van haar en zou dat ook nooit doen, wat had het dan voor zin om aan het verleden te denken.
‘Ik stel voor dat iedereen er vrijdag voor het avondeten is, en dat we doorgaan tot na de thee op zondagmiddag,’ legde Nicholas uit. Zijn ogen gleden vol belangstelling over Colin, bijna alsof hij wist wat Emma had zitten denken. ‘Ik verwacht uiteraard van geen van beiden van jullie, dat je hier elk weekend de hele tijd bent,’ ging hij verder, en zijn blik betrok deze keer ook Louis erbij. ‘En ik ben me ervan bewust, dat het niet eenvoudig zal zijn om alles zo te organiseren, dat we allemaal op het juiste moment vrij zijn. Maar we moeten ergens beginnen.’ Hij haalde zijn schouders op en ze knikten allemaal instemmend. ‘Laten we dan beginnen met het tweede weekend in maart, heren,’ vervolgde hij, en ze tekenden dat alle drie aan in hun agenda.
Heren! Nou werd het mooi! En ik dan, wilde Emma tegenwerpen. Maar het scheen, dat Mr. Voss geen speciale plannen had voor het vrouwelijke lid van de groep.
‘Ik dacht, dat we vrijdagavond na het avondeten,’ zei Nicholas op dat moment, ‘om een uur of negen, dat we dan een soort welkomstpraatje zouden geven, niet meer dan een half uur of zo. Iets eenvoudigs.’ Hij kneep zijn lippen even samen. ‘Uitleggen wie we zijn, ze vertellen over Whitewayes en een globaal overzicht geven van de onderwerpen waar we het tijdens hun verblijf over zullen hebben. We zullen op de een of andere manier een soort bar moeten improviseren en ik wil wel dat de docenten dan nog een half uur aanwezig zullen zijn om iedereen te leren kennen en wegwijs te maken.
‘Welnu, wat de praatjes betreft.’ Hij ging achterover zitten in zijn stoel en haakte zijn vingers in elkaar tot een boog, waar hij zijn kin op liet rusten, en keek hen allemaal nadenkend aan. Allemaal, behalve Emma. Hij keek helemaal niet meer in haar richting, alsof hij haar bestaan verkoos te vergeten. ‘Ik wil af van het bekende “klassikale” systeem...’
Ik, ik, ik, wil, wil, wil! Emma kookte van binnen, maar bleef zwijgen terwijl hij doorging.
‘Colin begrijpt wel wat ik bedoel. Mr. Prentice heeft net de leiding over mijn winkel in Mayfair overgenomen,’ voegde hij eraan toe voor het mannetje van de stichting. ‘We hebben het er met zijn tweeën uitgebreid over gehad. Gelukkig is Colin even enthousiast voor het hele idee als ik.’ Nicholas stopte, alsof er plotseling iets bij hem op was gekomen. Emma zag dat de huid op zijn knokkels wit werd, de lijnen om zijn mond strakker, en een snelle, doordringende blik uit zijn staalblauwe ogen deed haar maag samentrekken van angst. Wat was er aan de hand? Wat was er gezegd? Maar toen was die uitdrukking weer verdwenen, alsof hij het zich verbeeld had. Zijn schouders ontspanden zich weer; hij glimlachte even stijfjes.
‘Waar was ik gebleven?’ vroeg hij ongeduldig. ‘O ja, het tijdschema. Wel, ’s ochtends, ’s middags en ’s avonds praatjes. We moeten een paar discussiegroepen opzetten, om het een beetje levendig te maken, en het afronden bij de thee op zondagmiddag. Ongeveer half zes. Laten we hopen dat ze allemaal iets hebben om naar toe te gaan, dat is al laat genoeg.’ Hij hield even in en wierp een sombere, afgemeten blik op hen. ‘Nog vragen?’ vroeg hij automatisch. Natuurlijk waren die er niet. Niemand had het lef. ‘Mooi! Dus nu hoeven we alleen nog maar te beslissen wie wat kan doen en wanneer. Kunnen jullie me om te beginnen zeggen, wie er een bepaald weekend niet kan...’
De bijeenkomst bleef zich maar voortslepen. Emma excuseerde zichzelf na een uur, en het kleine mannetje van de raad van de curatoren deed dat ook.
‘Zeer interessant,’ mompelde hij in de gang, toen Emma hem in zijn jas hielp. ‘Verbazingwekkende kerel, Voss. Hopen ideeën.’
Ideeën! Emma zou het eerder iets anders noemen. En toen ze uiteindelijk de zitkamer weer binnenging, waren Louis, Colin en Nicholas nog druk bezig. Hun gelach kwam haar al buiten de deur tegemoet. Haar oom zat zelfs op het puntje van zijn stoel. Colin en Nicholas hadden het over Chinese invloeden op de meubels van Chippendale en het was duidelijk dat ze voorlopig nog niet klaar waren. Het was onvermijdelijk, ze moest hen alledrie te eten uitnodigen.
Tijdens het avondeten bleken de mannen in een goede stemming te zijn. Alles was eindelijk geregeld en Nicholas zei dat er eigenlijk niets was om hen nog tegen te houden.
‘We kunnen nu serieus met onze reclamecampagne beginnen,’ zei hij, terwijl hij zijn bord doorgaf. ‘Met een paar weken hoort de verbouwing boven klaar te zijn, zodat jullie tweeën,’ en zijn blik ging van Louis naar Colin, ‘meer dan genoeg tijd hebben om jullie lezingen voor te bereiden.’
‘Ik heb de mijne al in mijn hoofd,’ zei Colin enthousiast. ‘Ik heb avonden lang alles op een rijtje gezet. Daarom heb ik je de laatste tijd zo weinig gezien, lieverd,’ voegde hij eraan toe, met een knipoog naar Emma.
Nicholas’ lippen werden smaller. Hij zweeg.
‘Dus alles is prima geregeld,’ zei oom Louis, en ving de pijnlijke stilte op charmante wijze op. ‘Tenminste, alles, behalve onze kleine Emma. Ik heb nog niets gehoord over haar aandeel. Was je soms van plan, mijn beste Nicholas, om al onze plannetjes zonder haar hulp uit te voeren?’
Nicholas keek nijdig; alsof er een onsmakelijk onderwerp ter sprake was gekomen. Over de hele lengte van de tafel keek hij Emma aan, zijn sierlijke wenkbrauwen samengetrokken, zijn gelaatsuitdrukking teruggetrokken, afstandelijk; maar toen hij uiteindelijk het woord nam, was er een gevaarlijke onderstroom van hartstocht in zijn stem.
‘Het zou wel heel dwaas zijn,’ begon hij rustig, ‘als ik de illusie had, dat ik het zonder Emma’s hulp kon stellen. Dat kan ik niet, dat kunnen we geen van allen...’ Hij scheen het tegen Louis te hebben, maar Emma wist dat haar oom en Colin net zo goed niet hadden kunnen bestaan. Nicholas koos zijn woorden uiterst zorgvuldig. Ze voelde, dat hij eigenlijk alleen tegen haar sprak. ‘Zij krijgt de volledige verantwoording voor alles wat met de verzorging te maken heeft,’ vervolgde hij vastberaden. ‘Onderhoud, eten, extra personeel. Al dat soort dingen zal ik aan haar overlaten.’
Zij trof Colins blik, hij glimlachte haar toe, bijna, dacht ze geïrriteerd, alsof ze blij moest wezen dat ze niets meer zou zijn dan een veredelde huishoudster. Dat was absoluut niets voor Emma en dat wist haar oom bliksems goed.
'Het doet me genoegen, Nicholas, dat je voor ons allemaal wat te doen hebt,’ begon Louis. Nu was hij ook al bezig met dat tweeslachtige gepraat. ‘En ik weet zeker, dat het allemaal veel makkelijker zou zijn voor iedereen, als je je over mij geen zorgen hoefde te maken. Ik wil uiteraard erg graag terug naar mijn flat, ik kan gemakkelijk op en neer reizen en ik weet zeker dat je een extra slaapkamer goed kan gebruiken.’ Hij nam wat kaas en koos een cracker uit. ‘Als je gewoon even zegt, wanneer je hier komt wonen, beste jongen, dan zorg ik dat ik mijn biezen gepakt heb...’
Louis weg! Emma, viel zowat van haar stoel. Dat kon hij niet doen. Het moest een grapje zijn. Hij kon haar toch niet alleen laten in het huis met dit individu.
‘Mijn beste Louis, je moet je echt geen seconde langer hier laten houden dan nodig is,’ zei Nicholas minstens even voorkomend -hij klonk als een spinnende poes. ‘We zijn je heel dankbaar voor alle hulp van de afgelopen paar maanden... Ik weet zeker dat ik niet namens Emma hoef te zeggen...’
‘Gelijk heb je,’ onderbrak zij kordaat. ‘Ik ben er zeer goed toe in staat om mijn eigen dankbaarheid uit te drukken, zoals ik trouwens al meer dan eens gedaan heb. Louis weet echt wel, dat ik het zonder hem niet gekund had.’
‘Maar voel je niet bezwaard, Louis, om naar je eigen omgeving terug te gaan wanneer je maar wilt,’ zei Nicholas vlug, alsof hij niet wilde dat Emma nog meer zei. ‘Ik ben meer dan dankbaar, dat je bereid bent om in de weekends te helpen bij mijn plannetje, en nu Colin de zaken in de stad zo goed regelt,’ hij keerde zich tot de ander en gaf hem één van zijn zeldzame stralende glimlachen, ‘is er eigenlijk geen excuus meer voor me om na dit weekend nog in Mayfair te blijven. Wat mij betreft is het geen enkel probleem om zaterdag hier in te trekken, als niemand daartegen bezwaar heeft.’
‘Prima!’ Louis was duidelijk in zijn sas. ‘Ik kan niet ontkennen dat ik graag terug ga naar mijn eigen spulletjes, je weet hoe het zit...’
‘Geen bezwaar, Emma?’ vroeg Nicholas, toen iedereen uiteindelijk hielp afruimen en ze toevallig even alleen waren in dé eetkamer.
Emma verzamelde de place-mats en de servetten. Nicholas pakte het peper- en zoutstel op. Ze troffen elkaar bij het buffet en het was even een pijnlijk moment toen hun handen elkaar raakten. Door het huiselijke waar ze samen mee bezig waren, voelde Emma zich tot haar eigen verbazing ploseling kwetsbaar, het was zo iets normaals, zo gewoon - het voelde gewoon alsof het zo hoorde... Ze zette dat gevoel van zich af en het moment was weg.
‘Geen bezwaar?’ herhaalde ze, alsof niet alles wat hij gezegd had voor eeuwig in haar geheugen gegrift was.
‘Dat ik hier zaterdag intrek.’ Zijn blauwe ogen namen haar nauwkeurig op. ‘Zal het alles niet moeilijker maken ?’ Ze was verrast, en op een rare manier blij, dat hij de moeite nam om het haar te vragen. Maar ja, dat zou hij waarschijnlijk wel aan elke huishoudster gevraagd hebben, en de warme gloed in haar binnenste was plotseling verdwenen.
‘Natuurlijk heb ik geen bezwaar.’ Ze propte alles in een la en deed die dicht. ‘Jij bent de baas,’ deed ze opgewekt. ‘Je hoeft ons toch niet te vragen, of je iets al dan niet kan doen. En ik zal echt de laatste zijn om je plannen te dwarsbomen...’
‘Ik ben blij het te horen.’ Haar manier van doen, deed zijn ogen vuur schieten en zijn drift oplaaien. ‘Want je zult me nooit kunnen tegenhouden, Emma. Niet mijn in plannen voor Whitewayes...’ Hij greep haar arm, zijn vingers diep in het zachte vlees, terwijl hij fel verder ging: ‘En mijn andere plannen zal je ook niet tegen kunnen houden.’
‘Welke andere plannen?’ wilde ze weten. Had hij niet al genoeg aangericht in het huis ? Wat voor verdere rampzaligheden kon hij nog overwegen?
‘Mijn andere plannen met jou,’ zei hij uitdagend, en zijn lippen vertrokken zich tot iets dat op een glimlach moest lijken. ‘Had je niet door, dat dat de allerbelangrijkste plannen zijn?’
Er was echt iets dreigends in de rustige manier waarop hij dat zei. Ze worstelde om los te komen, maar haar vergeefse pogingen amuseerden hem alleen maar.
‘Je hebt het recht niet om plannen voor me te maken...’
‘Ik heb alle rechten ik ben van plan daar gebruik van te maken ook.’ Ze voelde dat hij zich plotseling van haar bewust werd; van haar zachte, soepele ledematen, haar meegevende lichaam. Zijn handen gingen vol aandrang over haar heen, half afkeurend, half liefkozend. Er dansten lichtjes in zijn ogen en heel even weerspiegelden ook de hare de felle begeerte die zij herkende. Zij hoorde zijn bijna onhoorbare zucht toen zijn zoekende ogen haar ontdekten alsof het voor de eerste keer was. De handen om haar middel trokken haar dichterbij. Ze was er bijna zeker van dat Nicholas haar ging kussen en helemaal zeker dat ze in haar hele leven nog nooit iets liever gewild had. Haar ziel werd verteerd door een opwinding die in haar diepste innerlijk danste en sprong - maar toen hoorden ze een gerucht, het geluid van voetstappen die door de hal kwamen.
Nicholas vloekte zachtjes binnensmonds. Gegeneerd en verward lieten zij elkaar pijlsnel los; een onbeweeglijk bevroren stilleven toen Colin de kamer binnenkwam.
‘Moet ik nog iets meenemen?’ begon hij opgewekt. Toen drong het tafereel tot hem door, beoordeelde hij de situatie en Emma voelde hoe de woede in hem langzaam ontwaakte.
Zijn ogen zochten de hare, maar ze wist ze te vermijden. Ze wist niet waarom ze zich zo onhandig voelde. Was er bijna iets gebeurd, of had ze zich dat alleen maar verbeeld?
Maar ze zou het nooit weten. Het ogenblik was verdwenen, en Nicholas trouwens ook, en Colin was plotseling vast besloten om haar hals over kop mee te sleuren van de ene afleiding naar de andere.
‘Ik heb je de laatste tijd veel te weinig gezien,’ zei hij een paar avonden later, tijdens de pauze van een concert. De foyer was stampvol, zodat praten erg moeilijk was, dus Emma glimlachte alleen maar naar hem en zei niets. Ze werden weggeduwd van het buffet en Colin sloeg beschermend zijn arm om haar schouders. ‘Vind je het echt niet erg dat ik voor Nicholas Voss werk ?’ vroeg hij plotseling. ‘Ik bedoel... In het weekend zal ik er vrij vaak zijn.’ Hij stopte, liet het ijs in zijn glas rondcirkelen en zijn grijze ogen keken aarzelend, glimlachend op haar neer.
‘Natuurlijk vind ik het niet erg.’ Ze drukte even tegen zijn arm en nipte aan haar Martini. ‘Dat heb ik je al gezegd, het gaat om je carrière...’
‘En om mijn eigen leven?’ onderbrak hij langzaam.
‘Ja.’ Hun ogen troffen elkaar. Meer hoefde ze niet te zeggen. Colin zuchtte en dronk zijn glas leeg toen de bel ging om iedereen terug te roepen naar de concertzaal.
‘Het is jammer dat Louis niet kon komen,’ kletste Emma vrolijk toen ze hun plaatsen weer opzochten. ‘Hij is dol op Brahms en hij vond het erg jammer om het te missen.’ Colin leek er niet zo erg rouwig om dat haar oom er niet was. Zijn ’wat jammer’-blik maakte hen allebei aan het giechelen toen het applaus opklonk bij de binnenkomst van de eerste violist.
‘Waarom kon hij niet komen?’ fluisterde Colin, toen de musicus boog en op zijn plaats achter de eerste lessenaar ging zitten.
‘Hij is terug in zijn flat en is de hele dag in de weer geweest met allerlei spulletjes.’ Het klappen werd minder, maar zwol weer aan toen de dirigent doelbewust het podium op kwam stappen. Het stokje ging omhoog, alle gesprekken verstomden, maar er was genoeg gezegd om compleet een einde te maken aan Emma’s gemoedsrust.
Een hele avond lang was ze de nieuwe situatie compleet vergeten. Oom Louis was weg en Nicholas Voss was er wel. Hij zou thuis zijn, haar opwachten op Whitewayes als ze terugkwam.
De derde symfonie van Brahms slaagde er altijd in om haar hals over kop mee te sleuren in zijn zalige, prachtige overdaad. Maar dit keer kon ze zich niet zo gemakkelijk overgeven aan de muziek. Nicholas kwam tussen haar en de romantische rijkdom aan geluid. Wat moest ze met hem aan? Hoe kon ze in vredesnaam voorkomen dat hij Whitewayes te gronde zou richten? Emma staarde naar de rug van de dirigent, zonder iets te zien, bijna zonder iets te horen zelfs, zonder ook maar het idee te hebben aan welk deel ze toe waren. Ze zou Colin niet binnen kunnen vragen voor een kop koffie, niet nu Nicholas er was... Ze hoopte dat hij het zou begrijpen.
‘Het is gewoon nogal laat,’ mompelde ze, toen het zover was en Colin de auto voor het huis op de oprijlaan had neergezet. ‘Het was een zalige avond, echt een uitje maar...’
Colin sloeg zijn arm over de rugleuning. ‘Ik heb er ook van genoten.’ Ze kon zijn ogen zien glinsteren in het donker, toen hij de bovenste knoop van haar jas losmaakte en zijn duim zachtjes over haar hals liet glijden. Zijn kus was teder, vol liefde; ze reageerde automatisch, raakte zijn wang aan, liet haar vingers door zijn haar gaan, maar er gebeurde niets. Helemaal niets. Geen vonk, geen opwinding, alleen een warm, aangenaam gevoel. Gewoon rustgevend.
‘Ik moet weg,’ fluisterde ze tegen zijn wang. ‘Bel een keertje -vertel me hoe het gaat. Je had gelijk - we hebben elkaar veel te weinig gezien.’ Dat was eigenlijk het probleem, besloot ze. Ze hadden alleen maar te weinig contact. Het was niet goed geweest dat ze de laatste tijd zo bezig was geweest met het huis.
Colin liet haar met tegenzin los. ‘Emma, je weet...’ begon hij, maar er kwam niet meer.
Natuurlijk niet, drong het tot Emma door. Want je moest roekeloos zijn om te zeggen dat je van iemand hield - zonder de zekerheid dat het wederzijds was. En Colin zou nooit roekeloos zijn. Ze zuchtte en wenste even dat hij het één keertje wel zou zijn.
Het geluid van Colins auto was nauwelijks meer dan een ver gezoem, toen Emma eindelijk op haar tenen door de hal sloop. Ze merkte op, dat er nog licht onder de deur van de zitkamer doorscheen, maar ze had geen zin om vanavond met Nicholas te twisten. Ze hoopte maar, dat hij haar niet had horen binnenkomen.
Maar het was tevergeefs. Halverwege de trap hoorde ze de deur opengaan en het was onmogelijk om dat te negeren.
‘Oh, mooi, ik dacht al dat ik iets hoorde. Zou je misschien nog even willen wachten. Ik wil je even spreken.’ Haar tegenzin was duidelijk zichtbaar en dat scheen hij te verwachten. ‘Ik weet wel dat het laat is - maar het is belangrijk.’ Hij ging iets naar achteren en hield de deur voor haar open. ‘Er is iets, waarover ik het met je moet hebben - en het kan zeker niet tot morgenochtend wachten.’
‘Ik snap echt niet, wat er zo van levensbelang zou kunnen zijn,’ zei Emma, terwijl ze haar jas uitdeed en achter hem aan de zitkamer binnenging. Het was er warm en gezellig, met gedempte lichten en een vrolijk vuurtje. Er stond een zacht muziekje aan, een stapel boeken en paperassen lag rond de gemakkelijke stoel, waarbij ook een glas cognac stond. Nicholas Voss wist zich wel te installeren en liet geen tijd verloren gaan eer hij deed alsof hij thuis was.
‘Wil je iets drinken?’ bood hij aan, haast alsof ze dat wel zou kunnen gebruiken, en toen zij haar hoofd schudde liep hij op zijn gemak naar zijn stoel en pakte zijn eigen glas. Om de een of andere reden ging hij niet zitten dus deed Emma dat ook niet en sloeg hem gade, toen hij zijn blik van zijn glas naar haar gezicht wendde en vervolgens naar het vuur. Er school iets dreigends in, iets gevaarlijks, vlak onder de oppervlakte. Emma’s maag trok plotseling samen van angst, toen hij ernstig begon: ‘Ik ben bang, lieve Emma, dat we met een uiterst lastig probleem zijn opgezadeld.’