HOOFDSTUK 10
Het dineetje werd uiteindelijk niet zo’n bijster groot succes. Een kwade genius had Emma er toe aangezet om Gail ook uit te nodigen.
‘Dan ben ik tenminste niet zo overduidelijk in de minderheid,’ had ze luchtig opgemerkt, met een handbeweging naar de drie mannen toen ze voor het eten met zijn allen een glas sherry dronken. En Gail had er om moeten lachen, een parelend, zilverachtig geluid dat paste bij haar manier van doen. ‘Ik ben hij dat je op zo korte termijn kon komen,’ was Emma verder gegaan, en dat was waar, want ze was blij dat die vrouw er was. Heel blij. Het leek een prachtkans om Nicholas te laten merken dat ze absoluut niet van hem hield.
Het was haar niet zwaar gevallen om de hele dag bij haar man uit de buurt te blijven. Vanavond was er even een moeilijk moment geweest, toen ze zich verkleedde voor het avondeten. De knop van haar slaapkamerdeur, die ze op slot had gedaan, ging langzaam omlaag en ze had met afgrijzen staan kijken hoe de deur geluidloos van voor naar achteren werd geduwd. Maar ze had geen kik gegeven - er geen enkele toespeling meer op gemaakt; en nu, aan de lange tafel, kon ze hem ongemerkt opnemen, terwijl hij zich naar Gail Weston toe boog met een verleidelijk lachje.
Ja, ze waren een goed stelletje. Hoe had ze ooit iets anders kunnen denken ? Al was Nicholas niet erg blij geweest met het nieuws van deze extra gast, toen ze het hem verteld had.
‘Als jij dat wilt,’ was zijn reactie geweest, en zijn blauwe ogen waren zo onpeilbaar als de oceaan...
‘Het eten was werkelijk prima, liefje,’ zei oom Louis en met een schok keerde ze zich terug in het heden. ‘Toch jammer dat er niet vaker verjaardagen zijn,’ maar toen herinnerde hij zich hoe oud hij zelf was en nam zijn woorden snel terug.
‘Voor jou is het niet erg spannend geweest,’ zei Colin een beetje vijandig, en het werd Emma ineens duidelijk dat hij bijna net zo in de war was als zijzelf. Hoe had hij het in zijn hoofd gehaald om haar die bloemen te sturen? Ze herinnerde zich de een of andere belofte die hij eens gedaan had, iets met liefde en rozen, maar dat was eeuwen geleden. Nu ze getrouwd was, was dat allemaal toch vast wel voorbij. Of hoopte Colin in het diepst van zijn hart...
‘O, het was eigenlijk een heerlijke verjaardag,’ deed ze opgewekt en Nicholas keerde zich razendsnel af van de dame aan zijn elleboog om haar dreigend een waarschuwende blik toe te werpen. Er was iets in zijn ogen dat het bloed als vuur door haar aderen deed stromen. Vonken van vijandigheid knetterden tussen hen in over de tafel en plotseling kwamen alle gekwetste gevoelens van de hele dag in haar opborrelen en schreeuwden een uitlaat. Of waren het wraakgevoelens? ‘Mijn oom heeft me wat parfum gegeven,’ zei ze, terwijl ze voorbij Louis naar de vrouw naast hem keek; toen, zonder acht te slaan op haar echtgenoot, liet ze haar ogen naar de andere kant van de tafel gaan en voegde eraan toe: ‘En Colin heeft me de meest fantastische rozen gegeven...’
‘O, ik dacht..’ begon Gail Weston, ‘ik nam natuurlijk aan...’ Toen glimlachte ze een beetje traag, bijna zelfgenoegzaam, en richtte haar ogen lachend op haar tafelheer. ‘En wat heeft Nicholas je gegeven?’ informeerde ze ondeugend. Maar dat was precies wat Emma gehoopt had dat ze zou zeggen.
‘Niets, helemaal niets,’ begon ze vanaf haar kant van de tafel en het was onmogelijk om de dunne streep die door Nicholas’ lippen gevormd werd te negeren, zijn wangen verstrakt en stijf van kwaadheid en het gevaarlijke vuur dat in zijn ogen brandde.
‘Misschien heb je nog niets gekregen, liefje,’ zijn stem trilde een beetje van woede, ‘maar geloof me, je krijgt dat cadeautje voor je verjaardag voorbij is.’ De stemming was om te snijden en iedereen zweeg tot Gail begon te lachen en Colin zijn keel schraapte.
‘Ik haal mijn kaas altijd bij Harrods,’ verkondigde oom Louis met perfecte timing, en ze staarden hem allemaal aan terwijl hij kalm verder ging, ‘ze hebben een heel goede Stilton, maar deze is werkelijk boven elke lof verheven, liefje.’ En plotseling had iedereen het over kruideniers en kaas en Emma liet ze hun gang gaan. Misschien konden ze oom Louis nog eens verhuren als de perfecte tafelgast. Dat zou ze hem nog eens een keer moeten vertellen.
Colin kreeg niet de kans om Emma even apart te nemen, pas toen iedereen wegging en hij haar losmaakte uit het groepje in de hal.
‘Weet je zeker dat alles in orde is?’ vroeg hij vlug en legde bezorgd zijn hand op haar arm. ‘Je weet waar ik zit als...’
‘Doe niet zo mal; er is niets aan de hand,’ verzekerde ze hem, zich er steeds van bewust dat Nicholas hen in de gaten hield. Toen gingen ze allemaal naar buiten en Louis nam haar bij de hand en gaf haar een kus op haar bleke wang.
‘Een heel leuke avond, liefje.’ Bij wijze van uitzondering keek hij serieus en ernstig. ‘Je deed me aan je moeder denken, toen die zo oud was als jij. Die had zoveel begrip, weet je, voor zo’n jong ding.’ Toen schudde hij Nicholas de hand en stapte in zijn auto, en Emma nam haar oom nieuwsgierig op. Waarom was hij over haar moeder begonnen? Wilde hij haar duidelijk maken dat ze wat volwassener moest doen. Hij had gemakkelijk praten, maar noch hij, noch haar moeder had ooit tegen Nicholas Voss op hoeven te boksen. Ze keek hoe de antieke Rolls zachtjes brommend aansloeg en de banden over het grind knarssen toen Louis de wagen langzaam vooruit liet rollen. Toen stond Gail op het punt om weg te gaan als een bliksemflits in haar Alfa Romeo en Emma probeerde te ontsnappen maar Nicholas hield haar tegen.
‘Kom ze nog even uitwuiven,’ zei hij vrolijk, en sloeg een zo op het oog liefdevolle arm om haar schouders. Maar zijn vingers drongen bijna door tot op het bot; dit was geen omarming, het was een wrede, meedogenloze val waarin ze tegen hem aangedrukt zat.
Colin was de laatste die wegging en hij keek nadenkend naar hen om tot zijn auto bij de bocht was en hij uit het gezicht verdween.
Pas toen de voordeur achter hen dichtging, liet Nicholas eindelijk toe dat Emma zich losmaakte.
‘Ik ga Duveltje even uitlaten,’ zei ze snel. Daar kon hij niets tegen in brengen en hij deed niet eens een poging.
Toen ze het hondje had ingestopt in de mand en de lamp in de keuken had uitgedaan, merkte Emma dat de rest van de kamers beneden ook al in duisternis gehuld waren. Het licht in de hal en op de overloop was nog aan. Was Nicholas zonder haar naar bed gegaan? Dat formuleerde Emma zo snel mogelijk even anders in haar gedachten. Was Nicholas naar bed gegaan zonder ook maar iets te zeggen van alles wat hij de hele avond ingehouden had?
Toen ze langs de deur van de zitkamer kwam, hoorde ze het lichte getinkel dat het halve uur aangaf. Nog maar dertig minuten tot middernacht. Nog maar dertig minuten over van haar verjaardag. En toen schoten de dreigende woorden van haar echtgenoot haar te binnen, en angst beroerde een hart dat dezelfde morgen nog vervuld was geweest van warmte en liefde.
Wat leek het allemaal lang geleden en wat een luchtkasteel had ze eromheen gebouwd. Net als dit hele huwelijk, bedacht ze triest, en haar voeten sleepten zich voort over de marmeren trap tot ze voor het portret bleef staan. Maar dit keer zag ze geen jonge vrouw met donker haar in een witte robe, er kwam haar een blonde schone voor de geest in een dieprose jurk zoals ze vanavond aan had gehad... Maar de hanger hoefde ze zich niet voor de geest te halen, die hing hier nu voor haar, en Emma vroeg zich af hoe lang het zou duren voor Gail Weston het origineel droeg.
Emma zag de hanger van goud en smaragd weer voor zich liggen op zwart fluweel zoals Nicholas hem aan haar had laten zien, die dag lang geleden, toen het nog winter was. ‘Voor de meesteres van Whitewayes,’ had hij toen gezegd, maar hij had hem nooit aan Emma gegeven, en was kennelijk absoluut niet van plan om dat alsnog te doen.
Luchtkastelen! O, ze was toch echt een dwaas; dwaas omdat ze zichzelf ooit het waanidee had laten geloven dat ze van dit huwelijk iets zou kunnen maken. Er waren wel verstandshuwelijken die een succes waren, natuurlijk wel. Maar alleen als een zakelijke overeenkomst, met misschien enig respect, maar ook niet meer dan dat, aan beide kanten. Maar deze toestand was hopeloos. Ze hield van Nicholas, en ze betwijfelde of hij ook maar respect voor haar had.
Ze zag licht onder zijn deur toen ze voorbijsloop. Ze kon nauwelijks geloven dat ze er zo gemakkelijk af was gekomen, het was niets voor Nicholas om te bluffen. Meestal meende hij alles wat hij zei.
Ze was niet verbaasd dat het licht in haar eigen kamer aan was. Dat had ze best kunnen vergeten uit te doen toen ze zich verkleedde voor het diner, en pas toen ze de deur had dichtgedaan en zich weer naar de kamer wendde, drong het tot haar door dat haar echtgenoot voor haar stond.
‘Ik wilde er zeker van zijn dat je me niet nog een keer voor ecu gesloten deur zou laten staan.’ Geen sprake van bluf, geen sprake van dat hij haar iets vergeven had, en ze wist dat Nicholas uit was op wraak.
Het kostte Emma al haar moed om kalm te lijken toen ze naar haar kaptafel liep en haar horloge afdeed. Ze voelde hoe Nicholas elke beweging die ze maakte, volgde. Zijn onderzoekende blik stak haar als een speer in de rug. Ze stapte uit haar schoenen en de zoom van haar lange, crème-kleurige jurk kreukelde om haar tenen. Alleen Nicholas zag hoe moe ze eruitzag, hoe verschrikkelijk jong en kwetsbaar. En het enige uiterlijk waar Emma enig belang in stelde, was dat van haar echtgenoot. Wat was hij toch lang en dreigend, hij leek de hele kamer te vullen, zodat zelfs de lucht die ze inademde een stuk van hem was. Zijn gezicht stond bijna wreed toen hij haar trillende figuurtje opnam met ijskoude, blauwe ogen.
‘Het is nogal laat en ik ben doodop.’ Ze probeerde redelijk te klinken. ‘Ik geloof niet, dat dit zo’n geschikt moment is om te praten.’
‘Praten!’ Zijn ogen lieten de ader die in haar keel klopte los. ‘Ik ben hier niet om te praten, Emma. Ik heb genoeg gepraat, lang genoeg gewacht.’ Hij hield even op, zijn zwijgen werd dreigend en duurde lang. Emma voelde zich steeds minder op haar gemak toen ze zag hoe de spieren in zijn gezicht verstrakten. Dat was het teken dat hij zich met zeer veel moeite in toom hield en ze was zich ervan bewust dat er niet veel hoefde te gebeuren om de storm los te laten barsten.
‘Je kunt moeilijk van me verwachten dat ik een dergelijk gedrag over mijn kant laat gaan,’ zei hij uiteindelijk. ‘Op onze huwelijksdag tref ik je aan in de armen van een ander en nu dit...’ Van verontwaardiging was zijn stem veel harder toen hij herhaalde: ‘Dit onbeschaamde in de wind slaan van mijn wensen. Toen ik je om een jaar vroeg, Emma, toen meende ik dat. Driehonderd en vijfenzestig dagen tedere toewijding.’ Hij lachte scherp, met zijn hoofd in zijn nek, zodat zijn krachtige, gebruinde hals zichtbaar werd. ‘Toewijding, dat is een mooi woord!’ Zijn ogen verslonden haar. ‘Je weet niet eens wat dat woord betekent,’ beschuldigde hij ten slotte.
‘Wat moet ik dan doen, volgens jou?’ barstte ze uit, zo gekwetst dat het haar niets meer kon schelen of het wel verstandig was. ‘Ik kan er ook niets aan doen dat mensen zo aardig tegen me zijn om me cadeautjes te sturen,’ voegde ze eraan toe, om hem er even aan te herinneren dat hij dat niet had gedaan. ‘Zou je me soms in een ivoren toren willen sluiten?’ Wat een stom iets om te zeggen. Ivoor? Waarom moesten ze van ivoor zijn?
‘Ik ga maar één ding met je doen,’ was zijn reactie. Nicholas scheen zijn gedachten in elk geval niet van het rechte pad af te laten schrikken.
‘En waag me niet aan te raken,’ daagde ze uit, ‘anders ga ik...’
‘Ga je wat?’ zei hij treiterend. ‘Om hulp roepen? Maar wie zou je horen? We zijn alleen, Emma, in dit enorme, lege huis...’
‘Dan mag jij hier alleen blijven,’ kondigde ze aan, terwijl ze haar rok optrok en langs hem heen probeerde te stuiven. Maar ze had zich de moeite kunnen besparen. Hij strekte zijn arm uit en had haar vast eer ze halverwege de deur was.
‘Je bent al eerder van me weggelopen,’ zei hij, en er was iets wilds in zijn ogen dat ze er nog nooit gezien had. ‘Maar dat zal niet nog eens gebeuren. Ik wil je hebben, Emma, en ik zweer je dat ik je zal krijgen. Je bent mijn vrouw!’ bulderde hij ter rechtvaardiging, en met alle opgekropte woede van vijf lange jaren.
Ze probeerde zich aan zijn greep te ontworstelen, weer weg te rennen, en toen had ze ineens genoeg van weglopen. Ze was ziedend; op zichzelf omdat het haar kon schelen, op Nicholas omdat het hem niets kon schelen en op Colin omdat hij het allemaal zo ingewikkeld had gemaakt en haar heerlijke verjaardag in deze hopeloze janboel ontaard was.
Dus nu probeerde ze alleen nog maar om los te komen; ze duwde tegen hem aan, probeerde hem te bezeren, maar hij lachte alleen maar en weerde haar moeiteloos af, dus vertrok ze haar 'gezicht in een vastberaden grimas, haalde even diep adem en gal hem een schop.
‘Jij kleine heks...’ Het deed veel meer pijn aan Emma’s blote tenen dan aan zijn kuit, maar het was de laatste druppel en er knapte iets in hen allebei.
Emma raakte helemaal door het dolle heen. Met wild zwaaiende armen, haar soepele jonge lichaam draaiend en kronkelend, haar vuisten gebald terwijl ze op ieder stukje van hem dat ze maar kon bereiken lostimmerde.
Nicholas’ gezicht draaide haar wazig voor de ogen, vol tranen van woede en frustratie. Woede, omdat ze hem met kon kwetsen, omdat ze niet door die gladde, harde buitenkant heen kon breken - en frustratie omdat ze wilde dat hij...
Dus je wilt vechten, hè ? Dan zal ik er wel voor zorgen dat je ook iets hebt om voor te vechten,’ hoonde hij, en tastte naar de lange rits in de rug van haar jurk.
‘Dat zal je wel laten... jij duivel!’
‘Als je het niet beter kunt,’ spotte hij, ontweek nog een klap en trok de rits minstens vijftien centimeter naar beneden. De jurk viel van haar schouders omlaag, Nicholas’ ogen schoten vuur en met nog een laatste ruk zakte de jurk om haar voeten.
Het was als een van die dromen waarin je plotseling door een drukke straat loopt in je ondergoed. Alleen was dit geen drukke straat, het was een intieme slaapkamer en de enige die Emma kon bekijken, was haar echtgenoot.
In het korte ogenblik dat Emma verstijfd was van schrik tilde Nicholas haar op, trok het dekbed weg en rolde haar in bed. Hij kuste haar, hard en vol op haar mond, en zijn handen gingen heerszuchtig over haar zachte lichaam. Haar kanten beha en slipje werden langzaam weggetrokken, centimeter voor centimeter, en die traagheid martelde Emma zozeer, dat ze een primitieve ontlading op voelde vlammen die zij nog nooit had ervaren. Ze was een vrouw - zijn vrouw. O, zou hij haar maar alsjeblieft beminnen. En ze wist zeker dat hij dat zou doen, al sloeg hij het dekbed weg en richtte hij zich langzaam op.
Emma was verhit, buiten adem, en dat werd er niet beter op door daar naakt en onbedekt te liggen terwijl haar echtgenoot op haar neer stond te kijken. Hij was plotseling heel kalm en ze wist dat dit het moment was om weg te rennen - hij zou haar niet proberen tegen te houden. Maar ze wist dat ze niet weg wilde.
Hij stond daar misschien een minuut lang, haar ogen gevangen in de zijne, en toen ze niet sprak, niet bewoog, deed hij heel rustig zijn jasje uit en gooide het over een stoel. Ze zag een spier vertrekken in zijn wang, die verstrakt was van begeerte. Toen gingen zijn handen omhoog naar zijn dasje en de stof ritselde toen hij de knoop eindelijk lostrok.
Het leek wel een eeuwigheid, maar in feite duurde het niet zo lang, en al snel kroop hij naast haar, trok het dekbed over hen beiden heen en Emma hield haar adem in bij het zalige gevoel van hun naakte ledematen die elkaar liefkoosden.
Maar door al dat genot heen knaagde er toch iets van angst. Emma merkte dat ze gespannen was en bang voor het idee van wat hij zou kunnen doen.
Nicholas had dat gevoel onmiddellijk door. ‘Het komt allemaal in orde, kleintje’ verzekerde hij haar zacht. ‘Ik weet dat je nog een boel moet leren...’ En nu deed hij niet ruw meer, maar teder, rustig aan, en Emma’s angst smolt weg toen hij langzaam iedere centimeter van haar lichaam kuste. Hij kuste haar tenen -niemand had ooit eerder haar tenen gekust - toen haar knieën en ten slotte, veel en veel later, kuste hij haar vingertoppen. Er was geen plekje meer over dat hij niet verkend had.
Maar na een tijdje was het haar onmogelijk om alleen maar te liggen en gekust te worden. Ze raakte even zijn schouder aan, haar ogen zeiden zonder woorden wat ze bedoelde, en hij glimlachte en strekte zich naast haar uit, zodat haar prille, onervaren handen schuw hun eigen verkenningen konden doen. Maar hij hield het niet lang uit. Snel trok hij haar bovenop zich en rolden ze samen om, zo dicht bij elkaar als man en vrouw maar kunnen zijn.
Door het rollebollen was ze van haar kussen gegleden, dat nu over haar gezicht heen viel, en met een ongeduldige kreet smeet Nicholas het zomaar op de grond. Zijn tederheid verhulde nog maar nauwelijks de woeste kracht die hem voortdreef. Ze konden nu niet anders meer - op de een of andere manier hadden ze elkaar op hetzelfde moment tot aan het uiterste gebracht.
Emma kroop tegen hem aan en liet haar vingers over zijn gespierde rug gaan, haar ogen even dicht omdat ze het nog maar nauwelijks kon vatten.
En toen deed ze haar ogen weer open en keek op in het gezicht van de man boven haar. Zijn gezicht was helemaal verstrakt, en zijn uitdrukking sneed Emma door het hart als een bittere, ijskoude wind. Wat was er aan de hand ? Wat was er misgegaan ? En nu bewoog Nicholas zijn lippen, niet in een glimlach, maar in een snauw die zijn glanzend witte tanden ontblootte. Zij spuwden vuur en keken haar vol haat aan. Nooit had ze hem, wie dan ook, zo wanhopig, zo woedend, gekwetst en bitter zien kijken.
‘Wat is er?’ slaagde ze er ten slotte in te fluisteren. Ze moest iets zeggen, voor haar hart helemaal stilstond.
‘Alle duivels, Emma, wat voor man denk je eigenlijk dat ik ben ?’ Hij pakte iets op wat onder het kussen had gelegen. Het was de roos, een van de verjaardagsrozen, die ze er die ochtend had neergelegd. Alleen wist ze toen nog niet... En de aanblik ervan had Nicholas in een duistere afgrond van woede gesleurd.
‘Colin Prentice die mijn vrouw rozen stuurt,’ mompelde hij, bijna onhoorbaar, en alle woede en frustraties van zijn dag lagen in zijn stem. ‘Je vergeet de spelregels, Emma. Niemand stuurt mijn vrouw rozen - ze bewaart ze niet onder haar hoofdkussen en ik bemin geen vrouw als ze een ander zit aan te moedigen!’
‘Ik heb hem niet...’ begon Emma, terwijl ze probeerde zich te bedekken toen hij ging staan en neerkeek op het bed. ‘Ik heb hem niet aangemoedigd, Nicholas. Echt niet. Ik heb geen woord gezegd.’
‘Prentice doet helemaal niets als hij niet aangemoedigd wordt.’ Nicholas’ gezicht was vertrokken. ‘Dus snap je wel, Emma, ik geloof je gewoon niet!’